gepubliceerd op 31 december 2002
Ordonnantie tot wijziging van het Wetboek der successierechten
20 DECEMBER 2002. - Ordonnantie tot wijziging van het Wetboek der successierechten (1)
De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 48 van het Wetboek der successierechten, vervangen bij de wet van 22 december 1977 en gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1980, wordt, vervangen als volgt : «
Art. 48.De rechten van successie en van overgang bij overlijden worden geheven volgens het tarief in de onderstaande tabellen aangeduid.
Tabel I bevat het tarief in rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden. Dit tarief wordt per rechtverkrijgende toegepast op zijn aandeel in de belastbare waarde van de goederen.
Tabel II bevat het tarief tussen broers en zussen. Dit tarief wordt per rechtverkrijgende toegepast op zijn aandeel in de belastbare waarde van de goederen.
Tabel III bevat het tarief tussen ooms of tantes en neven of nichten.
Dit tarief wordt toegepast op de samengenomen aandelen van die personen in de belastbare waarde van de goederen.
Tabel IV bevat het tarief tussen alle andere personen. Dit tarief wordt toegepast op de samengenomen aandelen van die personen in de belastbare waarde van de goederen.
Het bedrag waarop het tarief moet worden toegepast wordt opgesplitst volgens de schijven vermeld in kolom A van de toepasselijke tarieftabel. Van elk aldus bekomen bedrag wordt het overeenstemmende percentage in kolom B geheven. Kolom C vermeldt het totale bedrag van de belasting over de voorgaande gedeelten.
Tabel I Tarief in rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de toepassing van het voorgaande tarief en van de overige bepalingen van dit hoofdstuk wordt onder samenwonende verstaan, de persoon die zich in de toestand van wettelijke samenwoning bevindt in de zin van titel Vbis van het boek III van het Burgerlijk Wetboek. »
Art. 3.In artikel 482 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 augustus 1980, worden in het eerste lid de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « verkregen door de langstlevende echtgenoot » worden vervangen door de woorden « verkregen door de echtgenoot of de samenwonende »;2° de woorden « de erflater of zijn echtgenoot » worden vervangen door de woorden « de erflater, de echtgenoot of de samenwonende ».
Art. 4.Artikel 50 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 oktober 1950, wordt vervangen als volgt : «
Art. 50.§ 1. Voor de toepassing van het tarief in rechte lijn, wordt met een nakomeling van de erflater gelijkgesteld het kind van zijn echtgenoot of van een samenwonende die met de erflater geen band van verwantschap tot de derde graad heeft, op voorwaarde dat het kind, voor de leeftijd van 21 jaar, gedurende zes jaar zonder onderbreking, van de erflater of van de erflater en zijn echtgenoot of samenwonende tezamen, de hulp en verzorging heeft gekregen die kinderen normalerwijze van hun ouders krijgen. Voor toepassing van hetzelfde tarief wordt met de vader of moeder van de erflater gelijkgesteld zijn of haar echtgenoot of samenwonende. § 2. Het tarief van het recht tussen echtgenoten en tussen samenwonenden is niet van toepassing, naargelang het geval, wanneer de echtgenoten uit de echt gescheiden of van tafel en bed gescheiden zijn of wanneer de wettelijke samenwoning een einde heeft genomen, tenzij de echtgenoten of de samenwonenden gemeenschappelijke kinderen of nakomelingen hebben. »
Art. 5.In artikel 522 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1989, wordt de rubriek « 3° » van het tweede lid vervangen als volgt : « 3° wanneer het adoptief kind, vóór de leeftijd van eenentwintig jaar, gedurende zes jaar zonder onderbreking van de adoptant of van de adoptant en diens echtgenoot samen, dan wel van de adoptant en de persoon met wie hij samenwoont tezamen, de hulp en verzorging heeft gekregen die kinderen normalerwijze van hun ouders krijgen; ».
Art. 6.In artikel 54 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1977 en bij de wet van 22 december 1989, worden de woorden « 12.500 euro » vervangen door de woorden « 15.000 euro » en de woorden « 625 euro » vervangen door de woorden « 1.250 euro ».
Art. 7.Artikel 55 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 3 van 24 december 1980, wordt vervangen als volgt : «
Art. 55.Van de rechten van successie en van overgang bij overlijden worden vrijgesteld de legaten aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Brusselse Agglomeratie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, evenals de legaten aan de openbare instellingen van de vermelde publiekrechtelijke rechtspersonen. »
Art. 8.In artikel 56 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, worden in het tweede lid de woorden « ten gunste van de overlevende echtgenoot » vervangen door de woorden « ten gunste van de echtgenoot of de samenwonende ».
Art. 9.§ 1. In artikel 59, 1° van het Wetboek wordt toegevoegd, een lid toe te voegen, luidend : « tot 6,60 t.h. voor de legaten aan de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, hun openbare instellingen en de openbare wetenschappelijke en culturele instellingen van de federale Staat bedoeld in artikel 6bis, § 2, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen. » § 2. In artikel 59, 2°, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 13 augustus 1947, bij het koninklijk besluit van 12 september 1957, bij de wet van 23 december 1958, bij het koninklijk besluit van 27 juli 1961, bij de wet van 22 juli 1970 en bij de wet van 22 december 1989, worden de woorden « 8,80 t.h. » vervangen door de woorden « 25 t.h. ». § 3. In artikel 59 van hetzelfde Wetboek wordt een punt 3° toegevoegd, luidende : « 3° Tot 12,5 t.h. van de legaten aan verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen zonder winstoogmerk die de federale erkenning kregen bedoeld in artikelen 104 en 110 van het Wetboek der Inkomstenbelastingen, tenzij ze een voordeliger tarief genieten overeenkomstig het Wetboek »
Art. 10.In artikel 60bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de ordonnantie van 29 oktober 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « van het netto-erfdeel » vervangen door de woorden « van de nettowaarde van het aandeel van de erflater »;2° § 3 wordt geschrapt.
Art. 11.Artikel 60ter van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : «
Artikel 60ter.Wanneer de nalatenschap van de erflater tenminste een deel in volle eigendom van het gebouw inhoudt die de erflater op het ogenblik van zijn overlijden tenminste vijf jaar tot hoofdverblijfplaats heeft gediend en indien deze woning verkregen wordt door een erfgenaam in rechte lijn, door de echtgenoot of de samenwonende van de erflater, wordt het recht dat van toepassing is op de nettowaarde van zijn deel in deze woning, in afwijking van tabel I van het artikel 48, vastgesteld als volgt : - op de eerste schijf van 50.000 euro : 2 %; - op de schijf van 50.000 euro tot 100.000 euro : 5,3 %; - op de schijf van 100.000 euro tot 175.000 euro : 6 %; - op de schijf van 175.000 euro tot 250.000 euro : 12 %.
Voor de toepassing van deze bepaling wordt het bewijs van het feit dat de erflater zijn hoofdverblijfplaats had in het bedoelde gebouw, behoudens bewijs van het tegendeel, geleverd met een uittreksel uit het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister.
De aanspraak op het voordeeltarief gaat niet verloren wanneer de erflater zijn hoofdverblijfplaats in het bedoelde gebouw niet heeft kunnen behouden wegens overmacht. Onder overmacht wordt inzonderheid verstaan een staat van zorgbehoevendheid, ontstaan na de aankoop van de woning, waardoor de erflater in de onmogelijkheid verkeerde om in de woning, zelfs met hulp van zijn gezin of van een gezinshulporganisatie, in te staan voor zijn lichamelijk of geestelijk welzijn. »
Art. 12.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 60quater ingevoegd luidend als volgt : «
Art. 60quater.Onder nettowaarde in de zin van de artikelen 60bis en 60ter , dient te worden verstaan de waarde van de in aanmerking genomen bestanddelen van activa, verminderd met het aannemelijk passief dat betrekking heeft op die bestanddelen van activa. Voor toepassing van deze regel wordt het aannemelijk passief afgetrokken van de waarde van de bestanddelen van activa van de nalatenschap in deze volgorde : - eerst van de waarde van de bestanddelen van activa bedoeld in artikel 60bis; - vervolgens van de waarde van de bestanddelen van activa bedoeld in artikel 60ter; - tenslotte van de waarde van de overige goederen van de nalatenschap.
Indien de erfgenaam of legataris evenwel bewijst dat sommige schulden speciaal zijn gemaakt om goederen van de nalatenschap te verkrijgen, te verbeteren of te bewaren, worden die schulden afgetrokken van de waarde van die goederen. »
Art. 13.Artikel 66ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de ordonnantie van 29 oktober 1998, wordt vervangen als volgt : «
Artikel 66ter.In geval van toepassing van de artikelen 60bis en 60ter, worden de aandelen van de rechtverkrijgenden in de in die artikelen bedoelde nettowaarden, gevoegd bij hun aandeel in de belastbare waarde van de overige goederen, voor de toepassing van de progressieve tarieven van de artikelen 48 en 482 op de overgang van deze overige goederen. »
Art. 14.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2003.
Brussel, 20 december 2002.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast riet Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota (1) Gewone zitting 2002-2003. Documenten van de Raad. - Ontwerp van ordonnantie, A - 360/1. - Verslag, A - 360/2. - Amendementen na verslag, A - 360/3.
Volledig verslag. - Bespreking. Vergadering van donderdag 19 december 2002. - Aanneming.Vergadering van vrijdag 20 december 2002.