1 JUNI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de representatieve organisaties van de middenstand, van de werkgevers, van de social-profitsector en van de werknemers die in aanmerking komen om vertegenwoordigd te worden in de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tot vaststelling van het aantal leden dat hen wordt toegewezen

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 8 september 1994 houdende oprichting van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 3, paragraaf 2, derde lid;

Gelet het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 maart 2006 houdende oproep tot kandidaturen bij de representatieve organisaties van de werkgevers, van de middenstand, van de social-profitsector en van de werknemers met het oog op de hernieuwing van de mandaten bij de Economische en Sociale Raad voor het Brussels hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 1.

Gelet de akkoorden van 28 maart 2006, van 31 maart 2006 en van 18 mei 2006, respectievelijk van de representatieve organisaties van werkgevers, de representatieve organisaties van de social-profitsector en van de representatieve organisaties van de middenstand, Gelet op het akkoord tussen de representatieve werknemersorganisaties van 3 april 2006;

Op voordracht van de minister-voorzitter en van de minister belast met Economie, Besluit :

Artikel 1.Kunnen worden vertegenwoordigd in de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : - als representatieve organisaties van de middenstand : 1° het « Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen » (N.S.Z.); 2° de « Nationale Federatie der Unies van de Middenstand » (N.F.U.M.); 3° de « Organisatie voor Zelfstandige Ondernemers Gewest Brussel » (U.N.I.Z.O.); 4° de « Kamer voor Handel en Nijverheid van Brussel » (K.H.N.B.); 5° het « Syndicaat der Zelfstandigen en KMO's » (S.D.Z.); 6°de « Nationale Unie der Vrije en Intellectuele Beroepen van België » (N.U.V.I.B.B.); 7° de « Federatie van Belgische Zelfstandige Ondernemers » (F.E.B.E.Z.O.); 8° het « Liberaal Verbond voor Zelfstandigen Gewest Brussel » (L.V.Z.); 9° de « Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen » (F.V.I.B.); - als representatieve organisaties van de werkgevers : 1° het « Verbond van Ondernemingen te Brussel » (V.O.B); - als representatieve organisaties van de socialprofitsector : 1° de « Brusselse Confederatie van Social-Profit Ondernemingen » (B.C.S.P.O.); - als representatieve organisaties van de werknemers : 1° het « Algemeen Belgisch Vakverbond »(A.B.V.V); 2° het « Algemeen Christelijk Vakverbond » (A.C.V); 3° de « Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België » (A.C.L.V.B.).

Art. 2.De Raad is samengesteld uit : 1° zes effectieve leden die de middenstandsorgonisaties vertegenwooordigen; 2° zeven leden die het « Verbond van Ondernemingen te Brussel » (V.O.B.) vertegenwoordigen; 3° twee leden die de Brusselse Confederatie voor non-profit-ondernemers » (B.C.N.P.O.) vertegenwoordigen; 4° zes leden die het « Algemeen Belgisch Vakverbond » (A.B.V.) vertegenwoordigen; 5° zes leden die het « Algemeen Christelijk Vakverbond » (A.C.V.) vertegenwoordigen; 6° drie leden die de « Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van Belgie » (A.C.L.V.B.) vertegenwoordigen. en uit hun plaatsvervangers.

Art. 3.Kunnen worden vertegenwoordigd in de Kamer voor Middenstand in de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 1° het « Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen » (N.S.Z.); 2° de « Nationale Federatie der Unies van de Middenstand » (N.F.U.M.); 3° de « Organisatie voor Zelfstandige Ondernemers Gewest Brussel » (U.N.I.Z.O.); 4° de « Kamer voor Handel en Nijverheid van Brussel » (K.H.N.B.); 5° het « Syndicaat der Zelfstandigen en KMO's » (S.D.Z.); 6°de « Nationale Unie der Vrije en Intellectuele Beroepen van België » (N.U.V.I.B.B.); 7° de « Federatie van Belgische Zelfstandige Ondernemers » (F.E.B.E.Z.O.); 8° het « Liberaal Verbond voor Zelfstandigen Gewest Brussel » (L.V.Z.); 9° de « Federatie voor Vrije en Intellectuele Beroepen » (F.V.I.B.); 10° het « Centrum der Vrije en Intellectuele Beroepen » (C.V.I.B.) Brussel, 1 juni 2006.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie, B. CEREXHE