Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 05 juli 2007
gepubliceerd op 24 augustus 2007

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid van de heer Eric Leys, assistent

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2007031316
pub.
24/08/2007
prom.
05/07/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 JULI 2007. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid van de heer Eric Leys, assistent


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid artikel 40;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffendede uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999, houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; zoals gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 oktober 200, 7 februari 2001, 19 juli 2001, 18 oktober 2001, 21 februari 2002, 25 april 2002, 19 september 2002 en 26 september 2002 (5), 30 april 2003, van 3 juli 2003, 24 maart 2005, 16 juni 2005 en 7 december 2006, inzonderheid de artikelen 18 tot en met 23, 117 tot en met 126 alsook 132 tot en met 137;

Gelet op de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 februari 2000, 28 november 2002 en 23 maart 2006 houdende de aanwijzing van de leden van de commissie van beroep opgericht bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en bevoegd inzake stage, evaluatie, afwezigheden, verloven en verklaring van definitieve beroepsongeschiktheid;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en het geldelijk statuut en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;

Overwegende dat de heer Leys op datum van 1 april 1998 als stagiair niveau C bij het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in dienst is getreden en op datum van 1 oktober 1998 vast benoemd werd;

Overwegende dat de heer Eric Leys bij besluit van 15 februari 2000 van rechtswege werd benoemd in de graad van Assistent in toepassing van artikel 431 besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999, houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met uitwerking op 1 juli 1999 : Overwegende dat artikel 451ter, van het besluit van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepaalt dat het eerste evaluatiegesprek voor ambtenaren van niveau B plaats dient te vinden tussen 15 oktober 2002 en 15 december 2002;

Overwegende dat op datum van 6 december 2004 de heer Eric Leys een evaluatiegesprek had met zijn evaluator en eerstgenoemde het verslag van dit evaluatiegesprek (evaluatieperiode 2003-2004) « voor akkoord » heeft geviseerd op datum van 9 december 2004;

Overwegende dat op datum van 21 december 2005 de heer Eric Leys een evaluatiegesprek had met zijn evaluator en eerstgenoemde het verslag van dit evaluatiegesprek besloten met de vermelding « onvoldoende » (evaluatieperiode 2005) « voor ontvangst » heeft geviseerd op datum van 23 december 2005;

Overwegende dat op datum van 1 maart 2007 de heer Eric Leys een evaluatiegesprek had met zijn evaluator en eerstgenoemde het verslag van dit evaluatiegesprek besloten met de vermelding « onvoldoende » (evaluatieperiode 2006) « voor ontvangst » heeft geviseerd op datum van 6 maart 2007;

Overwegende dat de aan de heer Eric Leys op 1 maart 2007 toegekende evaluatie « onvoldoende » de tweede opeenvolgende evaluatie « onvoldoende » was waardoor op basis van artikel 137, § 1, van het besluit van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de hiërarchische meerdere van verzoeker hem beroepsongeschikt diende te verklaren;

Overwegende dat de heer Eric Leys door een schrijven d.d. 5 maart 2007 van diens evaluator, tevens hiërarchische meerdere, enerzijds werd uitgenodigd om zijn verslag van het evaluatiegesprek (evaluatieperiode 2006) van 1 maart 2007 te tekenen en hem anderzijds werd medegedeeld dat hij in toepassing van artikel 137, § 1, van het besluit van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beroepsongeschikt werd verklaard; Overwegende dat de heer Eric Leys een verzoekschrift heeft ingediend bij de Commissie van Beroep van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarbij hij de aan hem toegekende evaluatie « onvoldoende » betwistte;

Overwegende dat de Commissie van Beroep van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op datum van 17 april 2007 de aan de heer Eric Leys toegekende evaluatie « onvoldoende » bevestigde;

Overwegende dat de Commissie van Beroep van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op datum van 10 mei 2007 een advies aan de benoemende overheid inzake de verklaring van definitieve beroepsongeschiktheid van de heer Eric Leys heeft opgesteld;

Overwegende dat dit advies als volgt werd gemotiveerd : « Overwegende dat uit het evaluatiedossier blijkt dat de heer Leys sedert de inwerkingtreding van de evaluatieprocedure in 2002 reeds vijf maal geëvalueerd werd waarbij hem in 2002 de evaluatie « onder voorbehoud », in 2003 de evaluatie « onvoldoende », in 2004 de evaluatie « onder voorbehoud », in 2005 de evaluatie « onvoldoende » en in 2007 de evaluatie « onvoldoende » werd toegekend;

Overwegende dat uit het evaluatiedossier blijkt dat de heer Leys nooit enige opmerkingen heeft neergeschreven in de verscheidene verslagen van zijn evaluatiegesprekken;

Overwegende dat uit het evaluatiedossier blijkt dat de heer Leys in het verleden nooit enige evaluatie heeft aangevochten bij de Commissie van Beroep MBHG tot het verslag van het evaluatiegesprek van 1 maart 2007;

Overwegende dat uit het evaluatiedossier blijkt dat de heer Leys sedert 2003 het arbeidsreglement niet respecteert door continu zowel te laat aan te komen (na 09u.00) als continu te laat vertrekken (na 18u.00) ondanks herhaalde verwittigingen van zijn rechtstreekse oversten en de Secretaris-generaal van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat de heer Leys in de loop van de maand april 2007 een negatief uursaldo heeft opgebouwd van ongeveer 6 uur;

Overwegende dat uit de verklaringen van de heer Leys tijdens de zitting van 17 april 2007 is gebleken dat hij zich reeds 10 à 15 jaar bewust is van zijn persoonlijk probleem dat aan de basis ligt van het niet respecteren van de arbeidstijdregeling en het niet afleveren van de hem toegewezen dossiers op de gestelde tijdstippen;

Overwegende dat in het verslag van het evaluatiegesprek van 1 maart 2007 wordt vermeld dat de heer Leys herhaalde raadgevingen om hem in zijn moeilijke situatie te laten bijstaan niet heeft opgevolgd;

Overwegende dat uit de verklaringen van de heer Leys tijdens de zitting van 17 april 2007 is gebleken dat hij de laatste jaren niets ondernomen heeft om aan zijn persoonlijk probleem iets te doen en dat hij tijdens de zitting zelfs verklaarde niet zeker te zijn of eventuele hulp enig resultaat zou opleveren;

Overwegende dat de heer Leys ook dient samen te werken met andere diensten die niet behoren tot de administratie van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals bijvoorbeeld de diensten van de 19 Brusselse gemeenten en dat deze diensten slechts bereikbaar zijn gedurende de kantooruren;

Overwegende dat de heer Leys ondanks de constante opmerkingen en nota's van zijn hiërarchische meerderen nooit enig initiatief heeft ondernomen om met zijn hiërarchie en de Directie Personeelsbeheer een regeling uit te werken om voor het probleem van het niet respecteren van de arbeidstijdregeling een oplossing te vinden;

Overwegende dat de heer Leys er niet in geslaagd is om dossiers binnen de gestelde termijnen af te werken ondanks het feit dat in het verslag van het functiegesprek van 21 december 2005, door de heer Leys geviseerd op datum van 23 december 2005, werd gesteld dat het verslag van het functiegesprek voor de evaluatieperiode 2003/2004 van 6 december 2004 werd bevestigd voor de evaluatieperiode 2005 met dien verstande dat het takenpakket van de heer Leys werd verlicht door het schrappen van opdrachten;

Overwegende dat in het verslag van het evaluatiegesprek van 1 maart 2007 de evaluator de verklaring van de heer Leys heeft opgenomen als zou hij zich niet kunnen vereenzelvigen met een reguliere job zoals die van een beambte mag worden verwacht;

Overwegende dat de heer Leys het verslag van het evaluatiegesprek van 1 maart 2007 op datum van 6 maart 2007 heeft geviseerd en geen opmerking heeft neergeschreven in dit verslag met betrekking tot deze passage;

Overwegende dat noch uit de verklaringen van de heer Leys tijdens de zitting van 17 april 2007 noch uit het evaluatiedossier enig bewijs te vinden is waaruit blijkt dat de heer Leys iets heeft ondernomen om aan de hem verweten tekortkomingen te verhelpen;

Overwegende dat de Commissie van Beroep van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de benoemende overheid geadviseerd heeft de heer Eric Leys definitief beroepsongeschikt te verklaren conform artikel 137, § 2, van besluit van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Op voordracht van de Staatssecretaris van het Brussels hoofdstedelijk Gewest belast met ambtenarenzaken, Gelijke-kansenbeleid en de Haven van Brussel, Besluit :

Artikel 1.De heer Eric Leys, Assistent bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt wegens beroepsongeschiktheid ontslagen bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met ingang op 31 juli 2007.

Vanaf 1 augustus 2007 wordt er met de heer Eric Leys een arbeidsovereenkomst voor drie maanden gesloten.

Art. 2.Dit besluit zal worden medegedeeld aan de betrokkene.

Art. 3.De Staatssecretaris belast met Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 5 juli 2007.

De Minister-Voorzitter, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ambtenarenzaken, Gelijke-kansenbeleid en de Haven van Brussel, B. GROUWELS

^