gepubliceerd op 10 november 2006
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 omzettend van richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/53/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek
9 NOVEMBER 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 omzettend van richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/53/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980. tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 januari 1989, 13 juli 2001 en 12 augustus 2003, inzonderheid artikel 6, § 1, V en 92bis, § 1;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989. met betrekking tot de Brusselse instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 16 juli 1993, 13 juli 2001 en 27 maart 2006, inzonderheid artikel 42;
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989. betreffende de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 16 juli 1993 en 13 juli 2001;
Gelet op het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag van 7 februari 1992 betreffende de Europese Unie;
Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende pesticiden en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 2, § 1, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen, inzonderheid op artikel 7, § 2;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 omzettend van richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/53/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek;
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 18. juni 2003 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van landbouw en visserij;
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 30. maart 2004 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van landbouw en visserij;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 september 2006;
Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid op 15 septembre 2006, bekrachtigd door de InterMinisteriële Conferentie Landbouwbeleid op 10 octobre 2006;
Gelet op advies nr. 41.490/3 van de Raad van State, gegeven op 24 oktober 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat Richtlijn 2003/90/EG houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad met betrekking tot de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, laatst gewijzigd werd door Richtlijn 2005/91/EEG van de Commissie van 16. december 2005, en dat die richtlijnen een verplichting inhouden om er zich binnen de voorgeschreven termijn naar te schikken;
Op voorstel van de Minister van tot wiens bevoegdheid Landbouwbeleid behoort;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Bijlage I bij het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 omzettend van richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/53/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek, wordt vervangen door bijlage I die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 2.Bijlage II van het in artikel 1 vermelde besluit van 27 mei 2004 wordt vervangen door bijlage II die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 3.Voor wat betreft de onderzoeken die voor 1 april 2006 werden aangevat, blijven de bijlagen van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 omzettend van richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/53/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek. zoals voor de wijzigingen door dit besluit, geldig.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2006.
Brussel, 9 november 2006.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd Landbouwbeleid, B. CEREXHE
Bijlage I. - Lijst van gewassen die moeten voldoen aan de CBP-testrichtsnoeren.
Landbouwgewassen.
Voedererwt, protocol TP 7/1 van 6 november 2003.
Koolzaad, protocol TP 36/1 van 25 maart 2004.
Zonnebloem, protocol TP 81/1 van 31 oktober 2002.
Haver, protocol TP 20/1 van 6 november 2003.
Gerst, protocol TP 19/2 van 6 november 2003.
Rijst, protocol TP 16/1 van 18 november 2004.
Rogge, protocol TP 58/1 van 31 oktober 2002.
Triticale, protocol TP 121/1 van 6 november 2003.
Tarwe, protocol TP 3/3 van 6 november 2003.
Harde tarwe, protocol TP 120/2 van 6 november 2003.
Maïs, protocol TP 2/2 van 15 november 2001.
Aardappel, protocol TP 23/1 van 27 maart 2002.
Groentegewassen.
Prei, protocol TP/85/1 van 15 november 2001.
Asperge, protocol TP/130/1 van 27 maart 2002.
Bloemkool, protocol TP/45/1 van 15 november 2001.
Broccoli, protocol TP/151/1 van 27 maart 2002.
Spruitkool, protocol TP/54/1 van 27 maart 2002.
Savooikool, protocol TP/48/1 van 15 november 2001.
Witte kool, protocol TP/48/1 van 15 november 2001.
Rodekool, protocol TP/48/1 van 15 november 2001.
Paprika/Spaanse peper, protocol TP/76/1 van 27 maart 2002.
Krulandijvie/andijvie, protocol TP/118/1 van 27 maart 2002.
Meloen, protocol TP/104/1 van 27 maart 2002.
Komkommer/augurk, protocol TP/61/1 van 27 maart 2002.
Wortel, protocol TP/49/6 van 27 maart 2002.
Sla, protocol TP/13/1 van 15 november 2001.
Tomaat, protocol TP/44/2 van 15 november 2001.
Boon, protocol TP/12/1 van 15 november 2001.
Radijs/rammenas, protocol TP/64/6 van 27 maart 2002.
Spinazie, protocol TP/55/6 van 27 maart 2002.
Veldsla, protocol TP/75/6 van 27 maart 2002.
De tekst van deze protocollen is te vinden op de website van het CBP (www.cpvo.eu.int).
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 omzettend van richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/53/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd Landbouwbeleid, B. CEREXHE
Bijlage II. - Lijst van gewassen die moeten voldoen aan de UPOV-testrichtsnoeren.
Landbouwgewassen.
Voederbieten, richtsnoer TG/150/3 van 4 november 1994.
Kruipend struisgras/heidestruisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12 oktober 1990.
Hoog struisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12 oktober 1990.
Wit struisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12 oktober 1990.
Gewoon struisgras, richtsnoer TG/30/6 van 12 oktober 1990.
Paardengras, richtsnoer TG/180/3 van 4 april 001 Alaskadravik, richtsnoer TG/180/3 van 4 april 2001.
Kropaar, richtsnoer TG/31/8 van 17 april 2002.
Rietzwenkgras, richtsnoer TG/39/8 van 17 april 2002. schapegras, richtsnoer TG/67/4 van 12 november 1980.
Beemdlangbloem, richtsnoer TG/39/8 van 17 april 2002.
Roodzwenkgras, richtsnoer TG/67/4 van 12 november 1980.
Italiaans raaigras, richtsnoer TG/4/7 van 12 oktober 1990.
Engels raaigras, richtsnoer TG/4/7 van 12 oktober 1990.
Gekruist raaigras, richtsnoer TG/4/7 van 12 oktober 1990.
Kleine timothee, richtsnoer TG/34/6 van 7 november 1984.
Veldbeemdgras, richtsnoer TG/33/6 van 12 oktober 1990.
Witte lupine, richtsnoer TG/66/3 van 14 november 1979.
Blauwe lupine, richtsnoer TG/66/3 van 14 november 1979.
Gele lupine, richtsnoer TG/66/3 van 14 november 1979.
Luzerne, richtsnoer TG/6/4 van 21 oktober 1988.
Rode klaver, richtsnoer TG/5/7 van 4 april 2001.
Witte klaver, richtsnoer TG/38/7 van 9 april 2003.
Paardenboon/Veldboon, richtsnoer TG/8/6 van 17 april 2002.
Voederwikke, richtsnoer TG/32/6 van 21 oktober 1988.
Koolraap, richtsnoer TG/89/6 van 4 april 2001.
Bladrammenas, richtsnoer TG/178/3 van 4 april 2001.
Grondnoot, richtsnoer TG/93/3 van 13 november 1985.
Raapzaad, richtsnoer TG/185/3 van 17 april 2002.
Saffloer, richtsnoer TG/134/3 van 12 oktober 1990.
Katoen, richtsnoer TG/88/6 van 4 april 2001.
Vlas, richtsnoer TG/57/6 van 20 oktober 1995.
Blauwmaanzaad, richtsnoer TG/166/3 van 24 maart 1999.
Gele mosterd, richtsnoer TG/179/3 van 4 april 2001.
Soja, richtsnoer TG/80/6 van 1 april 1998.
Sorgho, richtsnoer TG/122/3 van 6 oktober 1989.
Groentegewassen.
Bieslook, richtsnoer TG/161/3 van 1 april 1998.
Knoflook, richtsnoer TG/162/4 van 4 april 2001.
Selderij, richtsnoer TG/82/4 van 17 april 2002.
Snijbiet, richtsnoer TG/106/3 van 7 oktober 1987.
Rode bieten, richtsnoer TG/60/6 van 18 oktober 1996.
Boerenkool, richtsnoer TG/90/6 van 17 april 2002.
Koolrabi, richtsnoer TG/65/4 van 17 april 2002.
Chinese kool, richtsnoer TG/105/4 van 9 april 2003.
Meiraap/stoppelknol, richtsnoer TG/37/10 van 4 april 2001.
Witlof, richtsnoer TG/173/3 van 5 april 2000.
Bladcichorei, richtsnoer TG/154/3 van 18 oktober 1996.
Cichorei voor de industrie, richtsnoer TG/172/3. van 4 april 2001.
Watermeloen, richtsnoer TG/142/3 van 26 oktober 1993.
Pompoen, richtsnoer TG/155/3 van 18 oktober 1996.
Courgette, richtsnoer TG/119/4 van 17 april 2002.
Artisjok, richtsnoer TG/184/3 van 4 april 2001.
Venkel, richtsnoer TG/183/3 van 4 april 2001.
Peterselie, richtsnoer TG/136/4 van 18 oktober 1991.
Pronkboon, richtsnoer TG/9/5 van 9 april 2003.
Erwt, richtsnoer TG/7/9 van 4 november 1994 (+ rectificatie 18 oktober 1996) Rabarber, richtsnoer TG/62/6 van 24 maart 1999.
Schorseneer, richtsnoer TG/116/3 van 21 oktober 1988.
Aubergine, richtsnoer TG/117/4 van 17 april 2002.
Tuinboon, richtsnoer TG/206/1 van 9 april 2003.
De tekst van deze richtsnoeren is te vinden op de website van het UPOV (www.upov.int).
Gezien om gevoegd te worden bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2004 omzettend van richtlijn 2003/90/EG van de Commissie van 6 oktober 2003 houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 7 van richtlijn 2002/53/EG van de Raad wat betreft de kenmerken waartoe het onderzoek van bepaalde rassen van landbouwgewassen zich ten minste moet uitstrekken, en de minimumeisen voor dat onderzoek.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd Landbouwbeleid, B. CEREXHE