Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2002
gepubliceerd op 24 oktober 2002

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031431
pub.
24/10/2002
prom.
18/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/18/2002031431/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 JULI 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de Ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid haar artikels 60 tot 65;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001 tot goedkeuring van het Gewestelijk Bestemmingsplan;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 oktober tot goedkeuring van het ontwerp van Gewestelijk Ontwikkelingsplan;

Gelet op de bepalingen betreffende de bodembestemming, in het bijzonder het voorschrift nr. 18 betreffende de gebieden van gewestelijk belang (GGB);

Gelet op het Gemeentelijk Ontwikkelingsplan van de gemeente Sint-Agatha-Berchem, goedgekeurd op 14 mei 2001 bij overschrijding van de termijn;

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Sint-Agatha-Berchem van 24 april 2002 houdende goedkeuring van het ontwerp van richtinggevend schema van het GGB nr. 14;

Gelet op het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën van 21 juni 2002;

Overwegende dat het Gewestelijk Bestemmingsplan op kaart nr. 3 betreffende de bodembestemming een gebied van gewestelijk belang voorziet tussen de gewest- en de gemeentegrenzen, de Keizer Karellaan, de Genstesteenweg, de Steenweg op Zellik en de Hunderenveldlaan (daarbij de GOMB site, « Mondial Park » genaamd, niet inbegrepen) hierna GGB NR. 14 genoemd;

Overwegende dat het programma van het GGB NR. 14 - « Stadspoort » als volgt omschreven werd : « Dit gebied is bestemd voor huisvesting, kantoren, handelszaken, productieactiviteiten, voorzieningen van collectief belang of openbaar nut en een multimodaal transportcentrum rond het GEN-station en de overstapparking.

De vloeroppervlakte bestemd voor huisvesting mag niet kleiner zijn dan 25 % van de totale vloeroppervlakte in het gebied en moet groter zijn dan de vloeroppervlakte van elke andere vermelde activiteit. Langs de Gentsesteenweg mag dat percentage niet lager zijn dan 33 %.

De stedelijke vormgeving van het geheel beoogt de herstructurering van de huizenblokken en wegen ter bevordering van : 1° de verwezenlijking van een stadspoort als geïntegreerd stedelijk centrum waarin al de stedelijke activiteiten op evenwichtige wijze vertegenwoordigd zijn;2° een goede bediening naar de overstapparkings, het GEN-station, de nijverheden en de grote handelsoppervlakten van het gebied en van de omliggende gebieden;3° een goede bereikbaarheid van het aangrenzend stedelijk industriegebied gelegen op het grondgebied van de Gemeente Ganshoren. » 1. Stedenbouwkundige context van het gebied Overwegende dat wat de stedenbouwkundige context betreft waarin het GGB kadert : Dat het geheel van huizenblokken van de site georganiseerd is volgens een raster dat gedomineerd wordt door de de Keizer Karellaan, de Genstesteenweg en de spoorweglijn nr.50;

Dat het grondgebied van het GGB beheerst wordt door een groot aantal inplantingen die van diverse tijdperken dateren, waarvan sommige verwaarloosd zijn, die het zoeken naar een uitstekende wegtoegankelijkheid gemeen hebben en gevormd worden door : - een belangrijke handelspool verbonden aan groothandel; - de aanwezigheid van kantoren; - de aanwezigheid van hybride structuren (groothandel, voorverkoop en administratieve activiteiten); - ateliers;

Dat de hoofdfuncties handel zijn, en in mindere mate, kantoren en huisvesting, waarbij de laatste functie voornamelijk geconcentreerd is rond de Gentsesteenweg;

Dat de verschillende delen van het GGB met name gekenmerkt worden door : - verschillende verwaarloosde gebouwen of terreinen, waaronder stadskankers; - een atypische morfologie van huizenblokken (7 huizenblokken op + 25 ha), langgerekte of weinig conventionele vormen, ontbreken van binnenterreinen van huizenblokken samen met een verspilling van ruimte; - onvolledige en ongelijke bouwlijnen; - grote gebouwen van ondernemingen ingeplant zonder rekening te houden met het stedelijk raster; - grote ongemakken verbonden aan de aansluiting van de autosnelweg en de Keizer Karellaan : geluid, doorgaand verkeer; - twee dichtbij gelegen parallelle assen die een afsluiteffect hebben, omdat ze moeilijk te overschrijden zijn, in het bijzonder voor zwakke weggebruikers (voetgangers, fietsers) : de Keizer Karellaan en de spoorweg; - een onfrisse, slecht uitgeruste en plaatselijk onvolledige en gevaarlijke openbare ruimte;

Overwegende dat de inrichting van dit gebied het voorwerp heeft uitgemaakt van een voorafgaande denkoefening, gemaakt in het kader van de uitwerking door de gemeente van een richtinggevend schema, het gepast instrument voor de coördinatie en rechtvaardiging van de chronologie voor de verwezenlijking van elk BBP dat nodig is voor de ontwikkeling van het GGB;

Dat met name uit deze studie blijkt dat de inrichting van het gebied een denkoefening nodig maakt, evenals een zoektocht naar oplossingen voor ondermeer : - de (her)structurering van de huizenblokken en een betere coördinatie van de rooilijnen en de volumes, zodoende dat er kwaliteitsvolle openbare ruimten ingericht en gestructureerd kunnen worden en dat er ruimtelijk gezien aan een « stadspoort » vorm gegeven kan worden; - de densificatie van functies zoals huisvesting, kantoren en zelfs handelszaken, functies die nodig zijn voor een stedelijke activiteit die naam waardig; - de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimten; - de mobiliteit (aansluiting van de autosnelweg, verwezenlijking van een « stadspoort » bestemd met name om snelheidsaanpassingen en ander rijgedrag teweeg te brengen, aanleg van de Keizer Karellaan in de zin van een stedelijkere en gezelligere verkeersader, ontradingsparking, inrichtingen verbonden aan de ingebruikname van een GEN-lijn en -station en aan intermodale verplaatsingen, ...); 2. De Stadspoort Overwegende dat 3 aparte huizenblokken voor een stadspoorteffect zullen moeten zorgen, zowel door de functies als door de inplanting en de architectuur van de bouwwerken die er zich zullen bevinden; Dat het gaat om huizenblokken 52 (Gentsesteenweg, Keizer Karellaan, Steenweg op Zellik), 53 (Gentsesteenweg, Keizer Karellaan, Steenweg op Zellik, spoorweglijn nr. 50) en 55 (Hunderenveldlaan, Steenweg op Zellik, spoorweglijn nr. 50, gemeentegrens tussen Sint-Agatha-Berchem en Dilbeek);

Dat het onontbeerlijk is dat deze huizenblokken fundamenteel geherstructureerd worden om voor een coherente stadspoortbeeld te kunnen zorgen;

Overwegende dat wat de bestemmingen van deze stadspoorthuizenblokken betreft, het opportuun is om de mogelijkheden inzake ontwikkeling van kantoren of productieactiviteiten in het uiterste westen van huizenblokken 52 en 53 te concentreren (huizenblok 55 werd onlangs opgetrokken in die optiek) die de toegang tot het Gewest vormen en dit om morfologische redenen (de vorm van de huizenblokken is moeilijk verenigbaar met de verwezenlijking van andere functies, zeker met een dergelijk dichtheid), en om redenen die te maken hebben met werking en de interne toegankelijkheid tot de wijk (ideale toegankelijkheid, zowel van buiten als van binnen de stad, zowel met het openbaar vervoer als met de wagen) of nog met de beeldvorming (mogelijkheid om mooie architecturale en kwaliteitsvolle constructies te realiseren, zichtbaar bij het binnenkomen van het Gewest);

Overwegende dat er op huizenblok 55 onlangs een omvangrijk kantoorcomplex werd ingeplant, dat op optimale wijze bijdraagt tot het stadspoorteffect, dat er dus geen belangrijke veranderingen voorzien mogen worden;

Overwegende dat huizenblok 53 dan weer grotendeels ingenomen wordt door een voormalig complex voor de verkoop en de reparatie van wagens;

Dat het stadspoorteffect gerealiseerd zou moeten worden door de verwezenlijking van een kantorencomplex of een complex voor productieactiviteiten ingeplant in het westelijk deel van het huizenblok en dat daarbij de morfologische tegenhanger zou vormen van het complex gelegen op huizenblok 55;

Overwegende dat huizenblok 52, bestaande uit een disparate verzameling van kleine percelen geherstructureerd moet worden;

Dat het stadspoorteffect gerealiseerd zou moeten worden door een kantorencomplex of een complex van productieactiviteiten ingeplant op het westelijke punt van het huizenblok en waarvan de morfologie in harmonie zou zijn met de twee aangrenzende huizenblokken (53 en 55) die zodoende samen voor het stadspoorteffect zorgen; 3. het gemengd karakter van de functies Overwegende dat het programma van het GGB de ontwikkeling van een stadspoort als geïntegreerde stedelijke pool voorziet waar alle stedelijke activiteiten op een evenwichtige wijze vertegenwoordigd zijn; Dat dit gemengde karakter van de functies in elk van de huizenblokken van het GGB teruggevonden moet worden;

Dat zodoende huizenblok 52 bij een fundamentele reorganisatie en densificatie in gemengde zin alle baat zou hebben met meer woningen, voornamelijk op de Gentsesteenweg en de Steenweg op Zellik, meer handelszaken en meer kantoren of productieactiviteiten;

Wat het gemengde karakter van huizenblok 53 betreft, aangezien het huizenblok over een strategische ligging beschikt, zal het gemengde karakter ervan verzekerd worden door de hoofdfunctie van kantoren of productieactiviteiten, die gepaard zal gaan met een aanzienlijke verhoging van het aantal woningen, in overeenstemming met het programma van het GGB, voornamelijk te verwezenlijken langs de Gentsesteenweg, zonder de handelszaken en de voorzieningen te vergeten;

Overwegende dat de ruimtelijke herstructurering van huizenblok 47 broodnodig is, rekening houdend met de noodzaak om op die plaats ruimten van stedelijke aard te creëren;

Dat dit huizenblok eveneens potentieel heeft voor de verwezenlijking van bijkomende huisvesting;

Overwegende dat wat de andere huizenblokken betreft (45, 46, 54) de realisatie voorzien moet worden van bijkomende woningen, hoofdzakelijk langs de Gentsesteenweg, evenals bijkomende handelszaken, door de structuur van de huizenblokken te rationaliseren en de al aanwezige activiteiten te versterken;

Overwegende verder dat er nagedacht moet worden over welke gebouwen eventueel bewaard moeten worden; 4. De openbare ruimten Overwegende dat de inrichting van de Keizer Karellaan opgevat werd met als enige doel snel doorgaand verkeer te verwerken; Dat deze situatie de verplaatsing van voetgangers en fietsers ontmoedigt door een afsluiteffect in stand te houden;

Dat de problemen inzake onveiligheid, geluid en hinder veroorzaakt door de overdreven snelheid van het verkeer enkel opgelost zouden kunnen worden door weginrichtingen die zouden lijden tot ander gedrag vanwege de autochauffeurs, zoals, uitsluitend ten titel van voorbeeld, de verwezenlijking van laterale ontsluitingswegen, vermindering van het aantal rijstroken, versmallingen, eigen banen voor openbaar vervoer, boomaanplantingen;

Dat bovendien een omvangrijke weginrichting (rotonde, bijvoorbeeld) de « stadspoort » tussen het einde van de autosnelweg E 40 en het begin van de Keizer Karellaan duidelijk in de verf zou moeten zetten;

Dat de exacte localisatie van deze inrichting geoptimaliseerd zal moeten worden in nauw overleg met het Vlaams Gewest;

Overwegende dat de ingebruikname van het GEN gepaard zal gaan met de nodige inrichtingen rond het station (intermodale overstappool);

Dat deze inrichtingen zouden moeten worden opgevat in de optiek van een herwaardering van de desbetreffende openbare ruimten en die oplossingen in overweging genomen zouden moeten worden die weerhouden werden voor de verwezenlijking van de overstapparking, met name, de inplanting ervan op een van de huizenblokken grenzend aan het station (53, 54, 45, 46 of 47);

Overwegende dat de ligging van de Maria Van Hongarijelaan die als doodlopende straat eindigt door de toegang tot de parking voor verwarring zorgt wat de perceptie van de ruimten betreft (openbare weg gebruikt als toegang voor een parking);

Dat er een duidelijk onderscheid gemaakt moet worden tussen de parking en de openbare ruimte; 5. Uitvoering van het programma door meerdere BBP's Overwegende dat, gelet op de vele verplichtende regels en onbekende factoren die op het hele gebied wegen, één omvangrijk BBP een ongepast instrument lijkt te zijn om de herontplooiing van de wijk in een evolutief karakter te plaatsen; Dat de uitvoering van het GGB moet gebeuren door de goedkeuring van verschillende BBP's die elk overeenstemmen met een of meerdere huizenblokken, met heel specifieke moeilijkheden en kenmerken;

Dat de huizenblokken met nummers 52 en 53, die de toegang vormen tot de stad, prioriteit zouden moeten krijgen in het kader van de uitvoering van het GGB;

Dat er een sterk signaal, als impuls voor de herontplooiing en herwaardering van de wijk, moet worden gegeven dat bij zou dragen tot het neerplanten van een kwaliteitsvolle toegang tot de stad;

Dat wat de andere huizenblokken van het gebied betreft, de perspectieven voor herontplooiing moeten worden gezien op langere termijn, over de komende vijf jaar;

Dat deze perspectieven met name een verbetering van de toegankelijkheid omvatten door de indienststelling van het GEN en de realisatie van bepaalde burgerlijke ingenieurswerken zoals de opheffing van de spoorwegovergangen;

Dat er nog heel wat kwesties opgelost moeten worden wat de herstructurering van huizenblok 47 betreft, voor het merendeel voorbehouden voor de handelsfunctie, met name wat betreft de verdeling van de verschillende aanwezige handelszaken, maar eveneens het gebruik van de openbare ruimten en de talrijke parkeerruimten;

Besluit :

Artikel 1.De Gemeenteraad van de gemeente Sint-Agatha-Berchem wordt uitgenodigd om bijzonder plannen van bestemming (BBP's) goed te keuren, die minstens betrekking hebben op het grondgebied aangeduid als « gebied van gewestelijk belang (GGB) NR. 14 » op kaart nr. 3 « bodembestemming » van het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP).

Wat betreft de huizenblokken 52 en 53, moeten het of de BBP('s) definitief worden goedgekeurd binnen de twee jaar te dateren vanaf de kennisgeving van het huidig besluit.

Wat de andere huizenblokken betreft, moeten het of de BBP('s) definitief worden goedgekeurd binnen de vijf jaar te dateren vanaf de kennisgeving van het huidig besluit.

Naast de goedkeuring van deze plannen zal de gemeente Sint-Agatha-Berchem een mobiliteitsstudie uitvoeren in het gebied en er rondom. De gemeente Ganshoren zal betrokken worden bij het begeleidingscomité van deze studie.

Art. 2.De Gemeenteraad van de gemeente Sint-Agatha-Berchem wordt uitgenodigd om tijdens de voorstelling van het eerste van de twee basisdossiers, een schema in te dienen waarmee de verdeling van de overstapparking over de aan het station grenzende huizenblokken (53, 54, 45, 46 of 47) bepaald kan worden.

Art. 3.§ 1 Deze BBP's zullen zich richten naar het specifieke programma van het GGB NR. 14 zoals geformuleerd in de bepalingen betreffende de grondbestemming van het GBP. § 2 Onverminderd de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering wanneer haar de basisdossiers of de ontwerp van plannen zullen worden voorgelegd, zullen de BBP's zich daarnaast richten naar de hierna opgesomde bepalingen : Wat de Stadspoort betreft : Op het huizenblok 53 zal het stadspoorteffect vorm krijgen door de realisatie van een kantorencomplex of een complex voor productieactiviteiten ingeplant in het westelijk deel van het huizenblok en dat daarbij de morfologische tegenhanger vormt van het complex gelegen op huizenblok 55;

Wat het huizenblok 52 betreft, dit huizenblok moet geherstructureerd worden en het stadspoorteffect moet gerealiseerd worden door een kantorencomplex of een complex van productieactiviteiten ingeplant op het westelijke punt van het huizenblok en waarvan de morfologie in harmonie zou zijn met de twee aangrenzende huizenblokken (53 en 55) waarmee het een coherent geheel zou vormen;

Wat het gemengd karakter van de functies betreft : Aangezien het huizenblok 53 over een strategische ligging beschikt, zal het gemengde karakter ervan verzekerd worden door de hoofdfunctie van kantoren of productieactiviteiten, die gepaard zal gaan met een aanzienlijke verhoging van het aantal woningen, in overeenstemming met het programma van het GGB, voornamelijk te verwezenlijken langs de Gentsesteenweg, zonder de handelszaken en de voorzieningen te vergeten;

Wat huizenblok 52 betreft, dit huizenblok moet een fundamentele reorganisatie en densificatie ondergaan om een gemengd karakter van functies te kunnen verzekeren, met meer woningen, voornamelijk op de Gentsesteenweg en de Steenweg op Zellik, meer handelszaken en meer kantoren of productieactiviteiten;

Wat huizenblok 47 betreft, dit huizenblok moet een ruimtelijke herstructurering ondergaan om op die plaats ruimten van stedelijke aard te creëren en er de mogelijkheid voor de realisatie van bijkomende woningen te voorzien;

Wat de andere huizenblokken betreft (45, 46, 54), moet de mogelijkheid voorzien worden voor de realisatie van bijkomende woningen, hoofdzakelijk langs de Gentsesteenweg, evenals bijkomende handelszaken, door de structuur van de huizenblokken te rationaliseren en de al aanwezige activiteiten te versterken;

Wat de openbare ruimten betreft : De aanleg van de Keizer Karellaan zal zo opgevat worden, dat het zal lijden tot ander gedrag vanwege de autochauffeurs zoals, uitsluitend ten titel van voorbeeld, van laterale ontsluitingswegen, vermindering van het aantal rijstroken, versmallingen, eigen banen voor openbaar vervoer boomaanplantingen;

Een doordachte weginrichting zal de « stadspoort » tussen het einde van de autosnelweg E 40 en het begin van de Keizer Karellaan duidelijk in de verf zetten;

De exacte localisatie van deze inrichting zal geoptimaliseerd moeten worden in nauw overleg met het Vlaams Gewest;

De ingebruikname van het GEN zal gepaard gaan met de nodige inrichtingen rond het station (intermodale overstappool) die in de optiek van een herwaardering van de desbetreffende openbare ruimten opgevat zullen worden en die rekening zullen houden met de oplossingen die weerhouden werden voor de verwezenlijking van de overstapparking, met name, de inplanting ervan op een van de huizenblokken grenzend aan het station (53, 54, 45, 46 of 47);

Wat de Maria Van Hongarijelaan betreft, moet er een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de parking en de openbare ruimte.

Brussel, 18 juli 2002.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek Fr.-X. de DONNEA Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen.

W. DRAPS

^