gepubliceerd op 23 november 2016
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 1. Bij drie vonnissen van 1 september 2016 in zake het openbaar ministerie respectievelijk tegen P.G. en J.C., tegen N. K.F. en tegen V.B., waarvan de expedities ter « Schendt artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
06/01/1989
pub.
18/02/2008
numac
2008000108
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet op het Arbitragehof
sluiten 1. Bij drie vonnissen van 1 september 2016 in zake het openbaar ministerie respectievelijk tegen P.G. en J.C., tegen N. K.F. en tegen V.B., waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 21 september 2016, heeft de Correctionele Rechtbank Luik, afdeling Verviers, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 38, § 6, van de
wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
16/03/1968
pub.
21/10/1998
numac
1998000446
bron
ministerie van binnenlandse zaken
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart
1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967
houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...)
sluiten, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 9 maart 2014 tot wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2 van het Strafwetboek, 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1966 en 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre het de rechter bij wie de zaak na de inwerkingtreding van de wet van 9 maart 2014 aanhangig is gemaakt, ertoe verplicht om, bij een veroordeling van een recidiverende beklaagde tot een straf van verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig, wegens een overtreding die vóór de inwerkingtreding van die wet is begaan, het herstel van het recht tot sturen afhankelijk te maken van het slagen voor een theoretisch en een praktisch examen alsook voor een geneeskundig en een psychologisch onderzoek, aangezien het opleggen van die examens en onderzoeken de situatie van de beklaagde in feite verergert ten opzichte van de stand van de vroegere wetgeving ? ». 2. Bij twee vonnissen van 8 september 2016 en twee vonnissen van 15 september 2016 in zake het openbaar ministerie respectievelijk tegen M.F., tegen D.W. en K.W., tegen R.D. en tegen R.D., waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 5 oktober 2016, heeft de Correctionele Rechtbank Luik, afdeling Verviers, dezelfde prejudiciële vraag gesteld.
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6513, 6514, 6515, 6522, 6523, 6524 en 6525 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
De griffier, P.-Y. Dutilleux