gepubliceerd op 07 januari 2000
Besluit tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van de directeur-generaal van het Bestuur Lokale Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als gemachtigde ordonnateur van de gewestelijke dienst voor de financiering van de gemeentelijke investeringen
18 NOVEMBER 1999. - Besluit tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van de directeur-generaal van het Bestuur Lokale Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als gemachtigde ordonnateur van de gewestelijke dienst voor de financiering van de gemeentelijke investeringen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 29 oktober 1846 op het Rekenhof;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991;
Gelet op de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen, inzonderheid op artikel 7;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 oktober 1998 betreffende het budgettair, financieel en boekhoudkundig beheer van de gewestelijke dienst voor de financiering van de gemeentelijke investeringen;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 1998 tot aanwijzing van de directeur-generaal van het Bestuur Lokale Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als gemachtigde ordonnateur van de gewestelijke dienst voor de financiering van de gemeentelijke investeringen;
Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, met name artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende het belang om ervoor te zorgen dat de gewestelijike dienst voor de financiering van de gemeentelijke investeringen verder zijn verplichtingen zou kunnen nakomen in geval van verhindering van de directeur-generaal van het Bestuur Lokale Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Overwegende dat de betaling van de subsidies aan de lokale besturen onverwijld moet kunnen plaatsvinden;
Gelet op het advies van de Inspectie der Financiën;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Op voorstel van de Minister bevoegd voor de Gesubsidieerde Werken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Een artikel 1bis dat als volgt luidt : « In geval van langdurige verhindering van de directeur-generaal van het Bestuur van de Lokale Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden de bevoegdheden bedoeld in artikel 1 van het besluit waargenomen door de secretaris-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » wordt ingelast in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 1998 tot aanwijzing van de directeur-generaal van het Bestuur van de Lokale Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als gemachtigde ordonnateur van de gewestelijike dienst voor de financiering van de gemeentelijke investeringen.
Art. 2.De Minister bevoegd voor de Gesubsidieerde Werken wordt belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
Art. 3.Onderhavig besluit treedt in werking op de datum van publikatie hiervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 18 november 1999.
Door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter bevoegd voor Lokale Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister belast met Financiën en Begroting, Mevr. A. NEYTS-UYTTEBROECK De Minister belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS