gepubliceerd op 03 mei 2002
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning
17 JANUARI 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid artikel 108;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 juli 1992 tot vaststelling van de samenstellling van het dossier voor de aanvraag om een stedenbouwkundige vergunning;
Overwegende dat het koninklijk besluit van 29 april 2001 tot vaststelling van de norm voor antennes die elektromagnetische golven uitzenden tussen 10 Mhz en 10Ghz gewijzigd werd bij koninklijk besluit van 21 december 2001 (Belgisch Staatsblad 29 december 2001);
Dat dit besluit bij artikel 2 voorziet dat de eigenaar voor elke antenne en dit vóór de ingebruikname, een technisch dossier moet samenstellen volgens de richtlijnen van het BIPT;
Dat het bovendien voorziet dat, indien uit dit dossier blijkt dat de SAR van de antenne zelf hoger kan zijn dan 0.001 W/Kg, de eigenaar een gelijkvormigheidsattest moet vragen aan het BIPT voor deze antenne;
Overwegende dat het huidig besluit aangepast moet worden, opdat niet enkel het technisch dossier, maar eveneens, desgevallend, het gelijkvormigheidsattest, bedoeld in het besluit van 29 april 2001, deel uitmaken van het dossier van de aanvraag om een stedenbouwkundige vergunning;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies 32.452/4 van de Raad van State gegeven op 7 november 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en van de Staatssecretaris van ruimtelijke ordening, na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit bedoelt men met : 1° « ordonnantie », de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw;2° « overlegcommissie », de territoriaal bevoegde overlegcommissie opgericht bij artikel 11 van dezelfde ordonnantie en geregeld door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29 juni 1992 betreffende de overlegcommissies.
Art. 2.De overheid die bevoegd is om de vergunning af te geven, stelt de formulieren voor de vergunningsaanvraag en de in dit besluit bedoelde bijlagen ter beschikking van de aanvrager.
Art. 3.Twee bijkomende exemplaren van de grafische documenten, van de foto's, van de bijlage I van dit besluit evenals de in artikelen 6, 15, 17, 19, 24, 25, 26, 33, 34 en 36 bedoelde verklarende nota, naargelang het geval, worden erbij gevoegd als de raadpleging van andere instellingen vereist is bij toepassing van een verordenende bepaling, met name : 1° indien het goed als monument of als landschap beschermd of op de bewaarlijst ingeschreven is of het voorwerp is van een voorstel tot bescherming of tot inschrijving op de bewaarlijst;2° indien het goed aan een gewestweg gelegen is;3° Indien het goed aan of in een natuurreservaat, een bosreservaat of een natuurpark gelegen is;4° Indien het goed aan een waterloop gelegen is;5° Indien het goed langs een spoorweg gelegen is. De uitreikende overheid kan bijkomende exemplaren van de vereiste documenten vorderen wanneer andere instellingen dienen te worden geraadpleegd.
Bovendien zijn drie bijkomende exemplaren van de in lid 1 bedoelde documenten vereist wanneer de aanvraag ter om advies voorgelegd wordt aan de overlegcommissie.
Art. 4.De tekeningen worden gearceerd of gerasterd volgens een lijst van aanduidingen, op te nemen in de legende, met name donkergrijs voor beton, grijs voor nieuw metselwerk, arcering voor bestaand metselwerk en stippeling, die de ruimte opvult die afgebakend wordt met stippellijnen, voor de delen die gesloopt moeten worden.
De plannen worden genummerd, gedateerd en tot DIN A4 formaat gevouwen.
Ze vermelden het adres van het goed, de naam van de aanvrager en, in voorkomend geval, de naam van de architect, en worden door hen ondertekend. HOOFDSTUK II - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning betreffende handelingen of werken voor bouw- en verbouwingswerken Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 5.Dit hoofdstuk is van toepassing op volgende handelingen of werken : bouwen, herbouwen, verbouwen en een grond gebruiken voor het plaatsen van één of meerdere vaste inrichtingen, met uitzondering van reclame-inrichtingen en uithangborden die geregeld worden door hoofdstuk III, en van de handelingen of werken inzake infrastructuur die geregeld worden door hoofdstuk IX. Wanneer de in het eerste lid bedoelde handelingen of werken voorafgaande sloopwerken vereisen, wordt de samenstelling van het dossier enkel door dit hoofdstuk geregeld.
Art. 6.Het dossier van de aanvraag om te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of een grond te gebruiken voor het plaatsen van één of meerdere vaste inrichtingen bevat volgende documenten : 1° een vergunningsaanvraag, in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager en, in voorkomend geval, door de architect;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overgemaakt overeenkomstig artikel 144 van het wetboek van de successierechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of als de akte dateert van minder dan drie maanden vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die die akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° in geval van verbouwing van een sociale woning of van de bijgebouwen ervan, het advies, in viervoud, hetzij van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, hetzij van de erkende maatschappij;5° in geval van een ander gebruik dan voor huisvesting in een typisch woongebied of in een gebied met gemengd karakter van het Gewestelijk Bestemmingsplan, een nota, in viervoud, met de beschrijving van de integratie van het project in de onmiddellijke omgeving;6° alle relevante foto's van het goed, van de aanpalende gebouwen en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - ten minste vier - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikels 7, 3° en 8, 2° bedoelde inplantingsplan; 7° de vragenlijsten bedoeld in het koninklijk besluit van 3 december 1962 waarbij een maandelijkse statistiek van de bouwvergunningen alsmede van de in de loop der maand voltooide gebouwen wordt voorgeschreven;8° wanneer de aanvraag antennes betreft die elektromagnetische golven tussen 10 MHz en 10 GHz uitzenden, het technisch dossier en, desgevallend, een gelijkvormigheidsattest zoals bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 29 april 2001, houdende de normering van zendmasten voor elektromagnetische golven tussen 10 MHz en 10 GHz. Afdeling 2. - Bouw- en verbouwingshandelingen of -werken met wijziging
van het bebouwde volume
Art. 7.Voor de Bouw- en verbouwingshandelingen of -werken met wijziging van het bebouwde volume, bevat het dossier bovendien de hierna vermelde grafische documenten; ondertekend door de aanvrager, en, in voorkomend geval, door de architect en worden in viervoud afgeleverd; wanneer een wettelijke of verordenende bepaling dat vereist, houdt het ook één bijkomende volledige reeks in, geviseerd door de Brandweerdienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en vergezeld van zijn advies. De vereiste documenten zijn de volgende : 1° een reproduceerbaar synthesedocument dat gemakkelijk te lezen is, opgesteld in DIN A3-formaat en bestemd ter informatie van het publiek. Dit document bevat ten minste : a) een inplantingsplan;b) in voorkomend geval, de gevelopstanden en hun aansluiting op de aanpalende gebouwen;c) de algemene doorsneden met opgave onder meer van de profielen van de aanpalende gebouwen;2° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel, op schaal tussen 1/10 000 en 1/1 000 met aanduiding van de noordpijl;3° een inplantingsplan en doorsneden op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 en voorzien van de elementen die de beoordeling van de integratie van het project mogelijk maken in zijn privé- en openbare nabije omgeving, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten, de aanduiding van de rijrichting(en) van het wegverkeer, evenals, in voorkomend geval, de bomen en andere beplantingen, de openbare verlichtingspunten, de wegbewijzering, technische installaties en het stadsmeubilair, de haltes en toegangen tot het openbaar vervoer;c) de ligging, volgens de door de gemeente aan de aanvrager te verstrekken gegevens, van de leidingnetten voor drinkwater, gas, elektriciteit en afvalwaterafvoer, alsmede de plaats van de hydranten;d) in voorkomend geval, het huidige terreinprofiel door middel van hoogtelijnen of -punten met een precisie van ten minste 1 meter, evenals de doorsnede die het huidig reliëf van het terrein en het voorgestelde profiel aanduiden, met aanduiding van de ingeschreven maten van de ophogingen of uitgravingen ten opzichte van de aangrenzende terreinen;e) de naam van de eigenaars en het huisnummer van de belendende goederen evenals de inplanting, de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en de bestemming van de constructies die we er terugvinden;f) De inplanting, de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en van de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van minstens 50 meter van de geplande bouwwerken en de aanduiding van de openingen en de overstekken die naar de zijdelingse en achterste grenzen van het goed van de aanvrager gekeerd zijn;g) de eventueel door 's mensen toedoen op de goed gevestigde erfdienstbaarheden;h) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de naam van de eigenaar(s), het kadastraal nummer van het perceel en het huisnummer van het goed;i) op het goed, de inplanting met ingeschreven maten, de vermelding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en de bestemming, verdieping per verdieping, van de in voorkomend geval bestaande, te behouden, te slopen of te bouwen constructies;j) de aanlegwijze van eventuele tuinen, achteruitbouwstroken en afsluitingen;k) in voorkomend geval, de plaats van de aanwezige, te behouden of te vellen hoogstammen, met vermelding van de boomsoort wat deze laatste betreft;l) in voorkomend geval, de vermelding van de bestaande beken, bronnen, watervlakken, vochtige gebieden of moerassen binnen een straal van 50 meter;m) in voorkomend geval, de ligging van de parkeerruimten voor voertuigen, van de garages, van de ontsluitingswegen en hun verbinding met het publieke domein, met vermelding van de aard van de gebruikte materialen;n) in voorkomend geval de voornaamste elementen (inplanting, volumes, bestemmingen) van het bijzonder bestemmingsplan of van de niet vervallen verkavelingsvergunning;4° de uitvoeringsplannen op schaal van 1/50 of van 1/20 ter verduidelijking van de wijze waarop het project bij de aangrenzende bouwwerken past of meer in het algemeen zich in de buurt integreert; deze plannen, die in geval van verbouwingen de bestaande toestand weergeven, bevatten : a) een plattegrond van alle verdiepingen, de ondergrondse verdiepingen inbegrepen, met duidelijke vermelding van de bestemming ervan, van de bedakingen alsmede van de zones palend aan de geplande bouwwerken; deze plannen geven weer hoe iedere verdieping, de bedakingen en de aanleg op de grond kaderen in de aanpalende of omliggende gebouwen en duiden de verschillende plaatsen aan van de hierna bedoeld dwars- en langsdoorsneden; b) alle relevante dwars- en langsdoorsneden met vermelding van de verschillende hoogtematen ten opzichte van het natuurlijke peil van het terrein en van de wegen;bij deze doorsneden dient het profiel van de zijgevels der omliggende al dan niet aanpalende gebouwen afgebeeld te worden; c) alle opstanden, met duidelijke vermelding van de aard en de kleur van de zichtbare materialen, van elke gevel van de geplande bouwwerken en, als het project over een wijziging gaat die zichtbaar is vanaf de publieke ruimte, ten minste de hoofdgevels van de omliggende al dan niet aanpalende gebouwen. In deze documenten worden de volgende elementen aangegeven : de rook-, en huisvuilafvoerkanalen, de ventilatiekanalen alsmede, behalve wanneer het project geen wijziging ervan voorziet, de afvoerkanalen voor het afvalwater met sanitair schema, elke nuttige inlichting inzake de aansluiting op de riolering en op de leidingnetten voor drinkwater, gas, elektriciteit of andere ondergrondse voorzieningen en alle technische systemen die voor de omgeving hinderlijk kunnen zijn.
In voorkomend geval, moeten ze eveneens de geplande voorzieningen inzake veiligheid en gezondheid en de maatregelen om de rust in de buurt te vrijwaren, aangeven.
Voor gebouwen met meer dan 10 bovengrondse verdiepingen of met een gevelontwikkeling van meer dan 50 meter of met een grondoppervlakte van meer dan 2 500 m2 kunnen deze plannen op schaal van 1/100 worden opgemaakt voorzover de leesbaarheid van deze documenten niet in het gedrang komt. Afdeling 3. - Verbouwingshandelingen en -werken zonder wijziging van
het bebouwde volume
Art. 8.Voor de Verbouwings-handelingen en -werken zonder wijziging van het bebouwde volume, bevat het dossier bovendien de hierna vermelde grafische documenten; ondertekend door de aanvrager en, in voorkomend geval, door de architect, en worden in viervoud afgeleverd; wanneer een wettelijke of verordenende bepaling dat vereist houdt het ook één bijkomende volledige reeks in, geviseerd door de Brandweerdienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en vergezeld van zijn advies. De vereiste documenten zijn de volgende : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel, op schaal tussen 1/10 000 en 1/1 000 met aanduiding van de noordpijl;2° een inplantingsplan op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 en met de elementen die de beoordeling van de integratie van het project mogelijk maken in zijn privé- en openbare nabije omgeving, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen is met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten c) de naam van de eigenaars en het huisnummer van de belendende goederen evenals de vestiging, de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en de bestemming van de constructies die we er terugvinden;d) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de naam van de eigenaar(s), het kadastraal nummer van het perceel en het huisnummer van het goed;e) op het goed, de inplanting en de bestemming, verdieping per verdieping, van de bestaande constructies;f) de aanlegwijze van eventuele tuinen, achteruitbouwstroken en afsluitingen;g) in voorkomend geval, de ligging van de parkeerruimten voor voertuigen, van de garages, van de ontsluitingswegen en hun verbinding met het publieke domein, met vermelding van de aard van de gebruikte materialen;4° de uitvoeringsplannen op schaal van 1/50 of van 1/20 ter verduidelijking van de wijze waarop het project bij de aangrenzende bouwwerken past of meer in het algemeen zich in de buurt integreert; deze plannen die in geval van verbouwingen de bestaande toestand weergeven, bevatten : a) een plattegrond van alle verdiepingen die betrokken zijn bij de voorziene wijzigingen met duidelijke vermelding van hun bestaande en voorziene bestemming;b) in voorkomend geval, alle relevante dwars- en langsdoorsneden die een goed begrip van het project mogelijk maken;c) als de voorziene handelingen of werken betrekking hebben op een wijziging van het aspect van de gevels, alle opstanden, met duidelijke vermelding van de aard en de kleur van de zichtbare materialen, van elke gevel van de geplande bouwwerken en, wanneer het project betrekking heeft op een vanaf de openbare ruimte zichtbare wijziging, minstens alle hoofdgevels van de omliggende al dan niet aanpalende gebouwen. In deze documenten worden de volgende elementen aangegeven : de rook-, en huisvuilafvoerkanalen, de ventilatiekanalen alsmede, behalve wanneer het project geen wijziging ervan voorziet, de afvoerkanalen voor het afvalwater met sanitair schema, elke nuttige inlichting inzake de aansluiting op de riolering en op de leidingnetten voor drinkwater, gas, electriciteit of andere ondergrondse voorzieningen en alle technische systemen die voor de omgeving hinderlijk kunnen zijn.
In voorkomend geval moeten deze documenten eveneens de geplande voorzieningen weergeven inzake veiligheid en gezondheid en de maatregelen om de rust in de buurt te vrijwaren.
Voor gebouwen met meer dan 10 bovengrondse verdiepingen of met een gevelontwikkeling van meer dan 50 meter of met een grondoppervlakte van meer dan 2 500 m2 kunnen deze plannen op schaal van 1/100 worden opgemaakt voor zover de leesbaarheid van deze documenten niet in het gedrang komt. HOOFDSTUK III. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning betreffende de plaatsing van reclame-inrichtingen en uithangborden of reclame-inrichtingen verwijzend naar het uithangbord Afdeling 1. - Plaatsing van reclame-inrichtingen
Art. 9.Deze afdeling is van toepassing op de aanvragen die de plaatsing van reclame-inrichtingen tot doel hebben.
Art. 10.Het dossier van de aanvraag voor de plaatsing van reclame-inrichtingen bevat volgende documenten : 1° een vergunningsaanvraag in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager;2° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;3° alle relevante foto's van het goed en van de nabije omgeving ervan teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - vier ten minste - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikel 11, 2° bedoelde inplantingsplan; 4° een kleurenfotomontage in viervoud teneinde de reclame-inrichting op het goed te visualiseren.
Art. 11.Het dossier bevat bovendien de volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel op schaal tussen 1/10 000 en 1/1000 met aanduiding van de noordpijl;2° een inplantingsplan op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 met vermelding van de elementen die beoordeling van de integratie van het project mogelijk maken in zijn privé- en openbare nabije omgeving, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten de rijrichting(en) van het wegverkeer, evenals in voorkomend geval, de bomen en andere beplantingen, de openbare verlichtingspunten, de wegbewijzering, technische installaties en het stadsmeubilair, de haltes en toegangen tot het openbaar vervoer;3° een uitvoeringsplan op schaal van 1/50 of van 1/20 ter verduidelijking van de wijze waarop het project zich in de buurt integreert met tenminste één opstand die de vorm, de afmetingen, de materialen en de kleur van de reclame-inrichting nauwkeurig weergeeft. Dit document vermeldt de bevestigingssystemen en in voorkomend geval de verlichtingssystemen. Afdeling 2. - Plaatsing van uithangborden of reclame-inrichtingen
verwijzend naar het uithangbord
Art. 12.Deze afdeling is van toepassing op de aanvragen die enkel de plaatsing van uithangborden of van reclame-inrichtingen verwijzend naar het uithangbord tot doel hebben.
Art. 13.Het dossier van de aanvraag om het plaatsen van uithangborden of de aan het uithangbord verbonden reclame-inrichting bevat volgende documenten : 1° een vergunningsaanvraag in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager;2° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;3° een kleurenfotomontage in viervoud teneinde het uithangbord of de aan het uithangbord verbonden reclame-inrichting op het goed te visualiseren en de integratie van het project in zijn privé- en openbare nabije omgeving te kunnen beoordelen.
Art. 14.Het dossier bevat bovendien de volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel op schaal tussen 1/10 000 en 1/1000 met aanduiding van de noordpijl;2° een uitvoeringsplan op een schaal van 1/50 of van 1/20 ter verduidelijking van de wijze waarop het project zich in de buurt integreert met een opstand die de vorm, de afmeting, de materialen en de kleur van het uithangbord of van reclame-inrichting verwijzend naar het uithangbord nauwkeurig aangeeft. Dit document vermeldt de bevestigingssystemen en in voorkomend geval de verlichtingssystemen. HOOFDSTUK IV. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning betreffende sloopwerken
Art. 15.Het dossier van de aanvraag om te slopen zonder heropbouw bevat volgende documenten : 1° een vergunningsaanvraag, in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager en, in voorkomend geval, door de architect;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overgemaakt overeenkomstig artikel 144 van het wetboek van de successierechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of, als de akte dateert van minder dan drie maanden vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die die akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° in geval van sloping van een sociale woning of van de bijgebouwen ervan, het advies in viervoud hetzij van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, hetzij van de erkende maatschappij;5° een verklarende nota in viervoud met de redenen van de sloping en, in voorkomend geval, gestaafd met alle documenten om de gegrondheid ervan te kunnen beoordelen, het geplande gebruik van het terrein en een overzicht van de maatregelen te vermijden van de hinder die voor de buurt uit deze sloping kan voortvloeien;6° alle relevante foto's van het goed, van de aanpalende gebouwen en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - vier ten minste - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten woorden aangeduid op het in artikel 16, 2° bedoelde inplantingsplan; 7° de vragenlijsten bedoeld in het koninklijk besluit van 3 december 1962 waarbij een maandelijkse statistiek van de bouwvergunningen alsmede van de in de loop der maand voltooide gebouwen wordt voorgeschreven.
Art. 16.Het dossier bevat bovendien de volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager en, in voorkomend geval, door de architect, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel, op schaal tussen 1/10 000 en 1/1000 met aanduiding van de noordpijl;2° een inplantingsplan op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 en met de elementen die de beoordeling van de integratie van het sloopproject in zijn nabije privé- en openbare omgeving mogelijk maken, zoals;a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten de rijrichting(en) van het wegverkeer, evenals in voorkomend geval, de bomen en andere beplantingen, de openbare verlichtingspunten, de wegbewijzering, technische installaties en het stadsmeubilair, de haltes en toegangen tot het openbaar vervoer;c) de ligging, volgens de door de gemeente aan de aanvrager te verstrekken gegevens, van de leidingnetten voor drinkwater, gas, elektriciteit en afvalwaterafvoer, alsmede de plaats van de hydranten;d) de naam van de eigenaars en het huisnummer van de belendende goederen;e) de eventueel door s mensen toedoen op het goed gevestigde erfdienstbaarheden;f) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de naam van de eigenaar(s), het kadastraal nummer van het perceel en het huisnummer van het goed;g) op het goed de inplanting met ingeschreven maten, de vermelding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de bedaking) en de bestemming, verdieping per verdieping, van de bestaande te behouden, of in voorkomend geval te bouwen of te slopen constructies;3° de plannen betreffende de heraanleg, op schaal van 1/100, 1/50 of 1/20.Van het bij de sloping betrokken gedeelte van het goed en de onmiddellijke omgeving ervan met vermelding van : a) de omtrek van het grondplan, de opstanden en doorsneden van het of van de te slopen gebouw(en);b) het profiel van de zijgevels der aanpalende gebouwen;c) de aanlegwijze van de eventuele tuinen, achteruitbouwstroken, afsluitingen en mandelige gevels;d) in voorkomend geval, de plaats van de te behouden of te vellen hoogstammen, met vermelding van de boomsoort wat deze laatste betreft;e) in voorkomend geval, de binnenwegen en de aansluiting ervan op het openbaar domein;f) in voorkomend geval, de doorsneden waarop het huidige en het geplande profiel van het terrein zijn aangegeven met aanduiding van de ingeschreven maten van de ophogingen of uitgravingen ten opzichte van de aangrenzende percelen. HOOFDSTUK V. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning tot wijziging van de bestemming of van het gebruik van een goed Afdeling 1. - Wijziging van de bestemming of van het gebruik van een
niet-bebouwd goed
Art. 17.Het dossier van de aanvraag om de bestemming of het gebruik van een niet-bebouwd goed te wijzigen, bevat volgende documenten : 1° een vergunningsaanvraag, in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overgemaakt overeenkomstig artikel 144 van het wetboek van de successierechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of, als de akte van minder dan 3 maanden dateert vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die die akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° in geval van handelingen of werken betreffende een goed van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van een erkende maatschappij, het advies in viervoud van deze maatschappij;5° een verklarende nota in viervoud over het voorwerp en de redenen van de wijziging van de bestemming of van het gebruik van het goed. Indien de geplande bestemming of gebruik elementen bevat die de rust en de hygiëne van de buurt kunnen bedreigen, moet de nota de geplande maatregelen ter vermijding van deze hinder vermelden; 6° alle relevante foto's van het goed, van de aanpalende gebouwen en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - vier ten minste - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4-formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikel 18, 2° bedoelde inplantingsplan.
Art. 18.Het dossier bevat bovendien de volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel, op schaal tussen 1/10 000 en 1/1 000 met aanduiding van de noordpijl;2° een inplantingsplan en eventueel doorsneden op schaal op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 met vermelding van de elementen die de beoordeling van de impact van de wijziging van de bestemming of van het gebruik van het goed mogelijk maken in zijn privé- en openbare nabije omgeving, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut, de benaming en de breedte ervan;c) in voorkomend geval, het huidige terreinprofiel door middel van hoogtelijnen of -punten met een precisie van ten minste 1 meter, evenals de doorsnede die het huidig reliëf van het terrein en het voorgestelde profiel aanduiden, met aanduiding van de ingeschreven maten van de ophogingen of uitgravingen ten opzichte van de aangrenzende terreinen;d) de naam van de eigenaars en de huisnummer van de belendende goederen, evenals de inplanting en de aanduiding (aantal bovengrondse verdiepingen en de vorm van de dakbedekking) en de bestemming van de constructies die we er terugvinden;e) eventueel de inplanting en de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van minstens 50 meter van het goed waarop de geplande wijziging slaat;f) de eventueel door s mensen toedoen op het goed gevestigde erfdienstbaarheden;g) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de naam van de eigenaar(s), het kadastraal nummer van het perceel en het huisnummer van het goed;h) de aanlegwijze van het terrein, alsook van de eventuele afsluitingen en achteruitbouwstroken;i) in voorkomend geval, de plaats van de te behouden of te vellen hoogstammen, met vermelding van de boomsoort wat deze laatste betreft;j) in voorkomend geval, de vermelding van de bestaande beken, bronnen, watervlakken, vochtige gebieden of moerassen binnen een straal van 50 meter;k) in voorkomend geval, de ligging van de parkeerruimten voor voertuigen, van de ontsluitingswegen en hun verbinding met het publieke domein, met vermelding van de aard van de gebruikte materialen. Afdeling 2. - Wijziging zonder werken van de bestemming of van het
gebruik van een bebouwd goed
Art. 19.Het dossier van de aanvraag voor de wijziging zonder werken van de bestemming of van het gebruik van een bebouwd goed, bevat volgende documenten : 1° een vergunningsaanvraag in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen, ondertekend door de aanvrager;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overgemaakt overeenkomstig artikel 144 van het wetboek van de successierechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of, als de akte dateert van minder dan drie maanden vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die die akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° in geval van handelingen betreffende een goed van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van een erkende maatschappij, het advies in viervoud van deze maatschappij;5° een verklarende nota in viervoud over het voorwerp en de redenen van de wijziging van de bestemming of van het gebruik van het goed. Indien het geplande gebruik elementen bevat die de rust en de gezondheid van de buurt kunnen bedreigen, moet de nota de geplande maatregelen ter vermijding van deze hinder vermelden; 6° alle relevante foto's van het goed, van de aanpalende gebouwen en van de buurt teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - vier ten minste - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het in artikel 20, 2° bedoelde inplantingsplan; 7° de vragenlijsten bedoeld in het koninklijk besluit van 3 december 1962 waarbij een maandelijkse statistiek van de bouwvergunningen alsmede van de in de loop der maand voltooide gebouwen wordt voorgeschreven.
Art. 20.Het dossier bevat bovendien de hierna vermelde grafische documenten, ondertekend door de aanvrager en, in voorkomend geval, door de architect, en afgegeven in viervoud; het bevat eveneens, als een wettelijke of verordenende bepaling dit vereist, één bijkomende volledige reeks geviseerd door de brandweerdienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en vergezeld van zijn advies. De vereiste documenten zijn de volgende : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel, op schaal tussen 1/10 000 en 1/1 000 met aanduiding van de noordpijl;2° een inplantingsplan en doorsneden op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 en met de elementen die de beoordeling van de integratie van de wijziging van de bestemming of van het gebruik van het goed mogelijk maken in zijn privé- en openbare nabije omgeving, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut, de benaming en de breedte van de wegen en van de voetpaden;c) de naam van de eigenaars en het huisnummer van de belendende goederen, evenals de inplanting en bestemming van het perceel en het huisnummer van het goed;d) eventueel de inplanting en de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van minstens 50 meter van het bij het wijzigingsontwerp betrokken goed;e) de eventueel door 's mensen toedoen op de goed gevestigde erfdienstbaarheden;f) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de naam van de eigenaar(s), het kadastraal nummer van het perceel en het huisnummer van het goed;g) op het goed, de inplanting met ingeschreven maten, de aanduiding van het volume (aantal bovengrondse verdiepingen en dakvorm) en de bestaande bestemming van het betrokken gebouw per verdieping;h) in voorkomend geval, de ligging van de parkeerruimten voor voertuigen, van de ontsluitingswegen en hun verbinding met het publieke domein, met vermelding van de aard van de gebruikte materialen;i) in voorkomend geval de voornaamste elementen (inplanting, volumes, bestemmingen) van het bijzonder bestemmingsplan of van de niet-vervallen verkavelingsvergunning;3° een plattegrond met ingeschreven maten van alle verdiepingen betrokken bij de wijziging van de bestemming of van het gebruik van het gebouw op schaal van 1/100 of van 1/50. HOOFDSTUK VI. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning betreffende de in artikel 84, § 1, 6°, 7° en 9° bedoelde handelingen of werken
Art. 21.Dit hoofdstuk is van toepassing op de aanvragen die enkel volgende werken en handelingen tot doel hebben : 1° het reliëf van de bodem aanzienlijk wijzigen;2° ontbossen;3° ontginnen of de vegetatie wijzigen van elk gebied waarvan de bescherming noodzakelijk wordt geacht door de Regering.
Art. 22.Het dossier van de aanvraag betreffende de in dit hoofdstuk bedoelde handelingen of werken bevat volgende documenten : 1° een vergunningsaanvraag in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager;2° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;3° alle relevante foto's teneinde de bestaande toestand op het goed en de aanpalende goederen nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - minstens vier - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het artikel 23, 2° bedoelde inplantingsplan; 4° indien het handelingen of werken op een goed van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van een erkende maatschappij betreft, het advies in viervoud van deze maatschappij.
Art. 23.Het dossier bevat bovendien volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed naukeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel op schaal tussen 1/10 000 en 1/1 000 met aanduiding van de noordpijl;2° een inplantingsplan en eventueel doorsneden op schaal op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 met vermelding van de elementen die de beoordeling van de impact van de wijziging van het gebruik van het goed mogelijk maken in zijn privé- en openbare nabije omgeving, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met aanduiding van het administratief statuut, de benaming en de breedte ervan;c) in voorkomend geval, het huidige terreinprofiel door middel van hoogtelijnen of -punten met een precisie van ten minste 1 meter, evenals de doorsnede die het huidig reliëf van het terrein en het voorgestelde profiel aanduiden, met aanduiding van de ingeschreven maten van de ophogingen of uitgravingen ten opzichte van de aangrenzende terreinen;d) de naam van de eigenaars van de belendende goederen en het huisnummer van de belendende goederen, evenals de inplanting en bestemming van de constructies die we er terugvinden;e) eventueel de inplanting en de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van minstens 50 meter van het bij de handelingen of werken betrokken goed;f) de eventueel door 's mensen toedoen op het perceel gevestigde erfdienstbaarheden;g) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de aanlegwijze van eventuele afsluitingen het terrein en achteruitbouwstroken;h) in voorkomend geval, de plaats van de te behouden of te vellen hoogstammen, met vermelding van de boomsoort wat deze laatste betreft;i) in voorkomend geval, de vermelding van de bestaande beken, bronnen, watervlakken, vochtige gebieden of moerassen binnen een straal van 50 meter;j) in voorkomend geval, de ligging van de parkeerruimten voor voertuigen, van de garages, van de ontsluitingswegen en hun verbinding met het publieke domein, met vermelding van de aard van de gebruikte materialen;k) de identificatie van de beplanting en de bestaande houtsoorten.
Art. 24.Wanneer het ontbossingswerken betreft, bevat het dossier bovendien een nota in viervoud met beschrijving van : 1° de ouderdom van de houtopstand, het doel van de ontbossing en het ontwerp van heraanleg van het goed na de ontbossing;2° de grondwaterspiegel en de invloed van de geplande ontbossing op de waterhuishouding wanneer het omvangrijke ontbossingen betreft.
Art. 25.Wanneer het werken tot aanzienlijke wijziging van het reliëf van de bodem betreft, bevat het dossier bovendien een nota in viervoud met nadere beschrijving van de beoogde doel en van de aard van de te verwijderen grond en, naargelang het geval, de aard en de herkomst van de aan te voeren grond, de ligging van de grondwaterspiegel, alsmede de geplande voorzieningen voor de beveiliging van de omliggende bebouwing en beplanting. Het plan van het betrokken goed bevat bovendien de maataanduiding van het bestaande en geplande reliëf om de 5 meter, de vermelding van de huidige bestemming van het terrein, de aanduiding van de beplanting op de aangrenzende eigendommen en de afstand ervan ten opzichte van het betrokken terrein.
Art. 26.In geval van ontginningswerken of werken tot wijziging van de vegetatie in elk gebied waarvan de regering de bescherming noodzakelijk zou achten, bevat het dossier bovendien een nota in viervoud, met beschrijving van : 1° de aard van de vegetatie, het doel van de werken en van de na de werken geplande heraanleg;2° de grondwaterspiegel en de invloed van de geplande ontginning of van de geplande wijziging van de vegetatie op de waterhuishouding wanneer deze handelingen omvangrijk zijn. HOOFDSTUK VII. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning met het oog op het vellen van hoogstammige bomen
Art. 27.Dit hoofdstuk is van toepassing op de aanvragen die enkel het vellen van één of meer hoogstammige bomen tot doel hebben.
Met « hoogstammige boom » bedoelt men een boom waarvan de stam ten minste 40 centimeter omtrek op 1,50 meter hoogte heeft en die ten minste 4,00 meter hoog is.
Art. 28.Het dossier van de aanvraag om hoogstammige bomen te vellen, bevat volgende documenten : 1° een vergunningsaanvraag in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit, ondertekend door de aanvrager;2° in geval van handelingen of werken op een goed van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van een erkende maatschappij, het advies van deze maatschappij in viervoud;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° alle relevante foto's teneinde de bestaande toestand op het goed en de aanpalende goederen nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - ten minste twee - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het artikel 29, 2°, bedoelde inplantingsplan.
Art. 29.Het dossier bevat bovendien volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel op schaal tussen 1/10 000 en 1/1 000 met aanduiding van de noordpijl;2° een inplantingsplan op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100 en met aanduiding van : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan;c) de grenzen met ingeschreven maten van het goed d) de naam van de eigenaars en het huisnummer van het goed en van de belendende goederen;e) de plaats van de te behouden of te vellen hoogstammige bomen, met vermelding van de boomsoort wat deze laatste betreft. HOOFDSTUK VIII. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning betreffende de in artikel 84, § 1, 10°, bedoelde handelingen of werken
Art. 30.Dit hoofdstuk is enkel van toepassing op volgende handelingen of werken : een grond gewoonlijk gebruiken voor : 1° het opslaan van één of meer gebruikte voertuigen, van schroot, van materialen of afval;2° het parkeren van voertuigen, wagens of aanhangwagens voor reclamedoeleinden inbegrepen;3° het plaatsen van één of meer verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning kunnen worden gebruikt, zoals woonwagens, kampeerwagens, afgedankte voertuigen, tenten.
Art. 31.Het dossier voor de aanvraag betreffende de handelingen of werken bedoeld in dit hoofdstuk bevat volgende documenten : 1° een vergunningsaanvraag in viervoud, opgesteld op een formulier conform bijlage I van dit besluit met vermelding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager;2° de inlichtingen, in tweevoud, betreffende het eigendomsbewijs van het betrokken goed, overeenkomstig artikel 144 van het Wetboek van de ontvanger van de successierrechten van het ambtsgebied waarin het goed gelegen is of, als de akte dateert van minder dan 3 maanden vóór het indienen van de aanvraag, een bewijs van de notaris die de akte heeft opgesteld;3° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft en, bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) hernomen in het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving;4° in geval van handelingen of werken betreffende een goed van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of van een erkende maatschappij, het advies in viervoud van deze maatschappij;5° alle relevante foto's teneinde de bestaande toestand op het goed en de aanpalende goederen nauwkeurig te kunnen beoordelen;deze kleurenfoto's - ten minste vier - moeten genummerd en in viervoud afgeleverd worden; ze worden op een afzonderlijk blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden aangeduid op het artikel 32, 2°, bedoelde inplantingsplan.
Art. 32.Het dossier bevat bovendien volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een liggingsplan teneinde het goed nauwkeurig te kunnen situeren in het omliggende stadsweefsel op schaal tussen 1/10 000 en 1/1 000 met aanduiding van de noordpijl;2° een inplantingsplan en eventueel doorsneden op schaal van 1/500, 1/200 of 1/100, met de elementen die de beoordeling van de integratie van het project mogelijk maken in zijn privé- en openbare nabije omgeving te kunnen beoordelen, zoals : a) de noordpijl en de schaal;b) het tracé van de aangrenzende wegen is met vermelding van het administratief statuut en de benaming ervan, de respectieve breedte van de wegen, de voetpaden en de parkeerruimten, de aanduiding van de rijrichting(en) van het wegverkeer, evenals in voorkomend geval, de bomen en andere beplantingen, de openbare verlichtingspunten, de wegbewijzering, technische installaties en het stadsmeubilair, de haltes en toegangen tot het openbaar vervoer;c) de ligging, volgens de door de gemeente aan de aanvrager te verstrekken gegevens, van de leidingnetten voor afvalwaterafvoer, alsmede de plaats van de hydranten;d) in voorkomend geval, het huidige terreinprofiel door middel van hoogtelijnen of -punten met een precisie van ten minste 1 meter, evenals de doorsnede die het huidig reliëf van het terrein en het voorgestelde profiel aanduiden, met aanduiding van de ingeschreven maten van de ophogingen of uitgravingen ten opzichte van de aangrenzende terreinen;e) de naam van de eigenaars en het huisnummer van de belendende goederen, evenals de plaatsing en de bestemming van de constructies die we er terugvinden;f) eventueel de inplanting en de bestemming van de omliggende bouwwerken binnen een straal van ten minste 50 meter van het goed;g) de eventueel door s mensen toedoen op het perceel gevestigde erfdienstbaarheden;h) de grenzen van het goed met ingeschreven maten, de naam van de eigenaar(s), het kadastraal nummer van het perceel en het huisnummer van het goed;i) de inplanting en de bestemming van de eventueel op het goed bestaande gebouwen;j) de aanlegwijze van het terrein, alsook van de eventuele afsluitingen en achteruitbouwstroken;k) in voorkomend geval, de plaats van de aanwezige, te behouden of te vellen hoogstammen, met vermelding van de boomsoort wat deze laatste betreft;l) in voorkomend geval, de vermelding van de bestaande beken, bronnen, watervlakken, vochtige gebieden of moerassen binnen een straal van 50 meter;m) in voorkomend geval, de plaatsing van de parkeerruimten voor voertuigen en garages, de binnenwegen en de aansluiting ervan op het openbaar domein met vermelding van de aard van de gebruikte materialen.
Art. 33.Wanneer het gaat om de aanleg van een opslagruimte voor gebruikte voertuigen, schroot, materialen of afval of om het gebruik van een goed voor het parkeren van voertuigen, wagens en aanhangwagens voor reclamedoeleinden inbegrepen, geeft het inplantingsplan bovendien de beplanting en andere geplande voorzieningen aan die de opslagruimte aan het gezicht onttrekken.
Het dossier bevat ook een verklarende nota in viervoud met beschrijving van de maatregelen om de hinder te vermijden die voor de buurt kan voortvloeien uit het gebruik van het terrein als opslag- of parkeerplaats.
Art. 34.Wanneer het gaat om een grond gewoonlijk te gebruiken voor het plaatsen van één of meer verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning kunnen worden gebruikt, bevat het dossier bovendien een nota, in viervoud, met beschrijving van de aard en het aantal voorziene inrichtingen met duidelijke opgave van de gebruiksfrequentie van het terrein. HOOFDSTUK IX. - Over het dossier van de aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning betreffende infrastructuurhandelingen of -werken
Art. 35.Dit hoofdstuk is van toepassing op volgende infrastructuurhandelingen of -werken : het aanleggen, het wijzigen, het verbouwen of het afschaffen van wegen, bruggen, tunnels, parkeerruimten op het openbaar domein, spoorwegen, metro, hydraulische werken, rioleringen, kanalen, havens, geluidswerende inrichtingen en van de leidingen en installaties voor energie- en grondstoffenvervoer en voor telecommunicatie.
Indien de aanvraag ook op handelingen of werken in de hierboven vermelde hoofdstukken II, III, IV, V, VI, VII of VIII betrekking hebben, wordt de samenstelling van het dossier hieromtrent door de bepalingen van de desbetreffende artikels, evenals door de hierna vermelde artikelen 36 en 37, geregeld.
Art. 36.Het dossier voor de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning betreffende infrastructuurwerken bevat volgende documenten, in viervoud : 1° een vergunningsaanvraag, opgesteld op een formulier conform bijlage III van dit besluit met aanduiding van de aard van de overwogen handelingen of werken, ondertekend door de aanvrager;2° een voorstellingsnota bevattende : a) de beschrijving van de infrastructuur zowel op het fysisch vlak als op het vlak van de werking;b) de doelstellingen van de aanvraag in functie van de evaluatie van de bestaande toestand;c) de beschrijving van het project en de invloed op de bestaande toestand;d) de van kracht zijnde wettelijke en verordenende voorschriften;3° een fotoreportage in kleur teneinde de bestaande toestand nauwkeurig te kunnen beoordelen;de foto's worden op een apart blad van DIN A4 formaat geplakt; de verschillende fotografische opnamepunten worden op het in artikel 37, 3° bedoelde inplantingsplan vermeld.
Art. 37.Het dossier bevat bovendien volgende grafische documenten, ondertekend door de aanvrager, in viervoud : 1° een reproduceerbaar synthesedocument dat makkelijk te lezen is, opgesteld in DIN A3 formaat en bestemd ter informatie van het publiek. Dit document bevat ten minste : a) een inplantingsplan;b) eventueel de gevelopstanden en de verticale elementen van de geplande infrastructuur;c) langs- en dwarsdoorsneden;2° een liggingsplan op schaal van 1/5 000 of 1/10 000 met aanduiding van onder meer de noordpijl, de benaming en het administratief statuut van de aangrenzende wegen en het tracé van de geplande werken;3° een inplantingsplan op schaal van 1/1 000 met aanduiding van onder meer de lijnen van het openbaar vervoer met de haltes ervan, de parkeerruimten;4° een plattegrond op schaal van 1/500 of 1/200, aangevuld met de kruispunten op schaal van 1/200, waarbij de nadruk gelegd wordt op de wijze waarop het project bij de nabije omgeving past en zich in de bredere zin in de buurt integreert, met opgave zowel voor de bestaande toestand als voor het project : a) van het reliëf door hoogtelijnen;b) van de voorziene bestemming voor elk deel van de infrastructuur;c) van de verschillende materialen;d) van de plaats van te behouden, te planten en te vellen beplantingen met vermelding van de boomsoort wat deze laatste betreft;e) de elementen van het stadsmeubilair, de al dan niet lichtgevende signalisatie, de installatie voor de openbare verlichting en de signalisatie op de bodem;5° de voor het goed begrip van het project noodzakelijk langs- en dwarsdoorsneden op schaal van 1/500, 1/200, 1/100 of 1/50;6° de voor het goed begrip van het project noodzakelijke technische details op schaal van 1/50 of 1/20. De hellingen van de verschillende elementen van de infrastructuur worden op de in 4° en 5° bedoelde documenten vermeld. In voorkomend geval wordt het reliëf met hoogtelijnen aangeduid.
Art. 38.Wanneer de handelingen of werken het grondgebied van meer dan één gemeente overschrijden, moet de aanvrager per bijkomende betrokken gemeente drie bijkomende exemplaren van de in artikel 35 en 36 bedoelde documenten indienen. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen
Art. 39.Het besluit van de Executieve van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 6 juli 1992 dat de samenstelling bepaalt van het dossier voor de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 29 september 1994 en van 3 juni 1999, wordt opgeheven.
Art. 40.Het lid van de Regering tot wiens bevoegdheid stedenbouw behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 41.Dit besluit treedt in werking voor de dossiers die ingediend worden na de 60ste dag van haar publicatie in het Belgisch Staatsblad .
Brussel, 17 januari 2002.
Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : F.-X. de DONNEA, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijke Onderzoek W. DRAPS, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met de Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en het Betalend Vervoer van personen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld