gepubliceerd op 19 september 2006
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 juni 2003 betreffende de adviesraden van de huurders bij de openbare vastgoedmaatschappijen
31 AUGUSTUS 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 juni 2003 betreffende de adviesraden van de huurders bij de openbare vastgoedmaatschappijen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode en in het bijzonder de artikelen 71 tot 78;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 juni 2003 betreffende de adviesraden van de huurders bij de openbare vastgoedmaatschappijen;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2004 tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers;
Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 18 juli 2006;
Gelet op het advies van de Adviesraad voor huisvesting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 30 juni 2006;
Gelet op het advies 40.953/1/V van de Raad van State gegeven op 8 augustus 2006, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Huisvesting;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 juni 2003 betreffende de adviesraden van de huurders bij de openbare vastgoedmaatschappijen worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) 1° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° de ordonnantie : de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode »;b) 4° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 4° de BGHM : de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij »;c) 6° wordt vervangen door de volgende bepaling « 6° de Minister : de Minister of de Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting »;d) 7° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 7° de huurder : de huurder zoals bepaald in artikel 71 van de ordonnantie ».
Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden « 29bis » vervangen door de woorden « 71 ».
Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt het woord « aangesneden » ingevoegd tussen het woord « per » en het woord « schijf ».
Art. 4.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 5.Honderd tachtig dagen vóór de verkiezingsdag stelt de OVM de alfabetische kiezerslijst vast.
Honderd zeventig dagen vóór de verkiezingsdag dient de OVM de lijst met de naam en adres van de kiezers elektronisch op te sturen naar de BGHM, in een formaat dat door haar werd bepaald.
Uiterlijk honderd vijfendertig dagen vóór de verkiezingsdag verzorgt de BGHM de aanmaak en de vermenigvuldiging van een brochure met de opdrachten van de Raad en de verkiesbaarheidsvoorwaarden.
Uiterlijk honderd dertig dagen vóór de verkiezingsdag maakt de BGHM deze brochure en de lijst van de erkende verenigingen over aan alle OVM's en aan de huurders.
De kiezerslijst kan op eenvoudig verzoek en tijdens de kantooruren door iedereen worden geraadpleegd op de zetel van de maatschappij. »
Art. 5.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 6.De kandidaturen dienen te worden ingediend uiterlijk de honderd vijftiende dag vóór de verkiezingsdag. Ze worden gericht aan de OVM, bij ter post aangetekende zending of afgegeven bij de OVM met ontvangstbewijs.
Om geldig te zijn, moet elke kandidatuur vergezeld zijn van een handvest waarvan het model wordt bepaald door de minister en dat ondertekend wordt door de kandidaat. Dit handvest wordt samen met de brochure bedoeld in artikel 5 van dit besluit, overgemaakt.
Wanneer een kandidaat zich voorstelt met een verwijzing naar een door de Regering erkende vereniging die ijvert voor integratie via huisvesting, zoals bepaald in artikel 8bis, dient zijn kandidatuur, om geldig te zijn, te worden vergezeld van de documenten die in vorig lid zijn opgenomen en van een door de verenging ondertekend document dat haar akkoord bevestigt aangaande de verwijzing van de kandidaat.
Binnen de tien dagen na ontvangst van de kandidatuur spreekt de OVM zich uit over de geldigheid ervan en betekent zij haar beslissing aan de kandidaat bij ter post aangetekende zending. Deze betekening dient het adres te bevatten van de Beroepscommissie bedoeld in artikel 26.
Gebeurt deze betekening niet binnen de voormelde termijn, dan worden de kandidaturen geacht te zijn aanvaard.
Ingeval de kandidatuur niet wordt aanvaard, maakt de OVM gelijktijdig een afschrift van de betekening gericht tot de betrokkene over aan de Beroeps- en Controlecommissie bedoeld in artikel 26.
Binnen de acht dagen na de betekening van de weigering van een kandidatuur door de OVM kan de betrokkene bij ter post aangetekende zending een beroep instellen bij de Beroeps- en Controlecommissie bedoeld in artikel 26.
Binnen de vijfentwintig dagen na ontvangst van het beroep betekent deze haar beslissing bij ter post aangetekende zending, aan de indiener van het beroep en aan de OVM. Is na het verstrijken van de voormelde termijn geen betekening gebeurd, wordt de kandidatuur geacht te zijn aanvaard. »
Art. 6.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt geschrapt.
Art. 7.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 8.De vijfenzestigste dag vóór de verkiezingsdag stelt de OVM haar kandidatenlijst op. De lijst wisselt de kandidaten van verschillend geslacht af en rangschikt ze alfabetisch per geslacht.
Om geldig te zijn moet deze lijst minstens 5 verkiesbare kandidaten tellen.
Ingeval de lijst niet geldig is, onverminderd artikel 73, vierde lid, van de ordonnantie, dient de OVM de stopzetting van de verkiezingsprocedure vast te stellen; ze stelt de kiezers hiervan op de hoogte via aanplakking in de zetel van de maatschappij, op leesbare wijze en op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn en zij stelt de in artikel 26 bedoelde Beroeps- en Controlecommissie hiervan bij ter post aangetekende brief op de hoogte ? »
Art. 8.Een artikel 8bis, als volgt opgesteld, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : « De kandidaat kan zich aanmelden met een verwijzing naar een door de Regering erkende vereniging als vereniging die zich inzet voor de integratie via de huisvesting, waarvan de lijst door de Minister wordt opgesteld uiterlijk honderdtachtig dagen vóór de verkiezingsdag, of bij een huisvestingssite zoals bepaald in de brochure.
In dit geval zal de naam van de in vorig lid bedoelde vereniging of site vermeld worden naast de naam van de kandidaat op de kandidatenlijst en op het stembiljet. »
Art. 9.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 9.Tussen de veertigste en de vijftigste dag vóór de verkiezingsdag richt de OVM aan elk van de kiezers individueel een oproepingsbrief voor de verkiezingen.
In de oproepingsbrief staan datum en plaats van de verkiezing vermeld en wordt in herinnering gebracht dat de kiesverrichtingen plaatsvinden van 9 tot 12 uur en dat de kiezer in het bezit dient te zijn van zijn identiteitsbewijs en zijn oproepingsbrief. Hij omvat eveneens de kandidatenlijst, vastgesteld overeenkomstig artikel 8, en het aantal te begeven mandaten, alsook een document waarin de bestaande stemprocedure bij volmacht, bedoeld in artikel 14, § 2, wordt uiteengezet.
Op voorstel van en in overleg met elke OVM bepaalt de BGHM in het belang van de kiezers het aantal stembureaus en de ligging hiervan, waarbij erop wordt toegezien dat de afstand tussen de woningen en het stembureau en hun aantal redelijk zijn. »
Art. 10.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 10.De kandidatenlijst en de in artikel 9 bedoelde tekst van de oproepingsbrief worden uiterlijk de vijfenvijftigste dag vóór de verkiezingsdag op een voor het publiek toegankelijke plaats in de zetel van de maatschappij uitgehangen, tot op de verkiezingsdag. »
Art. 11.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt het woord « twintigste » vervangen door het woord « vijfenvijftigste ».
Art. 12.In artikel 13 van hetzelfde besluit wordt het woord « dertig » vervangen door het woord « vijfenvijftig ».
Art. 13.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 14.§ 1. De kiezer wordt tot de stemming toegelaten na voorlegging van een identiteitsbewijs en zijn oproepingsbrief..
De kiezer die een van beide documenten niet bij zich heeft, wordt tot de stemming toegelaten indien hij een ander document kan voorleggen dat hem kan identificeren als kiezer ingeschreven op de lijst bedoeld in artikel 5. § 2. Stemmen bij volmacht is toegelaten.
Elke kiezer mag volmacht geven aan een andere kiezer van dezelfde OVM om zijn stem uit te brengen. Deze stemming dient te worden uitgevoerd door de gevolmachtigde op het stembureau van de volmachtgever. Het stembureau van de volmachtgever stempelt de oproepingsbrief van de gevolmachtigde en die van de volmachtgever af om te garanderen dat de stemming heeft plaatsgehad. De volmacht is opgesteld op een formulier waarvan het model door de BGHM wordt bepaald en dat afgeleverd wordt door de OVM of de BGHM. Een kiezer mag slechts één volmacht hebben. »
Art. 14.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 15.De kiezer stemt voor een of meerdere kandidaten van de lijst. »
Art. 15.In artikel 16 worden de woorden « dat tot de identificatie van de kiezer kan leiden » geschrapt.
Art. 16.Een artikel 16bis, als volgt opgesteld wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «
Art. 16bis.Het stembureau duidt op de kiezerslijst de naam van de stemmers aan en maakt er het totaal van op. Het bureau maakt voor het transport van de stembussen een proces-verbaal op gericht tot het stemopnemingsbureau dat het aantal stemmers aangeeft op grond van de aanduidingen op de lijst en het aantal stembussen. »
Art. 17.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de woorden « 12 uur dertig » vervangen door de woorden « veertien uur ».
Art. 18.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 19.§ 1. Het stemopnemingsbureau maakt het aantal stembiljetten op dat in de stembussen wordt aangetroffen en stelt vast of de stemverrichting geldig is overeenkomstig artikel 73 van de ordonnantie. § 2. Er wordt een tabel opgemaakt waarin het aantal stembiljetten dat in de stembussen werd gevonden en het aantal geldige stembiljetten wordt vermeld. Het stemopnemingsbureau telt het aantal behaalde stemmen per kandidaat en maakt de lijst op van de effectieve en plaatsvervangende leden op volgens de modaliteiten voorzien in de artikelen 20 en 21. »
Art. 19.§ 1. In artikel 20 van hetzelfde besluit, het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Zijn tot effectief lid verkozen, de kandidaten die het grootste aantal stemmen hebben gekregen ». § 2. In artikel 21 van hetzelfde besluit, het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Zijn verkozen tot plaatsvervangend lid, de niet tot effectief lid verkozen kandidaten met het grootste aantal stemmen ».
Art. 20.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de woorden « of bij neerlegging met ontvangstbewijs bij de BGHM » ingevoegd tussen de woorden « brief » en de woorden « een proces-verbaal ».
Art. 21.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de woorden « 29bis en 29quater » vervangen door de woorden « 71 en 73 ».
Art. 22.Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 27.De Raad vergadert binnen de twee maanden na de verkiezingsdag. Onder zijn leden verkiest hij een bureau waarvan minstens een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris deel uitmaken. De Raad deelt de samenstelling van zijn bureau onmiddellijk mee aan de OVM. De Raad stelt twee van zijn leden aan als zijn vertegenwoordigers in de raad van bestuur van de OVM. De Raad bepaalt, in overleg met de mandataris die door de raad van bestuur van de OVM werd aangesteld of met diens afgevaardigde, de wijze waarop de informatie wordt overgemaakt die noodzakelijk is voor zijn goede werking, onverminderd de artikelen 74 en 75 van de ordonnantie. »
Art. 23.Een artikel 27bis, als volgt opgesteld wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «
Art. 27bis.De Raad dient zich te richten naar de bepalingen van het model van huishoudelijk reglement opgesteld door de BGHM dat uiterlijk vijfenzestig dagen vóór de verkiezingsdag aan de OVM's dient te worden overgemaakt.
Vanaf die dag kan elke kandidaat op eenvoudig verzoek er een kopie van ontvangen bij zijn OVM. »
Art. 24.In artikel 28 van de Franstalige versie van hetzelfde besluit worden de woorden « ou son délégué » geschrapt.
Art. 25.In artikel 30 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In het eerste lid worden de woorden « 29nonies » vervangen door het woord « 78 »;b) In het tweede lid worden de woorden « berekend in verhouding tot het aantal huurders » vervangen door de woorden « berekend in verhouding tot het aantal kiezers op de kiezerslijst ».
Art. 26.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De OVM, de voorzitter van de Raad of de meerderheid van de leden van de Raad kunnen aan de Raad van Bestuur van de BGHM elke betwisting die betrekking heeft op de werking van de Raden en op het verloop van de betrekkingen tussen hen en de OVM voorleggen.
De BGHM spreekt zich uit binnen de zestig dagen, na de partijen te hebben gehoord. »
Art. 27.Dit besluit wordt van kracht op 15 juli 2006.
Art. 28.De Minister bevoegd voor Huisvesting wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 31 augustus 2006.
Voor de Regering : Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE