gepubliceerd op 30 mei 2024
Ordonnantie houdende wijziging van de ordonnantie van 28 mei 2015 tot oprichting van een instelling van openbaar nut waarin het beheer van het preventie- en veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengebracht en tot oprichting van de gewestelijke school voor de veiligheids-, preventie- en hulpdienstberoepen - Brusafe
16 MEI 2024. - Ordonnantie houdende wijziging van de ordonnantie van 28 mei 2015 tot oprichting van een instelling van openbaar nut waarin het beheer van het preventie- en veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengebracht en tot oprichting van de gewestelijke school voor de veiligheids-, preventie- en hulpdienstberoepen - Brusafe (1)
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Het opschrift van de ordonnantie van 28 mei 2015 tot oprichting van een instelling van openbaar nut waarin het beheer van het preventie- en veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengebracht en tot oprichting van de gewestelijke school voor de veiligheids-, preventie- en hulpdienstberoepen - Brusafe, gewijzigd bij de ordonnantie van 4 april 2019, wordt vervangen als volgt: "Ordonnantie van 28 mei 2015 tot oprichting van een instelling van openbaar nut waarin het beheer van het preventie- en veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is samengebracht".
Art. 3.In artikel 2 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 4 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt: "1° Brussel Preventie & Veiligheid: de in artikel 3 bedoelde instelling van openbaar nut die in de volgende bepalingen van deze ordonnantie safe.brussels wordt genoemd"; 2° de punten 6° /1 en 6° /2, die luiden als volgt, worden ingevoegd: "6° /1 het Globaal Veiligheids- en Preventieplan: het gewestelijk veiligheidsplan zoals bedoeld in artikel 37bis van de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; 6° /2 het gewestelijk opleidingsplan: het plan bestaat uit twee delen: het eerste bevat een register van alle opleidingen die worden aangeboden door de sectoren die in de academische raad zijn vertegenwoordigd, en het tweede omvat de opleidingen die uitgaande van de prioriteiten van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan door de operatoren moeten worden aangeboden, naast de bestaande opleidingen die in het register zijn opgenomen;"; 3° in punt 8° worden de woorden "het regionaal Preventie- en Veiligheidsplan" vervangen door de woorden "Globaal Veiligheids- en Preventieplan met inachtneming van de modaliteiten vastgelegd in het Brussels Preventie- en Buurtplan";4° het punt 9° wordt opgeheven; 5° in punt 10° worden de woorden "de Instelling" vervangen door het woord "safe.brussels", en worden de woorden "artikel 10/12" vervangen door de woorden "de artikelen 4/1 tot 4/7"; 6° punt 11° wordt vervangen als volgt: "11° het Brussels Gewestelijk Crisiscentrum: het multidisciplinair centrum opgericht binnen safe.brussels overeenkomstig de artikelen 4/6 en volgende;"; 7° in punt 12° wordt het letterwoord "CIBG" vervangen door het woord "Paradigm"; 8° punt 13° wordt vervangen als volgt: "13° het Brusselse videobeschermingsplatform: het door safe.brussels gecoördineerde en gehuisveste platform waarlangs het gedeeld gebruik van gegevens verloopt overeenkomstig artikel 2, 14°, van deze ordonnantie. Dat gedeeld gebruik vindt plaats in overeenstemming met de wetgevingen die op elke soort persoonsgegevens van toepassing zijn.
In het bijzonder zijn de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) en de bepalingen van de wet betreffende de bescherming van gegevens, met uitzondering van titel 2 ervan, evenals de camerawet van toepassing in geval van een verwerking van gegevens en beelden die toebehoren aan leden van het platform die geen politiediensten zijn. Dat gedeeld gebruik vindt ook plaats in overeenstemming met de bepalingen van titel 2 van de wet betreffende de bescherming van gegevens; en met de bepalingen van de wet op het politieambt, wanneer de verwerking betrekking heeft op gegevens en beelden die toebehoren aan leden van het platform die politiediensten zijn;"; 9° in punt 14° worden de woorden "uit hardware en software bestaande technologie waarmee de beelden en de gegevens die verzameld worden door de leden van het Brusselse videobeschermingsplatform ter beschikking gesteld, gecentraliseerd, bewaard, opgeslagen en gedeeld gebruikt kunnen worden" vervangen door de woorden "technologische structuur, met inbegrip van de uitrustingen en software, waarmee de beelden en de gegevens die verzameld worden door de leden van het Brusselse videobeschermingsplatform, gecentraliseerd, bewaard, opgeslagen, ter beschikking gesteld en gedeeld gebruikt kunnen worden";10° het punt 15° wordt opgeheven; 11° punt 16° wordt aangevuld met de volgende zin: "Dit Comité keurt de strategische en financiële plannen van het platform goed en ziet toe op goed bestuur binnen het platform;"; 12° het punt 18° wordt opgeheven; 13° punt 19° wordt vervangen als volgt: "19° crisis- of noodsituatie: elke gebeurtenis die schadelijke gevolgen voor het maatschappelijke leven op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest veroorzaakt of kan veroorzaken, zoals een ernstige verstoring van de openbare veiligheid, een ernstige bedreiging ten opzichte van het leven of de gezondheid van personen en/of ten opzichte van belangrijke materiële belangen, en waarbij de coördinatie van de bevoegde actoren, inclusief de disciplines, is vereist om de dreiging weg te nemen of om de nefaste gevolgen van de gebeurtenis te beperken;"; 14° er wordt een punt 20° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "20° /1 de operatoren: de operatoren die betrokken zijn bij het onderwijs en de opleiding in de veiligheids-, preventie- en hulpdienstberoepen die actief zijn op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die voorkomen op de door de regering opgestelde lijst;"; 15° het punt 21° wordt opgeheven;16° in punt 22° worden de woorden "natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens:" vervangen door het woord "gegevens:";17° het artikel wordt aangevuld met de punten 26°, 27°, 28°, 29°, 30° en 31° die luiden als volgt:" "26° de richtlijn Politie en Justitie: richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad ;27° het Controleorgaan op de politionele informatie: de onafhankelijke controlerende instantie opgericht bij artikel 71 van de wet betreffende de bescherming van gegevens;28° de Gegevensbeschermingsautoriteit: de toezichthoudende autoriteit opgericht bij de wet van 3 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2017 pub. 10/01/2018 numac 2017031916 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit type wet prom. 03/12/2017 pub. 25/09/2018 numac 2018013819 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit;29° het risico: impact van elke omstandigheid, fenomeen of gebeurtenis die redelijkerwijs identificeerbaar is, kwalitatief of kwantitatief, met mogelijke negatieve gevolgen voor het maatschappelijke leven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;30° de verwerking: elke bewerking of elk geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens, met inbegrip van beelden, al dan niet uitgevoerd met behulp van geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, registreren, ordenen, structureren, bewaren, aanpassen of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op enigerlei andere wijze ter beschikking stellen of toegankelijk maken, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, beperken, wissen of vernietigen van gegevens. Wanneer wordt verwezen naar de toegang tot of het ter beschikking stellen van politiebeelden aan leden die geen politiediensten zijn, gaat het enkel om het in real time bekijken in crisis- of noodsituaties zoals bedoeld in artikel 25/5, § 2, van de wet op het politieambt; 31° het gedeeld gebruik: wederzijdse toegang door de verschillende leden van het platform tot het in real time bekijken van beelden van andere leden in crisis- of noodsituaties.".
Art. 4.In hoofdstuk II van dezelfde ordonnantie wordt een afdeling I ingevoegd, met als opschrift "Algemene bepaling", waarvan artikel 3 het enige artikel is.
Art. 5.In artikel 3 van dezelfde ordonnantie, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) De woorden "om de uitoefening van de bevoegdheden inzake preventie en veiligheid, zoals bepaald in artikel 48 van de bijzondere wet en toevertrouwd aan de Brusselse Agglomeratie, te vergemakkelijken, te centraliseren en te coördineren" worden ingevoegd na de woorden "Er wordt een instelling van openbaar nut opgericht waarin het beheer van het preventie- en veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt samengebracht, genaamd "Brussel - Preventie & Veiligheid"; b) de woorden "doorgaans `safe.brussels' genoemd" worden ingevoegd na de woorden "`Brussel - Preventie & Veiligheid'"; 2° in het tweede lid worden de woorden "De instelling" vervangen door "safe.brussels"; 3° artikel 3 waarvan de overeenkomstig 1° en 2° gewijzigde tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met de paragrafen 2 en 3, die luiden als volgt: " § 2.Om de in paragraaf 1 vermelde doelstellingen te bereiken, voert safe.brussels ten behoeve van de in artikel 48 van de Bijzondere wet bedoelde organen minstens de volgende opdrachten uit, meer bepaald: 1° kennis over preventie en veiligheid ontwikkelen;2° het overheidsbeleid inzake preventie en veiligheid operationeel coördineren;3° de uitoefening van de bevoegdheden van de hoge ambtenaar en de Minister-President op het vlak van de civiele veiligheid en de handhaving van de openbare orde ondersteunen;4° de promotie van de veiligheids-, preventie- en hulpdienstberoepen ondersteunen;5° eerstelijnsdiensten voor of met burgers in het kader van preventie en crisisbeheer ontwikkelen en versterken. § 3. De acties die safe.brussels uitvoert om de in paragraaf 2 bedoelde opdrachten te vervullen, vallen onder de volgende categorieën, die in de afdelingen II tot VIII worden beschreven: 1° de identificatie en de analyse van risico's en criminele fenomenen;2° preventie;3° voorbereiding;4° de coördinatie van het overheidsbeleid inzake preventie en veiligheid en crisisbeheer;5° evaluatie;6° ondersteuning en versterking van de opleiding; 7° het weerbaarheidsbeleid.".
Art. 6.Artikel 4 van dezelfde ordonnantie, gewijzigd bij de ordonnantie van 4 april 2019, wordt opgeheven.
Art. 7.In hoofdstuk II van dezelfde ordonnantie wordt een afdeling II ingevoegd met als opschrift "De identificatie en de analyse van risico's en criminele fenomenen".
Art. 8.In afdeling II, ingevoegd bij artikel 7, wordt een artikel 4/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 4/1.§ 1. Zonder afbreuk te doen aan de analyses die op federaal niveau worden uitgevoerd door het daartoe opgerichte orgaan onder de bevoegde minister, identificeert en analyseert safe.brussels de risico's op het grondgebied van de Brusselse Aagglomeratie. § 2. Safe.brussels voert studies uit over welbepaalde risico's en criminele fenomenen ten behoeve van: 1° de organen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die door artikel 48 van de Bijzondere wet zijn aangewezen met het oog op de uitoefening van de bevoegdheden die eraan zijn toevertrouwd;2° de instellingen die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft opgericht voor de aangelegenheden waarvoor het bevoegd is;3° eender welke openbare of private partner. Safe.brussels beoordeelt de geschiktheid van de verzoeken die het krijgt.".
Art. 9.In hoofdstuk II van dezelfde ordonnantie wordt een afdeling III met als opschrift "De preventie" ingevoegd.
Art. 10.In afdeling III, ingevoegd bij artikel 9, wordt een artikel 4/2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 4/2.Safe.brussels heeft als opdracht de beslissingen van de organen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake risicopreventie op het grondgebied van de Brusselse Agglomeratie voor te bereiden, te coördineren en uit te voeren volgens een globale en multidisciplinaire aanpak.
Safe.brussels is er in dat verband mee belast: 1° de opmaak en de uitvoering van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan te coördineren en de bevoegde overheid van de Brusselse Agglomeratie te ondersteunen bij de organisatie van de gewestelijke veiligheidsraad bedoeld in artikel 37bis van de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; 2° het Brussels Preventie- en Buurtplan en de Lokale Preventie- en Buurtplannen die er deel van uitmaken, zoals opgesteld door de gemeenten en vervolgens geëvalueerd en gevalideerd door safe.brussels, voor te bereiden en ter goedkeuring voor te leggen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering; 3° ondersteuning te bieden aan de openbare of private instanties die bevoegd zijn voor preventie en veiligheid of die tot doel hebben de openbare veiligheid te verzekeren, ertoe bij te dragen of te versterken, zonder afbreuk te doen aan de ondersteuning die wordt verleend door andere bestuursniveaus of door andere gewestelijke diensten of instellingen binnen het kader van hun bevoegdheden.".
Art. 11.In hoofdstuk II van dezelfde ordonnantie wordt een afdeling IV ingevoegd met als opschrift "De voorbereiding".
Art. 12.In afdeling IV, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 4/3 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 4/3.In overeenstemming met de relevante federale wettelijke en reglementaire bepalingen en onverminderd de steun van de federale overheid verleent safe.brussels de hoge ambtenaar administratieve en technische ondersteuning bij de uitwerking van noodplannen, procedures met betrekking tot de op het gewestelijk grondgebied aanwezige risico's en de praktische uitvoering daarvan.".
Art. 13.In dezelfde afdeling wordt een artikel 4/4 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 4/4.Safe.brussels is belast met een opdracht van actieve waakzaamheid door te voorzien in een algemene permanentie voor de Minister-President en de hoge ambtenaar.
Safe.brussels kan ook voorzien in een permanentie voor specifieke risico's ten gunste van bepaalde partners waarmee een overeenkomst wordt gesloten.".
Art. 14.In hoofdstuk II van dezelfde ordonnantie wordt een afdeling V ingevoegd met als opschrift "De coördinatie en het beheer van het overheidsbeleid, en de voorwaarden voor het gedeeld gebruik van de gegevens en beelden", bestaande uit een onderafdeling I met als opschrift "De operationele coördinatie van het overheidsbeleid inzake preventie en veiligheid", een onderafdeling II met als opschrift "Het Crisiscentrum van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest", een onderafdeling III met als opschrift "Het Brusselse videobeschermingsplatform" en een onderafdeling IV met als opschrift "Het Centrum voor gegevensverwerking en visualisering".
Art. 15.In onderafdeling I van afdeling V, ingevoegd bij artikel 14, wordt een artikel 4/5 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 4/5.Safe.brussels zorgt voor de operationele coördinatie van de beleidslijnen die door de organen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden uitgestippeld op het vlak van preventie en veiligheid.
Safe.brussels brengt daartoe de bevoegde openbare of private instanties samen.".
Art. 16.In onderafdeling II van afdeling V, ingevoegd bij artikel 14, wordt een artikel 4/6 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 4/6.Safe.brussels huisvest een Brussels Gewestelijk Crisiscentrum.".
Art. 17.In dezelfde onderafdeling wordt een artikel 4/7 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 4/7.§ 1. Het Brussels Gewestelijk Crisiscentrum wordt ter beschikking gesteld van de organen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van de uitoefening van de bevoegdheden die eraan zijn toevertrouwd door artikel 48 van de Bijzondere wet, in het bijzonder met betrekking tot de handhaving van de openbare orde, de civiele veiligheid en de noodplanning.
Safe.brussels is er in dat verband inzonderheid mee belast: 1° expertise te ontwikkelen ten behoeve van de overheids- of privépartners van safe.brussels om hen in staat te stellen incidenten te beheren en crisis- of noodsituaties op gewestelijk niveau te coördineren; 2° crisis- of noodsituaties op gewestelijk niveau te coördineren;3° te fungeren als centraal aanspreekpunt bij het beheer van crisis- of noodsituaties waarvoor een gecoördineerd optreden van de verschillende bevoegde instanties op het niveau van de Brusselse Agglomeratie vereist is;4° te fungeren als voornaamste aanspreekpunt voor de bevoegde overheden op federaal of deelstaatniveau voor alle informatie met betrekking tot crisis- of noodsituaties. § 2. Het Brussels Gewestelijk Crisiscentrum wordt eveneens ter beschikking gesteld van de medische hulpdiensten, de politiediensten en de civiele veiligheidsdiensten en van de verschillende gewestelijke veiligheids- en mobiliteitsoperatoren in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden en onder hun eigen verantwoordelijkheid.".
Art. 18.In onderafdeling III van afdeling V, ingevoegd bij artikel 14, wordt een artikel 4/8 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 4/8.Safe.brussels huisvest en coördineert een Brussels videobeschermingsplatform.
Het Brusselse videobeschermingsplatform omvat een systeem voor het gedeeld gebruiken en ter beschikking stellen van beelden en gegevens door safe.brussels en de deelnemende leden, volgens de hierna bepaalde modaliteiten.".
Art. 19.In dezelfde onderafdeling wordt een artikel 4/9 ingevoegd, dat luidt als volgt: "
Art. 4/9.Elke terbeschikkingstelling van beelden of persoonsgegevens vindt binnen het videobeschermingsplatform plaats tussen de leden ervan in overeenstemming met de wetgevingen die op de verwerking van elke soort gegevens van toepassing zijn en meer in het bijzonder: 1° met de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) en de camerawet, wanneer de verwerking betrekking heeft op gegevens en beelden die toebehoren aan de leden van het platform die geen politiediensten zijn; 2° met titel 2 van de wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, die de richtlijn Politie en Justitie omzet, en met de bepalingen van de wet op het politieambt, wanneer de verwerking betrekking heeft op gegevens en beelden die toebehoren aan leden van het platform die politiediensten zijn.".
Art. 20.In dezelfde onderafdeling wordt een artikel 4/10 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/10.§ 1. Safe.brussels is universeel ontvanger van de beelden en gegevens van alle leden van het Brusselse videobeschermingsplatform bedoeld in artikel 4/8.
Hiertoe stelt het zijn infrastructuren ter beschikking van de leden van het platform voor de visualisering van deze beelden en gaat het over tot de ontvangst en de inzage ervan in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.".
Art. 21.In dezelfde onderafdeling wordt een artikel 4/11 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/11.§ 1. Het platform is samengesteld uit vertegenwoordigers van safe.brussels, leden van rechtswege, aangesloten leden en geassocieerde leden, zoals bedoeld in paragraaf 3 van dit artikel. § 2. Bij de uitvoering van zijn opdrachten verwerkt safe.brussels zijn gegevens en de gegevens die het ontvangt in overeenstemming met het wettelijke kader met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens voor de doeleinden die vallen binnen de uitoefening van zijn bevoegdheden, zoals bedoeld in de artikelen 4/1 tot 4/7 en in het bijzonder: 1° de geïntegreerde openbare veiligheid op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en daartoe ook de coördinatie van alle gewestelijke mobiliteits- en veiligheidsoperatoren, alsook het delen van beelden en gegevens in het Brussels Gewestelijk Crisiscentrum overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen en deze ordonnantie;2° de bijdrage aan de handhaving van de openbare orde;3° het beheer van crisis- of noodsituaties. Safe.brussels is gemachtigd om beelden en gegevens van leden van het Brusselse videobeschermingsplatform te ontvangen en te verwerken binnen de grenzen die zijn bepaald door de wetgeving die van toepassing is op de verwerking van elk type persoonsgegevens en op de naleving van de doeleinden. Het is verantwoordelijk voor de verwerking, in de zin van artikel 4, 7), van de algemene verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), van zijn eigen gegevens en van de gegevens die het eventueel ontvangt van andere leden, in overeenstemming met de wetgeving die van toepassing is op de verwerking van elk type persoonsgegevens en op de naleving van de doeleinden. § 3. Zijn van rechtswege lid van het Brusselse videobeschermingsplatform: de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (hierna de "MIVB"), Brussel Mobiliteit, de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp (hierna de "DBDMH") en de Haven van Brussel.
Elk lid is verwerkingsverantwoordelijke voor zijn eigen gegevens en wordt verwerkingsverantwoordelijke voor de gegevens die het van een of meerdere andere leden ontvangt, in overeenstemming met de wetgeving die van toepassing is op de verwerking van elk type persoonsgegevens en op de naleving van de doeleinden.
Onverminderd het vierde lid van deze paragraaf sluit elk van de leden van rechtswege een raamovereenkomst met safe.brussels, waarin, met inachtneming van de legaliteits-, finaliteits- en evenredigheidsbeginselen, wordt bepaald dat elk lid van rechtswege enkel toegang heeft tot de beelden van de andere leden van rechtswege die binnen hun respectieve bevoegdheidssfeer en met inachtneming van de oorspronkelijke doeleinden zijn genomen. Deze overeenkomsten worden ter advies voorgelegd aan het Controleorgaan op de politionele informatie (COC).
Rekening houdend met de technische en organisatorische beperkingen en met de veiligheidsvereisten van het net van het openbaar vervoer, sluiten de MIVB en safe.brussels een protocolakkoord, om ervoor te zorgen dat de beelden van de MIVB ter beschikking worden gesteld van het systeem voor het gedeeld gebruik van beelden en gegevens, met inachtneming van het geldende wettelijke kader dat eigen is voor elke instelling.
Bij een crisis- of noodsituatie hebben de leden van rechtswege enkel toegang tot de beelden van alle andere leden in overeenstemming met artikel 5, § 4, derde lid, van de camerawet en artikel 25/5, § 2, van de wet op het politieambt. De toegang van de leden tot de beelden is toegelaten voor de duur die strikt noodzakelijk is om de situatie die de crisis of noodtoestand verantwoordde, op te lossen.
Elke verwerkingsverantwoordelijke houdt een register bij van de verwerkingen die in crisis- of noodsituaties zijn uitgevoerd op zijn beelden. Dit register vermeldt welke leden toegang hebben gehad tot de beelden, de duur van deze toegang en alle eventuele acties die op de beelden zijn uitgevoerd, in overeenstemming met de wetgeving die van toepassing is op elk type gegevens en beelden. § 4. Onverminderd de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen kunnen de zes politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toetreden tot het Brusselse videobeschermingsplatform als aangesloten lid.
Elk lid is verwerkingsverantwoordelijke voor zijn eigen gegevens en wordt verwerkingsverantwoordelijke voor de gegevens die het van een of meerdere andere leden ontvangt, met inachtneming van de wetgeving die van toepassing is op de verwerking van elk type gegevens.
Het aangesloten lid neemt effectief deel aan het Brusselse videobeschermingsplatform zodra er tussen dat aangesloten lid en safe.brussels een aansluitingsovereenkomst is gesloten, waarvan de inhoud eerst ter advies is voorgelegd aan het Controleorgaan op de politionele informatie (COC).
De aansluitingsovereenkomst vermeldt dat iedere aangesloten politiezone toegang kan krijgen tot de beelden van alle leden die genomen zijn in dezelfde territoriale zone als die waarin zij zich bevindt, met inachtneming van de wetgeving die van toepassing is op die beelden, inzonderheid van de artikelen 5, § 1, b), van de algemene verordening over gegevensbescherming en 9, 3°, a) en b), van de camerawet, indien het beelden betreft die afkomstig zijn van leden die geen politiedienst zijn en de richtlijnen genomen op basis van artikel 44/4 van de wet op het politieambt in het geval van beelden die afkomstig zijn van leden die wel een politiedienst zijn.
Gelet op de taak van de politiezones om de veiligheid te handhaven en daartoe inbreuken vast te stellen, vermeldt de aansluitingsovereenkomst tevens dat elke aangesloten politiezone ook toegang krijgt tot de beelden van de andere leden die in de aan haar zone grenzende territoriale zones genomen zijn, met inachtneming van de wetgeving die van toepassing is op die beelden, inzonderheid van de artikelen 5, § 1, b), van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) en 9, 3°, a) en b), van de camerawet, indien het beelden betreft die afkomstig zijn van leden die geen politiedienst zijn en de richtlijnen genomen op basis van artikel 44/4 van de wet op het politieambt in het geval van beelden die afkomstig zijn van leden die wel een politiedienst zijn.
In crisis- of noodsituaties kunnen de aangesloten leden eveneens toegang krijgen tot de beelden van alle andere leden, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen die hen daartoe machtigen. § 5. Ten aanzien van de aangesloten leden en de federale Politie treedt safe.brussels op als verwerker, in overeenstemming met artikel 53 en volgende van de wet betreffende de bescherming van gegevens.
De verwerkingen die door safe.brussels voor rekening van de aangesloten leden en de federale Politie worden uitgevoerd, worden geregeld door een schriftelijke overeenkomst die safe.brussels bindt aan de verwerkingsverantwoordelijken van elk in het eerste lid bedoelde lid, waarin de door de verwerker geboden garanties met betrekking tot de technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen en de vertrouwelijkheid in verband met de verwerkingen worden vastgesteld en waarin het voorwerp, de duur, de aard en het doel van de verwerking, het type persoonsgegevens, de categorieën van betrokkenen en de plichten en rechten van de verwerkingsverantwoordelijke worden omschreven.
Deze verwerkingsovereenkomst voldoet aan de artikelen 53 en volgende van de wet betreffende de bescherming van gegevens en bepaalt in het bijzonder dat de verwerker: 1° uitsluitend volgens de instructies van de verwerkingsverantwoordelijke handelt;2° ervoor zorgt dat de personen die gemachtigd zijn om persoonsgegevens te verwerken, zich ertoe verbinden deze niet te raadplegen en dat zij onderworpen zijn aan een wettelijke en passende geheimhoudingsplicht;3° de verwerkingsverantwoordelijke met passende middelen bijstaat om de naleving van de bepalingen betreffende de rechten van de betrokkene te verzekeren;4° na afloop van de gegevensverwerkingsdiensten, alle persoonsgegevens wist of die terugbezorgt aan de verwerkingsverantwoordelijke, en bestaande kopieën verwijdert, tenzij de bewaring van de persoonsgegevens bij wet, decreet, ordonnantie, Europese regelgeving of internationale overeenkomst toegestaan is;5° aan de verwerkingsverantwoordelijke alle informatie ter beschikking stelt die nodig is om de naleving van dit artikel aan te tonen;6° voldoet aan de voornoemde voorwaarden voor indienstneming van een andere verwerker die noodzakelijk is voor zijn activiteit en ervoor zorgt dat hij het akkoord van de verwerkingsverantwoordelijke krijgt wat betreft het profiel en de persoon van die verwerker. In de overeenkomst die in het vorige lid is vermeld, wordt vastgelegd welke dienst binnen safe.brussels instaat voor het uitvoeren van de taken als verwerker.
Indien een verwerker in strijd met dit artikel de doeleinden en middelen van de verwerking bepaalt, wordt die verwerker met betrekking tot deze verwerking als de verwerkingsverantwoordelijke beschouwd en draagt hij rechtstreeks de verantwoordelijkheden die verbonden zijn aan die functie. § 6. Onverminderd de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen kunnen onder meer de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ("NMBS") alsook de federale Politie geassocieerd lid worden van het Brusselse videobeschermingsplatform, op voorwaarde dat het Strategisch Comité daarmee instemt.
Het geassocieerde lid neemt effectief deel aan het Brusselse videobeschermingsplatform zodra er tussen dat geassocieerde lid en safe.brussels een associatieovereenkomst is gesloten, waarvan de inhoud eerst ter advies is voorgelegd aan het Controleorgaan op de politionele informatie (COC). § 7. In zijn hoedanigheid van coördinator van het veiligheidsbeleid is safe.brussels de coördinator van het platform en zorgt het ervoor betrokken partij te zijn bij de verwerkingsovereenkomsten die de leden van het platform sluiten met de technisch dienstverlener, met betrekking tot de werking van het platform, met inachtneming van de wettelijke bepalingen.".
Art. 22.In dezelfde onderafdeling wordt een artikel 4/12 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/12.§ 1. Binnen het Brusselse videobeschermingsplatform wordt een Strategisch Comité opgericht. § 2. Het Strategisch Comité bestaat uit elf leden, die worden aangesteld volgens het volgende systeem: 1° een vertegenwoordiger van safe.brussels, voorgedragen door de Minister-President; 2° een vertegenwoordiger van de MIVB, voorgedragen door de Minister bevoegd voor Vervoer;3° een vertegenwoordiger van Brussel Mobiliteit, voorgedragen door de Minister bevoegd voor Vervoer;4° een vertegenwoordiger van elke politiezone, volgens de modaliteiten vastgelegd hieronder in paragraaf 3;5° een vertegenwoordiger van de DBDMH, voorgedragen door de Minister of staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp;6° een vertegenwoordiger van de Haven van Brussel. § 3. Elke politiezone wijst een lid van haar Politiecollege aan dat tot taak krijgt haar te vertegenwoordigen in het Strategisch Comité.
Het Strategisch Comité wordt voorgezeten door de Minister-President of desgevallend door de leidend ambtenaar van safe.brussels. § 4. Het Strategisch Comité keurt, op voorstel van safe.brussels, binnen de maand na zijn aantreden een huishoudelijk reglement goed.
Dat reglement treedt in werking na bekrachtiging ervan door de Regering.
Het Strategisch Comité vergadert volgens de voorwaarden en modaliteiten die vastgelegd zijn in zijn huishoudelijk reglement.
Het Strategisch Comité komt minstens één keer per jaar bijeen, of op verzoek van de meerderheid van zijn leden of van safe.brussels.
Ook bij de opname van een nieuw lid komt het Strategisch Comité bijeen en het ziet toe op de naleving van het vijfjaarlijkse financieringsplan, rekening houdend met de impact van de opname van het lid op de begroting.
Het Strategisch Comité beslist bij gewone meerderheid, behalve in de gevallen bedoeld in paragraaf 5, 2° en 3°, waarvoor een gekwalificeerde meerderheid vereist is. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag. Het ziet er daarbij op toe dat belangenconflicten worden voorkomen volgens de regels bepaald in zijn huishoudelijk reglement. Beslissingen genomen door het Strategisch Comité hebben geen invloed op de verwerking van of de toegang tot de beelden van de leden van het platform. In een dergelijk geval moet elke beslissing vooraf worden goedgekeurd door de verwerkingsverantwoordelijke(n) van de beelden en gegevens in kwestie.
Afhankelijk van de agenda kan het Strategisch Comité iedere natuurlijke of rechtspersoon, in het bijzonder een vertegenwoordiger van Paradigm, uitnodigen om aan zijn werkzaamheden deel te nemen. Zij hebben geen stemrecht. De nadere regels voor uitnodiging en deelname zullen in het huishoudelijk reglement vastgelegd worden.
Safe.brussels verzorgt het secretariaat van het Strategisch Comité. § 5. Het Strategisch Comité heeft tot opdracht beslissingen te nemen over de verschillende strategische krachtlijnen van het Brusselse videobeschermingsplatform en erop toe te zien dat de technische dienstverlener(s) de hem (hen) toegekende opdrachten correct uitvoert (uitvoeren).
Als dusdanig: 1° ziet het Strategisch Comité toe op de naleving van de regels inzake goed bestuur onder de leden van het platform;2° brengt het Strategisch Comité advies uit over het vijfjaarlijkse financieringsplan met vastlegging van het jaarlijkse budget nodig voor de uitrol en het beheer van het Brusselse videobeschermingsplatform. Dat plan dient door safe.brussels voorgesteld en ter goedkeuring aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering voorgelegd te worden; 3° brengt het Strategisch Comité een advies uit over het strategische vijfjarenplan zoals uitgewerkt door safe.brussels. In dat plan wordt de aanwending van het jaarbudget toegelicht, rekening houdend met de verrichte investeringen en de exploitatiekosten van het Brusselse videobeschermingsplatform. Safe.brussels houdt rekening met dit advies bij de goedkeuring van het plan en kan er slechts van afwijken door zijn keuze met redenen te omkleden; 4° brengt het Strategisch Comité elk jaar aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering verslag uit over de activiteiten van het Brusselse videobeschermingsplatform en over de uitvoering van het strategische vijfjarenplan op basis van een rapport opgesteld door safe.brussels; 5° mag het Strategisch Comité intern werkgroepen oprichten, waaraan het taken toevertrouwt met het oog op de goede werking en de uitbouw van het Brusselse videobeschermingsplatform en op voorwaarde dat die taken niet vervuld kunnen worden door safe.brussels of een andere verwerker dat het aanwijst.
Het secretariaat van de werkgroepen wordt verzorgd door safe.brussels; 6° brengt het Strategisch Comité op verzoek van safe.brussels advies uit over mogelijke conflicten die zich voordoen tussen de technische dienstverleners en de leden van het platform of tussen leden van het platform.
Onder auspiciën van safe.brussels is in geval van een geschil tussen het (de) betrokken lid (leden) en/of de dienstverlener een poging tot minnelijke schikking verplicht, onverminderd, ingeval deze faalt, waarvan op initiatief van de meest gerede partij naar behoren kennis is gegeven, de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen.".
Art. 23.In dezelfde onderafdeling wordt een artikel 4/13 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/13.§ 1. In een crisis- of noodsituatie stelt elk lid van het Brusselse videobeschermingsplatform de beelden die het verzamelt met zijn eigen videobeschermingscamera's ter beschikking van de andere leden, via het systeem voor het gedeeld gebruik van beelden en gegevens, met inachtneming van de voorwaarden van deze ordonnantie en de wetgeving die van toepassing is op de betrokken beelden.
Een lid dat dit niet doet, is behoudens overmacht hiervoor burgerlijk en strafrechtelijk aansprakelijk. § 2. Met inachtneming van de geldende wettelijke bepalingen mag safe.brussels beelden en gegevens van openbare of privé-ondernemingen verzamelen in overeenstemming met de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming). Daartoe verstuurt de betrokken onderneming op vrijwillige basis haar beelden naar safe.brussels.".
Art. 24.In dezelfde onderafdeling wordt een artikel 4/14 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/14.§ 1. De toegang tot gedeeld gebruikte beelden is gebaseerd op profielen die vooraf zijn gedefinieerd door de verwerkingsverantwoordelijken van die beelden, in overeenstemming met de wetgevingen die op hen van toepassing zijn.
De door elk van de leden van het platform als contactpersoon aangestelde vertegenwoordiger richt een aanvraag tot safe.brussels of zijn technisch verwerker om een profiel en de overeenkomstige toegangsrechten toe te kennen aan die gebruiker, in overeenstemming met de voorafgaande toestemming van de verwerkingsverantwoordelijke van de betrokken beelden.
Safe.brussels of zijn technisch verwerker behandelt de aanvraag volgens de profielen die zijn gespecificeerd en toegestaan door de verwerkingsverantwoordelijke van de betrokken beelden.
Safe.brussels of zijn technisch verwerker is verantwoordelijk voor het creëren van de toegangen, volgens de behoeften van elk lid op het moment van zijn opname in het Brussels videobeschermingsplatform en volgens de instructies van de verwerkingsverantwoordelijke van de betrokken beelden. Daartoe implementeert safe.brussels of zijn technisch verwerker een technologie die zorgt voor de identificatie en authenticatie van de gebruikers die inloggen op het systeem voor het gedeeld gebruik van beelden en gegevens, voor de tracering van die inlogbewegingen alsook voor de perfecte overeenkomst van de technische configuratie van het systeem voor het gedeeld gebruik van beelden en gegevens met de instructies en aanbevelingen van de betrokken verwerkingsverantwoordelijken. § 2. De generieke profielen zijn in drie categorieën ingedeeld: 1° de profielen voor het aansturen van de videobeschermingscamera's en het in real time bekijken van de beelden. De "real time"-profielen hebben toegang tot de aansturing van de videobeschermingscamera's en het in real time bekijken van de beelden van die camera's, in overeenstemming met onder meer de camerawet en haar uitvoeringsbesluiten, de wet op het politieambt en deze ordonnantie; 2° de profielen voor visualisering van de beelden met uitstel en voor het exporteren van videofragmenten. De "uitgesteld"-profielen hebben enkel toegang tot de opgenomen en opgeslagen beelden voor onderzoekingen en exportdoeleinden, in overeenstemming met onder meer de camerawet, de wet betreffende de bescherming van gegevens, de wet op het politieambt en de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
Deze profielen verlenen de gebruikers enkel toegang tot de beelden van de videobeschermingscamera's van het lid waarvan zij afhangen, behoudens wettelijk vastgelegde uitzonderingen of machtigingen van de verwerkingsverantwoordelijke; 3° de "transversale" profielen betreffen de aspecten in verband met het onderhoud, de beveiliging en het beheer van het systeem voor het gedeeld gebruik van beelden en gegevens.De transversale profielen geven geen toegang tot de visualisering van de beelden in real time, tenzij dat noodzakelijk is in de voornoemde gevallen.".
Art. 25.In dezelfde onderafdeling wordt een artikel 4/15 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/15.§ 1. Paradigm treedt op als technisch dienstverlener, onder de autoriteit van safe.brussels, met inachtneming van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), ten dienste van het Brusselse videobeschermingsplatform.
Het treedt op als verwerker in de zin van artikel 4, 8), van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) ten aanzien van safe.brussels en de leden van het platform die geen politiediensten zijn.
Deze verwerking wordt beschreven in een overeenkomst tussen de dienstverlener en safe.brussels of elk ander lid van het platform dat geen politiedienst is, in overeenstemming met artikel 28.3, van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming). Deze overeenkomst bepaalt de door de verwerker geboden garanties in het licht van de technische en de organisatorische beveiligingsmaatregelen voor de verwerkingen, de aansprakelijkheid van de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke, alsook de verplichting van de verwerker en van alle personen die onder zijn gezag handelen om uitsluitend te handelen volgens de instructies van de verwerkingsverantwoordelijke.
Ten aanzien van de leden van het platform die politiediensten zijn, wordt hiervoor een schriftelijke verwerkingsovereenkomst opgesteld, zoals bedoeld in artikel 4/11, in overeenstemming met de artikelen 53 en volgende van de wet betreffende de bescherming van gegevens. Deze overeenkomst bepaalt ook de garanties die de verwerker biedt met betrekking tot de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen met betrekking tot de verwerking.
Om toe te zien op de samenhang en het goede beheer van de gesloten overeenkomsten, wordt safe.brussels op de hoogte gebracht van elke verwerkingsovereenkomst tussen de bovenvermelde dienstverlener en een van de leden van het platform, die betrekking heeft op de werking van het platform of die nodig is voor de uitvoering ervan. § 2. Safe.brussels is bevoegd voor het beheer van de juridische en financiële aspecten die verband houden met de werking van het Brussels videobeschermingsplatform.
Safe.brussels is in zijn hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke, net als de andere verwerkingsverantwoordelijken die lid zijn van het platform en die in het strategisch comité zetelen, eveneens bevoegd voor het definiëren van de technologische middelen en voor het kiezen en bepalen van de normen waaraan die in het licht van de regelgeving met betrekking tot de gegevensbescherming moeten voldoen.".
Art. 26.In dezelfde onderafdeling wordt een artikel 4/16 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/16.§ 1. Paradigm kan in zijn hoedanigheid van technisch dienstverlener, mits voorafgaand akkoord van safe.brussels en de andere verwerkingsverantwoordelijken van de leden van het platform, in overeenstemming met de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten, een exploitant aanstellen aan wie het de opdracht toevertrouwt om IT-ondersteuning te bieden voor het bij safe.brussels gehoste platform om het gedeeld gebruik van beelden en gegevens en het backbone-netwerk te verzekeren of te vergemakkelijken.
De exploitant treedt op als verwerker in de zin van artikel 4, 8), van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) wanneer de dienstverlener taken aan hem uitbesteedt die hem oorspronkelijk zijn toevertrouwd in het kader van een verwerkingsovereenkomst tussen hem en safe.brussels of een ander lid van het platform, en in de zin van artikel 26, 9°, van de wet betreffende de bescherming van gegevens wanneer het lid van het platform een politiedienst is.
Deze verwerking wordt nader omschreven in een overeenkomst tussen de dienstverlener en de exploitant, waarvan safe.brussels in kennis wordt gesteld en die de door de exploitant geboden garanties bepaalt in het licht van de technische en de organisatorische beveiligingsmaatregelen voor de verwerkingen, de aansprakelijkheid van de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke, alsook de verplichting van de verwerker en van alle personen die onder zijn gezag handelen om uitsluitend te handelen volgens de instructies van de verwerkingsverantwoordelijke of van de persoon die hem vertegenwoordigt. § 2. De exploitant staat de dienstverlener bij voor het vervullen van de opdrachten die hem door deze ordonnantie zijn toevertrouwd. Zijn bevoegdheden worden beschreven in de verwerkingsovereenkomst.".
Art. 27.In dezelfde onderafdeling wordt een artikel 4/17 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/17.De Regering kan bij besluit, waarvan het ontwerp ter advies voorgelegd wordt aan het Controleorgaan op de politionele informatie (COC), de operationele en werkingsregels van het Brusselse videobeschermingsplatform aanvullen en de samenstelling daarvan, binnen de perken van haar bevoegdheden, wijzigen.".
Art. 28.In onderafdeling IV van afdeling V, ingevoegd bij artikel 14, wordt een artikel 4/18 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/18.Binnen safe.brussels wordt een Centrum voor gegevensverwerking en uitgestelde visualisering gecreëerd, in overeenstemming met de geldende wettelijke bepalingen, rekening houdend met de aard van de gevisualiseerde gegevens.
Het Centrum voor visualisering is niet gemachtigd om de beelden in real time te visualiseren, onverminderd de artikelen van deze ordonnantie die betrekking hebben op de crisis- of noodsituaties.
Het bestaat uit personeel dat naar behoren is gemachtigd in overeenstemming met de geldende wettelijke bepalingen en moet, indien wettelijk vereist, ervoor zorgen dat de visualisering plaatsvindt in aanwezigheid van en onder toezicht van de bevoegde politiediensten.
Het kan de beelden en gegevens niet langer bewaren dan de termijnen die zijn voorgeschreven door de relevante wetten die van toepassing zijn op de desbetreffende gegevens en op de omstandigheden die de visualisering noodzakelijk maken.
Elk lid van het platform is een verwerkingsverantwoordelijke, in de zin van artikel 4, 7), van de verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), voor de leden van het platform die geen politiediensten zijn, en artikel 26, 8°, van de wet betreffende de bescherming van gegevens, voor de leden van het platform die politiediensten zijn, voor de verwerkingen die worden uitgevoerd binnen het centrum voor gegevensverwerking en visualisering, dat safe.brussels coördineert en beheert in overeenstemming met de wettelijke regels.".
Art. 29.In hoofdstuk II van dezelfde ordonnantie, wordt een afdeling VI ingevoegd, luidende "De evaluatie".
Art. 30.In afdeling VI, ingevoegd bij artikel 29, wordt een artikel 4/19 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/19.§ 1. Safe.brussels is verantwoordelijk voor de evaluatie van: 1° het preventie- en veiligheidsbeleid dat wordt beslist of financieel ondersteund door de organen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van de bevoegdheden die hen worden toegekend door artikel 48 van de Bijzondere wet. Safe.brussels is in het bijzonder verantwoordelijk voor de opvolging en evaluatie van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan, alsook van het Brusselse Preventie- en Buurtplan en de lokale Preventie- en Buurtplannen die er deel van uitmaken; 2° het beheer van crisis- of noodsituaties na elk incident gecoördineerd op het niveau van de Brusselse Agglomeratie. § 2. Hiertoe stelt safe.brussels, op eigen initiatief of op vraag van de Minister-President of van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, statistieken op en/of voert analyses, enquêtes, rapporten of thematische studies uit, op basis van informatie die wordt gevalideerd en meegedeeld door haar publieke of private partners.".
Art. 31.In hoofdstuk II van dezelfde ordonnantie, wordt een afdeling VII ingevoegd, luidende "De ondersteuning en versterking van de opleiding".
Art. 32.In afdeling VII, ingevoegd bij artikel 31, wordt een artikel 4/20 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/20.In het kader van de uitvoering van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan neemt safe.brussels deel aan de promotie van beroepen die verband houden met veiligheid, preventie en de hulpdiensten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook aan de voortdurende verbetering van de kennis in deze beroepen, met name via initiatieven op het vlak van permanente vorming en samenwerking met de verschillende onderwijsnetwerken.
Safe.brussels is verantwoordelijk voor het coördineren, ondersteunen en promoten van de verschillende activiteiten die verband houden met de in het eerste lid gedefinieerde opdrachten.".
Art. 33.In dezelfde afdeling wordt een artikel 4/21 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/21.Worden door safe.brussels opgericht: 1° een raad van bestuurders van de operatoren;2° een academische raad. Safe.brussels verzorgt het secretariaat voor de raden bedoeld in 1° en 2°. ".
Art. 34.In dezelfde afdeling wordt een artikel 4/22 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/22.§ 1. De raad van bestuurders van de operatoren bestaat uit de volgende leden: 1° twee vertegenwoordigers van safe.brussels; 2° de hoge ambtenaar of een door hem aangewezen vertegenwoordiger;3° de bestuurders van de operatoren. § 2. De raad van bestuurders van de operatoren is het forum waar onder andere de behoeften van de operatoren die coördinatie vereisen worden besproken. § 3. De raad van bestuurders van de operatoren regelt de aangelegenheden met betrekking tot de werking ervan door een huishoudelijk reglement vast te stellen.
Het voorzitterschap van de raad van bestuurders rouleert onder de leden die er deel van uitmaken.".
Art. 35.In dezelfde afdeling wordt een artikel 4/23 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/23.§ 1. De academische raad bestaat uit de volgende leden: 1° de leden van de raad van bestuurders bedoeld in artikel 4/22, § 1;2° één vertegenwoordiger van de veiligheids-, preventie- en hulpdienstsector, aangeduid door elk van de operatoren. De academische raad kan een of meer externe deskundigen uitnodigen om zijn vergaderingen bij te wonen. § 2. De academische raad stelt het eerste deel van het Gewestelijk opleidingsplan op en zorgt ervoor dat het tweede deel, dat in samenwerking met safe.brussels is opgesteld, complementair is. In het kader van de opdrachten bepaald in artikel 4/20, laat het toe om zo goed mogelijk in te spelen op de opleidingsbehoeften van de actoren van de veiligheids-, preventie- en hulpdiensten op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De academische raad is verantwoordelijk voor het voortdurend bijwerken van de informatie in het Gewestelijk opleidingsplan.
Het Gewestelijk opleidingsplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Regering in het jaar dat volgt op de goedkeuring van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan. Het wordt ook eenmaal per jaar ter informatie naar de Regering gestuurd als de informatie die het bevat, wordt bijgewerkt. § 3. De academische raad regelt de aangelegenheden met betrekking tot de werking ervan door een huishoudelijk reglement vast te stellen.
Het voorzitterschap van de academische raad rouleert onder de leden die er deel van uitmaken.".
Art. 36.In hoofdstuk II van dezelfde ordonnantie, wordt een afdeling VIII ingevoegd, luidende "Het weerbaarheidsbeleid".
Art. 37.In afdeling VIII, ingevoegd bij artikel 36, wordt een artikel 4/24 ingevoegd, luidende: "
Art. 4/24.Safe.brussels coördineert en ontwikkelt een weerbaarheidsbeleid.
Weerbaarheid is het vermogen van een structuur, in al haar onderdelen, om zich te beschermen tegen, te weerstaan aan, zich aan te passen aan en te herstellen van risico's en bedreigingen die haar vitale belangen en fundamentele waarden aantasten.
Daartoe neemt safe.brussels in het bijzonder deel aan: 1° de bewustmaking van het publiek van de risico's en hoe zich erop voor te bereiden;2° projecten om burgers verantwoordelijk te maken voor hun eigen veiligheid;3° de ontwikkeling van professionele netwerken voor crisisplanning en -beheer; 4° de ontwikkeling van specifieke opleidingen in crisisplanning en -beheer.".
Art. 38.In dezelfde ordonnantie wordt het opschrift van hoofdstuk III vervangen als volgt: "Organisatie, samenstelling, beheer en werking".
Art. 39.In hoofdstuk III van dezelfde ordonnantie wordt een afdeling I ingevoegd, luidende "Organisatie", bestaande uit de artikelen 5 tot en met 7.
Art. 40.In artikel 6, § 1, eerste lid, van dezelfde ordonnantie worden de woorden "de Instelling" vervangen door de woorden "safe.brussels".
Art. 41.Artikel 8 van dezelfde ordonnantie wordt opgeheven.
Art. 42.In hoofdstuk III van dezelfde ordonnantie wordt een afdeling II ingevoegd, luidende "Samenstelling".
Art. 43.In afdeling II, ingevoegd bij artikel 42, wordt een artikel 8/1 ingevoegd, luidende: "
Art. 8/1.§ 1. De Regering stelt het personeelsplan en het administratief en geldelijk statuut van de personeelsleden van safe.brussels vast. § 2. Bij safe.brussels kan eveneens personeel aangeworven worden middels een arbeidsovereenkomst, overeenkomstig de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.
In naleving van de dwingende bepalingen van deze wet is de Regering gemachtigd om de administratieve en geldelijke situatie van de contractuele personeelsleden van safe.brussels te regelen. § 3. Safe.brussels kan in zijn personeelsbestand eveneens personeelsleden opnemen die ter beschikking zijn gesteld door andere beleidsniveaus. Tijdens hun detachering vallen gedetacheerde personeelsleden onder het functionele gezag van de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar van safe.brussels.".
Art. 44.In dezelfde afdeling wordt een artikel 8/2 ingevoegd, luidende: "
Art. 8/2.§ 1. Statutaire personeelsleden van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of van de instellingen van openbaar nut die afhangen van het Gewest worden bij besluit van de Regering naar safe.brussels overgeheveld. § 2. De Regering bepaalt na overleg met de representatieve organisaties van het personeel de datum en de wijze van overheveling van de personeelsleden van safe.brussels.
De leden van dit personeel worden in hun graad of een overeenstemmende graad en in hun hoedanigheid overgeheveld.
Zij behouden minstens de bezoldiging en de anciënniteit die zij hadden of gehad zouden hebben als zij in hun dienst van herkomst verder de functie hadden uitgeoefend die zij bekleedden op het ogenblik van hun overheveling.
Het rechtsstatuut van deze personeelsleden blijft geregeld door de ter zake geldende bepalingen zolang de Regering geen gebruik maakt van de bevoegdheid bedoeld in artikel 8/1.".
Art. 45.In hoofdstuk III van dezelfde ordonnantie wordt een afdeling III ingevoegd, luidende "Werking".
Art. 46.In afdeling III, ingevoegd bij artikel 45, wordt een artikel 8/4 ingevoegd, luidende: "
Art. 8/4.Safe.brussels beschikt over de volgende middelen: 1° de kredieten ingeschreven in de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in de begroting van de Agglomeratie;2° de middelen toegekend door de Staat of andere overheden;3° occasionele subsidies en inkomsten;4° leningen die zijn aangegaan in uitvoering van een investeringsprogramma aanvaard door de Regering; 5° niet gebruikte begrotingsoverschotten van vorige jaren die safe.brussels kan overdragen krachtens de begrotingsordonnantie; 6° inkomsten afkomstig uit prestaties die te verzoenen zijn met de opdrachten die aan safe.brussels zijn toevertrouwd; 7° giften en legaten ten gunste van safe.brussels.".
Art. 47.In dezelfde afdeling wordt een artikel 8/5 ingevoegd, luidende: "
Art. 8/5.Om zijn opdrachten te vervullen, kan safe.brussels onder meer om het even welke activiteit ontwikkelen of uitoefenen alsook om het even welke handeling stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met zijn opdrachten.
Hiertoe kan safe.brussels: 1° partnerschapsovereenkomsten sluiten.Onder "partnerschap" wordt elke vorm van vereniging of samenwerking met partners uit de openbare en/of de privé-sector verstaan met het oog op de uitvoering van een of meerdere van zijn opdrachten; 2° financieringen in de vorm van subsidies of dotaties toekennen en beheren, die passen in het kader van zijn opdrachten en die bestemd zijn om te worden toegekend aan publieke of private partners die deskundig zijn op het gebied van preventie en veiligheid of die tot doel hebben de openbare veiligheid te verzekeren, ertoe bij te dragen of te verhogen.Hiertoe legt safe.brussels de voorgestelde subsidies of dotaties ter goedkeuring voor aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, die ze in haar naam en voor haar rekening kan toekennen.
In dit kader staat safe.brussels met name in voor het beheer van: a) het tweede deelfonds, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de wet van 10 augustus 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/08/2001 pub. 18/09/2001 numac 2001003418 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen sluiten tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel, tot oprichting van een begrotingsfonds Taalpremies en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, met het oog op de voorlegging ervan aan de samenwerkingscommissie bedoeld in artikel 43 van de Bijzondere wet;b) de financiële middelen toegewezen aan de politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van de uitvoering van het Globaal Veiligheids- en Preventieplan;c) de financiële middelen die worden toegekend aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van het Brussels Preventie- en Buurtplan en hun Lokale Preventie- en Buurtplannen; 3° materiaal, met inbegrip van technisch innoverend materiaal, infrastructuur of expertise ter beschikking stellen van om het even welke publieke of private partner, op voorwaarde dat dit nauw verband houdt met zijn opdrachten.".
Art. 48.Hoofdstuk IV van dezelfde ordonnantie, dat de artikelen 9 en 10 bevat, wordt opgeheven.
Art. 49.Hoofdstuk IV/1 van dezelfde ordonnantie, dat de artikelen 10/1 tot 10/13 bevat, wordt opgeheven.
Art. 50.Hoofdstuk IV/2 van dezelfde ordonnantie, dat de artikelen 10/14 tot 10/34 bevat, wordt opgeheven.
Art. 51.Hoofdstuk V van dezelfde ordonnantie, dat artikel 11 bevat, wordt opgeheven.
Art. 52.Hoofdstuk VI van dezelfde ordonnantie, dat artikel 12 bevat, wordt opgeheven.
Art. 53.Deze ordonnantie treedt in werking op de tiende dag na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de bepalingen van afdeling VII "De ondersteuning en versterking van de opleiding", die door bij artikel 31 worden ingevoegd en die in werking treden op 1 januari 2025.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 16 mei 2024.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota (1) Documenten van het Parlement: Gewone zitting 2023-2024 A-864/1 Ontwerp van ordonnantie A-864/2 Verslag Integraal verslag: Bespreking: vergadering van donderdag van 2 mei 2024 Aanneming: vergadering van vrijdag 3 mei 2024