Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 21 december 2001
gepubliceerd op 01 mei 2002

Ordonnantie houdende wijziging van de ordonnantie van 12 februari 1998 tot oprichting van sociale woningbureaus

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031213
pub.
01/05/2002
prom.
21/12/2001
ELI
eli/ordonnantie/2001/12/21/2002031213/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2001. - Ordonnantie houdende wijziging van de ordonnantie van 12 februari 1998 tot oprichting van sociale woningbureaus (1)


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.In de Nederlandse tekst van het opschrift van de ordonnantie van 12 februari 1998 tot oprichting van sociale woningbureaus wordt het woord « woningbureaus » vervangen door « verhuurkantoren ».

In de Nederlandse tekst van het dispositief van dezelfde ordonnantie worden de woorden « woningbureau » en « woningbureaus » telkens vervangen door respectievelijk verhuurkantoor » en « verhuurkantoren ».

In de Nederlandse tekst van de artikelen 3, § 2, tweede lid, en 5, § 1 en 2, van dezelfde ordonnantie wordt het woord « bureau » telkens vervangen door « verhuurkantoor ».

Art. 3.In artikel 2 van dezelfde ordonnantie wordt een 1°bis ingevoegd, luidend als volgt : « 1°bis transitwoning : de woning die bestemd is voor een specifieke doelgroep waarvoor sociale begeleiding wordt ingesteld en die niet langer dan achttien maanden betrokken wordt; ».

Art. 4.Artikel 3 van dezelfde ordonnantie wordt gewijzigd als volgt : 1° Het tweede lid van § 2 wordt aangevuld met de volgende zin : « Het sociaal verhuurkantoor kan eveneens gebouwen kopen bestemd voor woningen.De maximale aankoopprijs die afhankelijk zal zijn van het aantal woningen in het gebouw dat moet worden aangekocht, zal worden bepaald door de regering. » 2° Het derde lid van § 2 wordt vervangen als volgt : « De regering stelt de volgende standaardakten vast : 1° De standaardovereenkomst tussen de huurder en het sociaal verhuurkantoor of de houder van zakelijke rechten;2° Het standaardbeheersmandaat voor een woning of een gebouw, dat de betrekkingen regelt tussen de houder van zakelijke rechten en het sociaal verhuurkantoor;3° De bewoningsovereenkomst tussen de bewoner van de transitwoning en het sociaal verhuurkantoor.»; 3° In § 3 worden de woorden « in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen zijn en » ingevoegd tussen het woord « moeten » en de woorden « voldoen aan de door de regering gestelde bewoonbaarheidsvoorwaarden ».

Art. 5.§ 1. Artikel 5, § 1, tweede streepje, van dezelfde ordonnantie wordt aangevuld met de tekst : « voor woningen toegekend aan gezinnen net inkomsten die 50 % hoger liggen dan de toelatingsinkomsten voor de sociale woningen ». § 2. In artikel 5 van dezelfde ordonnantie wordt een § 1bis ingevoegd luidende : « Wanneer het sociaal verhuurkantoor eigenaar is van een gebouw, wordt het bedrag van de huur die door het gezin wordt betaald aan het sociaal verhuurkantoor voor een woning van het gebouw bepaald door de regering op basis van de raming van de huurprijs van deze woning die zo verminderd wordt dat men hoe dan ook een lagere huurprijs verkrijgt dan de huurprijzen op de particuliere markt voor goederen met vergelijkbare voorzieningen en een vergelijkbare ligging. »

Art. 6.Artikel 7, 3°, eerste lid, van dezelfde ordonnantie wordt vervangen door de volgende bepaling : « met het oog op de verwezenlijking van hun doel op zijn minst een samenwerkingsakkoord sluiten met één of meer gemeenten of O.C.M.W.'s op het grondgebied waarvan de meeste goederen die door het sociaal verhuurkantoor beheerd worden gelegen zijn of op het grondgebied waarvan het verhuurkantoor zijn project wil ontwikkelen. Dit akkoord kan een vastgesteld aantal door het sociaal verhuurkantoor beheerde woningen voorbehouden aan een door de gemeente of het O.C.M.W. geselecteerde doelgroep, op voorwaarde dat deze woningen gelegen zijn op het grondgebied van de gemeente of het O.C.M.W. in kwestie. De regering zal de minimumeisen voor dit akkoord vaststellen, met name wat het toezicht op de sociale finaliteit betreft. »

Art. 7.Artikel 8, § 1, van dezelfde ordonnantie wordt gewijzigd als volgt : « § 1. Om in aanmerking te komen voor een woning beheerd door het sociaal verhuurkantoor : 1° Mag het gezin niet meer inkomsten hebben dan de toelatingsinkomsten voor een sociale woning. Een derde van de door het sociaal verhuurkantoor beheerde woningen mag evenwel worden toegekend aan gezinnen wier inkomsten 50 % hoger liggen dan de toelatingsinkomsten voor een sociale woning; 2° Mag geen enkel gezinslid een onroerend goed dat bestemd is als woning of voor beroepsdoeleinden in volle eigendom, in erfpacht of in vruchtgebruik hebben.Het sociaal verhuurkantoor kan voor individuele gevallen en in bijzondere omstandigheden met een gemotiveerde beslissing afwijken van deze bepaling.

Er wordt, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, een einde gemaakt aan de huurovereenkomst, indien vastgesteld wordt dat een valse verklaring is afgelegd bij het aanvragen van een woning.

De huurovereenkomst loopt ten einde na het verstrijken van dezelfde opzeggingstermijn wanneer de huurder of een lid van zijn gezin een onroerend goed dat bestemd is als woning of voor beroepsdoeleinden in volle eigendom, in erfpacht of in vruchtgebruik krijgt, tenzij ze in woning mogen blijven wonen krachtens een afwijking toegestaan overeenkomstig de bepalingen van het vorige lid. De standaardovereenkomst bedoeld in artikel 3, § 2, 1°, dient clausules in die zin te bevatten. » Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 21 december 2001.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Gewone zitting 2001/2002. Documenten van de Raad. - A - 223/1 Ontwerp van ordonnantie, A - 223/1. - Verslag, A - 223/2. - Amendementen na verslag, A - 223/3.

Volledig verslag. - Bespreking. Vergadering van donderdag 13 december 2001. - Aanneming.Vergadering van vrijdag 14 december 2001.

^