Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 09 mei 2022

Uittreksel uit arrest nr. 174/2021 van 2 december 2021 Rolnummer 7362 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002 « betreffende de sluiting van de ondernemingen », gesteld door de Franstalige Arb Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2022201799
pub.
09/05/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 174/2021 van 2 december 2021 Rolnummer 7362 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten « betreffende de sluiting van de ondernemingen », gesteld door de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters J.-P. Moerman, T. Giet, J. Moerman, M. Pâques en D. Pieters, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 11 februari 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 februari 2020, heeft de Franstalige Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten betreffende de sluiting van de ondernemingen, vóór de wijziging ervan bij de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten, het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre, met toepassing van die bepalingen, de werknemers die zijn ontslagen vóór de periode van 13 maanden die voorafgaat aan de sluiting van de onderneming, maar die vóór de sluiting een gerechtelijke procedure hebben ingesteld, recht hebben op de tegemoetkoming van het Fonds voor sluiting van de ondernemingen, en de werknemers die zijn ontslagen vóór de periode van 13 maanden die voorafgaat aan de sluiting van de onderneming en die met toepassing van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek aan de onderneming een verjaringstuitende zending tot ingebrekestelling hebben gericht, en die een gerechtelijke procedure hebben ingesteld na de sluiting doch vóór de verjaring, geen aanspraak kunnen maken op het voordeel van de tegemoetkoming van het Fonds ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. Artikel 36 van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten « betreffende de sluiting van de ondernemingen » (hierna : de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten), zoals het van toepassing was vóór de wijziging ervan bij artikel 6 van de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten « betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie » (hierna : de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten), bepaalt : « § 1. De bepalingen van artikel 35, § § 1 en 2 zijn van toepassing wanneer aan de arbeidsovereenkomst een einde is gekomen in de loop van de dertien maanden voorafgaand aan de data vastgesteld overeenkomstig de artikelen 3 en 4 tot het einde van een periode van twaalf maanden die een aanvang neemt op diezelfde data. Voor de werknemers die deelnemen aan de vereffeningswerkzaamheden van de onderneming wordt de periode van twaalf maanden die een aanvang neemt op de data vastgesteld overeenkomstig artikelen 3 en 4 op drie jaar gebracht. § 2. De in § 1 bedoelde termijnen zijn niet van toepassing op de ontslagen werknemers : 1° op wie de betaling van de opzeggingsvergoeding in maandtermijnen overeenkomstig artikel 39bis van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing is, voorzover het enkel de bij artikel 39bis bedoelde vergoeding betreft;2° die recht hebben op de aanvullende vergoeding bij brugpensioen bedoeld in artikel 8;3° die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na verloop van een gerechtelijke procedure, die vóór de sluiting geldig werd ingeleid, en dit voor de bedragen die voortvloeien uit deze beslissing ». De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten, zoals het van toepassing was vóór de wijziging van artikel 36, § 1, van die wet bij de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten.

B.2.1. Op grond van artikel 27 van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten werd bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening een fonds met rechtspersoonlijkheid opgericht, het « Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers » (hierna : het Sluitingsfonds). Krachtens artikel 35, § 1, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten heeft het Sluitingsfonds onder meer als opdracht de lonen verschuldigd krachtens een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst en de vergoedingen en voordelen verschuldigd krachtens de wet of krachtens een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst aan de werknemers te betalen wanneer de werkgever zijn geldelijke verplichtingen tegenover zijn werknemers bij sluiting van de onderneming in de zin van de artikelen 3, 4 en 5 van die wet niet nakomt. Aldus beoogt de wetgever « de rechten van de werknemers te waarborgen in geval van sluiting van ondernemingen » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1687/001, p. 4).

B.2.2. Onder sluiting van een onderneming dient, krachtens artikel 3, § 1, eerste lid, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten, in beginsel te worden verstaan de definitieve stopzetting van de hoofdactiviteit van de onderneming, wanneer het aantal werknemers is verminderd tot onder het vierde van het aantal werknemers dat gemiddeld was tewerkgesteld in de onderneming tijdens de vier trimesters voorafgaand aan het trimester gedurende hetwelk de definitieve stopzetting van de hoofdactiviteit van de onderneming heeft plaatsgevonden. Overeenkomstig artikel 3, § 1, tweede lid, van dezelfde wet, wordt de sluiting geacht in te gaan op de eerste dag van de maand die volgt op die waarin het aantal tewerkgestelde werknemers gedaald is onder het vierde van het in artikel 3, § 1, eerste lid, bedoelde gemiddelde : dat is de wettelijke sluitingsdatum.

B.2.3. Krachtens artikel 36, § 1, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten, zoals het van toepassing was vóór de wijziging ervan bij de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten, heeft een werknemer in beginsel slechts recht op tegemoetkoming van het Sluitingsfonds indien aan de arbeidsovereenkomst een einde is gekomen in de loop van de dertien maanden voorafgaand aan de wettelijke sluitingsdatum tot het einde van een periode van twaalf maanden die een aanvang neemt op diezelfde datum.

Die bepaling gaat terug op de wet van 30 juni 1967 « tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers ». De parlementaire voorbereiding van die wet vermeldt : « In artikel 3 wordt verder gepreciseerd dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, die de voorwaarde is voor de betaling van het Fonds in de plaats van de werkgever, dient plaats te hebben in de periode die de twaalf [later : dertien] maanden vóór en de twaalf maanden na de sluiting van de onderneming omvat [...].

Het doel van artikel 3 bestaat hierin dat de werknemer zelfs dan wordt gevrijwaard, wanneer de werkgever de beëindiging van zijn activiteiten in de tijd heeft gespreid. In die onderstelling worden de diverse beëindigingen van arbeidsovereenkomsten (het moge nu gaan om arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd of voor een bepaalde tijd of een bepaald werk, om werknemers met minder of meer dan vijf jaar anciënniteit in de onderneming) beschouwd als beëindigingen die hun oorsprong vinden in het vooruitzicht of in de realisatie van de sluiting der onderneming [...] » (Parl. St., Kamer, 1966-1967, nr. 445/1, pp. 2-3).

Daaruit blijkt dat de wetgever niet alleen de rechten van de werknemers die worden ontslagen op de dag van de sluiting van de onderneming heeft willen waarborgen, maar eveneens de rechten van de werknemers van wie het ontslag kan worden geacht verband te houden met de sluiting. Hij is daarbij ervan uitgegaan dat er een verband is tussen het ontslag en de sluiting wanneer het ontslag plaatsvindt binnen bepaalde periodes vóór en na de wettelijke sluitingsdatum.

B.2.4. Krachtens artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten is de voorwaarde betreffende het tijdstip waarop het ontslag heeft plaatsgevonden evenwel niet van toepassing op ontslagen werknemers die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na verloop van een gerechtelijke procedure die vóór de sluiting geldig werd ingeleid, en dit voor de bedragen die voortvloeien uit die beslissing.

Werknemers die een gerechtelijke procedure hebben ingeleid vóór de sluiting van de onderneming hebben bijgevolg recht op een tegemoetkoming van het Sluitingsfonds voor de bedragen die uit de rechterlijke beslissing voorvloeien, ook indien aan de arbeidsovereenkomst een einde is gekomen vóór de in artikel 36, § 1, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten bedoelde referteperiode.

De parlementaire voorbereiding doet ervan blijken dat die bepaling haar oorsprong vindt in een voorstel van de Nationale Arbeidsraad, vervat in zijn advies nr. 916 van 16 mei 1989 (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1687/001, p. 30).

Dat advies vermeldt : « Door [...] termijnen in de wet in te bouwen, heeft de wetgever de tussenkomst van het Fonds beperkt tot de werknemers waarvan de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst een verband toonde met de sluiting van ondernemingen.

In de praktijk valt het evenwel voor dat werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst voor deze referteperiode een einde heeft genomen een gerechtelijke procedure bij de arbeidsgerechten tegen hun gewezen werkgever dienen aan te gaan ten einde bepaalde achterstallen op te vorderen.

Als gevolg van de vaak lange duur van deze procedure gebeurt het regelmatig dat dergelijke werknemers slechts een definitief vonnis bekomen op het ogenblik dat de onderneming van de werkgever reeds in faling is gegaan.

In toepassing van de voornoemde reglementaire bepalingen kunnen die werknemers dan geen beroep doen op het Fonds om de betaling van de hen bij de gerechtelijke beslissing toegewezen som te bekomen.

De Raad wijst erop dat er voor die werknemers een rechtstreeks verband bestaat tussen de sluiting van de onderneming en het feit dat de werkgever niet in de mogelijkheid is hen te betalen.

Derhalve is de Raad van oordeel dat de toepassing van het artikel 4 tot die werknemers uitgebreid moet worden » (advies van de Nationale Arbeidsraad nr. 916 van 16 mei 1989, pp. 45-46).

Daaruit blijkt dat de wetgever van oordeel is geweest dat de werknemers die vóór de referteperiode bedoeld in artikel 36, § 1, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten werden ontslagen en die vóór de sluiting van de onderneming een gerechtelijke procedure hebben ingeleid ter vrijwaring van hun rechten ten aanzien van de werkgever, zich in een situatie bevinden die een voldoende verband vertoont met de sluiting van de onderneming om een tegemoetkoming van het Sluitingsfonds te verantwoorden.

B.2.5. Zoals in B.2.3 is vermeld, neemt de referteperiode bedoeld in artikel 36, § 1, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten, zoals het van toepassing was vóór de wijziging ervan bij de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten, een aanvang dertien maanden vóór de wettelijke sluitingsdatum. Die termijn werd vastgesteld op dertien maanden bij de wet van 11 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2006 pub. 24/08/2006 numac 2006012392 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen sluiten « tot wijziging van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten betreffende de sluiting van de ondernemingen » (hierna : de wet van 11 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2006 pub. 24/08/2006 numac 2006012392 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen sluiten) en verving de vroegere termijnen, zijnde twaalf maanden voor arbeiders en achttien maanden voor bedienden. In de parlementaire voorbereiding van de wet van 11 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/07/2006 pub. 24/08/2006 numac 2006012392 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen sluiten wordt uiteengezet : « In zijn advies nr. 1.513 heeft de Nationale Arbeidsraad een overzicht gemaakt van de problemen die kunnen rijzen bij de toepassing van de termijn van 12 maanden voorafgaand aan de datum van de sluiting van de onderneming, die voorkomt in artikel 36, § 1 van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten en van de uitzondering voorzien in § 2 van ditzelfde artikel dat bepaalt dat deze termijn niet van toepassing is wanneer de werknemer een gerechtelijke procedure heeft ingeleid vóór de sluiting.

Deze problemen komen voort uit het onderscheid tussen de sluiting (het faillissement) en de wettelijke datum van sluiting (de eerste dag van de maand die volgt op die waarin het aantal tewerkgestelde werknemers gedaald is tot onder het vierde van het aantal werknemers dat gemiddeld was tewerkgesteld tijdens het voorafgaande kalenderjaar).

Bijvoorbeeld: een onderneming gaat failliet op 5 maart 2004. Krachtens de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten, is de wettelijke datum van sluiting 1 april 2004. De onderneming had een arbeider in dienst waarvan de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen op 16 maart 2003.Deze werknemer is het oneens met de werkgever over de berekening van de verbrekingsvergoeding. Op het moment van het faillissement, is hij nog steeds in onderhandeling met zijn werkgever, wetende dat het einde van de wettelijke verjaringstermijn valt op 15 maart 2004 (één jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst, op basis van artikel 15 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten). [...].

In dergelijk geval kan de arbeider de waarborg van het Fonds voor sluiting van ondernemingen niet genieten voor de contractuele vergoedingen, enerzijds omdat zijn arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen meer dan 12 maanden vóór de wettelijke sluitingsdatum (1 april 2004) en anderzijds omdat de werknemer de gerechtelijke procedure niet heeft ingeleid vóór de sluiting hetgeen een onderbreking van de genoemde termijn tot gevolg zou gehad hebben. Om dit probleem op te lossen, voegt artikel 17 van deze wet, overeenkomstig het advies nr. 1.513, een nieuwe § 1 toe in artikel 36 van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten die voorziet dat de periode die de datum van sluiting voorafgaat op 13 maanden wordt gebracht » (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2460/001, pp. 25-26).

Hieruit blijkt dat de wetgever, door de referteperiode te laten aanvangen dertien maanden vóór de wettelijke sluitingsdatum, heeft willen vermijden dat de werknemers die zijn ontslagen meer dan twaalf maanden vóór de wettelijke sluitingsdatum en die geen gerechtelijke procedure hebben ingesteld vóór de sluiting van de onderneming maar van wie de vordering ten aanzien van hun werkgever, op de sluitingsdag van de onderneming, niet is verjaard met toepassing van artikel 15 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten « betreffende de arbeidsovereenkomsten » (hierna : de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten), worden uitgesloten van het voordeel van de tegemoetkoming van het Sluitingsfonds.

B.2.6. Bij de wet van 23 mei 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/05/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013009287 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen type wet prom. 23/05/2013 pub. 14/08/2014 numac 2014000369 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen. - Duitse vertaling sluiten « tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen » werd een verjaringsstuitend karakter toegekend aan de ingebrekestelling verzonden door de advocaat van de schuldeiser, de gerechtsdeurwaarder die daartoe is aangesteld door de schuldeiser of de persoon die in rechte mag verschijnen namens de schuldeiser (artikel 2244, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek). Een dergelijke ingebrekestelling doet in principe een nieuwe verjaringstermijn van één jaar ingaan.

B.2.7. Voor de werknemers die ten aanzien van hun werkgever de verjaring hebben gestuit door een ingebrekestelling aan hem te richten overeenkomstig artikel 2244, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek, heeft de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten bepaald dat de referteperiode bedoeld in artikel 36, § 1, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten een aanvang neemt 25 maanden vóór de wettelijke sluitingsdatum. De parlementaire voorbereiding van de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten vermeldt : « Deze afdeling heeft tot doel de referteperiode te wijzigen waarbinnen aan de arbeidsovereenkomst een einde moet zijn gekomen opdat de werknemer kan genieten van de garantie van het Sluitingsfonds voor zijn lonen, vergoedingen en voordelen in geval van sluiting van de onderneming waarin hij tewerkgesteld is. De wijziging van de referteperiode geldt enkel voor de werknemers die de verjaringstermijn ten aanzien van hun werkgever hebben gestuit door middel van een officiële ingebrekestelling bedoeld in artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek. Opdat deze werknemers de garantie van het Sluitingsfonds zouden kunnen genieten voor hun lonen, vergoedingen en voordelen moet aan hun arbeidsovereenkomst voortaan een einde zijn gekomen in de loop van 25 maanden (i.p.v. 13 maanden) voorafgaand aan de sluitingsdatum tot het einde van een periode van twaalf maanden (of drie jaar in geval van werknemers die deelnemen aan de vereffeningswerkzaamheden van de onderneming) na de sluitingsdatum. Dit hoofdstuk geeft op die manier uitvoering aan het advies van het beheerscomité van het Sluitingsfonds van 20 april 2017.

Opdat het Sluitingsfonds kan optreden als garantiefonds voor de contractuele vergoedingen van de werknemer moet aan de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer binnen een bepaalde periode een einde zijn gekomen, ook wel de referteperiode genoemd.

Voor de contractuele vergoedingen begint deze referteperiode te lopen vanaf de dertiende maand vóór de wettelijke sluitingsdatum en eindigt deze de twaalfde maand na de wettelijke sluitingsdatum (voor de werknemers die deelnemen aan de vereffeningswerkzaamheden van de onderneming eindigt deze referteperiode drie jaar na de wettelijke sluitingsdatum).

In artikel 36, § 2 van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten betreffende de sluiting van de ondernemingen werden drie uitzonderingen opgenomen waarbij werknemers, aan wiens overeenkomst een einde is gekomen buiten de referteperiode, toch zullen kunnen genieten van de betaling van de contractuele vergoedingen.

Dit zal namelijk toch gelden voor de werknemers : - op wie de betaling van de opzeggingsvergoeding in maandtermijnen van toepassing is; - die recht hebben op de bedrijfstoeslag bij SWT; - die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na verloop van een gerechtelijke procedure, die vóór de sluiting geldig werd ingeleid, en dit voor de bedragen die voortvloeien uit deze beslissing.

In het Belgisch Staatsblad van 1 juli 2013 is de wet van 23 mei 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/05/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013009287 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen type wet prom. 23/05/2013 pub. 14/08/2014 numac 2014000369 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen, verschenen.

Deze wet past artikel 2244 BW aan in die zin dat voortaan een ingebrekestelling bij aangetekende zending met ontvangstbewijs verzonden door de advocaat van de schuldeiser, gerechtsdeurwaarder of afgevaardigde van een representatieve werknemersorganisatie die krachtens de schuldeiser in rechte mag verschijnen, de verjaring stuit en ze een nieuwe termijn van één jaar doet ingaan (artikel 2244, § 2 BW). Deze ingebrekestelling moet wel aan een aantal vormvoorwaarden voldoen.

In de verhouding werknemer-werkgever betekent dit dat door een aangetekende ingebrekestelling de termijn waarbinnen de werknemer een rechtsvordering kan instellen aanzienlijk wordt verlengd. Dit kan ertoe leiden dat werknemers die van deze mogelijkheid hebben gebruik gemaakt geen tussenkomst meer zouden krijgen van het Sluitingsfonds omdat ze ontslagen zijn buiten de termijn van 13 maanden voorafgaand aan de sluiting en ze evenmin een gerechtelijke procedure hebben aangevat vóór de sluiting.

Een officiële ingebrekestelling kan overigens ook niet worden gelijkgesteld met het aanvatten van een gerechtelijke procedure, zodat de uitzondering van artikel 36, § 2 van de Sluitingswet geen oplossing biedt voor dergelijke situatie.

Om die redenen verlengt artikel 94 de wettelijke referteperiode voor de tussenkomst van het Sluitingsfonds in dergelijke situatie. De wijziging bestaat erin om de huidige termijn van 13 maanden voorafgaand aan de wettelijke sluitingsdatum te verlengen met een bijkomende termijn van 12 maanden. De achterliggende reden hierbij is dus dat de verjaringstermijn in de relatie werknemer-werkgever op grond van artikel 2244, § 2 BW ook kan worden verlengd met 12 maanden.

Om een band met de sluiting te garanderen wordt voorzien dat deze verlengde referteperiode enkel toepasselijk is op de werknemers die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om de verjaringstermijn ten opzicht[e] van hun werkgever te stuiten middels een officiële ingebrekestelling overeenkomstig artikel 2244, § 2 BW zodat deze verlenging niet toepasselijk is op élk slachtoffer van een sluiting.

Met deze maatregel wordt uitvoering gegeven aan het advies van het beheerscomité van het Sluitingsfonds van 20 april 2017 » (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2839/001, pp. 132-134).

Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat die wijziging, aangebracht bij de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten, ratione temporis niet van toepassing is op het geschil dat hangende is voor het verwijzende rechtscollege.

B.3. Uit de formulering van de prejudiciële vraag en de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, te onderzoeken in zoverre zij een verschil in behandeling doet ontstaan tussen twee categorieën van werknemers van wie de arbeidsovereenkomst is geëindigd meer dan dertien maanden vóór de wettelijke sluitingsdatum : enerzijds, de werknemers die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na verloop van een gerechtelijke procedure die geldig werd ingeleid vóór de sluiting van de onderneming en, anderzijds, diegenen die de verjaring van de vordering bedoeld in artikel 15 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten hebben gestuit door een ingebrekestelling te verzenden overeenkomstig artikel 2244, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek, die op geldige wijze een gerechtelijke procedure hebben ingeleid na de sluiting van de onderneming maar voordat hun vordering is verjaard en die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na verloop van die procedure.

In tegenstelling tot de werknemers van de eerste categorie, kunnen de werknemers van de tweede categorie geen aanspraak maken op de tegemoetkoming van het Sluitingsfonds voor de bedragen die voortvloeien uit de gerechtelijke beslissing die zij genieten.

Het Hof onderzoekt de prejudiciële vraag in die zin.

B.4. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is.

Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.

B.5. Het verschil in behandeling berust op een objectief criterium van onderscheid, namelijk het feit dat de gerechtelijke procedure op geldige wijze is ingeleid vóór of na de sluiting van de onderneming.

B.6. Dat criterium van onderscheid is evenwel niet pertinent in het licht van het in B.2.3 en in B.2.4 vermelde doel, namelijk de rechten waarborgen van ontslagen werknemers die zich in een situatie bevinden die een voldoende verband heeft met de sluiting van de onderneming.

Zoals blijkt uit hetgeen in B.2.5 is vermeld, was de wetgever van oordeel dat zulk een verband bestaat wanneer de vordering die de werknemer tegen zijn werkgever heeft ingesteld, op de sluitingsdag van de onderneming, niet is verjaard met toepassing van artikel 15 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten. Aangezien, sinds de inwerkingtreding van de wet van 23 mei 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/05/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013009287 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen type wet prom. 23/05/2013 pub. 14/08/2014 numac 2014000369 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen. - Duitse vertaling sluiten, de verjaring kan worden gestuit door een ingebrekestelling verzonden overeenkomstig artikel 2244, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek, is het niet redelijk verantwoord dat van het voordeel van de tegemoetkoming van het Sluitingsfonds de werknemers worden uitgesloten van wie de arbeidsovereenkomst is geëindigd meer dan dertien maanden vóór de wettelijke sluitingsdatum en die, nadat zij de verjaring van de vordering bedoeld in artikel 15 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten hebben gestuit door een dergelijke ingebrekestelling, op geldige wijze een rechtsvordering konden instellen na de sluiting van de onderneming. In tegenstelling tot hetgeen de Ministerraad aanvoert, is het niet van belang, gelet op het doel van de wetgever, dat de na de sluiting ingestelde rechtsvordering in voorkomend geval wordt gericht tegen de curator van het faillissement van de vroegere werkgever.

B.7. Artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten, zoals het van toepassing was vóór de wijziging van artikel 36, § 1, van die wet bij de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten, is niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het niet van toepassing is op de ontslagen werknemers die de verjaring van de vordering bedoeld in artikel 15 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten hebben gestuit door een ingebrekestelling die is verzonden overeenkomstig artikel 2244, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek, die op geldige wijze een gerechtelijke procedure hebben ingeleid na de sluiting van de onderneming maar voordat hun vordering is verjaard en die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na afloop van die procedure, en zulks voor de bedragen die voortvloeien uit die beslissing.

B.8. Aangezien de in B.7 gedane vaststelling van de lacune is uitgedrukt in voldoende nauwkeurige en volledige bewoordingen die toelaten de in het geding zijnde bepaling toe te passen met inachtneming van de referentienormen op grond waarvan het Hof zijn toetsingsbevoegdheid uitoefent, staat het aan het verwijzende rechtscollege een einde te maken aan de schending van die normen.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 36, § 2, 3°, van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen type wet prom. 26/06/2002 pub. 01/10/2002 numac 2002014215 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende wijziging van artikel 3bis van de wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen, zoals gewijzigd bij de wet van 30 augustus 1988 sluiten « betreffende de sluiting van de ondernemingen », zoals het van toepassing was vóór de wijziging van artikel 36, § 1, van die wet bij de wet van 26 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/2018 pub. 30/03/2018 numac 2018011490 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie sluiten « betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie », schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het niet van toepassing is op de ontslagen werknemers die de verjaring van de vordering bedoeld in artikel 15 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten « betreffende de arbeidsovereenkomsten » hebben gestuit door een ingebrekestelling die is verzonden overeenkomstig artikel 2244, § 2, van het oud Burgerlijk Wetboek, die op geldige wijze een gerechtelijke procedure hebben ingeleid na de sluiting van de onderneming maar voordat hun vordering is verjaard en die het voordeel genieten van een beslissing uitgesproken na afloop van die procedure, en zulks voor de bedragen die voortvloeien uit die beslissing.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 2 december 2021.

De griffier, De voorzitter, F. Meersschaut P. Nihoul

^