Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 december 2002
gepubliceerd op 15 januari 2003

Besluit van het Verenigd College tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van subsidies aan deze diensten, voor het Brusselse Gewest

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2003031002
pub.
15/01/2003
prom.
19/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/19/2003031002/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2002. - Besluit van het Verenigd College tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van subsidies aan deze diensten, voor het Brusselse Gewest


Het Verenigd College, Gelet op de ordonnantie van 21 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het jaar 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van subsidies aan deze diensten, voor het Brusselse Gewest, voor het laatst gewijzigd door het besluit van het Verenigd College van 20 december 2001;

Gelet op het Akkoord met de non-profitsector voor 2000-2005, gesloten op 23 juni 2000 met de sociale partners en goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het College van de Franse Gemeenschapscommissie en het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 december 2002.

Gelet op de Wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de verschillende bij dit besluit genomen maatregelen met het oog op een verbetering van de arbeidsomstandigheden van de werknemers van de non-profitsector, alsmede van de kwaliteit van de dienstverlening aan de bevolking, uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002; dat derhalve de betrokken diensten daarvan onverwijld in kennis dienen te worden gesteld;

Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, Besluit :

Artikel 1.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 1 augustus 1975 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van de subsidies aan deze diensten voor het Brusselse Gewest, voor het laatst gewijzigd door het besluit van het Verenigd College van 20 december 2001, worden de twee volgende leden tussen het derde en het vierde lid toegevoegd : « De Ministers bepalen het aantal gekwalificeerde beroepskrachten waarmee rekening wordt gehouden voor het toekennen van de subsidies.

Een uitbreiding van de betoelaagde personeelsleden is slechts mogelijk na de voorafgaande goedkeuring van de Ministers. »

Art. 2.In artikel 6, § 1, van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975 wordt gewijzigd als volgt : a) in 1° wordt de vermelding "1,35 EUR" door de vermelding "4,59 EUR" vervangen;b) een 1°bis luidend als volgt wordt ingevoegd : « 1bis ) bovendien wordt een subsidie van 0,86 EUR per uur prestatie aan de diensten toegekend.Het aantal gepresteerde uren is het aantal dat in 2001 werd aangegeven"; c) paragraaf 1 wordt als volgt aangevuld : « 6° een subsidie van 12,39 EUR per uur wordt voor de verplaatsingen van de gezins- of bejaardenhulpen toegekend, naar rata van één kwartier per prestatie voor maximum twee prestaties per dag".

Art. 3.Artikel 6, § 2, van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2 De in aanmerking te nemen bruto-uurbezoldiging voor de berekening van de subsidie mag de hierna volgende bedragen niet overschrijden : 1° voor de stagedoende hulpen : 5,30 EUR;2° voor de in artikel 2 bedoelde hulpen : - jonger dan 19 jaar : 7,46 EUR; - van 19 tot 21 jaar : 7,76 EUR; 3° voor de in artikel 2 bedoelde hulpen die de ouderdom van 21 jaar hebben bereikt of overschreden, volgens de hierna volgende weddeschaal, opgesteld in functie van de dienstjaren gepresteerd vanaf deze leeftijd : 8,05 EUR voor hulpen met minder dan twee jaar dienst; 8,34 EUR voor hulpen met twee tot vier jaar dienst; 8,63 EUR voor hulpen met vier tot zes jaar dienst; 8,92 EUR voor hulpen met zes tot acht jaar dienst; 9,22 EUR voor hulpen met acht tot tien jaar dienst; 9,51 EUR voor hulpen met tien tot twaalf jaar dienst; 9,80 EUR voor hulpen met twaalf tot veertien jaar dienst; 10,03 EUR voor hulpen met veertien tot zestien jaar dienst; 10,26 EUR voor hulpen met zestien tot achttien jaar dienst; 10,49 EUR voor hulpen met achttien tot twintig jaar dienst; 10,75 EUR voor hulpen met twintig tot tweeëntwintig jaar dienst; 10,98 EUR voor hulpen met tweeëntwintig tot vierentwintig jaar dienst; 11,22 EUR voor hulpen met vierentwintig tot zesentwintig jaar dienst; 11,46 EUR voor hulpen met zesentwintig tot achtentwintig jaar dienst; 11,69 EUR voor hulpen met achtentwintig tot dertig jaar dienst; 11,93 EUR voor hulpen met dertig tot tweeëndertig jaar dienst; 12,17 EUR voor hulpen met tweeëndertig tot vierendertig jaar dienst; 12,40 EUR voor hulpen met vierendertig tot zesendertig jaar dienst; 12,64 EUR voor hulpen met zesendertig tot achtendertig jaar dienst; 12,88 EUR voor hulpen met achtendertig tot veertig jaar dienst. 13,11 EUR voor hulpen met meer dan veertig jaar dienst.

Art. 4.In artikel 6, § 4, tweede lid, van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975, worden de woorden " vijfentwintig en per schijf van vijfentwintig" vervangen door de woorden : " twintigen per schijf van twintig".

Art. 5.In artikel 6, §§ 4 en 5, van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975 worden de vermeldingen "1 338 969 F" en "649 459 F" respectievelijk door de vermeldingen "34.533,13 EUR" en "16.750,10 EUR" vervangen.

Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit van 1 augustus 1975, worden de woorden "met ingang van elk trimester" vervangen door het woord "Jaarlijks".

Art. 7.In artikel 11, § 1, van voornoemd koninklijk besluit van 1 augustus 1975, wordt het tweede lid door de volgende leden vervangen : Elke organisatie wordt een budget ter beschikking gesteld, dat rekening houdend met het recht op vorming van elk personeelslid en in overleg tussen werkgevers en werknemers aan vorming moet worden besteed.

Een subsidie ten bedrage van 14,87 EUR per uur, voor een minimum van 20 uur en een maximum van 30 uur per jaar en per voltijdse equivalente hulp, wordt voor de bijscholing toegekend.

Een subsidie ten bedrage van 14,87 EUR per uur wordt toegekend voor de teamvergaderingen, naar rata van minimum 4 uur en maximum 6 uur, per gesubsidieerde hulp en per maand.

Een subsidie ten bedrage van 14,87 EUR per uur wordt toegekend voor de externe coördinatie, naar rata van maximum 12 uur, per gesubsidieerde hulp en per jaar. »

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.

Art. 9.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 december 2002.

Voor het Verenigd College, Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, G. VANHENGEL

^