gepubliceerd op 10 januari 2008
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2001 betreffende de delegaties van bevoegdheden toegekend aan sommige personeelsleden van het Bestuur Uitrusting en Vervoer
13 DECEMBER 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2001 betreffende de delegaties van bevoegdheden toegekend aan sommige personeelsleden van het Bestuur Uitrusting en Vervoer
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzonderheid artikel 6, derde lid, gewijzigd door de programmawet van 19 juli 2001;
Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 8 november 1998 en 25 maart 1999, door het ministerieel besluit van 8 februari 2000, door het koninklijk besluit van 20 juli 2000, door het ministerieel besluit van 4 december 2001, door het koninklijk besluit van 22 april 2002, door het ministerieel besluit van 17 december 2003, door de koninklijke besluiten van 18 februari 2004 en 29 februari 2004, door de wet van 9 juli 2004, door het koninklijk besluit van 20 juli 2005, door het ministerieel besluit van 20 december 2005 en door het koninklijk besluit van 12 januari 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 8 november 1998 en 25 maart 1999, door het ministerieel besluit van 8 februari 2000, door het koninklijk besluit van 20 juli 2000, door het ministerieel besluit van 4 december 2001, door het koninklijk besluit van 22 april 2002, door het ministerieel besluit van 17 december 2003, door de koninklijke besluiten van 18 februari 2004, 29 februari 2004 en 20 juli 2005, door het ministerieel besluit van 20 december 2005 en door het koninklijk besluit van 12 januari 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 14 oktober 1998, 29 april 1999, 20 juli 2000, 4 juli 2001, 22 april 2002, 17 december 2002 en 18 februari 2004;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd door vijf besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002, door de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2002, 19 september 2002, 30 april 2003, 3 juli 2003, 24 maart 2005, 16 juni 2005, 23 februari 2006, 7 december 2006 en 3 mei 2007;
Gelet op het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, gewijzigd door de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 maart 2001, 29 november 2001, 30 maart 2006, 15 juni 2006, 13 juli 2006 en 19 oktober 2006;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2001 betreffende de delegaties van bevoegdheden toegekend aan sommige personeelsleden van het Bestuur Uitrusting en Vervoer;
Overwegende dat de delegaties van bevoegdheden van het Bestuur Uitrusting en Vervoer van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dienen te worden aangepast aan de nieuwe structuur van dit Bestuur;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 oktober 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 24 oktober 2007;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 oktober 2007 over het verzoek aan de Raad van State om een advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 19 november 2007 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister belast met Mobiliteit en Openbare Werken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 1, § 1, 2°, a), van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2001 betreffende de delegaties van bevoegdheden toegekend aan sommige personeelsleden van het Bestuur Uitrusting en Vervoer wordt vervangen door de volgende bepaling : « a) de personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel en van de naamloze vennootschap van publiek recht Citeo die bij het Bestuur Uitrusting en Vervoer zijn gedetacheerd of ervan ter beschikking gesteld; ».
Art. 2.In artikel 4 van dit besluit worden de woorden « bekleed met ten minste een onmiddellijk lagere graad » vervangen door de woorden « van minstens rang A1 ».
Art. 3.In artikel 8 van dit besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste zin wordt vervangen door de volgende zin : « Binnen de perken van de bevoegdheden van hun directie, wordt delegatie van bevoegdheden toegekend aan de personeelsleden verantwoordelijk voor één van de directies van het Bestuur Uitrusting en Vervoer, om : »;2° in punt 1° worden de woorden « van hun diensten » vervangen door de woorden « van hun directie ».
Art. 4.In artikel 9 van dit besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de punten 1° en 2° worden geschrapt;2° punt 3° (dat punt 1° wordt) wordt als volgt vervangen : « 1° de declassering toe te staan van afwerkingen en uitrustingen van de gewestelijke metro- en premetro-infrastructuren die verouderd zijn en/of buiten dienst gesteld werden in het raam van vernieuwingsprogramma's van het Gewest, van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel of van de naamloze vennootschap van publiek recht Citeo, dit met inbegrip van hun eventuele teruggave aan de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel of aan de naamloze vennootschap van publiek recht Citeo voor de samenstelling van een stock wisselstukken;»; 3° punt 4° wordt geschrapt;4° de punten 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10° en 11° worden respectievelijk de punten 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 7° en 8°;5° punt 12° wordt geschrapt;6° punt 13° wordt punt 9°.
Art. 5.In artikel 16, § 1, a), van dit besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de lijn « Directeur-diensthoofd : 75.000 euro » wordt geschrapt; 2° het bedrag van 27.000 euro wordt vervangen door het bedrag van 75.000 euro.
Art. 6.In artikel 18 van dit besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door : « Eenmaal in het bezit van het akkoord van de Directeur-generaal, mogen de personeelsleden bedoeld in artikel 12, middels een geschreven akte, voor de verwezenlijking van een specifiek project, het geheel of een gedeelte van hun bevoegdheden nader bepaald in de artikelen 8 tot 17 en in de bijlage, binnen de daarin vastgelegde limieten, delegeren aan het personeelslid van het Bestuur Uitrusting en Vervoer met minstens niveau A dat belast is met de leiding van dit project.»; 2° de tweede zin van het tweede lid wordt geschrapt.
Art. 7.Artikel 19 van dit besluit wordt geschrapt.
Art. 8.De artikelen 20, 21 en 22 van dit besluit worden respectievelijk de artikelen 19, 20 en 21.
Art. 9.In de tabel die als bijlage bij dit besluit wordt gevoegd : 1° de kolom « Directeur-diensthoofd » en de bedragen « <= 75.000 euro » en « = 15.500 euro » worden geschrapt; 2° « <= 27.000 euro » wordt vervangen door « <= 75.000 euro » en « <= 7.500 euro » wordt vervangen door « = 15.500 euro ».
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan.
Art. 11.De Ministers van de Regering worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 december 2007.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadshernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET