gepubliceerd op 27 augustus 2012
Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode
23 JULI 2012. - Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Executieve, bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 66 van de ordonnantie van 17 juli 2003, zoals ingevoegd bij de ordonnantie van 1 april 2004, wordt als volgt aangevuld : « Indien de betwisting betrekking heeft op het einde van de huurovereenkomst van bepaalde duur, bedragen de in de leden 1, 3, 4, 5 en 7 voorziene termijnen respectievelijk vier, vijftien, vijfenveertig, vijftien en dertig dagen, terwijl de in lid 6 voorziene termijnen respectievelijk vier, vijftien en drie dagen bedragen. ».
Art. 3.Artikel 158 van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. - Met uitzondering van de overeenkomsten opgesteld in uitvoering van het openbaar beheersrecht bedoeld in de artikelen 18 tot en met 22, gelden de door de Regering vastgestelde standaardhuurovereenkomsten voor een duur van negen jaar voor huurders wier huurovereenkomst in werking treedt op 1 januari 2013 of later. § 2. - Na acht jaar en onverminderd de toepassing van de gemeenrechtelijke regels inzake de uitvoering van overeenkomsten, en met name artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek, evalueren de huisvestingsmaatschappijen de siuatie van het gezin en dit zowel wat betreft zijn inkomen als zijn samenstelling : 1° indien het inkomen van het gezin hoger ligt dan 150 % van het toegangsinkomen gedurende de twee laatste jaren, zal de huurovereenkomst worden beëindigd middels een opzegtermijn van 6 maanden;in het tegenovergestelde geval wordt de huurovereenkomst automatisch verlengd met een periode van drie jaar. Indien dit inkomen in de loop van de opzegtermijn opnieuw onder dit plafond van 150 % zou vallen door een beslissing of een voorzienbare of onvoorzienbare omstandigheid die al dan niet reeds bekend was op het moment van de kennisgeving van de opzegtermijn en buiten de wil van de huurder geschiedt, kan deze laatste de BGHM bij hoogdringend vatten, overeenkomstig de door de Regering vast te stellen modaliteiten; 2° indien het gezin een bovenmatige woning betrekt en een door een huisvestingsmaatschappij voorgestelde woning weigert die vergelijkbaar comfort biedt, gelegen is in dezelfde gemeente of binnen een straal van 5 km vanaf zijn huidige woning en aan zijn nieuwe gezinssamenstelling is aangepast, wordt de huurovereenkomst beëindigd middels een opzegtermijn van 6 maanden, voor zover de nieuwe huurprijs niet meer dan 15 % hoger ligt dan de oude huurprijs;in het tegenovergestelde geval wordt de bestaande overeenkomst beëindigd middels een opzegtermijn van 3 maanden en wordt een nieuwe huurovereenkomst gesloten voor een duur van drie jaar.
Indien, krachtens het vorige lid, de huurovereenkomst werd verlengd of een nieuwe huurovereenkomst werd gesloten, zal de in ditzelfde lid bedoelde evaluatie plaatsvinden op het einde van het tweede jaar van iedere nieuwe periode van drie jaar.
De Regering is ermee belast, vóór het verlopen van de eerste huurovereenkomsten voor bepaalde duur die worden gesloten vanaf 1 januari 2013, te voorzien in herhuisvestingshulp voor huurders wier huurovereenkomst werd beëindigd met toepassing van het eerste lid. § 3. - Gehandicapte personen en bejaarden die ouder zijn dan 65 jaar op het moment van de inwerkingtreding van de initiële huurovereenkomst, blijven onderworpen aan standaardhuurovereenkomsten van onbepaalde duur.
Bovendien wordt aan personen die onderworpen zijn aan de huurovereenkomst van negen jaar, maar die op het moment van het verlopen van de overeenkomst ondertussen gehandicapt zijn geworden, een huurovereenkomst van onbepaalde duur voorgesteld.
Middels een opzegtermijn van zes maanden, zal een einde worden gemaakt aan huurovereenkomsten van onbepaalde duur van personen wier statuut van gehandicapte zou komen te vervallen vanaf 1 januari 2013 en wier huurovereenkomst inging op die datum of later. In ruil zal aan hen een huurovereenkomst van bepaalde duur worden voorgesteld. Een soortgelijk stelsel is van toepassing op niet-gehandicapte gezinsleden indien, opnieuw vanaf 1 januari 2013, de gehandicapte persoon overlijdt of geen deel meer uitmaakt van de door de verhuurder gekende gezinssamenstelling. § 4. - Huurders die een nieuwe huurovereenkomst sluiten ten gevolge van een mutatie blijven eveneens onderworpen aan een standaardhuurovereenkomst van onbepaalde duur, voor zover hun initiële huurovereenkomst in werking is getreden vóór 1 januari 2013.
Indien de huurders wier initiële huurovereenkomst in werking is getreden op of na 1 januari 2013 een nieuwe huurovereenkomst sluiten ten gevolge van een mutatie, mag de duur van deze laatste overeenkomst opgeteld bij de duur van de vorige overeenkomst niet hoger liggen dan negen jaar of drie jaar, naargelang de mutatie al dan niet plaatsvindt in de loop van de eerste huurovereenkomst. ».
Art. 4.In artikel 159, § 1, van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « van onbepaalde duur » geschrapt.
Art. 5.In artikel 159, § 4, derde lid, van dezelfde ordonnantie, worden de woorden « van onbepaalde duur » geschrapt.
Art. 6.De Regering gaat jaarlijks over tot een evaluatie van de uitvoering van deze ordonnantie, die zij aan het Parlement voorlegt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 23 juli 2012.
Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting, Mevr. E. HUYTEBROECK Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken en Vervoer, Mevr. B. GROUWELS Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE _______ Nota Documenten van het Parlement : Gewone zitting 2011-2012.
A-299/1 Ontwerp van ordonnantie A-299/2 Verslag Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 20 juli 2012.