Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 01 april 2004
gepubliceerd op 26 april 2004

Ordonnantie tot beperking van het gebruik van pesticieden door de beheerders van openbare ruimten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2004031163
pub.
26/04/2004
prom.
01/04/2004
ELI
eli/ordonnantie/2004/04/01/2004031163/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 APRIL 2004. - Ordonnantie tot beperking van het gebruik van pesticieden door de beheerders van openbare ruimten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)


De Brusselse Hoofdstedelijke Raad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder : 1° « pesticiden » : de in bijlage I bedoelde producten die bestemd zijn om : a) planten te beschermen tegen alle schadelijke organismen of de werking van dergelijke organismen te voorkomen;b) ongewensten planten te doden;2° « additieven » : de uitvloeiers, hechtmiddelen, synergisten, safeners en andere toevoegingsmiddelen die bestemd zijn om de werking van de onder bijlage I, 1° tot 7° genoemde producten te bevorderen;3° « specifieke rodenticiden » : rodenticiden ter bestrijding vna kleine veldmuizen (Microtus arvalis), grote veldmuizen (Arvicola terrestris) en bosmuizen (Apodemus sylvaticus);4° « openbare uimten » : a) de openbare parken en plantsoenen;b) de goederen bedoeld in artikel 1 van de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek, en dit ongeacht hun oppervlakte;c) de wegranden, bermen en andere terreinen van het openbaar domein die deel uitmaken van de weg of erbij horen, autosnelwegen en spoorwegen inbegrepen;d) de oevers van waterlopen, vijvers, moerassen of alle andere wateren die tot het openbaar domein behoren;e) de terreinen die al dan niet tot het openbaar domein behoren waarvan een overheid eigenaar, vruchtgebruiker, pachter, opstalhouder of huurder is en die voor openbaar nut worden gebruikt of horen bij een gebouw dat voor openbaar nut wort gebruikt, met uitzondering van boomkwekerijen en tuinbouwinstallaties die uitsluitend voor openbare diensten zijn bestemd;5° « beheerder van openbare ruimten » : de publieke rechtspersoon die belast is met het onderhoud en de bescherming van de planten die zich in de openbare ruimten bevinden;6° « gebruiker » : de persoon die pesticiden gebruikt en hantert;7° « Instituut » : het Brussels Instituut voor Milieubeheer. HOOFDSTUK II. - Beheersbeginselen

Art. 3.§ 1. In alle openbare ruimten is het verboden gebruik te maken van pesticiden. § 2. De beheerder van openbare ruimten dient andere technieken te gebruiken dan pesticiden. § 3. Wanneer er geen enkel ander bestrijdingsmiddel kan worden toegepast, is het gebruik van pesticiden echter beperkt toegestaan mits rekening wordt gehouden met : 1° de beginselen van geïntegreerde bestrijding, namelijk de rationele toepassing van een combinatie van biologische, biotechnologische, chemische en fysieke bestrijding, teelt- of gewasveredelingsmaatregelen, waarbij het gebruik van pesticiden wordt beperkt tot het strikte minimum dat noodzakelijk is om populaties van schadelijke organismen onder de niveaus te houden waarbij schade optreedt; en 2° de in artikel 4 gestelde voorwaarden.

Art. 4.§ 1. Onverminderd artikel 3 kan de beheerder van openbare ruimten slechts gebruik maken van pesticiden voor het onderhoud van de openbare ruimten die onder zijn beheer vallen, mits voldaan wordt aan de in de §§ 2 tot 5 gestelde voorwaarden. § 2. De pesticiden mogen enkel voor de volgende toepassingen worden aangewend : 1° de bescherming en de verzorging van andere eenjarige of overjarige sierplanten dan houtgewassen;2° de bescherming en de verzorging van houtgewas buite een bosomgeving;3° de bescherming tegen insecten van houtgewas in een bosomgeving door middel van lokmiddelen in bomen of omgevallen bomen of met behulp van elke andere techniek waarbij lokstoffen worden gebruikt;4° het onderhoud van sportterreinen;5° het onderhoud van terreinen met een andere bedekking dan een plantenbedekking. § 3. De pesticiden behoren uitsluitend tot een van de in bijlage I opgenomen productgroepen. Het is verboden pesticiden te grbuiken die tot meerdere productgroepen van bijlage I behoren of waarbij producten van bijlage I met andere producten worden gecombineerd. § 4. De pesticiden behoren niet tot de klassen A en B bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit va 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik.

Indien er op de markt geen niet-ingedeeld product met een bevredigende werkzaamheid verkrijgbaar is, mogen de volgende producten evenwel behoren tot klasse B bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, et op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik : 1° de herbiciden die voor het onderhoud van sportterreinen worden gebruikt;2° de insecticiden die overeenkomstig § 2, 1°, 2° en 3° voor de bescherming van sierplanten of voor de bescherming van bosaanplantingen worden gebrukt;3° de specifieke rodenticiden. § 5. De pesticiden mogen niet worden gebruikt indien de verpakking of het etiket de volgende vermeldingen bevat : 1° een verwijzing naar een van de in bijlage II.A. bedoelde risicozinnen; 2° de vermelding « Zwangere vrouwen of vrouwen in de reproductieve leeftijd mogen niet aan dit product worden blootgesteld »; 3° een verwijzing naar een van de in bijlage II.B. bedoelde risicozinnen, de vermelding « Niet gebruiken in de omgeving van watervlakken en waterlopen » of het symbool N (gevaarlijk voor het milieu), behalve indien het product : a) een insecticide is dat overeenkomstig § 2, 1°, 2° en 3° voor de bescherming van sierplanten of voor de bescherming van bosaanplantingen wordt gebruikt;b) een herbicide is dat overeenkomstig § 2, 1°, 2° en 5° voor de bescherming van sierplanten of het onderhoud van terreinen met een andere bedekking dan een plantenbedekking wordt gebruikt. HOOFDSTUK III. - Gebruiks- en opleidingsvoorwaarden

Art. 5.§ 1. De persoon die namens de beheerder van openbare ruimten de beslissing neemt om pesticiden te gebruiken, moet aan het Instituut het bewijs leveren dat hij de nodige kennis bezit om die producten te gebruiken.

De gebruiker moet het Instituut het bewijs leveren dat hij de nodige kennis bezit om de toegelaten producten te hanteren.

De Regering stelt hiertoe de vereiste voorwaarden vast en bepaalt de voorwaarden die moeten worden vervuld voor het verstrekken van dit bewijs. § 2. Wanneer de gebruiker een beroep doet op de in artikel 4 bedoelde pesticiden, neemt hij alle nodige maatregelen om geen schade toe te brengen aan zijn eigen gezondheid, de gebruikers van de openbare ruimten, de huisdieren en het leefmilieu.

Hij gebruikt aangepast verspreidingsmateriaal dat goed afgesteld en in goede staat is, alsook alle nodige beschermingsmiddelen. Hij volgt de aanbevelingen op het etiket en de verpakking van de gebruikte producten, met name wat de aanbevolen hoeveelheid en de toepassingsperiode betreft. De veiligheidsafstanden en de voorgeschreven termijnen moeten in acht worden genomen. HOOFDSTUK IV. - Register

Art. 6.Voor elke behandeling waarbij in artikel 4 bedoelde producten worden gebruikt, houdt de beheerder van openbare ruimten de volgende gegevens in een register bij : de naam van de gebruiker, de volledige naam van het gebruikte product, het doel van de behandeling, de plaats, de datum en het uur, de behandelde oppervlakte, het gebruikte materiaal en de gebruikte dosis.

Op basis van die gegevens bezorgt de beheerder van openbare ruimten het Instituut elk jaar uiterlijk op 31 januari een verslag waarvan het model door de Regering wordt vastgesteld. HOOFDSTUK V. - Strafmaatregelen en administratieve geldboetes

Art. 7.Wordt gestraft met een geldboete van 3 tot 100 euro, diegene die de voorschriften als vastgesteld i of met toepassing van de artikelen 3, 4, 5 en 6 van deze ordonnantie overtreedt.

Art. 8.§ 1. Artikel 2 van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu wordt aangevuld met de volgende bepaling : 16° de ordonnantie van tot beperking van het gebruik van pesticiden door de beheerders van openbare ruimten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Artikel 32 van de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu wordt aangevuld met de volgende bepaling : 11° in de zin van de ordonnantie van tot beperking van het gebruik van pesticiden door de beheerders van openbare ruimten in het Brussels hoofdstedelijk Gewest : a) de in artikel 4 van die ordonnantie vastgestelde voorwaarden voor het gebruik van pesticiden niet i acht neemt;b) de voor de beheerders van openbare ruimten en de gebruikers voorgeschreven gebruiks- en opleidingsvoorwaarden niet in acht neemt;c) het in artikel 6 van diezelfde ordonnantie bedoelde register niet bijhoudt en het hierbij vereiste jaarverslag niet overzendt. HOOFDSTUK VI. - Slot- en opheffingsbepalingen

Art. 9.De Regering is ertoe gemachtigd de bijlagen II.A en II.B van deze ordonnantie te wijzigen overeenkomstig die wijzigingen die krachtens het Europees recht zouden worden aangebracht in het koninklijk besluit van 28 februari 1994 betreffende het bewaren, het op de markt brengen en het gebruiken van bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik en het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot regeling van de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten met het oog op het op de markt brengen of het gebruik ervan.

Art. 10.De ordonnantie van 2 mei 1991 betreffende het gebruik van pesticiden wordt opgeheven.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 1 april 2004.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Minister van de Brusselse Hoofdstelijke Regering, belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, J. CHABERT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN

Bijlage I Betrokken productgroepen : 1. Herbiciden 2.Mosbestrijdingsmiddelen 3. Insecticiden en mijtendodende middelen 4.Fungiciden en bactericiden 5. Specifieke rodenticiden en mollenverdelgers 6.Afweermiddelen en lokmiddelen 7. Boomwondbehandelingsproducten 8.Additieven Bijlage II.A. R1In droge toestand ontplofbaar R2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken R3 Ernstig ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere onstekingsoorzaken R4 Vormt met metalen zeer gemakkelijk ontplofbare verbindingen R5 Ontploffingsgevaar door verwarming R6 Ontplofbaar met en zonder lucht R7 Kan brand veroorzaken R8 Bevordert de ontbranding van brandbare stoffen R12 Zeer licht ontvlambaar R14 Reageert heftig met water R15 Vormt zeer licht ontvlambaar gas in contact met water R16 Ontploffingsgevaar bij menging met oxiderende stoffen R17 Spontaan ontvlambaar in lucht R18 Kan bij gebruik een ontvlambaar/ontplofbaar dampluchtmengsel vormen R19 Kan ontplofbare peroxiden vormen R29 Vormt vergiftig gas in contact met water R30 Kan bij gebruik zeer licht ontvlambaar worden R31 Vormt vergiftigde gassen in contact met zuren R32 Vormt zeer vergiftigde gassen in contact met zuren R39 Gevaar voor ernstige onherstelbare effecten R40 Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten R45 Kan kanker veroorzaken R46 Kan erfelijke genetische schade veroorzaken R48 Gevaar voor ernstige schade aan de gezondheid bij langdurige blootstelling R49 Kan kanker veroorzaken bij inademing R60 Kan de vruchtbaarheid schaden R61 Kan het ongeboren kind schaden R62 Mogelijk gevaar voor verminderde vruchtbaarheid R63 Mogelijk gevaar voor beschadiging van het ongeboren kind R64 Kan schadelijk zijn via de borstvoeding R68 Onherstelbare effecten zijn niet uitgesloten Bijlage II.B. R50 Zeer vergiftig voor in het water levende organismen R51 Vergiftig voor in het water levende organismen R53 Kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken _______ Nota Documenten van de Raad : Gewone zitting 2003-2004 : A-526/1. Ontwerp van ordonnantie.

A-526/2. Verslag.

Volledig verslag.

Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 26 maart 2004.

^