Etaamb.openjustice.be
Bericht
gepubliceerd op 17 februari 2001

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 8 december 2000 in zake V. Zeqiri tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Sint-Martens-Latem, waarvan de expedi « Vormt de wettelijke regeling, zoals vastgesteld in het artikel 57, § 2, van de O.C.M.W.-wet (...)

bron
arbitragehof
numac
2001021104
pub.
17/02/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 8 december 2000 in zake V. Zeqiri tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Sint-Martens-Latem, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 19 december 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Vormt de wettelijke regeling, zoals vastgesteld in het artikel 57, § 2, van de O.C.M.W.-wet d.d. 8 juli 1976 en gewijzigd door artikel 65 van de wet d.d. 15 juli 1996, een schending van het gelijkheids- en discriminatiebeginsel vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang met artikel 23 van de Grondwet, artikel 11.1 van het Internationale Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat het aldus wordt geïnterpreteerd en toegepast dat aan vreemdelingen wiens herhaalde aanvraag om als vluchteling te worden erkend met toepassing van het artikel 51/8 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen niet door de Minister van Binnenlandse Zaken is in overweging genomen en waarvan het beroep tot nietigverklaring, ingediend bij de Raad van State tegen deze beslissing en tegen het bevel om het grondgebied te verlaten nog niet werd beslecht, het recht op maatschappelijke dienstverlening wordt ontzegd, behoudens dringende medische hulpverlening en hulpverlening voor de termijn die strikt noodzakelijk is om de betrokkene in staat te stellen het grondgebied te verlaten ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2099 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 16 november 2000 in zake het openbaar ministerie tegen E. Warnant, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 21 november 2000, heeft de Politierechtbank te Namen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 58 van het Strafwetboek, doordat het de onbeperkte samenvoeging van de straffen inzake materiële samenloop van overtredingen oplegt, het beginsel van de gelijkheid van de Belgen voor de wet (artikelen 10 en 11 van de Grondwet), aangezien vaststaat dat artikel 59 van hetzelfde Wetboek voor tenlasteleggingen van ernstigere aard een beperkte samenvoeging mogelijk maakt ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2077 van de rol van het Hof.

De griffier, L. Potoms.

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a) Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 december 2000 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 14 december 2000, is beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging ingesteld van de artikelen 2, eerste lid, 2°, 11, 12, 15 en 19 van de wet van 25 mei 2000 betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 juni 2000), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door W.Claeys, wonende te 9831 Deurle, De Pesseroeylaan 16, E. Vandeputte, wonende te 3210 Linden, Tempelberg 20, de v.z.w.

Vereniging van de Officieren uit de Actieve Dienst, met zetel te 1030 Brussel, Milcampslaan 77, en J.-P. Mullier, wonende te 1081 Brussel, F. Guidonstraat 55.

W. Claeys, E. Vandeputte en de v.z.w. Vereniging van de Officieren uit de Actieve Dienst vorderen tevens schorsing van de voormelde wettelijke bepalingen, artikel 15 uitgezonderd. b) Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 december 2000 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 14 december 2000, is beroep tot vernietiging alsmede en een vordering tot schorsing ingesteld van de artikelen 20, § 1, eerste lid, 2° en 3°, § 3, derde lid, 21, § 2, tweede lid, en 43 van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 juni 2000), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door J.Claes, wonende te 3090 Overijse, Vleugstraat 19. c) Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 december 2000 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 14 december 2000, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 20, § 1, eerste lid, 2° en 3°, en tweede lid, § 2 en § 3, vierde lid, 21, § 2, tweede lid, 23, § 2, derde en vierde lid, 27 en 43 van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 juni 2000), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door D.Van den Steen, wonende te 9200 Dendermonde, Rijkelstraat 6, D. Mahy, wonende te 6183 Trazegnies, Grand Rue 56, W. Amelinckx, wonende te 9100 Sint-Niklaas, Rietvelden 13, E. D'Antino, wonende te 4420 Montegnée, rue Kennedy 6, C. Derese, wonende te 1410 Waterloo, rue Menil 65, J.-C. Gilis, wonende te 5001 Belgrade, rue Sergent Benoît 19, B. Lilot, wonende te 1495 Sart-Dames-Avelines, Drève Pierre Laruelle 16, E. Pouders, wonende te 2050 Antwerpen, Esmoreitlaan 3, bus 30, A. Thielens, wonende te 3128 Tremelo, Baalsebaan 206, J.-C. Malengreau, wonende te 5100 Wépion, chaussée de Dinant 720, M. Casteleyn, wonende te 3890 Montenaken, Germaine Goyenslaan 1, H. De Bisschop, wonende te 1880 Kapelle-op-den-Bos, Mechelseweg 374, D. Dobbelaere, wonende te 3384 Glabbeek, Huisbos 4, P. Hoogsteyns, wonende te 1860 Meise, Keizerinlaan 44, P. Louis, wonende te 1320 Deurne, rue du Moulin 8, R. Remy, wonende te 5070 Fosses-la-Ville, rue de la Plage 58, P. Watripont, wonende te 9400 Voorde, Zevenhoek 14B, R. Collin, wonende te 5020 Temploux, rue Bout du Village 59, P. De Poortere, wonende te 1780 Wemmel, Berkenlaan 7, P. Dufrane, wonende te 5100 Jambes, boulevard de la Meuse 22, P. Lambert, wonende te 8400 Oostende, Wilgenlaan 30, D. Ossieur, wonende te 9970 Kaprijke, Plein 113, P. Willems, wonende te 2460 Kasterlee, Bosakkers 18 en de voornoemde v.z.w. Vereniging van de Officieren uit de Actieve Dienst.

Die verzoekende partijen vorderen tevens de schorsing van de artikelen 20, § 1, eerste lid, 2° en 3°, en tweede lid, § 2 en § 3, vierde lid, 21, § 2, tweede lid, 27 en 43 van de voormelde wet. d) Bij drie verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 27 december 2000 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen op 28 december 2000, heeft de v.z.w. Action et Liberté, met zetel te 7972 Beloeil, rue de l'Abbaye 14, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 19 van de wet van 25 mei 2000 betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, van artikel 43 van de wet van 25 mei 2000 tot instelling van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenweek en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap voor sommige militairen en tot wijziging van het statuut van de militairen met het oog op de instelling van de tijdelijke ambtsontheffing wegens loopbaanonderbreking, en van artikel 10 van de wet van 25 mei 2000 betreffende de personeelsenveloppe van militairen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 juni 2000), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Die zaken zijn respectievelijk ingeschreven onder de nummers 2094, 2095, 2096, 2104, 2105 en 2106 van de rol van het Hof en werden samengevoegd.

De griffier, L. Potoms.

^