gepubliceerd op 01 september 2006
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de toekenning van toelagen aan gemeenten voor het ontwikkelen van een geautomatiseerd fietsverhuursysteem
20 JULI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de toekenning van toelagen aan gemeenten voor het ontwikkelen van een geautomatiseerd fietsverhuursysteem
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 39 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op art. 15 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepaling die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;
Gelet op art. 21 van de ordonnantie van 26 februari 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het Begrotingsjaar 2006;
Gelet op het advies van de Inspectie van financiën van 25 april 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting;
Gelet op het advies n° 40.260/4 van de Raad van State, gegeven op 21 juni 2006;
Gelet op het in september 2002 door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering goedgekeurde GewOP, waarbij tot doel wordt gesteld, ervoor te zorgen dat het marktaandeel van het aantal verplaatsingen binnen Brussel dat met tweewielers gebeurt, tegen 2010 de 10% nastreeft;
Op voordracht van de Minister van Mobiliteit en Openbare Werken van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Binnen de begrotingskredieten wordt een toelage toegekend aan elke gemeente die een systeem van geautomatiseerde fietsverhuur op haar grondgebied wil organiseren. HOOFDSTUK 2. - Voorwerp van de toelage
Art. 2.De toelage heeft als voorwerp het organiseren door de gemeenten van geautomatiseerde fietsverhuur op hun grondgebied.
Het systeem zal aan volgende voorwaarden beantwoorden : 1. De gemeente bepaalt een perimeter waarbinnen zij een fietsverhuur-systeem wil opzetten.Deze perimeter moet minimum 1 km2 en maximum 4,5 km2 groot zijn; 2. Het aantal te voorziene verhuurpunten bedraagt : - minimum 6 punten per km2 - richtcijfer is 25 punten voor een perimeter van 4,5 km2 met mogelijkheid tot uitbreiding in een volgende fase;3. De spreiding van verhuurpunten zal gebeuren via een regelmatige inplanting die een aanwezigheid verzekert bij de belangrijkste : - knooppunten van openbaar vervoer - handelscentra - attractiepolen van de gemeente (cultureel, toeristisch, sportief). Buiten bovengenoemde zones wordt voorzien : gemiddeld een punt elke straal van 300 m; 4. Het aantal te voorziene fietsen bedraagt : - minimum 60 fietsen per km2 - richtcijfer 250 fietsen voor een perimeter van 4,5 km2 met mogelijkheid tot uitbreiding in een volgende fase;5. De kwaliteit van de fietsen zal ervoor zorgen dat deze diefstal- en vandalisme bestendig zijn;6. Er zal aangetoond worden dat er continu voldoende fietsen aan ieder verhuurpunt zullen zijn (minimum 5 per verhuurpunt);7. Er zal aangetoond worden dat de opvolging en onderhoud van het systeem voorzien is;8. Een basistarief moet per halfuur worden bepaald;9. De herkenbaarheid en zichtbaarheid van het Gewest wordt verzekerd door het aanbrengen van het logo van het Gewest op fietsen en informatiedragers. HOOFDSTUK 3. - Berekening van de toelage
Art. 3.Het maximumbedrag van de toelage bedraagt 100.000 euro per perimeter en is afhankelijk van de grootte van de perimeter : ? voor een perimeter kleiner dan 2 km2 wordt een bedrag voorzien van 22.000 euro voor minimum 60 fietsen met minimum 6 verhuurpunten; ? voor een perimeter groter dan 2 km2 en kleiner dan 4 km2 wordt per oppervlakte van 0,5km2 een bedrag voorzien van 11.000 euro voor 30 fietsen met 3 verhuurpunten; ? voor een perimeter groter dan 4 km2 wordt per oppervlakte van 0,5 km2 een bedrag voorzien van 11.000 euro voor 30 fietsen met 3 verhuurpunten met maximum van 100.000 euro.
Na 3 maand wordt het gebruik van de fietsen en verhuurpunten binnen de perimeter geëvalueerd.
Indien deze gunstig uitvalt en de gemeente beslist het systeem uit te breiden met een nieuwe perimeter, kan hiervoor onder dezelfde voorwaarden beroep gedaan worden op de toelage. HOOFDSTUK 4. - Procedure van betoelaging
Art. 4.Elke aanvraag tot een toelage wordt vergezeld van de hierna volgende bescheiden, in drievoud opgesteld en gericht aan het Bestuur Uitrusting en Vervoer - Directie Vervoerbeleid - CCN - Vooruitgangstraat 80 bus 1 - 1030 Brussel. De vóór 30 september 2006 ingediende aanvragen zullen genieten van beschikbare budgettaire saldo's op de kredieten van 2006 : 1. De gemotiveerde beslissing van de gemeenteraad om een systeem van geautomatiseerde fietsverhuur op haar grondgebied te organiseren;2. het aanstellen door de gemeenteraad hetzij van een externe ontwerper hetzij van een intern team van het gemeentebestuur, met een uitvoerige beschrijving van de vakbekwaamheid van de leden van het team en een raming van de tijd die nodig is om de opdracht tot een goed einde te brengen;3. het bestek en/of de door de externe ontwerper ingediende offerte of de omschrijving van het aan het interne team toevertrouwde mandaat; Binnen de twee maanden na de ontvangst van de aanvraag wordt beslist over het al dan niet toekennen van de toelage.
Onmiddellijk na de ontvangst van de kennisgeving van de toekenning van de toelage, beschikt de gemeente over maximum 6 maanden om het systeem operationeel te maken.
Art. 5.De uitbetalingen van de toelage gebeuren volgens de volgende fasering : 1. veertig percent na de kennisgeving van de beslissing van toekenning van de toelage;2. zestig percent na de goedkeuring van het door de gemeente ingediend verslag van de installatie van het geautomatiseerd fietsverhuursysteem. HOOFDSTUK 5. - Eindbepalingen
Art. 6.Onverminderd de toepassing van artikel 11 en 14 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, indien een gemeente het verslag van de installatie van het geautomatiseerd fietsverhuursysteem op haar grondgebied, bedoeld in artikel 5, niet voorlegt binnen een termijn van zes maanden na de kennisgeving van de goedkeuring, is deze gemeente ertoe gehouden de reeds gestorte toelagen terug te storten binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de aanzegging door de Minister van Mobiliteit en Openbare Werken.
Art. 7.De Minister tot wiens bevoegdheid Mobiliteit behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 juli 2006.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van Mobiliteit en Openbare Werken van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, P. SMET