Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 april 2003
gepubliceerd op 26 mei 2003

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter aanwending van een unieke vergunning inzake stedenbouw en erfgoed

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2003031240
pub.
26/05/2003
prom.
11/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/11/2003031240/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 APRIL 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ter aanwending van een unieke vergunning inzake stedenbouw en erfgoed


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid artikel 108;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag om een stedenbouwkundige vergunning;

Gelet op het besluit van de regering van 9 november 1993 betreffende de aanvragen om vergunningen voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een goed dat behoort tot het op de bewaarlijst ingeschreven of beschermd onroerend erfgoed;

Overwegende de noodzaak over te gaan tot de aanwending van de hervorming van de ordonnantie houdende organisatie van de planning die de aanvragen om stedenbouwkundige vergunning en om erfgoedvergunning geïntegreerd heeft;

Overwegende eveneens de noodzaak preciseringen aan te brengen bij het besluit van 17 januari 2002 tot bepaling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag om een stedenbouwkundige vergunning;

Op voorstel van de Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en van de Staatssecretaris van ruimtelijke ordening, na beraadslaging;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 20 november 2002;

Gelet op het advies 34.531/4 van 10 maart 2003 van de Raad van State van bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.Een als volgt opgesteld artikel 2bis wordt ingelast na artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 januari 2002 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag om een stedenbouwkundige vergunning : « Art. 2bis - Wanneer de aanvraag bij toepassing van de artikelen 111B of 111P van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw onderworpen is aan een voorgaande evaluatie van de effecten, wordt de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag, naargelang het geval, in vier exemplaren bijgevoegd ».

Art. 2.Aan artikel 3, eerste lid van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid wordt de beginzin vervangen door de volgende zin : « De documenten van het vergunningsaanvraagdossier worden, uitgezonderd de statistische vragenlijst, neergelegd met twee bijkomende exemplaren wanneer de raadpleging van andere instanties vereist is bij toepassing van een verordenende bepaling, meer bepaald : ».2° Aan het einde van het artikel wordt een als volgt opgesteld nieuw lid toegevoegd : « Wanneer de handelingen en werken zich over het grondgebied van meer dan één gemeente uitstrekken, zijn drie bijkomende exemplaren van de onder het eerste lid bedoelde documenten vereist per betrokken bijkomende gemeente ».

Art. 3.In de artikelen 6 3°, 10 2°, 13 2°, 15 3°, 17 3°, 19 3°, 22 2°, 28 3° en 31 3°, wordt de komma geschrapt na de woorden « persoonlijk bouwrecht heeft en ».

Art. 4.Aan de artikelen 6 5°, 15 5°, 17 5°, 19 5°, 24, 25, 26, 33, tweede lid 34 en 36,2° van hetzelfde besluit, wordt de volgende zin toegevoegd : « Deze nota kan hernomen worden in kader XIV van het formulier dat hernomen staat in bijlage I of, in voorkomend geval, in de voorbereidende nota van de effectenstudie of van het effectenverslag ».

Art. 5.Aan artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 7° worden de woorden « in twee exemplaren » toegevoegd aan het einde van de zin.2° In 8° worden de woorden « in vier exemplaren » toegevoegd aan het einde van de zin.

Art. 6.Onder artikel 23, 2°, d, van hetzelfde besluit, worden de woorden « le nom des propriétaires des biens contigus et le numéro de police de ceux-ci » in de Franse tekst geschrapt voor « le nom du propriétaire et le numéro de police des biens contigus » en de woorden « van de belendende goederen » in de Nederlandse tekst worden verwijderd achter « de naam van de eigenaars ».

Art. 7.Aan artikel 36 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° worden de woorden « bijlage III » vervangen door « bijlage I ».2° een als volgt opgesteld 4° wordt toegevoegd : « 4° wanneer de aanvrager het goed niet bezit of geen zakelijk of persoonlijk bouwrecht heeft, dat de handelingen en werken, minstens gedeeltelijk, betrekking hebben op een privé-goed, en bij gebrek aan akkoord van de eigenaar(s) vermeld op het formulier bedoeld in 1°, het afschrift van de kennisgeving aan de eigenaar conform bijlage II van dit besluit, waarbij deze geïnformeerd wordt dat de aanvrager van plan is een aanvraag betreffende zijn goed in te dienen, alsmede het ontvangstbewijs van de aangetekende zending van deze kennisgeving ».

Art. 8.Artikel 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 9.Er wordt een Hoofdstuk IX ingelast waarvan de titel luidt « De aanvragen om vergunningen betreffende een beschermd of op de bewaarlijst ingeschreven goed of waarvoor de inschrijvings- of beschermingsprocedure geopend is » en dat de als volgt opgestelde artikelen 38 tot 38bis bevat : « Afdeling I. De onder de hoofdstukken II tot IX bedoelde handelingen en werken.

Art. 38 B Wanneer de aanvraag om vergunning betrekking heeft op een beschermd of op de bewaarlijst ingeschreven goed, uitgezonderd de landschappen, of waarvoor de inschrijvings- of beschermingsprocedure geopend is en op in de hoofdstukken II tot IX bedoelde handelingen en werken, omvat het aanvraagdossier, naast de in de voorgaande hoofdstukken vermelde documenten, de volgende aanvullende inlichtingen : 1° de voorstudies, d.w.z. : a) een beschrijving van de uiterlijke toestand van het goed dat in het onroerend erfgoed thuishoort en van de waargenomen ongeordendheden;b) een historische analyse van de delen van het op de bewaarlijst ingeschreven of beschermd goed wanneer de handelingen en werken die erop betrekking hebben bedoeld zijn om hun bestaand aanzicht te wijzigen;c) de definitie van de principes en van de opties van de restauratie wanneer de aanvraag betrekking heeft op restauratiewerken;d) een stabiliteitsstudie wanneer de handelingen en werken er afbreuk kunnen aan doen;2° uitvoeringsplannen en Bdetails waarop de lokalisatie en precieze volume van elke categorie werken weergegeven staan, wanneer de schaal van het uitvoeringsplan hiervoor niet precies genoeg is;3° een nauwkeurige staat van de architecturale elementen evenals van de uitvoeringsplannen en Bdetails van de ter vervanging voorgestelde elementen, bij ontmanteling van elementen van die aard, wanneer de schaal van het uitvoeringsplan hiervoor niet precies genoeg is;4° een precieze beschrijving van de werken en van de geplande technieken : a) elke categorie werken en, binnen elke categorie werken, elke post moeten beschreven en hernomen worden onder een apart rangnummer;b) elke post moet zo nauwkeurig mogelijk omschreven worden wat betreft : 1.de aard van de gebruikte materialen 2. de aangewende technieken 3.de hoeveelheden gebruikt materiaal.

De hoeveelheden te gebruiken materiaal moeten nauwkeurig bepaald worden. Vermoedelijke hoeveelheden zullen slechts vermeld kunnen worden indien de nauwkeurige bepaling ervan afhangt van de voorafgaande uitvoering van belangrijke werken. Afdeling II. De niet onder de hoofdstukken II tot IX bedoelde

handelingen en werken.

Art. 38bis - Wanneer de aanvraag om vergunning betrekking heeft op een beschermd of op de bewaarlijst ingeschreven goed of waarvoor de inschrijvings- of beschermingsprocedure geopend is en niet op in de hoofdstukken II tot IX bedoelde handelingen en werken,of betrekking heeft op een beschermd of op de bewaarlijst ingeschreven landschap of waarvoor de inschrijvings- of beschermingsprocedure geopend is, omvat het aanvraagdossier de volgende inlichtingen, in vier exemplaren : 1° een aanvraag om vergunning, opgemaakt op een formulier conform bijlage I van dit besluit, waarin het type geplande handelingen of werken wordt omschreven, ondertekend door de aanvrager; 2° de voorstudies, d.w.z. : a) een beschrijving van de uiterlijke toestand van het goed dat in het onroerend erfgoed thuishoort en van de waargenomen ongeordendheden;b) de definitie van de principes en van de opties van de restauratie wanneer de aanvraag betrekking heeft op restauratiewerken;3° de uitvoeringsplannen waarop de lokalisatie en precieze volume van elke categorie werken weergegeven staan,;4° een nauwkeurige staat van de architecturale elementen evenals van de uitvoeringsplannen van de ter vervanging voorgestelde elementen, bij ontmanteling van elementen van die aard;4° een precieze beschrijving van de werken en van de geplande technieken ». Daarenboven, wanneer de aanvraag om vergunning op een landschap slaat en betrekking heeft op onder de hoofdstukken II tot IX bedoelde handelingen en werken, komen de in de voorgaande hoofdstukken vereiste documenten in het aanvraagdossier voor.

Art. 10.Bijlage I van hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage I van dit besluit.

Art. 11.Bijlage III van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 12.Het besluit van de Regering van 9 november 1993 betreffende de aanvragen om vergunning voor het uitvoeren van werkzaamheden aan een goed dat behoort tot het op de bewaarlijst ingeschreven of beschermde onroerende erfgoed, zoals gewijzigd bij het besluit van de regering van 2 juni 1994, wordt opgeheven.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2003.

Art. 14.De Minister tot wiens bevoegdheden stedenbouw behoort is belast met de uitvoering van deze beslissing.

Brussel, 11 april 2003.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^