gepubliceerd op 29 augustus 2006
Ordonnantie tot wijziging van de nieuwe gemeentewet en van het Brussels gemeentekieswetboek
20 JULI 2006. - Ordonnantie tot wijziging van de nieuwe gemeentewet en van het Brussels gemeentekieswetboek (1)
Het Brussels Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 2, eerste lid, van de Nieuwe Gemeentewet wordt als volgt vervangen : « De gemeenteraadsleden worden gekozen voor zes jaar, te rekenen vanaf 1 december na hun verkiezing. Ze worden geïnstalleerd tijdens de vergadering van de gemeenteraad die plaatsheeft binnen 7 dagen te rekenen vanaf 1 december. Ze zijn herkiesbaar. »
Art. 3.Artikel 13, eerste lid, wordt als volgt vervangen : « De burgemeester wordt door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering benoemd uit de Belgische verkozenen voor de gemeenteraad, op schriftelijke voordracht van minstens de meerderheid van de verkozenen van de lijst waarop hij opgekomen is en van minstens de meerderheid van de verkozenen voor de gemeenteraad.
Indien de burgemeester overlijdt, afziet van zijn mandaat als burgemeester, zijn hoedanigheid van gemeenteraadslid verliest of wordt afgezet, wordt een nieuwe kandidaat schriftelijk voorgedragen door minstens de meerderheid van degenen die op dezelfde lijst zijn verkozen en de meerderheid van de verkozenen voor de gemeenteraad, binnen twee maanden na de vacantverklaring van het mandaat.
Indien de voor het burgemeesterambt voorgedragen kandidaat afkomstig is van een lijst die slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één van hen om, naar gelang van het geval, te voldoen aan het eerste of het tweede lid. »
Art. 4.Artikel 15, § 1, van de Nieuwe Gemeentewet wordt als volgt vervangen : « De schepenen worden door de raad onder de gemeenteraadsleden verkozen. Elke schepen wordt schriftelijk voorgedragen door minstens de meerderheid van degenen die op dezelfde lijst zijn verkozen en door minstens de meerderheid van de verkozen gemeenteraadsleden.
De schepenen worden geïnstalleerd tijdens de vergadering bedoeld in artikel 2, eerste lid.
De rang van de schepenen wordt bepaald door de volgorde van voordracht.
Indien een schepen overlijdt, afziet van zijn mandaat als schepen, zijn hoedanigheid van gemeenteraadslid verliest of wordt afgezet, wordt een nieuwe kandidaat schriftelijk voorgedragen door minstens de meerderheid van degenen die op dezelfde lijst zijn verkozen en de meerderheid van de verkozenen voor de gemeenteraad, binnen twee maanden na de vacantverklaring van het mandaat.
Indien de voor het schepenambt voorgedragen kandidaat afkomstig is van een lijst die slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één van hen om, naar gelang van het geval, te voldoen aan het eerste of het vierde lid.
Het college van burgemeester en schepenen kan pas geïnstalleerd worden als het uit minstens één man en één vrouw bestaat. Die voorwaarde geldt voor de hele zittingsperiode. »
Art. 5.Tussen artikel 18 en 19 van de Nieuwe Gemeentewet wordt een afdeling IVbis ingevoegd, « Akte van voordracht van de burgemeester en schepenen ». «
Artikel 18bis.De akten van voordrachten moeten neergelegd worden in handen van de gemeentesecretaris, die de ontvangst ervan bevestigt. Ze moeten in overeenstemming zijn met de regels vervat in artikel 13, eerste lid, en in artikel 15, § 1. De akten van voordracht kunnen neergelegd worden zodra de uitslag is bekendgemaakt.
De gemeentesecretaris bezorgt de akte van voordracht van de burgemeester aan de regering en de verschillende akten van voordracht van de schepenen aan de voorzitter van de gemeenteraad uiterlijk drie dagen vóór de vergadering van de gemeenteraad waarop de verkiezing van de schepenen geagendeerd is. Niemand mag verschillende akten van voordracht voor eenzelfde functie ondertekenen. Alleen de akte van voordracht van een kandidaat voor een ambt van schepen of burgemeester die het eerst bij de gemeentesecretaris is ingediend, is ontvankelijk. »
Art. 6.In artikel 74, § 1, van het Brussels Gemeentekieswetboek wordt het derde lid vervangen als volgt : « Elk bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk worden ingediend binnen tien dagen te rekenen van de dagtekening van het proces-verbaal en de identiteit en de woonplaats van de bezwaarde vermelden. »
Art. 7.In artikel 75, § 2, van het Brussels Gemeentekieswetboek wordt het derde lid vervangen als volgt : « Onverminderd de toepassing van artikel 74, § 3, wordt de uitslag van de verkiezing, zoals hij door het hoofdstembureau is afgekondigd, definitief vijfenveertig dagen na de dag van de verkiezingen. » Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, C. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt , en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota (1) Zitting 2005-2006 : Documenten.- Voorstel van ordonnantie, nr. A-244/1. - Advies van de Raad van State, nr. A-244/2. - Verslag, nr. A-244/3.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 14 juli 2006.