Etaamb.openjustice.be
Beschikking
gepubliceerd op 08 november 2022

Afwijking op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud Betreft: Afwijking op artikel 68, § 1, 1° en 2° en artikel 88, § 1, 1° van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud AANHEF : Overwegende de aanvraag van 7 januari 2022, waarbij de heer Didier Vangeluwe een afwijk(...)

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2022033103
pub.
08/11/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


Afwijking op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud Betreft: Afwijking op artikel 68, § 1, 1° en 2° en artikel 88, § 1, 1° van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (hierna 'de Ordonnantie') betreffende het vangen van in het wild levende beschermde vogelsoorten met het oog op het ringen op het hele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook het gebruik van verboden vangstmiddelen;

AANHEF : Overwegende de aanvraag van 7 januari 2022, waarbij de heer Didier Vangeluwe een afwijking aanvraagt namens de medewerkers-ringers die erkend zijn door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Operationele Directie Natuur, BeBirds - Belgisch Ringwerk, Vautierstraat 29, 1000 Brussel, voor het vangen en het vasthouden van in het wild levende beschermde vogelsoorten in de zin van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud, alsook voor het gebruik van verboden vangstmiddelen ;

Gelet op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud (hierna "de ordonnantie" genoemd), meer in het bijzonder haar artikelen 68, § 1, 1° en 2°, 83, § 1, 84, 85 en 88, § 1, 1° ;

Gelet op het gunstig advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 27 januari 2022 ;

Gelet op de afwijkingsaanvraag met betrekking tot alle in het wild levende beschermde vogelsoorten op het gehele grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat de afwijking het mogelijk zal maken de populaties van in het wild levende vogels, en met name hun verplaatsingen, te volgen aan de hand van het individueel merken van specimens, in het kader van een programma dat op Europese schaal wordt uitgevoerd (en dat sedert 1927 in België wordt georganiseerd);

Gelet op de verbodsbepalingen inzake de opzettelijke introductie, herintroductie en uitzetting in het milieu van invasieve uitheemse soorten in de zin van artikel 77 van de ordonnantie van 1 maart 2012 en Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014;

Overwegende dat de individuele markering informatie zal opleveren over de populatiedynamiek, de verplaatsingen en de migratiepatronen (met inbegrip van de evolutie van deze gedragingen in relatie tot veranderingen in het milieu, het weer en het klimaat);

Overwegende dat deze aanpak ook de bewaking van opkomende virussen zoals het influenza-, westnijl-, newcastle- en usutu-virus mogelijk zal maken;

Overwegende dat de medewerkers-ringers voor wie deze afwijking wordt aangevraagd, gediplomeerd zijn en allen een stage van ten minste twee jaar hebben gevolgd onder toezicht van een ervaren medewerker, gevolgd door een examen;

Overwegende dat de vangstmethode het mogelijk maakt de verstoring van de specimens tot een minimum te beperken en dat de behandeling en het ringen van de specimens onderworpen zijn aan een strikte procedure die door het Belgisch Ringwerk is opgesteld;

Overwegende dat de vasthouding beperkt blijft tot de tijd die nodig is voor het ringen, aangezien de vogel onmiddellijk weer wordt vrijgelaten;

Overwegende dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat voor de nagestreefde doeleinden;

Overwegende dat de maatregel direct noch indirect schadelijk is voor het behoud of het herstel in een toestand van gunstige instandhouding van de betrokken soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied noch het risico inhoudt de integriteit van de Natura 2000-gebieden aan te tasten met betrekking tot de nagestreefde doelen en de gebruikte methodes;

Overwegende dat het onderhavige verzoek om afwijking van de in de artikelen 68, § 1, 1° en 2° en 88, § 1, 1° bedoelde verbodsbepalingen voldoet aan de reden van gezondheid, het belang van de bescherming van wilde fauna en flora en wetenschappelijke onderzoeks- en educatieve doeleinden, en om het vangen of houden van een beperkt aantal door de bevoegde autoriteiten gespecificeerde specimens toe te staan, gelet op de nagestreefde doeleinden;

Gelet op het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 april 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 14/04/2016 pub. 13/05/2016 numac 2016031309 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000001 : « Het Zoniënwoud met bosranden en aangrenzende beboste domeinen en de vallei van de Woluwe - complex Zoniënwoud - Vallei van de Woluwe » type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 14/04/2016 pub. 28/04/2016 numac 2016031305 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000003: "Bosgebieden en vochtige gebieden van de Molenbeekvallei in het noordwesten van het Brussels Gewest" sluiten tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000001: 'Het Zoniënwoud met bosranden en aangrenzende beboste domeinen en de vallei van de Woluwe - complex Zoniënwoud - Vallei van de Woluwe';

Gelet op het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 september 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 24/09/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015031645 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000002 : "Bossen en open gebieden in het zuiden van het Brussels Gewest - complex Verrewinkel - Kinsendaal" sluiten tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000002: 'Bossen en open gebieden in het zuiden van het Brussels Gewest - complex Verrewinkel - Kinsendaal';

Gelet op het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 april 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 14/04/2016 pub. 13/05/2016 numac 2016031309 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000001 : « Het Zoniënwoud met bosranden en aangrenzende beboste domeinen en de vallei van de Woluwe - complex Zoniënwoud - Vallei van de Woluwe » type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 14/04/2016 pub. 28/04/2016 numac 2016031305 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000003: "Bosgebieden en vochtige gebieden van de Molenbeekvallei in het noordwesten van het Brussels Gewest" sluiten tot aanwijzing van het Natura 2000-gebied - BE1000003: 'Beboste en vochtige zones van de Molenbeekvallei in het noordwesten van het Brussels Gewest';

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 oktober 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 25/10/2018 pub. 22/11/2018 numac 2018032167 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende een toezichtsschema voor de monitoring van de staat van de natuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten betreffende een schema voor toezicht voor de monitoring van de staat van de natuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;

BESLISSING: Leefmilieu Brussel-BIM keurt de volgende afwijkingen goed, mits de onderstaande voorwaarden in acht worden genomen: - Artikel 68, § 1, 1° : het vangen van in het wild levende beschermde vogelsoorten; - Artikel 68, § 1, 2° : het vasthouden van in het wild levende beschermde vogelsoorten gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is voor het ringen; - Artikel 88, § 1, 1° : het gebruiken van de volgende vangstmiddelen: o Mistnetten; o Fuiken; o Slagnetten, tentnetten, kapelnetten; o Slagkooien en andere automatische kooien; o Automatische slagnetjes (klem); o Matoles (vallen); o Bal-chatri; o Schepnetten; o Netten die door een kanon afgeschoten worden (met eender welke voortstuwingsmethode: kruit, springveren, perslucht).

Deze beslissing is individueel, persoonlijk en niet-overdraagbaar.

Deze beslissing moet tijdens elke controle kunnen worden voorgelegd.

VOORWAARDEN : Betrokken dier- en/of plantensoort(en) : alle in het wild levende beschermde vogelsoorten.

Periode waarvoor de afwijking wordt toegestaan : van 15 maart 2022 tot 14 maart 2024.

Plaats waar de afwijking kan worden uitgeoefend : het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Gebruikte middelen, installaties en methodes : - Het vangen, hanteren en ringen van vogels wordt strikt gereglementeerd door de ad hoc procedure van het Belgisch Ringwerk; - De ringer is volledig verantwoordelijk voor de hantering van de gevangen vogels. Hij moet alle nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat het ringen perfect georganiseerd en snel verloopt en dat de veiligheid van de vogels gewaarborgd is; - Het proces mag niet langer duren dan nodig is en moet op een ordelijke manier worden georganiseerd. De vogels moeten zo snel mogelijk weer in de natuur worden vrijgelaten.

Lot van bejaagde en/of gevangen en/of vernietigde dieren en eventuele overblijfselen: de gevangen dieren worden onmiddellijk na het ringen vrijgelaten, waarbij voorrang wordt gegeven aan de meest gevoelige soorten en de zwakste individuen.

Bijzondere voorwaarden : - De in dit besluit genoemde medewerkers-ringers moeten de toegekende afwijking te allen tijde bij zich dragen voor verificatie en controle; - In afwachting van het ringen mogen de vogels niet worden geplaatst in zakken of dozen waarvan het hoofdbestanddeel uit plastic bestaat, met uitzondering van pluimveemandjes. De zakken of dozen waarin de vogels worden geplaatst, dienen schoon, droog en goed geventileerd te zijn en groot genoeg voor de gevangen vogels. - Het aantal vogels in elke zak of doos moet zorgvuldig worden overwogen, zodat de vogels voldoende ruimte hebben en geen last van de warmte ondervinden. - De zakken en dozen waarin vogels worden geplaatst, moeten worden beschermd tegen zon en regen. - De zakken waarin vogels worden geplaatst, moeten altijd worden opgehangen en ver genoeg uit elkaar worden geplaatst. Individuen van verschillende grootte en soort mogen niet in dezelfde zak of doos worden geplaatst. - Wanneer in korte tijd grote aantallen vogels worden gevangen, dient een systeem te worden toegepast om de meest gevoelige soorten en de zwakste individuen het eerst te ringen en weer vrij te laten. - Wanneer pulli uit het nest worden gehaald om te worden geringd, mogen zij in geen geval vrij op de grond worden geplaatst. Indien nodig moeten ze samen in een zak of doos worden geplaatst. - Om te worden gewogen, moeten de vogels in een zak of bak worden geplaatst die op de weegschaal wordt geplaatst of aan de haak van de weegschaal wordt bevestigd. In geen geval mag een vogel worden gewogen door de haak van de weegschaal aan zijn ring te bevestigen. - Het fotograferen van vogels in de hand kan nuttig zijn voor identificatie of voor educatieve doeleinden. Dit kan echter nooit een reden zijn om een vogel veel langer dan normaal vast te houden. De foto's moeten in één sessie worden genomen, waarna de gefotografeerde vogel onmiddellijk moet worden vrijgelaten. - Ten behoeve van het ringen mogen gevangen vogels niet verder worden verplaatst dan nodig is om de rust op de plaats van de vangst te waarborgen. Ze moeten worden vrijgelaten op de plaats waar ze werden geringd. - Bij openbaar ringen als onderdeel van een geplande activiteit moeten altijd ten minste twee ringers aanwezig zijn. Dit is met uitzondering van het ringen van pulli van zangvogels en nachtelijke roofvogels, dat door één ringer kan worden uitgevoerd. - Gevangen vogels mogen niet in handen worden gegeven van personen die voor het eerst aan een ringactiviteit deelnemen. - Onopzettelijk gedode dieren worden snel naar het ISP/WIV in Ukkel (voormalig Pasteurinstituut) overgebracht, overeenkomstig de geldende wetgeving inzake dierenkadavers en de verwijdering daarvan.

Voorwaarden om een eventueel risico te beperken : alle voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen om de verstoring van het specimen tot een minimum te beperken.

Aanvullende beperkingen voor de middelen, installaties en methoden die mogen worden gebruikt: het ringen mag de fysieke integriteit van de gevangen individuen niet aantasten en mag geen risico inhouden voor de ringer of toeschouwers. De toegestane middelen moeten volgens de regels van de kunst worden gebruikt. De plaats van installatie, de weersomstandigheden en de frequentie van de bezoeken moeten zorgvuldig worden aangepast. Indien een ringer een vangstmiddel wenst te gebruiken dat niet in de lijst is opgenomen, moet hij dit voorleggen aan het Belgisch Ringwerk, dat, indien het dit nodig acht, een afwijking zal aanvragen voor het gebruik van een eventueel verboden vangstmiddel.

Personen die gemachtigd zijn om deze afwijking toe te passen:

BRESEEL

Joachim

BULTEAU

Vincent

CARELS

Charles

DALL'ASTA

Alexis

DE BOE

Jan

GAILLY

Philippe

LECLERCQ

Laurent

MATHEVE

Hans

NINANNE

Mario

PANSAERS

Didier

PIERRARD

Nicolas

PONCIN

Olivier

ROGGEMAN

Walter

ROOSELAER

Edwin

STRUBBE

Diederik

TEERLYNCK

Hervé

VANBOCHAUTE

Hugo

VANDEN WYNGAERT

Luc

VANGELUWE

Didier

VANHASSEL

Edwig

VANTIEGHEM

Pieter


CONTROLE : Leefmilieu Brussel is bevoegd om de naleving van de voorwaarden van deze afwijking te controleren en te bepalen of aan alle vereiste voorwaarden voldaan is.

De begunstigde van de afwijking dient bij Leefmilieu Brussel een verslag in over de uitvoering van deze afwijking en dat binnen een termijn van 3 maanden, te tellen vanaf de volledige uitvoering van de toegestane afwijking.

BEROEP Bij betwisting van deze beslissing kan beroep worden aangetekend bij het Milieucollege, C.C.N. - Kunstberg 10-13, 1000 Brussel, overeenkomstig artikel 89, § 1 van de ordonnantie. U beschikt over een termijn van 30 dagen, te tellen vanaf deze kennisgeving, om via aangetekend schrijven beroep aan te tekenen.

Benoit Willocx a.i., Adjunct-Directeur-generaal a.i.

Barbara DEWULF, Directrice-generaal a.i.

^