4 MAART 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het Parkreglement in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende het behoud en de bescherming van de natuur, gewijzigd bij de ordonnantie van 18 december 1997, inzonderheid op artikel 34bis;

Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, dat vervangen is door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de Raad van State op 2 april 1998 gevraagd werd zijn advies binnen één maand te verstrekken, welk verzoek onbeantwoord is gebleven;

Overwegende dat dit Parkreglement om veiligheidsredenen zonder verder uitstel aangenomen moet worden, aangezien het belangrijke bepalingen bevat betreffende het aan de lijn houden van honden;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het Parkreglement van toepassing op de bezoekers van parken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden beheerd, wordt aangeplakt op een plaats die vanaf de openbare weg voor de bezoekers zichtbaar is.

Art. 2.De openings-, sluitings- en toezichtsuren worden op het aanplakbiljet bij de hoofdingang van het park bekend gemaakt.

Het park kan om buitengewone redenen of op bevel van de bevoegde overheid worden gesloten.

Art. 3.Belangrijke activiteiten van collectieve aard kunnen er niet plaatsvinden zonder toelating van het Brussels Instituut voor Milieubeheer of van de Minister van Leefmilieu en na de Burgemeester hiervan op de hoogte te hebben gebracht.

Art. 4.De categorieën voertuigen en bezoekers die toegang hebben tot het hele of een gedeelte van het park worden aangeduid bij de ingang van het park en eventueel op andere plaatsen met behulp van pictogrammen.

Art. 5.Het is verboden in het park : 1. over de omheiningen te klimmen;2. behalve toelating van de Minister van Leefmilieu, het park te betreden met hinderlijke of gevaarlijke voorwerpen of dieren;3. behalve toelating van de Minister van Leefmilieu, buiten de fietspaden te fietsen, met uitzondering van de fietsen voor kinderen onder de 11 jaar;4. de kinderen zonder toezicht te laten;5. in een tent of in een voertuig te kamperen;6. de aanplantingen, nutsvoorzieningen, gebouwen, wegen of lanen schade toe te brengen;7. knoppen en bloemen of planten weg te halen;8. plaatsen te betreden waarvan de toegang verboden is;9. er zich in te laten met spelen die de wandelaars kunnen hinderen en de plaatselijke stilte of de rust van de bezoekers kunnen verstoren;10. waterlopen, vijvers of fonteinen binnen te dringen en er eender wat in te gooien;11. behalve toelating van de Minister van Leefmilieu en met uitzondering van de plaatsen die hiertoe zijn voorzien, met honden te wandelen die niet aan de lijn worden gehouden, en met een hond plaatsen te betreden die voorbehouden zijn aan kinderen of spelen;12. vuur te stoken, behalve op de plaatsen die hiertoe zijn voorzien;13. afval of huisvuil binnen het park te storten;14. elders dan in vuilnisbakken papierresten, drukwerk, kranten, dozen, karton of ander afval weg te gooien;15. zonder toelating van de Minister van Leefmilieu, te venten of eender wat te verkopen;16. zonder toelating van de bevoegde overheid dieren te voeden;17. zonder toelating van de Minister van Leefmilieu, reclamepanelen of -aanplakbiljetten aan te brengen of van ongeacht welke andere vorm van handelsreclame gebruik te maken;18. voor de parkingangen te parkeren;19. dieren en vogels te vangen en te verwonden of met welk middel ook nesten te vernielen en zonder vergunning te vissen.20. de plaatsen die voorbehouden zijn aan welbepaalde spelen voor andere spelen of om andere doeleinden in gebruik te nemen; Deze informatie kan met behulp van pictogrammen worden aangeduid.

Art. 6.Elke persoon die zou weigeren te gehoorzamen aan de bevelen van de politieagenten of krachtens het Reglement gemachtigde beambten, kan het park worden uitgezet.

Art. 7.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 maart 1999.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter Ch. PICQUE De Minister van Leefmilieu D. GOSUIN