Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 04 juli 2002
gepubliceerd op 20 juli 2002

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 19 november 1998 tot organisatie van de sociale verhuurkantoren

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2002031389
pub.
20/07/2002
prom.
04/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/04/2002031389/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van 19 november 1998 tot organisatie van de sociale verhuurkantoren


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 12 februari 1998 tot oprichting van sociale verhuurkantoren, gewijzigd bij de ordonnantie van 21 december 2001;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 november 1998 tot organisatie van de sociale verhuurkantoren;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 juni 2002;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 4 juli 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de ordonnantie van 21 december 2001 houdende wijziging van de ordonnantie van 12 februari 1998 tot oprichting van sociale verhuurkantoren slechts werd bekendgemaakt op 1 mei 2002 en dat de financiële toestand van de sector ertoe strekt dat onverwijld een reglementering wordt ingesteld die de sociale verhuurkantoren een financieringswijze kan waarborgen die aan hun behoeften is aangepast;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 november 1998 tot organisatie van de sociale verhuurkantoren worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In 1° worden de woorden « 16 januari » vervangen door de woorden « 12 februari ».b) In 2° worden de woorden « of de Staatssecretaris » ingevoegd tussen de woorden « Minister » en « bevoegd voor Huisvesting ».c) In 3° worden de woorden « één jaar » vervangen door de woorden « achttien maanden ».

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) punt 3° wordt vervangen door de volgende bepaling : « in voorkomend geval het activiteitenverslag alsmede de rekeningen en de balans van het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de erkenning wordt aangevraagd »;b) punt 8° wordt geschrapt;c) in punt 12° worden de woorden « bedoeld in artikel 7, 3°, 1e lid, van de ordonnantie van 12 februari 1998 tot oprichting van sociale verhuurkantoren, zoals deze werd gewijzigd bij de ordonnantie van 21 december 2001 » ingevoegd tussen de woorden « het samenwerkingsakkoord » en de woorden « met de gemeente » .d) in punt 13° worden de woorden « in voorkomend geval » ingevoegd tussen het cijfer « 13° » en de woorden « de lijst met de personeelsleden ».

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. de eerste paragraaf wordt vervangen als volgt : « § 1.Het samenwerkingsakkoord, bedoeld in artikel 7, 3°, 1e lid, van de voormelde ordonnantie van 12 februari 1998 wordt gesloten voor een duur van minstens één jaar en van ten hoogste vijf jaar. Het kan hernieuwd worden. »; 2. in de tweede paragraaf wordt tussen tweede en het derde lid een lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Al de bijdragen aan woningen samen die op het moment van deze bijdrage voldoen aan de normen van het koninklijk besluit van 8 juli 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan ten minste voldaan moet zijn wil een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats in overeenstemming zijn met de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid en waarvan de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn eigenaar zijn of de zakelijke rechten volledig of gedeeltelijk in eigendom hebben, mogen niet meer bedragen dan 20 woningen per sociaal verhuurkantoor als dit minder dan 100 woningen beheert en niet meer dan 20 procent van zijn woningenbestand als het meer dan 100 woningen beheert.De sociale verhuurkantoren die bij de inwerkingtreding van dit besluit evenwel het plafond van woningen afkomstig van gemeenten of OCMW's overschrijden, mogen deze binnen hun bestand behouden, maar mogen geen nieuwe woningen van hetzelfde type overnemen zolang zij zich niet opnieuw onder dit plafond bevinden. »; 3. de tweede paragraaf, tweede lid, tweede streepje, wordt vervangen door de volgende bepaling : « - de samenwerkingswijze tussen het sociaal verhuurkantoor en de gemeente of het O.C.M.W., inzonderheid de toewijzingsregels voor een deel van de door het sociaal verhuurkantoor beheerde woningen aan een doelgroep die door de gemeente of het OCMW en door het sociaal verhuurkantoor gezamenlijk omschreven wordt. »

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 4.§ 1. De huurovereenkomst die tussen de houder van zakelijke rechten en het sociaal verhuurkantoor gesloten wordt, moet in overeenstemming zijn met de verhuringsovereenkomst vervat in bijlage I van dit besluit.

De mandaatovereenkomst van beheer voor een woning of een gebouw, die tussen de houder van zakelijke rechten en het sociaal verhuurkantoor gesloten wordt, moet in overeenstemming zijn met de overeenkomst vervat in bijlage II van dit besluit.

De huurovereenkomst en de overeenkomst voor de bewoning van een transitwoning die het sociaal verhuurkantoor bindt aan zijn huurder, hetzij deze laatste met de houder van zakelijke rechten, als de woning overeenkomstig bijlage III aan het sociaal verhuurkantoor werd toevertrouwd middels een mandaatovereenkomst van beheer vermelden respectievelijk de bepalingen van de overeenkomsten vervat in de bijlagen IV en V van het besluit. § 2. Elke aanvullende bepaling die strijdig is met de bepalingen van deze modelovereenkomsten sluit de betrokken woning uit van het toepassingsgebied van dit besluit. »

Art. 5.Er wordt een hoofdstuk IIIbis ingevoegd dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IIIbis . - Voorwaarden voor de aankoop door het sociaal verhuurkantoor van gebouwen bestemd voor woningen Art. 5bis . § 1. Overeenkomstig artikel 3, § 2, 3e lid, van de ordonnantie mag het sociaal verhuurkantoor een gebouw of een deel van een gebouw slechts aankopen als de aankoopprijs voor dit gebouw lager is dan : 1° 750 euro/m2 bruto oppervlakte voor gebouwen of delen van gebouwen waarvan het grootste deel van de oppervlakte bestaat uit woningen van het type studio of met ten hoogste één slaapkamer;2° 870 euro/m2 bruto oppervlakte voor gebouwen of delen van gebouwen waarvan het grootste deel van de oppervlakte bestaat uit woningen met ten hoogste drie slaapkamers;3° 990 euro/m2 bruto oppervlakte voor gebouwen of delen van gebouwen waarvan het grootste deel van de oppervlakte bestaat uit woningen met meer dan drie slaapkamers § 2.Onder bruto-oppervlakte van een gebouw dat in hoofdzaak bestemd is voor woningen dient te worden verstaan de som van heel de als huisvesting bestemde oppervlakte, gemeten vanaf de buitenzijde van de muren of vanaf de as van de gemene muren. Deze oppervlakten worden verhoogd met de oppervlakte van de gemene delen die rechtstreeks dienen voor de toegang tot de woningen naar evenredigheid van de verhouding tussen de als huisvesting bestemde oppervlakte en de oppervlakte bestemd voor andere functies. »

Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt de volgende wijziging aangebracht : 1. Paragraaf 2, eerste lid, punt b , wordt angevuld met « , tenzij deze is uitgerust met een elektrisch of mechanisch extractiesysteem ».

Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. In dit artikel worden de woorden « 10 jaar » vervangen door de woorden « twaalf jaar ».2. Paragraaf 2 wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor een gezin bestaande uit één enkele volwassene met één of meerdere kinderen moet de woning minstens één kamer hebben;daarbij mogen de kamers uitsluitend bestemd zijn om door de kinderen gebruikt te worden volgens de voorwaarden gesteld in § 3, 2°. » 3. Paragraaf 3 wordt vervangen door de volgende bepalingen : De minimaal bewoonbare oppervlakte van de verschillende vertrekken waaruit de woning bestaat zijn de volgende : 1° voor het geheel bestaande uit de keuken en de woonkamer(s), 20 m2 te verhogen met 2 m2 voor elke bijkomende persoon en vanaf vijf personen, 1 m2 per bijkomende persoon; 2 voor de slaapkamers, 6 m2 voor een persoon alleen, 8 m2 voor twee kinderen van jonger dan 18 jaar, 10 m2 voor twee meerderjarigen en 12 m2 voor drie kinderen van jonger dan 12 jaar. 4. In paragraaf 4 wordt het woord « minstens » ingevoegd tussen het woord « moet » en het begrip « 26 m2 voor de woningen betrokken door één persoon ».

Art. 8.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 9.Overeenkomstig artikel 5 van de ordonnantie mogen de beheerskosten voor gezinnen met een inkomen dat 50 % hoger ligt dan de toelatingsinkomsten tot de sociale huisvesting niet meer bedragen dan 10 % van het huurgeld dat aan de houder van het zakelijk recht wordt doorgestort. »

Art. 9.In artikel 12, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In 1°, worden de woorden « van de laatste drie boekjaren » vervangen door de woorden « van het laatste boekjaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de aanvraag gebeurt ».b) In 3°, worden de woorden « op het einde van de maand die de indiening van de aanvraag voorafgaat en opgemaakt volgens het model vermeld in bijlage IV » vervangen door de woorden « op 30 september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de aanvraag gebeurt en opgemaakt volgens het model vermeld in bijlage VI.». c) Er wordt een punt 4° ingevoegd dat luidt als volgt : « 4° een document dat in voorkomend geval toelichting verstrekt bij de wijzigingen die zich hebben voorgedaan tijdens het laatste boekjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de aanvraag is gebeurd met betrekking tot de regels voor de toewijzing van de woningen, voor het samenstellen en het houden van de inschrijvingsregisters, voor de berekening van de huur gestort door de huurders, voor de berekening van de huur gestort aan de houders van zakelijke rechten en tot de lijst met het personeel en met de taken die het verricht.»

Art. 10.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bedragen « 1 250 000 F » en « 625 000 F » worden vervangen door de bedragen « 42.150 euro » en « 21.100 euro »; b) In het derde lid van de Franse tekst wordt het woord « sociale » ingevoegd tussen de woorden « l'agence immobilière » en het woord « subsidiée ».

Art. 11.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen door : Tot 50 woningen beloopt het forfaitaire deel 42.150 euro. Wordt dit aantal overschreden, dan kan dit bedrag verhoogd worden met 17.400 euro voor de aangebroken schijf van 50 woningen en met 12.400 euro voor de volgende aangebroken schijven, mits de Regering hier vooraf mee instemt, maar zonder 96.700 euro te overschrijden. Voor de berekening van het aantal woningen dat in aanmerking komt voor het forfaitaire deel van de subsidie worden woningen met vier kamers of meer aanzien als twee woningen. 2° In § 3 : a) wordt in de eerste zin het bedrag « 13 750 F » vervangen door het bedrag « 450 euro »;b) wordt in 1° het bedrag « 5 500 F » vervangen door het bedrag « 450 euro »; c) wordt punt 2° vervangen als volgt : « 2° 1.240 euro voor de nieuwe woningen die door het sociaal woningbureau in beheer genomen of gehuurd worden in de loop van de twaalf maanden voorafgaand aan de datum waarop de subsidie-aanvraag werd ingediend »; d) wordt in 3° het bedrag « 13 750 F » vervangen door het bedrag « 450 euro », en het begrip « 10 % » door het begrip « 20 % »;e) wordt punt 4 vervangen als volgt : « 4° 595 euro voor studio's en woningen met één kamer, 745 euro voor woningen met twee of drie kamers en 895 euro voor woningen met vier kamers en meer, voor zover deze woningen betrokken worden door huurders met een inkomen kleiner dan de toelatingsinkomsten tot de sociale huisvesting.Deze inkomsten worden vastgesteld op grond van een attest van het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn, van een uitbetalingsinstelling voor de werkloosheidsuitkering, van het Fonds voor Arbeidsongevallen of een verzekeringsonderneming met vaste premie of een gemeenschappelijke verzekeringskas erkend overeenkomstig de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, van het Fonds voor Beroepsziekten, van de Nationale Dienst voor Pensioenen of van de instelling die een overheidspensioen uitbetaalt, van de jaarlijkse afrekening of de loonfiches afkomstig van de werkgever van de huurders of van een uitbetalingsinstelling voor vervangingsuitkeringen bij gebrek aan enige andere inkomsten. » 3° Paragraaf 4 wordt gewijzigd als volgt : a) de woorden « overeenkomstig §§ 3 en 4 » worden vervangen door de woorden « overeenkomstig de derde paragraaf »;b) § 4 wordt aangevuld als volgt : « of voor woningen die bewoond zijn bij het sluiten van de voormelde overeenkomsten op voorwaarde dat de huurder recht krijgt op een huurgeld dat is vastgesteld op grond van de onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Kolom 1. Maximaal door de huurder te betalen huurgeld in euro voor de goederen die toebehoren aan het sociaal verhuurkantoor of die in erfpacht werden gegeven en die niet onderworpen werden aan een renovatie-operatie van meer dan 7.500 euro tijdens de 10 jaar die voorafgaan aan het jaar waarin het huurgeld wordt ontvangen.

Kolom 2 Maximaal door de huurder te betalen huurgeld in euro voor de overige goederen die niet in kolom 1 worden bedoeld.

Kolom 3 Maximaal in euro te betalen huurgeld aan de eigenaar of aan de houder. 4° Er wordt een paragraaf 4bis ingevoegd die luidt als volgt : « Overeenkomstig artikel 6, § 2, 1°, van de ordonnantie is het sociaal verhuurkantoor gehouden aan een tegemoetkoming in het huurgeld krachtens de tabel van artikel 14, § 4, en dit als volgt : als de huur die het sociaal verhuurkantoor en de houder van zakelijke rechten zijn overeengekomen hoger is dan het bedrag vermeld in kolom 1 of 2 al naargelang van het soort overeenkomst, dan is het sociaal verhuurkantoor verplicht tot een tegemoetkoming in het huurgeld ten bedrage van het verschil tussen het werkelijk aan de houder van de zakelijke rechten betaalde huurgeld en het bedrag vermeld in kolom 1 of 2. Het sociaal verhuurkantoor kan evenwel tegemoetkomen in het huurgeld voor een groter bedrag dan de verschillen waarover hoger sprake; toch mag het door de huurder betaalde huurgeld nooit minder bedragen dan 50 % van het maximale huurbedrag vermeld in kolom 1 en 2 van de tabel, al naargelang van het soort overeenkomst.

Anderzijds dient het met de houder van zakelijke rechten overeengekomen huurgeld verplicht lager of gelijk te zijn dan de bedragen in de rechtse kolom. »

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14bis ingevoegd dat luidt als volgt : « 14bis . Het sociaal verhuurkantoor moet een huurcapaciteit van vijftig woningen bereiken binnen een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de eerste erkenning van het sociaal verhuurkantoor. Voor de sociale verhuurkantoren die deze aanvraag hebben ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit gaat deze termijn van vijf jaar pas in vanaf de inwerkingtreding.

Gebeurt dit niet, dan kan het kantoor geen beroep meer doen op subsidies gedurende een periode van vijf jaar, tenzij het vóór het verstrijken van die termijn de huurcapaciteit van 50 woningen bereikt. »

Art. 13.Artikel 15, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. Wat de werken bedoeld in artikel 6, § 1, 1°, van de ordonnantie betreft, kunnen enkel betoelaagd worden de opknappingswerken die het gevolg zijn van sleet door normaal gebruik of ouderdom, voor een bedrag van ten hoogste 1.860 euro, excl. BTW, per woning.

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 15bis ingevoegd dat luidt als volgt : « Art. 15bis . De geldbedragen vermeld in de artikelen 14, § 3, 4°, 14, § 4, en 15, § 2, van dit besluit worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd met toepassing van de volgende indexeringsformule : het nieuwe bedrag is gelijk aan het te indexeren basisbedrag vermenigvuldigd met de prijsindex voor de maand augustus van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van de herziening gedeeld door de prijsindex voor augustus 2002. »

Art. 15.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « aanslagbiljetten of » worden geschrapt;2° de woorden « bedoeld in artikel 14, § 3, 4° » worden ingevoegd tussen de woorden « andere stukken » en de woorden « die bewijzen ».

Art. 16.Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2002.

Art. 17.De Minister of Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, op 4 juli 2002.

Voor de Regering : F.-X. de DONNEA, Minister-Voorzitter.

E. TOMAS, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting.

Art. N1., - Bijlage I VERHURINGSOVEREENKOMST Tussen de ondergetekenden (A) de heer . . . . . en zijn echtgenote (B) Mevrouw . . . . . beiden gehuisvest te . . . . . hierna "de verhuurder" genoemd enerzijds en . . . . . de vereniging zonder winstoogmerk met maatschappelijke zetel gevestigd te . . . . . waarvan de statuten werden bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van ......................................... onder het nr. .......... erkend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als sociaal verhuurkantoor op ......................................... hierna "de huurder" genoemd.

PREAMBULE Overwegende dat de huurder, als sociaal verhuurkantoor, tot doel heeft woningen te huren als hoofdhuurder en deze woningen in onderhuur te geven aan minstbedeelden of aan personen die in een sociaal moeilijke toestand verkeren;

Dat de huurder de verhuurder zekerheid geeft inzake de huurwaarborg, de betaling van de juiste huurprijs en de herstelling van het goed in de oorspronkelijke staat op het einde van de huur, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom.

Overwegende dat de huurder de woning onderverhuurt aan een huurder die beantwoordt aan een profiel van vastgestelde maximale inkomens en dat hij indien nodig in de organisatie van een sociale begeleiding voorziet.

Overwegende dat de verhuurder kennis heeft genomen van de door de huurder nagestreefde doelen en van de aangewende middelen om deze te bereiken;

Dat deze overeenkomst deel uitmaakt van een project dat de huurder in staat stelt zijn maatschappelijk doel te bereiken terwijl de verhuurder zijn goed in alle financiële zekerheid kan laten opbrengen;

Overwegende dat de partijen bij de vaststelling van de huurprijs uitdrukkelijk rekening hebben gehouden met de waarborgen die de verhuurder zal genieten, zoals hierboven bepaald alsook met de specifieke kenmerken van het verhuurde goed (voorwaarden van vraag en aanbod, ligging van het goed, omgeving, enz.), IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT : 1. Voorwerp van de overeenkomst. De verhuurder verhuurt aan de huurder die aanvaardt: het gebouw/deel van het gebouw/appartement (...... verdieping) gelegen te 1... BRUSSEL en bestaande uit . . . . . . . . . . . . . . .

De verhuurder verklaart op de hoogte te zijn dat het hierboven nader beschreven goed door de huurder volledig zal worden onderverhuurd aan één of meer onbemiddelde of in een moeilijke sociale positie verkerende natuurlijke personen, die het goed exclusief zullen bestemmen als hun hoofdverblijfplaats. De verhuurder verklaart uitdrukkelijk het te aanvaarden. 2. Duur. a) De verhuringsovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van minstens drie jaar, ingaande op .................... en eindigend op ...................., na opzegging door de ene of de andere partij minstens drie maanden vóór het einde van de overeengekomen termijn.

Deze huurovereenkomst kan evenwel worden opgezegd na het eerste of het tweede jaar, mits opzegging bij een ter post aangetekende brief door de ene of de andere partij minstens drie maanden vóór het einde van het eerste of het tweede jaar.

Onverminderd elk tegenstrijdig beding of overeenkomst bij gebrek aan een opzegging die binnen de vastgelegde termijnen ter kennis wordt gebracht na drie jaar of indien de huurder zonder verzet van de verhuurder na de vervaldatum in de woning blijft wonen en zelfs indien een nieuwe overeenkomst wordt gesloten tussen de partijen, wordt de huurovereenkomst geacht gesloten geweest te zijn voor een periode van negen jaar vanaf de datum waarop de oorspronkelijke huurovereenkomst van korte duur van kracht is geworden. Deze overeenkomst wordt dan geregeld bij artikel 3, §§ 2 tot 5, van de wet van 20 februari 1991, gewijzigd bij deze van 13 april 1997. In dat geval blijven de huurprijs en de andere voorwaarden onveranderd ten opzichte van deze die in de oorspronkelijke overeenkomst werden bepaald, onverminderd de toepassing van de regelen inzake indexering en herziening van de huurprijs en van de lasten. b) De huurovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van negen jaar, ingaande op .................... en eindigend op ...................., na opzegging bij aangetekende brief door de ene of de andere partij minstens zes maanden vóór het einde van de vervaldatum.

De verhuurder verklaart uitdrukkelijk af te zien van zijn rechten bepaald door artikel 3, §§ 2, 3 en 4, van de wet van 20 februari 1991, gewijzigd bij de wet van 13 april 1997.

De huurder kan op elk ogenblik een einde maken aan deze huurovereenkomst, mits opzegging bij aangetekende brief drie maanden vooraf en betaling van een vergoeding gelijk aan drie, twee of één maand huur, indien de huurovereenkomst ten einde loopt vóór het einde van het eerste, het tweede of het derde jaar van de huurovereenkomst. 3. Huurprijs. Deze verhuring wordt aangegaan en aanvaard tegen betaling van een maandelijkse huurprijs van .................... euro. Deze huurprijs is vooruit betaalbaar binnen de eerste tien dagen van de maand waarop hij betrekking heeft en hij wordt, behoudens nieuwe instructies van de verhuurder, gestort op rekening nr. ........................................ 4. Indexering. De huurprijs wordt eenmaal per verhuringsjaar aangepast op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst onder de voorwaarden bepaald bij artikel 1728bis van het Burgerlijk Wetboek.

Deze aanpassing gebeurt volgens de onderstaande formule : basishuurprijs x nieuw indexcijfer/basisindexcijfer 5. Waarborg. Om de goede en volledige uitvoering van zijn verplichtingen te garanderen, stelt de huurder de hieronder bepaalde waarborg ten gunste van de verhuurder, die hem zal worden teruggegeven bij zijn vertrek uit het gehuurde goed en na vaststelling door de verhuurder van de goede en volledige uitvoering van al zijn verplichtingen, met aftrek van de eventueel verschuldigde sommen. In geen geval kan de waarborg door de huurder worden aangewend voor de betaling van de huurgelden of welke lasten ook. De waarborg wordt op het einde van iedere huurperiode aangepast, zodat zij blijft overeenstemmen met de op dat ogenblik geldende huurprijs.

De waarborg stemt overeen met ...... maanden huur, hetzij een bedrag van .................... euro.

Ze is samengesteld uit (schrappen wat niet past) : 1. een overschrijving op een individuele rekening op naam van de huurder bij ........................................ De interesten op deze rekening worden gekapitaliseerd. Deze overschrijving gebeurt in één keer/wordt verdeeld over...... maandelijkse overschrijvingen van .................... euro.

Door de plaatsing verkrijgt de verhuurder het voorrecht op de activa van de rekening voor elke schuldvordering voortvloeiend uit de volledige of gedeeltelijke niet-nakoming door de huurder van zijn verplichtingen. 2. een borgtocht of een aval samengesteld uit .................... volgens de volgende modaliteiten : . . . . . 6. Lasten.a) Privé De abonnementen op water, gas, elektriciteit, telefoon, radio, televisie, centrale verwarming en andere vallen ten laste van de huurder, evenals alle daarmee verbonden lasten zoals de huur van de meters, de verbruikskosten, enz.b) Gemeenschappelijk Naast de hierboven vermelde huurprijs draagt de huurder zijn aandeel in de gemeenschappelijke lasten van het gebouw zoals bepaald door de beheerder of de verhuurder.De gemeenschappelijke huurlasten omvatten alle verbruiks- en onderhoudskosten met betrekking tot het gebouw en meer bepaald, zonder dat deze opsomming beperkend is : het verbruik van water, gas, elektriciteit, brandstoffen, de onderhouds- en verzekeringskosten voor de liften en gemeenschappelijke toestellen voor verwarming, verlichting en andere uitrustingen, de vergoedingen van de beheerder, de lonen, verzekeringen en sociale lasten van de conciërge en van het personeel belast met het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimten. 7. Provisies. Als provisie betaalt de huurder elke maand, samen met de huurprijs, de volgende bedragen : a)...... F voor de gemeenschappelijke lasten; b)...... F voor de verwarming; c)...... F voor het warm water; d)...... F voor het stadswater, of in totaal ...... F. Het maandelijksbedrag van de provisie voor privé lasten en gemeenschappelijke lasten wordt vastgesteld op .................... euro.

Deze provisie dekt de volgende lasten . . . . . . . . . .

Indien ze ontoereikend zijn, kunnen de bedragen van deze provisies worden gewijzigd.

Ze houden rekening met het vroegere verbruik, met de prijsevolutie en met de aanleg van eventuele brandstofvoorraden.

Ten minste eenmaal per jaar wordt een gedetailleerde afrekening van de lasten en van het verbruik aan de huurder overgemaakt. 8. Verzekeringen. De huurder zal de woning verzekeren tegen brand-, storm-, sneeuw- en ijsdrukrisico, waterschade, glasbreuk en vandalisme; deze verzekering moet ook betrekking hebben op de dekking van schade aan onroerende goederen als gevolg van diefstal of poging tot diefstal en op de persoonlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden ten gevolge van de gedekte gevaren, volgens de volgens modaliteiten : . . . . . 9. Plaatsbeschrijving. Het goed dat het voorwerp uitmaakt van deze overeenkomst wordt verhuurd in de staat waarin het zich bevindt. De huurder verklaart het te hebben bezocht en grondig te hebben geïnspecteerd. Hij erkent dat het goed beantwoordt aan de vereisten inzake veiligheid, hygiëne en bewoonbaarheid.

Bij de beëindiging van deze huurovereenkomst dient hij het goed achter te laten in de staat waarin hij het heeft gevonden bij zijn intrek, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom. De partijen komen overeen dat er, voordat de huurder het goed betrekt, een plaatsbeschrijving van het goed zal worden opgemaakt.

Tenzij anders overeengekomen wordt de plaatsbeschrijving bij het verlaten van het goed uiterlijk tijdens de laatste dag van de overeenkomst opgemaakt. 10. Wijzigingen aan het gehuurde goed. Alle werken, verfraaiingen, verbeteringen, wijzigingen van het gehuurde goed mogen enkel worden verricht met de schriftelijke instemming van de huurder.

Tenzij anders overeengekomen verwerft de verhuurder de wijzigingen zonder vergoeding. Deze laatste kan evenwel eisen dat het goed terug in zijn oorspronkelijke staat wordt hersteld als de wijzigingen zonder zijn schriftelijke toestemming werden verricht. 11. Onderhoud en herstellingen. Tenzij anders overeengekomen draagt de verhuurder de ruwbouwwerken, de grote herstellingen en in het algemeen alle herstellingen die nodig zouden worden, buiten de herstellingen ten laste van de huurder, overeenkomstig artikel 1720 van het Burgerlijk Wetboek.

Ten minste eenmaal per jaar, en ook wanneer hij het goed verlaat, laat de huurder op zijn kosten de centrale verwarmings- en waterverwarmingstoestellen onderhouden door een specialist en de boilers en geisers ontkalken. Hij staat ook in voor het onderhoud en de bijvulling van de bestaande ontkalkers en waterverzachters en voor het laten vegen van de schouwen.

Hij laat, zowel binnen als buiten, de ruiten en ramen vervangen die door welke oorzaak ook gebarsten of gebroken zijn. Hij herstelt alle schade, binnen of buiten, veroorzaakt door diefstal of poging tot diefstal. Hij houdt de luiken, alle water-, gas-, elektriciteits- en verwarmingstoestellen en -leidingen, de sanitaire installaties en afvoerleidingen, de bellen, de telefooninstallatie (... enz) in goede staat. Hij beschermt de leidingen en installaties tegen de inwerking van schade door vorst en zorgt ervoor dat de sanitaire toestellen, de leidingen en rioleringen niet verstopt raken. De huurder onderhoudt het appartement in propere staat en wast zo nodig het schilderwerk af.

In voorkomend geval onderhoudt hij de tuin.

Laat de huurder het onderhoudswerk en de herstellingen waarvoor hij moet instaan niet tijdig uitvoeren, dan heeft de verhuurder het recht na ingebrekestelling, betekend per aangetekende brief, deze werken door een derde op rekening van de huurder te laten uitvoeren. De huurder moet dan aan de verhuurder het bedrag van de door hem uitgegeven sommen betalen.

De huurder is verplicht de werken voor renovatie of herstelling in het gebouw te gedogen zelfs als ze meer dan veertig werkdagen duren en verklaart van elke schadeloosstelling wegens gebruikshinder af te zien. De huurder is verplicht de verhuurder of zijn afgevaardigde toegang te verlenen tot zijn woning indien de werken dit vereisen. 12. Verhaal. De huurder kan bij toevallige stopzetting of slechte werking van de diensten en toestellen in het gehuurde goed, waarvoor de verhuurder verantwoordelijk is, slechts verhaal uitoefenen tegen deze laatste indien vast staat dat hij, na te zijn verwittigd, niet onmiddellijk alle mogelijke maatregelen heeft genomen om daaraan te verhelpen.

De huurder gebruikt het goed als een goede huisvader en stelt de verhuurder onmiddellijk in kennis van enige schade aan het dak of alle andere grote herstellingen die wettelijk ten laste van de verhuurder vallen. 13. Onteigening. In geval van onteigening stelt de verhuurder de huurder daarvan in kennis. De huurder kan van de verhuurder geen enkele vergoeding eisen; hij kan zijn rechten enkel doen gelden tegen de onteigenaar en kan van hem geen enkele vergoeding eisen die in mindering zou worden gebracht van de vergoedingen die aan de verhuurder toekomen. 14. Aanplakking - bezoek. Drie maanden vóór de beëindiging van deze huurovereenkomst, zij het door het verstrijken van de vastgestelde huurperiode of door opzegging alsook wanneer het appartement te koop wordt gesteld, moet de huurder tot de dag van zijn vertrek toelaten dat er aanplakbiljetten worden aangebracht op de meest zichtbare plaatsen en dat de belangstellenden het goed vrij en volledig kunnen bezoeken volgens in onderlinge overeenstemming bepaalde modaliteiten.

Gedurende de volledige huurperiode mag de verhuurder of zijn afgevaardigde het goed bezoeken na afspraak. 15. Huishoudelijk reglement. De huurder is gehouden het reglement van mede-eigendom en het huishoudelijk reglement na te leven, evenals alle wijzigingen die er worden in aangebracht, en hij moet toezien op de uitvoering ervan. Hij verbindt zich tot naleving van alle beslissingen die de vergadering van mede-eigenaars heeft genomen of zal nemen, overeenkomstig het reglement van mede-eigendom. De huurder kan deze documenten inkijken bij ........................................ 16. Taksen en belastingen. Elke taks die door de overheid geïnd wordt ten gevolge van een dienstverlening aan de bewoners van het gebouw valt ten laste van de huurder, met uitzondering van de onroerende voorheffing. De aanvraag om vermindering van de onroerende voorheffing, waarop de onderhuurder als gezinshoofd recht heeft wordt ingevuld en door de huurder aan de verhuurder overgemaakt. Deze laatste dient de aanvraag bij de administratie in. Er wordt rekening gehouden met deze verlaging bij de afrekening van de jaarlijkse lasten. 17. Hoofdelijkheid. De verplichtingen krachtens deze huurovereenkomst zijn ondeelbaar en hoofdelijk ten aanzien van de verhuurder, zijn erfgenamen of zijn rechthebbenden, uit welken hoofde ook. 18. Registratie. De verhuurder laat de huurovereenkomst registreren. De kosten van deze registratie vallen ten laste van . . . . .

Opgemaakt te Brussel op ...................., in vier exemplaren, waarvan er drie worden overgemaakt aan de verhuurder voor registratie, terwijl het vierde in handen van de huurder blijft.

De verhuurder, De huurder, Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 4 juli 2002.

F.-X. de DONNEA, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

E. TOMAS, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting.

Art. N2 - Bijlage II MANDAAT VAN BEHEER VOOR EEN WONING OF EEN GEBOUW Tussen de ondergetekenden . . . . . adres (woonplaats of maatschappelijke zetel) . . . . . houder van de hierna vermelde rechten op de woning of het gebouw hierna de "lastgever" genoemd enerzijds en . . . . . de vereniging zonder winstoogmerk met maatschappelijke zetel gevestigd te . . . . . waarvan de statuten werden bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van .............................. onder het nr. ............................... erkend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als sociaal verhuurkantoor op ........................................ hierna de "mandaathouder" genoemd anderzijds PREAMBULE Overwegende dat de mandaathouder tot doel heeft als sociaal woningbureau de toegang tot de huisvesting mogelijk te maken voor minstbedeelden of personen die in een sociaal moeilijke toestand verkeren;

Dat de mandaathouder de lastgever de huurwaarborg, de betaling van de juiste huurprijs en de herstelling van de plaats in goede staat op het einde van de huurovereenkomst, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom, waarborgt;

Overwegende dat de mandaathouder, rekening houdend met het feit dat de woning verhuurd wordt aan een huurder die aan een bepaald profiel inzake maximuminkomens beantwoordt, voor de organisatie indien nodig van een sociale begeleiding zorgt;

Overwegende dat de lastgever kennis heeft genomen van de doelstellingen van de mandaathouder en van het systeem om ze te bereiken;

Dat dit mandaat in een project kadert dat de huurder toelaat zijn sociale doelstelling te verwezenlijken en de verhuurder zijn goed te rentabiliseren in volle financiële zekerheid;

Overwegende dat bij het bepalen van de huurprijs van deze overeenkomst de partijen uitdrukkelijk rekening hebben gehouden met de zekerheden, waarvan de lastgever zal genieten, zoals hierboven bepaald en met de kenmerken van het verhuurde goed, WORDT DE VOLGENDE OVEREENKOMST GESLOTEN Voorwerp.

Artikel 1.De lastgever vertrouwt het actieve en passieve beheer van de volgende goederen aan de mandaathouder toe : straat/nr. : . . . . . postcode/gemeente : 1... BRUSSEL .................................................... kadastrale sectie van het gebouw : ........................, oppervlakte : ............... m2.

De lastgever geeft bijgevolg voor de hele duur van de overeenkomst aan de mandaathouder volledige of gedeeltelijke machtiging om voor hem en op zijn naam : - alle contracten en huurcontracten afsluiten voor de duur, in de vormen, aan de personen, tegen de prijs, met de lasten en onder de voorwaarden die de mandaathouder redelijk zal achten binnen de grenzen van dit mandaat : alle contracten en huurcontracten, zelfs deze die thans aan de gang zijn, met of zonder vergoeding verlengen, hernieuwen, opzeggen, alle vervreemdingen van contracten en onderhuurovereenkomsten, elk verlof geven en aanvaarden, tot elke plaatsbeschrijving over te gaan; - alle noodzakelijke of nuttige herstellingen, bouwwerken, verbeteringen laten verrichten; alle bestekken, opdrachten of contracten met alle personen, architecten, aannemers en werklui of met alle ondernemingen of besturen regelen, alle facturen regelen, van de huurders de herstellingen vereisen die ze moeten dragen. Een voorafgaande schriftelijke machtiging is vereist indien de door de mandaathouder ten laste van de lastgever in hetzelfde jaar vastgelegde bedragen hoger liggen dan ............ euro.

Voor werken voor meer dan 625 euro moet een offerteaanvraag worden bekendgemaakt en moeten er minstens 2 offertes worden ontvangen; - het gebouw tegen brand en andere risico's verzekeren, alle verzekeringspolissen ondertekenen, alle premies en bijdragen betalen, alle schadeverklaringen afleggen, alle verschuldigde vergoedingen in minnelijke schikking regelen of hiertoe een expert aanduiden, alle vergoedingen innen; - alle opdrachten en contracten afsluiten voor het onderhoud van de woning of van het gebouw, voor de verlichting, het abonnement voor water, gas en elektriciteit en voor alle andere voorwerpen, alle thans bestaande opdrachten en contracten hernieuwen of opzeggen en alles betalen wat hieruit zou voortvloeien; - alle aanvragen indienen met het oog op belastingverlichting of -aftrek, alle verzoeken hiertoe voorleggen, alle terugbetaalde bedragen ontvangen; - alle vervallen of nog verschuldigde huurgelden innen alsmede alle bedragen die de lastgever verschuldigd zijn door voormalige huurders of ten gevolge van andere oorzaken verbonden aan de woning/het gebouw; - de lastgever bij alle openbare besturen en onder meer bij de vuilophaaldiensten of de gemeenteoverheid vertegenwoordigen; - kwijtingen of schuldbevrijding voor alle ontvangen of betaalde sommen geven; - de lastgever voor het gerecht vertegenwoordigen zowel als eiser als verweerder in alle handelingen met betrekking tot de uitvoering van de huurovereenkomst en in alle handelingen met betrekking tot de verdediging van de belangen van de lastgever en die zijn goed betreffen, de stappen bij de openbare besturen en de eventuele beroepen bij de administratieve rechtbanken inbegrepen; bemiddelen en schikkingen treffen; elk beslag en alle daden van bewaring laten aanwenden en ze doen bekrachtigen; de kost van de inleiding en de uitvoering van deze procedures dragen, de kosten en de erelonen van de gekozen raadsman inbegrepen; - met het oog op voornoemde handelingen, alle akten, processen-verbaal en stukken verlijden en ondertekenen.

Duur van het mandaat.

Artikel 2.Dit mandaat wordt aanvaard en gesloten voor een periode van ................... (met minimum van 3 jaar), ingaande op .............................. en eindigend op ..............................

Bij gebrek aan een opzegging, betekend per aangetekende brief door één van de partijen, drie maanden vóór de vervaldatum van de overeenkomst, wordt huidig mandaat hernieuwd onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde duur.

Elke partij kan voortijdig een einde aan de overeenkomst maken na afloop van het eerste jaar mits kennisgeving van een opzegging drie maanden vóór de vervaldatum.

Daar huidige overeenkomst in het belang van beide partijen wordt afgesloten, is ze onherroepelijk. In geval van ernstige niet-naleving door de ene of de andere partij zal de overeenkomst evenwel eindigen binnen de acht dagen die volgen op de kennisgeving van de opzegging bij een ter post aangetekende brief.

Elke partij kan op elk ogenblik een einde maken aan de overeenkomst mits kennisgeving van een opzegging van drie maanden en betaling van een vergoeding gelijk aan één maand huur (facultatief).

Wordt het goed verkocht, dan eindigt het mandaat op de datum van de overdracht van eigendom. De lastgever moet deze datum aan de mandaathouder mededelen zodra hij er kennis van heeft en dit ten laatste binnen acht dagen na de ondertekening van het aankoopcompromis.

Wanneer het goed het voorwerp uitmaakt van een erfpacht eindigt het mandaat in elk geval op het einde van de huurovereenkomst. Op het einde van het mandaat wordt de lastgever verzocht de mandaathouder hiervan te informeren zodra hij er kennis van heeft.

Op de vervaldatum van het mandaat zal de lastgever de in het kader van dit mandaat ten opzichte van de huurder(s) aangegane verplichtingen moeten vervullen en zal de mandaathouder ontlast worden van alle verplichtingen en verantwoordelijkheid ten opzichte van de lastgever of de huurders.

Huurprijs.

Artikel 3.De netto huurprijs wordt vastgesteld per appartement, of per gebouw dat ......... woningen bevat, en per maand, op basis van de volgende tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De huurprijs zal aangepast worden aan de schommelingen (verhoging of vermindering) van het verbruiksindexcijfer op basis van de volgende formule : Basishuur ( ) * nieuwe index ( ) Nieuwe huurprijs = Basisindex ( ) De aanpassing aan de index zal in werking treden op de verjaardagsdatum van de overeenkomst. Het beginindexcijfer is dit van de maand die de datum van ondertekening van de overeenkomst voorafgaat.

In geval van onderhoudswerken, die ten laste van de lastgever worden uitgevoerd, zal een afrekening door de mandaathouder aan de lastgever tegelijkertijd opgestuurd worden.

De huur zal op rekening nr. ............................................. van de lastgever worden overgeschreven op ................., ten laatste de 10e dag van de maand volgend op de maand waarop de huur betrekking heeft.

Verplichtingen en waarborgen.

Artikel 4. § 1. De lastgever verbindt zich tot het ten laste nemen van : - de taksen ten laste van de eigenaar; - alle onderhoudskosten die hem door de wet zijn opgelegd.

De lastgever verbindt er zich toe alle nodige documenten, contracten, briefwisseling, de reeds afgesloten huurovereenkomsten, de eigendomsbewijzen, de uittreksels van de kadastrale legger, de verzekeringspolissen, de akten van de aan de gang zijnde procedures, de klachten alsmede elke informatie over de goederen aan de mandaathouder over te maken.

De mandaathouder zal vrijgesteld zijn van elke aansprakelijkheid voortvloeiend uit het gebrek aan mededeling van deze documenten en inlichtingen door de lastgever. § 2. De mandaathouder verbindt er zich toe ten opzichte van de lastgever : 1. elk trimester een afrekening op te maken met de inkomens en de uitgaven en het beschikbare saldo;de lastgever op de hoogte te brengen wanneer het saldo onvoldoende is om de verschillende uitgaven te dekken en hem in voorkomend geval te verzoeken om een bijkomende provisie te storten; 2. de eigenaar te informeren over het afsluiten van een nieuwe huurovereenkomst, de kennisgeving van een opzegging, de uitvoering van belangrijke werken, de inleiding van een procedure en van elke rechtshandeling in verband met het goed;3. de geldmiddelen op het einde van de huurovereenkomst alsmede de documenten en de contracten in verband met het beheer van het goed terug te geven. § 3. De mandaathouder verzekert de lastgever dat hij : 1. het goed degelijk zal onderhouden en indien nodig de herstellingen, waarvoor de huurder instaat, ten laste zal nemen;2. de huur van de al dan niet bewoonde woning zal betalen, zelfs als de huurder zijn huur niet betaald heeft;3. bij de opmaak van de plaatsbeschrijving op het einde van de overeenkomst de woning in de oorspronkelijke staat zal herstellen - indien de huurders in gebreke blijven - rekening houdend met de gewone sleet en in toepassing van de eventuele bijzondere overeenkomsten tussen de lastgever en de huurder. Vergoeding van het beheer.

Artikel 5.De beheerskosten worden in gezamenlijk akkoord op ................ % van de in artikel 3 bepaalde huurprijs vastgesteld.

Deze kosten bestaan uit : ...... % voor de eigenlijke beheerskosten; ...... % om het huurrisico te dekken (wanneer de woning leegstaat tussen vertrek en intrek van huurders of bij gebrek aan betaling van de huurder).

Plaatsbeschrijving.

Artikel 6.Bij de ondertekening van het mandaat wordt een plaatsbeschrijving van het gebouw en van elke woning in minnelijke schikking door de lastgever en de mandaathouder opgesteld. Deze plaatsbeschrijving wordt bij deze overeenkomst gevoegd.

Indien woningen reeds betrokken werden, wordt de plaatsbeschrijving die bij de intrek tussen de lastgever en de huurder werd opgesteld, in aanmerking genomen en bij deze overeenkomst gevoegd.

Bij gebrek aan een bestaande plaatsbeschrijving wordt overgegaan tot een plaatsbeschrijving in akkoord met de huurder en binnen een maximumtermijn van drie maanden te rekenen vanaf het afsluiten van deze overeenkomst.

Indien deze plaatsbeschrijving niet plaatsvinden kan, zal de woning beschouwd worden als zijnde in de staat waarin de huurder ze zal verlaten. De bij de intrek van een nieuwe huurder opgestelde plaatsbeschrijving zal gevoegd worden bij deze overeenkomst en zal als referentie dienen tussen de lastgever en de mandaathouder.

Op het einde van het mandaat worden het gebouw en de woningen - met uitzondering van de gewone sleet - aan de mandaathouder teruggegeven in de oorspronkelijke staat zoals beschreven in de bij deze overeenkomst gevoegde plaatsbeschrijving.

Geschillen.

Artikel 7.Elk geschil in verband met de uitvoering van deze overeenkomst wordt aan de bevoegdheid van de rechtbanken van Brussel onderworpen.

Opgemaakt te Brussel in drie exemplaren, op .............................., elke ondergetekende verklaart het exemplaar te bezitten dat voor hem bestemd is. (handtekeningen van) De lastgever De mandaathouder Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 4 juli 2002.

F.-X. de DONNEA, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

E. TOMAS Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting.

Art. N3. - Bijlage III - ONDERHUUROVEREENKOMST. Tussen de ondergetekenden : de vereniging zonder winstoogmerk . . . . . met maatschappelijke zetel gevestigd te . . . . . waarvan de statuten werden bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van.............................. . . . . . onder nr. . . . . . erkend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als sociaal verhuurkantoor op .......................... hierna "de verhuurder" genoemd enerzijds en dhr/Mevr . . . . . hierna de "huurder" genoemd anderzijds IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT : 1. Voorwerp van de overeenkomst. De verhuurder verhuurt aan de huurder die aanvaardt het gebouw/het deel van het gebouw/het appartement (...... verdieping) gelegen te 1... BRUSSEL, bestaande uit : . . . . . . . . . .

Het goed wordt verhuurd om te dienen als woning en is bestemd als hoofdverblijfplaats van de huurder. Hij kan deze bestemming niet wijzigen en heeft in geen geval het recht om zijn rechten op de huur geheel of gedeeltelijk over te dragen of de woning geheel of gedeeltelijk onder te verhuren. De huurder kan het gehuurde goed in geen geval gebruiken voor handelsdoeleinden, noch het geheel of een deel van de huurprijs inbrengen als beroepskosten.

Bovendien wordt nader bepaald dat hij, behoudens toestemming van de verhuurder, geen onderdak mag verschaffen aan andere mensen dan die vernoemd in de gezinssamenstelling in bijlage bij deze huurovereenkomst. Iedere wijziging in deze situatie tijdens de huurperiode dient onmiddellijk schriftelijk aan de verhuurder te worden bekendgemaakt.

De huurder is gehouden de woning effectief te bewonen.

Deze overeenkomst is een onderhuurovereenkomst. De huurder erkent kennis te hebben genomen van het hoofdcontract waarvan hij en afschrift heeft gekregen.

De huurder verklaart dat hij aan de toegangsvoorwaarden voldoet zoals deze werden bepaald in artikel 8 van de Ordonnantie van 12 februari 1998 houdende oprichting van de Sociale Verhuurkantoren.

Bij de vaststelling dat er bij het indienen van de aanvraag voor het verkrijgen van een woning valse verklaringen werden afgelegd kan de overeenkomst worden opgezegd met een vooropzeg van zes maanden.

De overeenkomst eindigt eveneens, met een identieke vooropzeg, als de huurder of een lid van zijn gezin eigenaar, erfpachter of vruchtgebruiker wordt van een onroerend goed dat voor huisvesting of beroepsdoeleinden bestemd is, uitgezonderd als er bij met redenen omklede beslissing van het Sociaal Verhuurkantoor een afwijking wordt toegestaan zodat de huurders blijven wonen, dit in individuele gevallen en wegens bijzondere omstandigheden. 2. Duur. De huurovereenkomst gaat in op ..................... en loopt op ...................... ten einde.

Niettemin wordt de woning pas ter beschikking van de huurder gesteld nadat deze de plaatsbeschrijving waarvan sprake in artikel 10 heeft ondertekend en de eerste maandelijkse betaling van de huurwaarborg waarvan sprake in artikel 4 heeft verricht.

De huur wordt beëindigd door opzegging door één der partijen ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de vervaldatum.

Als de hoofdverhuurder een einde maakt aan het hoofdcontract moet de huurder een afschrift van de opzegging aan de onderhuurder ten laatste op de vijftiende dag na de ontvangst van deze opzegging toesturen en hem mededelen dat de onderverhuring op dezelfde datum als het hoofdcontract zal eindigen.

Als de huurder een einde maakt aan het hoofdcontract moet hij aan de onderhuurder een opzegging van minstens drie maanden geven, vergezeld met het afschrift van de opzegging die hij aan de huurder geeft. De huurder moet ook de onderhuurder een vergoeding betalen die gelijk is aan drie maanden huur.

In beide voornoemde gevallen mag de onderhuurder niet vragen om de verlenging omwille van buitengewone omstandigheden. 3. Huurprijs. 3.1. De basishuurprijs is vastgesteld op .......... euro per maand. 3.2. Hij wordt eenmaal per huurjaar aan de index aangepast, op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst en onder de voorwaarden bepaald bij artikel 1728bis van het Burgerlijk Wetboek.

Deze indexering gebeurt volgens de onderstaande formule : basishuurprijs x nieuw indexcijfer basisindexcijfer De huur is vooruit betaalbaar vóór de ...................... dag van elke maand op rekening nr. ...................................... van de verhuurder. Dit is de enige geldige betalingswijze.

De stortings- of overschrijvingskosten vallen ten laste van de huurder. De huurder moet het bewijs leveren van zijn betalingen op gewoon verzoek van de verhuurder. 4. Waarborg. Om de goede en volledige uitvoering van zijn verplichtingen te garanderen, stelt de huurder de hieronder bepaalde waarborg ten gunste van de verhuurder, die hem zal worden teruggegeven bij zijn vertrek uit het gehuurde goed en na vaststelling van de goede en volledige uitvoering van al zijn verplichtingen door de verhuurder, met aftrek van de eventueel verschuldigde sommen. In geen geval kan de waarborg door de huurder worden aangewend voor de betaling van de huurgelden of welke lasten ook. De waarborg wordt op het einde van iedere huurperiode aangepast zodat hij overeenstemt met de op dat ogenblik geldende huurprijs.

De waarborg stemt overeen met .................. maanden huur, hetzij een bedrag van ........................ euro.

Ze is samengesteld uit (schrappen wat niet past) : 1. een overschrijving op een individuele rekening op naam van de huurder bij ........................................ De interesten op deze rekening worden gekapitaliseerd.

Deze overschrijving gebeurt in één keer/wordt verdeeld in ............ stortingen van ............... euro.

Door de plaatsing verkrijgt de verhuurder een voorrecht op de activa van de rekening voor elke schuldvordering voortvloeiend uit de gehele of gedeeltelijke niet-nakoming door de huurder van zijn verplichtingen. 2. een borgtocht of een aval samengesteld uit .................................................. volgens de volgende modaliteiten . . . . . 5. Lasten.a) Privé De abonnementen op water, gas, elektriciteit, telefoon, radio, televisie, centrale verwarming en andere vallen ten laste van de huurder, evenals alle daarmee verbonden lasten zoals de huur van de meters, de verbruikskosten, enz.b) Gemeenschappelijke lasten Naast de hierboven bedoelde huurprijs draagt de huurder zijn aandeel in de gemeenschappelijke lasten van het gebouw zoals bepaald door de beheerder of door de verhuurder.De gemeenschappelijke huurlasten omvatten alle verbruiks- en onderhoudskosten met betrekking tot het gebouw en meer bepaald, zonder dat deze opsomming beperkend is : het verbruik van water, gas, elektriciteit, brandstoffen, de onderhouds- en verzekeringskosten voor de liften en gemeenschappelijke toestellen voor verwarming, verlichting en andere uitrustingen, de vergoedingen van de beheerder, de lonen, verzekeringen en sociale lasten van de conciërge en van het personeel belast met het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimten.

Ingeval de schoonmaak van de gemeenschappelijke ruimten niet wordt verricht door een conciërge of door met dit werk belast personeel moet de huurder in overeenstemming met de andere bewoners van zijn verdieping de overloop van zijn verdieping en de trap tussen deze en de onderliggende verdieping onderhouden (indien gelijkvloers : de inkomhal en het trottoir), dit in gezamenlijk akkoord met de andere bewoners van het gebouw.

Bij gebrek aan een akkoord of bij een klacht van een bewoner verbindt de huurder er zich hierbij toe om zijn aandeel te betalen in de kosten van de schoonmaak die de verhuurder zou laten uitvoeren. 6. Provisie. Het maandelijks bedrag van de provisie voor de privé lasten en voor de gemeenschappelijke lasten wordt vastgesteld op ......... euro.

Deze provisie dekt de volgende lasten . . . . . . . . . . (gemeenschappelijke lasten, verwarming, warm water, stadswater).

Deze provisies kunnen verhoogd of verminderd worden op basis van de afrekening van het voorafgaande jaar. Ze houden rekening met het vroegere verbruik, met de prijsevolutie en met de aanleg van eventuele brandstofvoorraden.

Ten minste eenmaal per jaar wordt een gedetailleerde afrekening van de lasten en het verbruik aan de huurder gericht.

In een gebouw met verschillende appartementen waarvan het beheer wordt waargenomen door één persoon kunnen de bewijsstukken worden geraadpleegd in de woonplaats van de natuurlijke persoon of op de zetel van de rechtspersoon die instaat voor het beheer. 7. Keuze van woonplaats. De huurder verklaart, zowel voor de looptijd van de huur als voor alle gevolgen van de huurovereenkomst, woonplaats te kiezen in het gehuurde goed, tenzij hij na zijn vertrek de verhuurder in kennis heeft gesteld van een nieuwe keuze van woonplaats die verplicht in België gelegen is. 8. Verzekeringen. De partijen komen overeen de woning te verzekeren tegen brand-, storm-, sneeuw- en ijsdrukrisico, waterschade, glasbreuk en vandalisme, deze verzekering moet ook uitgebreid zijn tot de dekking van schade aan onroerende goederen als gevolg van diefstal of poging tot diefstal en tot de persoonlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden ten gevolge van de gedekte gevaren volgens de volgens modaliteiten . . . . . . . . . . 9. Voorwaarden van bewoning. De huurder bewoont en gebruikt het goed als een goede huisvader.

Bij gebrek aan een huishoudelijk reglement - zorgt de huurder ervoor de buren niet te hinderen door luidruchtige activiteiten. De rust moet in het bijzonder worden gerespecteerd tussen 22.00 uur en 7.00 uur s morgens; - heeft de huurder niet het recht zijn sleutels te laten bijmaken of uit te lenen; - mag de huurder behoudens voorafgaande schriftelijke instemming van de verhuurder geen dieren in het appartement houden. 10. Plaatsbeschrijving. Het goed dat het voorwerp uitmaakt van deze overeenkomst wordt verhuurd in de staat waarin het zich bevindt. De huurder verklaart het te hebben bezocht en grondig te hebben geïnspecteerd. Hij erkent dat het goed beantwoordt aan de vereisten inzake veiligheid, hygiëne en bewoonbaarheid.

Bij de beëindiging van deze huurovereenkomst dient hij het goed achter te laten in de staat waarin hij het heeft gevonden bij zijn intrek, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom. De partijen komen overeen dat er voordat de huurder het goed betrekt, een plaatsbeschrijving van het goed zal worden opgemaakt.

Tenzij anders overeengekomen wordt de plaatsbeschrijving bij het verlaten van het goed opgemaakt uiterlijk op de laatste dag van de huur nadat de huurder het goed volledig heeft vrijgemaakt. 11. Wijzigingen aan het gehuurde goed. Alle werken, verfraaiingen, verbeteringen, wijzigingen van het gehuurde goed mogen enkel worden verricht met de schriftelijke instemming van de huurder.

Tenzij anders overeengekomen verwerft de verhuurder de wijzigingen zonder vergoeding. Deze laatste kan evenwel eisen dat het goed terug in zijn oorspronkelijke staat wordt hersteld als de wijzigingen werden verricht zonder zijn schriftelijke toestemming. 12. Onderhoud en herstellingen. Ten minste eenmaal per jaar alsook wanneer hij het goed verlaat, laat de huurder op zijn kosten de centrale verwarmings- en waterverwarmingstoestellen onderhouden door een specialist en de boilers en geisers ontkalken. Hij staat ook in voor het onderhoud en de bijvulling van de bestaande ontkalkers en waterverzachters en hij laat de schouwen vegen.

Hij laat, zowel binnen als buiten, de ruiten en ramen vervangen die door welke oorzaak ook gebarsten of gebroken zijn. Hij herstelt alle schade, binnen of buiten, veroorzaakt door diefstal of poging tot diefstal. Hij houdt de luiken, evenals alle water-, gas-, elektriciteits- en verwarmingstoestellen en -leidingen, de sanitaire installaties en afvoerleidingen, de bellen, telefooninstallatie (...enz.) in goede staat. Hij beschermt de leidingen en installaties tegen de inwerking van schade door vorst en zorgt ervoor dat de sanitaire toestellen, de leidingen en rioleringen niet verstopt raken.

De huurder onderhoudt het appartement in propere staat en wast zo nodig het schilderwerk af. In voorkomend geval onderhoudt hij de tuin.

De grote herstellingen en met name die ten gevolge van de ouderdom van het gebouw vallen ten laste van de verhuurder. De huurder moet de verhuurder in kennis stellen van iedere schade waarvan de herstelling ten laste is van de verhuurder. Indien hij nalaat dit te doen, kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de verergering van de schade door zijn nalatigheid.

Als de huurder de onderhouds- en herstellingswerken te zijnen laste niet tijdig laat uitvoeren, heeft de verhuurder na ingebrekestelling bij aangetekende brief het recht deze werken door een derde te laten uitvoeren voor rekening van de huurder; deze dient in dit geval de verhuurder dan te vergoeden voor de door hem voorgeschoten sommen.

De huurder moet de vernieuwings- of herstellingswerkzaamheden in het gebouw gedogen zelfs als deze meer dan veertig werkdagen duren en verklaart af te zien van iedere vergoeding wegens hinder. Hij is gehouden de verhuurder of zijn afgevaardigde toegang te verlenen tot zijn appartement indien vereist door deze werken. 13. Verhaal. De huurder kan bij toevallige stopzetting of slechte werking van de diensten en toestellen in het gehuurde goed, waarvoor de verhuurder verantwoordelijk is, slechts verhaal uitoefenen tegen deze laatste indien vast staat dat hij, na te zijn verwittigd, niet onmiddellijk alle mogelijke maatregelen heeft genomen om daaraan te verhelpen. 14. Onteigening. In geval van onteigening stelt de verhuurder de huurder daarvan in kennis. De huurder kan van de verhuurder geen enkele vergoeding eisen; hij kan zijn rechten enkel doen gelden tegen de onteigenaar en kan van hem geen enkele vergoeding eisen die in mindering zou worden gebracht van de vergoedingen die aan de verhuurder toekomen. 15. Aanplakking - bezoek. Drie maanden vóór de beëindiging van deze huurovereenkomst, zij het door het verstrijken van de vastgestelde huurperiode of door opzegging alsook wanneer het appartement te koop wordt gesteld, moet de huurder tot de dag van zijn vertrek toelaten dat er aanplakbiljetten worden aangebracht op de meest zichtbare plaatsen en dat de belangstellenden het goed vrij en volledig kunnen bezoeken. volgens in onderlinge overeenstemming bepaalde modaliteiten.

Gedurende de volledige huurperiode mag de verhuurder of zijn afgevaardigde het goed bezoeken na afspraak en volgens in onderlinge overeenstemming bepaalde modaliteiten. 16. Ontbinding ten nadele van de huurder. Bij ontbinding van de huurovereenkomst in zijn nadeel draagt de huurder alle lasten, kosten en onkosten die voortvloeien of kunnen voortvloeien uit deze ontbinding en betaalt hij naast de vóór zijn vertrek vervallen huurgelden een opzeggingsvergoeding gelijk aan de huurprijs van drie maanden en voor dezelfde periode zijn aandeel in de lasten die onveranderd blijft niettegenstaande zijn vertrek uit het goed. 17. Hoofdelijkheid. De verplichtingen krachtens deze huurovereenkomst zijn ondeelbaar en hoofdelijk ten aanzien van de verhuurder, zijn erfgenamen of zijn rechthebbenden, uit welken hoofde ook. 18. Registratie. De verhuurder laat de huurovereenkomst registreren. De kosten van deze registratie vallen ten laste van .............................................. 19. Taksen en belastingen. Elke taks die door de overheid geïnd wordt ten gevolge van een dienstverlening aan de bewoners van het gebouw valt ten laste van de huurder, met uitzondering van de onroerende voorheffing.

Het verzoek om verlaging van de onroerende voorheffing waarop de huurder recht heeft als gezinshoofd wordt door de verhuurder ingevuld en bij de administratie ingediend. Er wordt rekening gehouden met deze verlaging bij de afrekening van de jaarlijkse lasten. 20. Rentebeding. Op ieder op de vervaldag niet-betaald bedrag dat uit welk hoofde ook verschuldigd is (huurgelden, lasten, herstellingen, enz.) zal aan de huurder een interest tegen een rentevoet van 10 % per jaar, berekend op dagbasis, worden aangerekend vanaf de datum van ingebrekestelling.

Opgemaakt te Brussel op ................................., in vier exemplaren, waarvan er drie worden overgemaakt aan de verhuurder voor registratie, terwijl het vierde in handen van de huurder blijft.

De verhuurder, De huurder, Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 4 juli 2002.

F.-X. de DONNEA, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

E. TOMAS, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting.

Art. N 4. - Bijlage IV. HUUROVEREENKOMST. Tussen de ondergetekenden : de vereniging zonder winstoogmerk . . . . . met maatschappelijke zetel gevestigd te . . . . . . . . . . waarvan de statuten werden bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van .................... onder het nr. ............ erkend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als sociaal verhuurkantoor op .................... a) handelend als houder van de zakelijke rechten op het verhuurde onroerend goed of b) handelend namens en voor rekening van haar lastgever .. . . . in uitvoering van het mandaat van beheer van een gebouw of een woning, haar toegewezen overeenstemmend Bijlage II van het Besluit van 27 juni 2002 (?) van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, en ondertekend door beide partijen op .......................... hierna "de verhuurder" genoemd enerzijds en dhr/Mevr. . . . . . hierna de "huurder" genoemd anderzijds IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT 1. Voorwerp van de overeenkomst. De verhuurder verhuurt aan de huurder die aanvaardt het gebouw/het deel van het gebouw/het appartement (...... verdieping) gelegen te 1... BRUSSEL, bestaande uit : . . . . . . . . . .

Het goed wordt verhuurd om te dienen als woning en is bestemd als hoofdverblijfplaats van de huurder. Hij kan deze bestemming niet wijzigen en heeft in geen geval het recht om zijn rechten op de huur geheel of gedeeltelijk over te dragen of de woning geheel of gedeeltelijk onder te verhuren.

De huurder kan het gehuurde goed in geen geval gebruiken voor handels-doeleinden, noch het geheel of een deel van de huurprijs inbrengen als beroepskosten.

Bovendien wordt nader bepaald dat hij, behoudens toestemming van de verhuurder, geen onderdak mag verschaffen aan andere mensen dan die vernoemd in de gezinssamenstelling in bijlage bij deze huurovereenkomst. Iedere wijziging in deze situatie tijdens de huurperiode dient onmiddellijk schriftelijk aan de verhuurder te worden bekendgemaakt.

De huurder is gehouden de woning effectief te bewonen.

Deze overeenkomst is een huurovereenkomst die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats (eventueel bij hypothese a) . De huurder erkent kennis te hebben genomen van het mandaat van beheer voor een gebouw of een woning, opgemaakt conform Bijlage II van het Besluit van 19 november 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, waarvan hij een afschrift heeft gekregen.) De huurder verklaart dat hij aan de toegangsvoorwaarden voldoet zoals deze werden bepaald in artikel 8 van de Ordonnantie van 12 februari 1998 houdende oprichting van de Sociale Verhuurkantoren.

Bij de vaststelling dat er bij het indienen van de aanvraag voor het verkrijgen van een woning valse verklaringen werden afgelegd kan de overeenkomst worden opgezegd met een vooropzeg van zes maanden.

De overeenkomst eindigt eveneens, met een vooropzeg van zes maanden, als de huurder of een lid van zijn gezin eigenaar, erfpachter of vruchtgebruiker wordt van een onroerend goed dat voor huisvesting of beroepsdoeleinden bestemd is, uitgezonderd als er voor het blijven wonen door het Sociaal Verhuurkantoor een met redenen omklede afwijking werd beslist, in individuele gevallen en wegens bijzondere omstandigheden. 2. Duur. De huurovereenkomst gaat in op ..................... en loopt op ...................... ten einde.

Niettemin wordt de woning pas ter beschikking van de huurder gesteld nadat hij de plaatsbeschrijving waarvan sprake in artikel 10 heeft ondertekend en nadat hij de huurwaarborg waarvan sprake in artikel 4 heeft betaald.

De huurovereenkomst wordt door één der partijen beëindigd door het overmaken aan de andere partij, minstens drie maanden vóór het verstrijken van de vervaldatum, van een schriftelijke opzegging. 3. Huurprijs. 3.1. De basishuurprijs is vastgesteld op .......... euro per maand. 3.2. Hij wordt eenmaal per huurjaar aan de index aangepast, op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst en onder de voorwaarden bepaald bij artikel 1728bis van het Burgerlijk Wetboek.

Deze indexering gebeurt volgens de onderstaande formule : basishuurprijs x nieuw indexcijfer basisindexcijfer De huur is vooruit betaalbaar vóór de ...... dag van elke maand op rekening nr. ...................................... van de verhuurder.

Dit is de enige geldige betalingswijze.

De stortings- of overschrijvingskosten vallen ten laste van de huurder. De huurder moet het bewijs leveren van zijn betalingen op gewoon verzoek van de verhuurder. 4. Waarborg. Om de goede en volledige uitvoering van zijn verplichtingen te garanderen, stelt de huurder de hieronder bepaalde waarborg ten gunste van de verhuurder, die hem zal worden teruggegeven bij zijn vertrek uit het gehuurde goed en na vaststelling van de goede en volledige uitvoering van al zijn verplichtingen door de verhuurder, met aftrek van de eventueel verschuldigde sommen. In geen geval kan de waarborg door de huurder worden aangewend voor de betaling van de huurgelden of welke lasten ook. De waarborg wordt op het einde van iedere huurperiode aangepast zodat hij overeenstemt met de op dat ogenblik geldende huurprijs.

De waarborg stemt overeen met ...... maanden huur, hetzij een bedrag van ............... euro.

Ze is samengesteld uit (schrappen wat niet past) : 1. een overschrijving op een individuele rekening op naam van de huurder bij ........................... De interesten op deze rekening worden gekapitaliseerd.

Deze overschrijving gebeurt in één keer/wordt verdeeld in ...... stortingen van ......... euro.

Door de plaatsing verkrijgt de verhuurder een voorrecht op de activa van de rekening voor elke schuldvordering voortvloeiend uit de gehele of gedeeltelijke niet-nakoming door de huurder van zijn verplichtingen. 2. een borgtocht of een aval samengesteld uit .................................................. volgens de volgende modaliteiten . . . . . . . . . . 5. Lasten.a) Privé De abonnementen op water, gas, elektriciteit, telefoon, radio, televisie, centrale verwarming en andere vallen ten laste van de huurder, evenals alle daarmee verbonden lasten zoals de huur van de meters, de verbruikskosten, enz.b) Gemeenschappelijk Naast de hierboven bedoelde huurprijs draagt de huurder zijn aandeel in de gemeenschappelijke lasten van het gebouw zoals bepaald door de beheerder of door de verhuurder. De gemeenschappelijke huurlasten omvatten alle verbruiks- en onderhoudskosten met betrekking tot het gebouw en meer bepaald, zonder dat deze opsomming beperkend is : het verbruik van water, gas, elektriciteit, brandstoffen, de onderhouds- en verzekeringskosten voor de liften en gemeenschappelijke toestellen voor verwarming, verlichting en andere uitrustingen, de vergoedingen van de beheerder, de lonen, verzekeringen en sociale lasten van de conciërge en van het personeel belast met het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimten.

Ingeval de schoonmaak van de gemeenschappelijke ruimten niet wordt verricht door een conciërge of door met dit werk belast personeel moet de huurder in overeenstemming met de andere bewoners van zijn verdieping de overloop van zijn verdieping en de trap tussen deze en de onderliggende verdieping onderhouden (indien gelijkvloers : de inkomhal en het trottoir), dit in gezamenlijk akkoord met de andere bewoners van het gebouw.

Bij gebrek aan een akkoord of bij een klacht van een bewoner verbindt de huurder er zich hierbij toe om zijn aandeel te betalen in de kosten van de schoonmaak die de verhuurder zou laten uitvoeren. 6. Provisie. Het maandelijks bedrag van de provisie voor de privé lasten en voor de gemeenschappelijke lasten wordt vastgesteld op ......... euro.

Deze provisie dekt de volgende lasten . . . . . . . . . . (gemeenschappelijke lasten, verwarming, warm water, stadswater).

Deze provisies kunnen verhoogd of verminderd worden op basis van de afrekening van het voorafgaande jaar. Ze houden rekening met het vroegere verbruik, met de prijsevolutie en met de aanleg van eventuele brandstofvoorraden.

Ten minste eenmaal per jaar wordt een gedetailleerde afrekening van de lasten en het verbruik aan de huurder gericht.

In een gebouw met verschillende appartementen waarvan het beheer wordt waargenomen door één persoon kunnen de bewijsstukken worden geraadpleegd in de woonplaats van de natuurlijke persoon of op de zetel van de rechtspersoon die instaat voor het beheer. 7. Keuze van woonplaats. De huurder verklaart, zowel voor de looptijd van de huur als voor alle gevolgen van de huurovereenkomst, woonplaats te kiezen in het gehuurde goed, tenzij hij na zijn vertrek de verhuurder in kennis heeft gesteld van een nieuwe keuze van woonplaats die verplicht in België gelegen is. 8. Verzekeringen. De partijen komen overeen de woning te verzekeren tegen brand-, storm-, sneeuw- en ijsdrukrisico, waterschade, glasbreuk en vandalisme, deze verzekering moet ook uitgebreid zijn tot de dekking van schade aan onroerende goederen als gevolg van diefstal of poging tot diefstal en tot de persoonlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden ten gevolge van de gedekte gevaren volgens de volgens modaliteiten . . . . . . . . . . 9. Voorwaarden van bewoning. De huurder bewoont en gebruikt het goed als een goede huisvader.

Bij gebrek aan een huishoudelijk reglement - zorgt de huurder ervoor de buren niet te hinderen door luidruchtige activiteiten. De rust moet in het bijzonder worden gerespecteerd tussen 22.00 uur en 7.00 uur s morgens; - heeft de huurder niet het recht zijn sleutels te laten bijmaken of uit te lenen; - mag de huurder behoudens voorafgaande schriftelijke instemming van de verhuurder geen dieren in het appartement houden. 10. Plaatsbeschrijving. Het goed dat het voorwerp uitmaakt van deze overeenkomst wordt verhuurd in de staat waarin het zich bevindt. De huurder verklaart het te hebben bezocht en grondig te hebben geïnspecteerd. Hij erkent dat het goed beantwoordt aan de vereisten inzake veiligheid, hygiëne en bewoonbaarheid.

Bij de beëindiging van deze huurovereenkomst dient hij het goed achter te laten in de staat waarin hij het heeft gevonden bij zijn intrek, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom. De partijen komen overeen dat er voordat de huurder het goed betrekt, een plaatsbeschrijving van het goed zal worden opgemaakt.

Tenzij anders overeengekomen wordt de plaatsbeschrijving bij het verlaten van het goed opgemaakt uiterlijk op de laatste dag van de huurovereenkomst en nadat de huurder het goed volledig heeft vrijgemaakt. 11. Wijzigingen aan het gehuurde goed. Alle werken, verfraaiingen, verbeteringen, wijzigingen van het gehuurde goed mogen enkel worden verricht met de schriftelijke instemming van de huurder.

Tenzij anders overeengekomen verwerft de verhuurder de wijzigingen zonder vergoeding. Deze laatste kan evenwel eisen dat het goed terug in zijn oorspronkelijke staat wordt hersteld als de wijzigingen werden verricht zonder zijn schriftelijke toestemming. 12. Onderhoud en herstellingen. Ten minste eenmaal per jaar alsook wanneer hij het goed verlaat, laat de huurder op zijn kosten de centrale verwarmings- en waterverwarmingstoestellen onderhouden door een specialist en de boilers en geisers ontkalken. Hij staat ook in voor het onderhoud en de bijvulling van de bestaande ontkalkers en waterverzachters en hij laat de schouwen vegen.

Hij laat, zowel binnen als buiten, de ruiten en ramen vervangen die door welke oorzaak ook gebarsten of gebroken zijn. Hij herstelt alle schade, binnen of buiten, veroorzaakt door diefstal of poging tot diefstal. Hij houdt de luiken, evenals alle water-, gas-, elektriciteits- en verwarmingstoestellen en -leidingen, de sanitaire installaties en afvoerleidingen, de bellen, telefooninstallatie (...enz.) in goede staat. Hij beschermt de leidingen en installaties tegen de inwerking van schade door vorst en zorgt ervoor dat de sanitaire toestellen, de leidingen en rioleringen niet verstopt raken.

De huurder onderhoudt het appartement in propere staat en wast zo nodig het schilderwerk af. In voorkomend geval onderhoudt hij de tuin.

De grote herstellingen en met name die ten gevolge van de ouderdom van het gebouw vallen ten laste van de verhuurder. De huurder moet de verhuurder in kennis stellen van iedere schade waarvan de herstelling ten laste is van de verhuurder. Indien hij nalaat dit te doen, kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de verergering van de schade door zijn nalatigheid.

Als de huurder de onderhouds- en herstellingswerken te zijnen laste niet tijdig laat uitvoeren, heeft de verhuurder na ingebrekestelling bij aangetekende brief het recht deze werken door een derde te laten uitvoeren voor rekening van de huurder; deze dient in dit geval de verhuurder dan te vergoeden voor de door hem voorgeschoten sommen.

De huurder moet de vernieuwings- of herstellingswerkzaamheden in het gebouw gedogen zelfs als deze meer dan veertig werkdagen duren en verklaart af te zien van iedere vergoeding wegens hinder.

Hij moet de verhuurder, of zijn afgevaardigde, toegang verlenen tot zijn appartement indien vereist door deze werken. 13. Verhaal. De huurder kan bij toevallige stopzetting of slechte werking van de diensten en toestellen in het gehuurde goed, waarvoor de verhuurder verantwoordelijk is, slechts verhaal uitoefenen tegen deze laatste indien vast staat dat hij, na te zijn verwittigd, niet onmiddellijk alle mogelijke maatregelen heeft genomen om daaraan te verhelpen. 14. Onteigening. In geval van onteigening stelt de verhuurder de huurder daarvan in kennis. De huurder kan van de verhuurder geen enkele vergoeding eisen; hij kan zijn rechten enkel doen gelden tegen de onteigenaar en kan van hem geen enkele vergoeding eisen die in mindering zou worden gebracht van de vergoedingen die aan de verhuurder toekomen. 15. Aanplakking - bezoek. Drie maanden vóór de beëindiging van deze huurovereenkomst, zij het door het verstrijken van de vastgestelde huurperiode of door opzegging alsook wanneer het appartement te koop wordt gesteld, moet de huurder tot de dag van zijn vertrek toelaten dat er aanplakbiljetten worden aangebracht op de meest zichtbare plaatsen en dat de belangstellenden het goed vrij en volledig kunnen bezoeken. volgens in onderlinge overeenstemming bepaalde modaliteiten.

Gedurende de volledige huurperiode mag de verhuurder of zijn afgevaardigde het goed bezoeken na afspraak en volgens in onderlinge overeenstemming bepaalde modaliteiten. 16. Ontbinding ten nadele van de huurder. Bij ontbinding van de huurovereenkomst in zijn nadeel draagt de huurder alle lasten, kosten en onkosten die voortvloeien of kunnen voortvloeien uit deze ontbinding en betaalt hij naast de vóór zijn vertrek vervallen huurgelden een opzeggingsvergoeding gelijk aan de huurprijs van drie maanden en voor dezelfde periode zijn aandeel in de lasten die onveranderd blijft niettegenstaande zijn vertrek uit het goed. 17. Hoofdelijkheid. De verplichtingen krachtens deze huurovereenkomst zijn ondeelbaar en hoofdelijk ten aanzien van de verhuurder, zijn erfgenamen of zijn rechthebbenden, uit welken hoofde ook. 18. Registratie. De verhuurder laat de huurovereenkomst registreren. De kosten van deze registratie vallen ten laste van . . . . . 19. Taksen en belastingen. Elke taks die door de overheid geïnd wordt ten gevolge van een dienstverlening aan de bewoners van het gebouw valt ten laste van de huurder, met uitzondering van de onroerende voorheffing.

Het verzoek om verlaging van de onroerende voorheffing waarop de huurder recht heeft als gezinshoofd wordt door de verhuurder ingevuld en bij de administratie ingediend. Er wordt rekening gehouden met deze verlaging bij de afrekening van de jaarlijkse lasten. 20. Rentebeding. Op ieder op de vervaldag niet-betaald bedrag dat uit welk hoofde ook verschuldigd is (huurgelden, lasten, herstellingen, enz.) zal aan de huurder een interest tegen een rentevoet van 10 % per jaar, berekend op dagbasis, worden aangerekend vanaf de datum van ingebrekestelling.

Opgemaakt te Brussel, op ................... 2002, in vier exemplaren, waarvan er drie worden overgemaakt aan de verhuurder voor registratie, terwijl het vierde in handen van de huurder blijft. (handtekeningen van) De verhuurder, De huurder, Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 4 juli 2002.

F.-X. de DONNEA, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

E. TOMAS, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting.

BIJLAGE V OVEREENKOMST VOOR DE BEWONING VAN EEN TRANSITWONING Tussen de ondergetekenden : de vereniging zonder winstoogmerk . . . . . met maatschappelijke zetel gevestigd te . . . . . . . . . . waarvan de statuten werden bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad van .................... onder het nr. ............................ erkend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering als sociaal verhuurkantoor op .................... hierna "de vereniging" genoemd enerzijds en dhr/Mevr. . . . . . hierna de "bewoner" genoemd anderzijds IS OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT 1. Voorwerp van de overeenkomst. De vereniging stelt het gebouw/een deel van het gebouw/het appartement (..verdieping) gelegen te . . . . . . . . . . tijdelijk ter beschikking van de bewoner.

Het goed wordt tijdelijk als woning ter beschikking gesteld. De bewoner moet sociale begeleiding aanvaarden. Deze begeleiding wordt verricht door de vereniging of door een sociale dienst waarmee hij een overeenkomst heeft gesloten. De bewoner kan de bestemming van het goed niet wijzigen en hij heeft in geen geval het recht om zijn rechten geheel of gedeeltelijk over te dragen.

Er wordt bovendien vastegsteld dat hij enkel onderdak mag verlenen aan personen die deel uitmaken van de gezinssamenstelling zoals die aan deze overeenkomst werd toegevoegd.

De bewoner moet de woning effectief bewonen.

Deze overeenkomst voor de bewoning van een transitwoning is niet onderworpen aan de bepalingen van Titel III van Boekdeel III van het Burgerlijk Wetboek en het is geen huurovereenkomst die onderworpen is aan de bijzondere regeling voor huurovereenkomsten die betrekking hebben op de verblijfplaats van de huurder, zoals ze in het Burgerlijk wetboek werden ingevoegd door de wet van 20 februari 1991 tot wijziging en aanvulling van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huurovereenkomsten. 2. Duur Deze overeenkomst voor de bewoning van een transitwoning wordt aangegaan voor een duur van ...... dagen/maanden, ingaande op ...................... en eindigend op .................

Ze kan enkel worden verlengd mits voorafgaande uitdrukkelijke instemming van de vereniging. Ze kan niet stilzwijgend worden verlengd en de totale maximale duur mag nooit meer dan achttien maanden bedragen.

De vereniging kan de overeenkomst op elk ogenblik opzeggen, mits het geven van een opzeg van vijftien dagen.

De bewoner kan de overeenkomst op elk ogenblik opzeggen, mits het geven van een opzeg van acht dagen. Het niet gebruikte deel van de als provisie gestorte bedrag wordt hem dan terugbetaald. Als hij geen opzeg geeft, moet de bewoner een schadevergoeding storten ten belope van het bedrag voor 8 dagen bewoning. 3.

De bewoner verbindt zich ertoe maandelijks een bijdrage aan de vereniging vooraf te betalen van ..... euro per dag. Deze bijdrage omvat ...... euro voor de bewoning en ............ euro als forfait /provisie (het onnodige schrappen) voor de verzekeringen, de vergoedingen voor de tellers, de elektriciteit in de gemeenschappelijke delen, het onderhoud van de installaties en het verbruik van gas, elektriciteit en water. Als het om een provisie gaat, zal er minstens om de zes maanden en bij het vertrek van de tijdelijke bewoner een berekening van het werkelijke verbruik worden uitgevoerd. De bewoner zal indien nodig bijbetalen of het teveel betaalde terugkrijgen. 4.

De bijdragen en in voorkomend geval het bedrag voor het stellen van de huurwaarborg moeten als volgt worden gestort : .......................................

De sleutels worden overhandigd na ontvangst van een waarborg van ........ euro. Dit bedrag wordt op het einde van de bewoning teruggeven bij de afgifte van de sleutels door de bewoner. 5. Huishoudelijk reglement. De bewoner bewoont en gebruikt het goed als een goede huisvader.

De bewoner verklaart dat hij kennis heeft genomen van de inhoud van het huishoudelijk reglement van het gebouw en dat hij het ten volle zal naleven.

Bij gebrek aan een huishoudelijk reglement - zorgt de bewoner ervoor de buren niet te hinderen door luidruchtige activiteiten. De rust moet in het bijzonder worden gerespecteerd tussen 22.00 uur en 7.00 uur s morgens; - heeft de huurder niet het recht zijn sleutels te laten bijmaken of uit te lenen; - mag de huurder, behoudens voorafgaande schriftelijke instemming van de vereniging, geen dieren in het appartement houden. 6. Plaatsbeschrijving. Het goed dat het voorwerp uitmaakt van deze overeenkomst wordt ter beschikking gesteld van de bewoner in de staat waarin het zich bevindt. De bewoner verklaart het te hebben bezocht en grondig te hebben geïnspecteerd.

Bij de beëindiging van de overeenkomst dient hij het goed achter te laten in de staat waarin hij het heeft gevonden bij zijn intrek, rekening houdend met de sleet door normaal gebruik of ouderdom. De partijen komen overeen dat er, voordat de bewoner het goed betrekt, een plaatsbeschrijving van het goed zal worden opgemaakt. 7. Onderhoud en herstellingen. De bewoner moet de woning onderhouden als een goede familievader.

Hij houdt het appartement in propere staat en wast zo nodig het schilderwerk af.

De vereniging kan het goede onderhoud van de woning nazien tijdens bezoeken ter plaatse die als volgt worden afgesproken : . . . . .

De grote herstellingen, met name deze die het gevolg zijn van de ouderdom van het gebouw, vallen ten laste van de vereniging. De bewoner moet de vereniging in kennis stellen van iedere schade waarvan de herstelling ten laste van de vereniging komt. Indien hij nalaat dit te doen, kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de verergering van de schade door zijn nalatigheid.

De bewoner moet de vernieuwings- en herstellingswerken in het gebouw gedogen, zonder beperking van duur, en hij verklaart af te zien van iedere vergoeding wegens hinder.

Hij moet de vereniging, of haar afgevaardigde, toegang tot zijn appartement verlenen indien de werken dat vereisen. 8. Verhaal. De bewoner kan bij toevallige stopzetting of slechte werking van de diensten en toestellen in het bewoonde goed, waarvoor de vereniging verantwoordelijk is, slechts verhaal uitoefenen tegen deze laatste indien vast staat dat ze, na te zijn verwittigd, niet onmiddellijk alle mogelijke maatregelen heeft genomen om er aan te verhelpen. 9. Onteigening. In geval van onteigening stelt de vereniging de bewoner daarvan in kennis. De bewoner kan van de vereniging geen enkele vergoeding eisen.

Hij kan zijn rechten enkel doen gelden tegen de onteigenaar en kan van hem geen enkele vergoeding eisen die in mindering zou worden gebracht van de vergoedingen die aan de vereniging toekomen.

Opgemaakt te Brussel, op ...................... 2002, in twee exemplaren, waarvan één voor elke partij. (handtekeningen van) De vereniging, De bewoner, Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 4 juli 2002.

F.-X. de DONNEA, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

E. TOMAS, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting.

Art. N4. - Bijlage VI. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Adres (2) Hoedanigheid van de eigenaar of van de houder van de zakelijke rechten A : Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest B : Openbare vastgoedmaatschappij C : Gemeente of O.C.M.W. D : Natuurlijke persoon E : Rechtspersoon, met uitzondering van de verenigingen zonder winstoogmerk F : Vereniging zonder winstoogmerk G : Eigendom van het sociaal woningbureau (3) Type overeenkomst tussen het sociaal woonkantoor en de eigenaar of de houder van de zakelijke rechten : A : huurcontract B : mandaat van beheer C : erfpacht (4) Begindatum van (3) (5) Ligging van de woning op de in (4) vermelde datum A : woning bewoond door een huurder B : leegstaande woning (6) Datum einde (3) (7) Aantal slaapkamers (flat = 0) (8) Transitwoning (T of -) (9) Huurprijs of canon, berekend op maandelijkse basis, gestort aan de eigenaar of aan de houder van de zakelijke rechten (10) Door de huurder betaalde huurprijs (11) Inkomsten van de huurder Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 4 juli 2002. F.-X. de DONNEA, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering E. TOMAS, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting

^