Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 16 mei 2022

Uittreksel uit arrest nr. 134/2021 van 7 oktober 2021 Rolnummers 7466 en 7467 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 37/1 van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld door de Politierechtbank An Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, de rechters T.(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2022200053
pub.
16/05/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 134/2021 van 7 oktober 2021 Rolnummers 7466 en 7467 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 37/1 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld door de Politierechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, de rechters T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en D. Pieters, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij twee vonnissen van 16 november 2020, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 23 november 2020, heeft de Politierechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 37/1, vervangen bij de Wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten ter verbetering van de verkeersveiligheid, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de rechter ertoe verplicht om bij een veroordeling van een recidiverende bestuurder van een voertuig of begeleider van een bestuurder met het oog op de scholing ingevolge de overtreding van artikel 36 van deze wet indien het gaat om een bestraffing na een veroordeling met toepassing van artikel 34, § 2 indien de ademanalyse telkens een alcoholconcentratie van ten minste 0,50 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht meet of de bloedanalyse telkens een alcoholconcentratie van ten minste 1,2 gram per liter bloed aangeeft, de geldigheid van het rijbewijs van de overtreder tot alle motorvoertuigen die zijn uitgerust met een alcoholslot te beperken, en waarbij de omzetting van deze alcoholwaarden gebeurt door het vermenigvuldigen of delen met een factor gelijk aan 2,30 of 2,40, terwijl het artikel 34, § § 1 en 2, 1°, de bestuurder van een voertuig strafbaar stelt indien de ademanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,22, respectievelijk 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht meet of de bloedanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,5 gram, respectievelijk 0,8 gram per liter aangeeft, en waarbij derhalve een andere vermenigvuldigingsfactor, zijnde 2,27 of 2,28, wordt gehanteerd, waardoor er een verschil in de grenswaarden voor het alcoholslot bij herhaling, t.t.z. tussen 0,50 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht en 1,2 gram per liter bloed, ontstaat ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7466 en 7467 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. (...) III. In rechte (...) B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 37/1 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten « betreffende de politie over het wegverkeer » (hierna : de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten), zoals gewijzigd bij de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten « ter verbetering van de verkeersveiligheid » (hierna : de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten), dat bepaalt : « § 1. In geval van een veroordeling wegens overtreding van artikel 34, § 2, artikel 35 in geval van dronkenschap of van artikel 36, kan de rechter, indien hij geen definitief verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig uitspreekt of geen toepassing maakt van artikel 42, voor een periode van ten minste één jaar en ten hoogste drie jaar of levenslang, de geldigheid van het rijbewijs van de overtreder beperken tot alle motorvoertuigen die zijn uitgerust met een alcoholslot, op voorwaarde dat de overtreder als bestuurder voldoet aan de voorwaarden van het in artikel 61quinquies, § 3, bedoelde omkaderingsprogramma.

In geval van een veroordeling wegens overtreding van artikel 34, § 2, indien de ademanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,78 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht meet of de bloedanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 1,8 gram per liter bloed aangeeft, beperkt de rechter de geldigheid van het rijbewijs van de overtreder tot alle motorvoertuigen die zijn uitgerust met een alcoholslot volgens dezelfde modaliteiten als bedoeld in het eerste lid. Indien de rechter evenwel verkiest om deze sanctie niet op te leggen, motiveert hij dit uitdrukkelijk.

In geval van een veroordeling wegens overtreding van artikel 36, indien het gaat om een bestraffing na een veroordeling met toepassing van artikel 34, § 2 indien de ademanalyse telkens een alcoholconcentratie van ten minste 0,50 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht meet of de bloedanalyse telkens een alcoholconcentratie van ten minste 1,2 gram per liter bloed aangeeft, beperkt de rechter de geldigheid van het rijbewijs van de overtreder tot alle motorvoertuigen die zijn uitgerust met een alcoholslot volgens dezelfde modaliteiten als bedoeld in het eerste lid, onverminderd de bepaling van artikel 38, § 6. § 2. Evenwel kan de rechter, indien hij zijn beslissing motiveert, een of meerdere voertuigcategorieën aanduiden overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door de Koning krachtens artikel 26, waarvoor hij de geldigheid van het rijbewijs niet beperkt overeenkomstig § 1. De beperkte geldigheid moet wel ten minste betrekking hebben op de voertuigcategorie waarmee de overtreding die aanleiding heeft gegeven tot toepassing van § 1 werd begaan. § 3. De rechter kan de geldboete verminderen met de volledige of gedeeltelijke kosten van de installatie en het gebruik van een alcoholslot in een voertuig evenals de kosten van het omkaderingsprogramma, zonder dat ze minder dan één euro mag bedragen. § 4. Met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met een geldboete van 500 euro tot 2000 euro of met een van die straffen alleen en met het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een periode die ten minste even lang is als de periode waarin de geldigheid van het rijbewijs werd beperkt, wordt gestraft hij die is veroordeeld wegens overtreding van dit artikel en een motorvoertuig bestuurt waarvoor een rijbewijs vereist is en dat niet uitgerust is met het opgelegde alcoholslot, of die als bestuurder niet voldoet aan de voorwaarden van het omkaderingsprogramma ».

B.1.2. Krachtens artikel 2.1 van bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 26 november 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/11/2010 pub. 09/12/2010 numac 2010014255 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de technische specificaties van de alcoholsloten bedoeld in artikel 61sexies van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer type koninklijk besluit prom. 26/11/2010 pub. 09/06/2011 numac 2011014116 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de technische specificaties van de alcoholsloten bedoeld in artikel 61sexies van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie op het wegverkeer. - Addendum sluiten « betreffende de technische specificaties van de alcoholsloten bedoeld in artikel 61sexies van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer » is een alcoholslot een « inrichting die het starten van een motorvoertuig verhindert, tenzij de bestuurder een ademtest aflegt met als meetresultaat een alcoholconcentratie beneden de ingestelde drempel ». Krachtens artikel 61quinquies, § 2, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten is die drempel thans ingesteld op 0,09 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht (hierna : mg/l UAL).

B.1.3. Artikel 37/1, § 1, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten laat de politierechtbank die de overtreder veroordeelt op grond van de misdrijven bedoeld in artikel 34, § 2, artikel 35 in geval van dronkenschap of artikel 36 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten, toe om de overtreder als bijkomende maatregel een alcoholslot op te leggen.

Sedert de inwerkingtreding van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten is de politierechtbank verplicht om een alcoholslot op te leggen in geval van een zeer hoge alcoholconcentratie (artikel 37/1, § 1, tweede lid) of in geval van ernstige herhaling (artikel 37/1, § 1, derde lid).

Krachtens het in het geding zijnde artikel 37/1, § 1, tweede lid, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten moet de politierechtbank de overtreder een alcoholslot opleggen indien een ademanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,78 mg/l UAL meet of de bloedanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 1,8 gram per liter bloed (hierna : promille) aangeeft, tenzij indien zij uitdrukkelijk motiveert waarom geen alcoholslot wordt opgelegd.

Krachtens het in het geding zijnde artikel 37/1, § 1, derde lid, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten moet de politierechtbank de overtreder steeds een alcoholslot opleggen indien hij zich in staat van herhaling in de zin van artikel 36 van dezelfde wet bevindt en de ademanalyse telkens een alcoholconcentratie van ten minste 0,50 mg/l UAL meet of de bloedanalyse telkens een alcoholconcentratie van ten minste 1,2 promille aangeeft.

B.1.4. Artikel 34 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten bepaalt : « § 1. Met geldboete van 25 euro tot 500 euro wordt gestraft hij die op een openbare plaats een voertuig of een rijdier bestuurt, of een bestuurder begeleidt met het oog op de scholing, terwijl de ademanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,22 milligram en minder dan 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht meet of de bloedanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,5 gram en minder dan 0,8 gram per liter bloed aangeeft.

Bij herhaling binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis met toepassing van het eerste lid of van artikel 35 of 37bis, § 1, dat in kracht van gewijsde is gegaan worden deze straffen verdubbeld. § 2. Met geldboete van 200 euro tot 2 000 euro wordt gestraft : 1° hij die op een openbare plaats een voertuig of een rijdier bestuurt of een bestuurder begeleidt met het oog op de scholing, terwijl de ademanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht meet of de bloedanalyse een alcoholconcentratie van ten minste 0,8 gram per liter bloed aangeeft;2° hij die op een openbare plaats een voertuig of een rijdier bestuurt of een bestuurder begeleidt met het oog op de scholing, gedurende de tijd dat dit hem krachtens artikel 60 verboden is;3° hij die geweigerd heeft zich te onderwerpen aan de ademtest of aan de ademanalyse, bedoeld in de artikelen 59 en 60, of, zonder wettige reden, geweigerd heeft de bloedproef bedoeld in artikel 63, § 1, 1° en 2° te laten nemen;4° hij die het rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs waarvan hij houder is, in de gevallen bedoeld in artikel 61, niet heeft afgegeven, of het ingehouden voertuig of rijdier heeft bestuurd. § 3. De in de eerste paragraaf bedoelde gehalten van alcoholconcentratie per liter uitgeademde alveolaire lucht zijn respectievelijk ten minste 0,09 milligram en minder dan 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht en, voor wat betreft de alcoholconcentratie per liter bloed, ten minste 0,2 gram en minder dan 0,8 gram per liter bloed, wanneer de bestuurder : a) een voertuig bestuurt waarvoor een rijbewijs, of een als zodanig geldend bewijs van de categorie C1, C, C1+E, C+E, D1, D, D1+E of D+E vereist is;b) personen vervoert met een voertuig van een andere rijbewijscategorie waarvoor dezelfde medische voorschriften gelden als voor de bestuurders bedoeld in a) ». Artikel 35 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten bepaalt : « Met geldboete van 200 euro tot 2 000 euro en met het verval van het recht tot besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste een maand en ten hoogste vijf jaar of levenslang, wordt gestraft hij die op een openbare plaats een voertuig of een rijdier bestuurt of een bestuurder begeleidt met het oog op de scholing, terwijl hij in staat van dronkenschap verkeert of in een soortgelijke staat met name ten gevolge van het gebruik van drugs of van geneesmiddelen ».

Artikel 36 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten bepaalt : « Met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van 400 euro tot 5 000 euro of met een van die straffen alleen, wordt gestraft hij die, na een veroordeling met toepassing van artikel 34, § 2 of artikel 35 of artikel 37bis, § 1, een van deze bepalingen binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan opnieuw overtreedt.

In geval van nieuwe herhaling binnen drie jaar na de tweede veroordeling, kunnen de hierboven bepaalde gevangenisstraffen en geldboeten worden verdubbeld ».

B.1.5. Het alcoholslot is geconcipieerd als een beperking van de geldigheid van het rijbewijs : het rijbewijs is slechts geldig wanneer gebruik wordt gemaakt van voertuigen die zijn uitgerust met een alcoholslot.

B.1.6. Vóór de wijziging van de in het geding zijnde bepaling bij de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten was de politierechtbank nooit verplicht om een alcoholslot op te leggen. De wetgever stelde evenwel vast dat die mogelijkheid niet vaak genoeg werd gebruikt (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2868/001, p. 7).

De verplichting voor de politierechtbank om in bepaalde gevallen een alcoholslot op te leggen, houdt verband met de doelstelling die met de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten werd nagestreefd, namelijk een drastische vermindering van het aantal verkeersslachtoffers bewerkstelligen door uitvoering te geven aan de belangrijkste aanbevelingen van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid 2015 (ibid., p. 5).

De principiële verplichting om een alcoholslot op te leggen in geval van een zeer hoge alcoholconcentratie wordt in de parlementaire voorbereiding als volgt verantwoord : « Het opportuniteitsoordeel van de rechter om een alcoholslot uit te spreken wordt ook aan banden gelegd in geval de beschonken overtreder een manifest gevaar op de weg betekende, namelijk bij een zeer hoge alcoholconcentratie vanaf 1,8 promille enkel mits uitdrukkelijke motivatie kan de rechter hier per uitzondering van afwijken.

Als men bij een alcoholcontrole van de politie tegen de lamp loopt, is het meestal niet de eerste keer dat men teveel gedronken heeft. Hoe hoger de alcoholconcentratie, hoe sterker er een vermoeden van alcoholafhankelijkheid bestaat : Nederlands onderzoek wees uit dat bij 1,3 promille 13 % recidivist was, tot 1,8 promille 21 % en die met een hogere promillage zelfs 50 % . We weten dat alcohol achter het stuur een van de drie belangrijkste ' killers ' is op de weg, dus een strengere aanpak is nodig. 1,8 promille staat gelijk aan het drinken van zo'n 8 à 11 glazen alcohol op een korte tijdspanne van twee uur en resulteert in een zeer dronken toestand en ongecontroleerde bewegingen (zelfs bij 1,0 promille is er bij de meeste mensen al sprake van dronkenschap). We weten uit statistieken dat meer dan 40 % van de personen die rijden onder invloed van alcohol zware alcoholovertreders zijn en boven 1,2 promille zitten. Momenteel komen deze overtreders er van af - als ze al geen ongeval veroorzaken - met een geldboete (vaak met uitstel) en een verval van enkele weken. Dat in combinatie met de te lage pakkans geeft geen ontradend effect en zorgt ervoor dat er op onze wegen al te veel tikkende tijdbommen rondrijden » (ibid., pp. 10-11).

De verplichting om een alcoholslot op te leggen in geval van ernstige herhaling wordt in de parlementaire voorbereiding als volgt verantwoord : « In geval van alcoholrecidive vanaf 1,2 promille in het bloed hetzij 0,50 mg/l UAL moeten voortaan, naast het verplichte alcoholslot, ook de vier herstelexamens en een periode van minstens drie maanden vervallenverklaring worden opgelegd (cumul art. 37/1 en 38, § 6). De rechter beschikt dan niet langer over de mogelijkheid om geen alcoholslot op te leggen. In geval van zo'n zware alcoholrecidive is het duidelijk dat deze persoon rijden en drinken niet gescheiden kon houden en zijn zware sancties vereist » (ibid., p. 3).

B.1.7. Krachtens artikel 26, tweede lid, van de wet van 6 maart 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/2018 pub. 15/03/2018 numac 2018010649 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet ter verbetering van de verkeersveiligheid sluiten geldt het bij die wet vervangen artikel 37/1, § 1, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten enkel voor feiten gepleegd na de inwerkingtreding ervan op 1 juli 2018. De parlementaire voorbereiding verduidelijkt dat in geval van recidive beide feiten na die datum moeten zijn gepleegd (ibid., p. 32).

B.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de omzetting van de grenswaarden van een ademanalyse naar de grenswaarden van een bloedproef in die bepaling gebeurt door te vermenigvuldigen of te delen met 2,30 of 2,40, terwijl diezelfde omzetting in artikel 34, § § 1 en 2, 1°, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten geschiedt door te vermenigvuldigen of te delen met 2,27 of 2,28.

B.3.1. Volgens de Ministerraad is de prejudiciële vraag onontvankelijk omdat de verwijzende rechter niet aangeeft welke categorieën van personen met elkaar dienen te worden vergeleken.

B.3.2. Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat de verwijzende rechter bestuurders van een motorvoertuig die in staat van wettelijke herhaling worden betrapt op een alcoholconcentratie van 0,50 mg/l UAL, vastgesteld met een ademanalyse, vergelijkt met bestuurders van een motorvoertuig die in staat van wettelijke herhaling worden betrapt op een alcoholconcentratie van 1,2 promille, vastgesteld met een bloedproef.

Uit de motivering van het verwijzingsvonnis blijkt daarnaast dat de verwijzende rechter de bestuurders van een motorvoertuig die, al dan niet in staat van herhaling, worden veroordeeld wegens de overtreding bedoeld in artikel 34, § § 1 en 2, 1°, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten, vergelijkt met de bestuurders van een motorvoertuig aan wie de politierechtbank krachtens de in het geding zijnde bepaling een alcoholslot moet opleggen.

De exceptie wordt verworpen.

B.4.1. Terwijl de artikelen 34 en 37/1 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten het aantal mg/l UAL weergeven met een nauwkeurigheid van twee cijfers na de komma, geven zij het aantal promille weer met een nauwkeurigheid van één cijfer na de komma.

De door de verwijzende rechter vermelde vermenigvuldigingsfactoren zijn enkel te verklaren als het resultaat van een deling van het aantal promille door het aantal mg/l UAL, afgerond naar beneden tot twee cijfers na de komma. Een dergelijke berekening geeft inderdaad de volgende resultaten : - 0,5 promille : 0,22 mg/l UAL = 2,2727... -> 2,27; - 0,8 promille : 0,35 mg/l UAL = 2,2857... -> 2,28; - 1,2 promille : 0,5 mg/l UAL = 2,4; - 1,8 promille : 0,78 mg/l UAL = 2,3076... -> 2,30.

Door zo te rekenen, gaat de verwijzende rechter evenwel eraan voorbij dat het deeltal dat hij gebruikt, zelf het resultaat is van een afronding. Die afronding verklaart de door hem vastgestelde verschillen tussen de quotiënten van voormelde delingen.

B.4.2. De wetgever heeft de verhouding tussen het aantal promille en het aantal mg/l UAL op een andere manier berekend. Hij heeft daarbij rekening gehouden met de beschikbare wetenschappelijke kennis over de evenwichtswetten tussen oplossingen in vloeistoffen die met elkaar in contact staan. In de parlementaire voorbereiding van de wet van 18 juli 1990 « tot wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 en de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen » werd die manier van werken als volgt toegelicht : « Het verband tussen het bloed- en het ademalcoholgehalte volgt uit de natuurlijke evenwichtswetten tussen oplossingen in fluïda die in contact zijn met elkaar.

Beschouwt men bijvoorbeeld een vat water waarin een vluchtige stof is opgelost, dan zal deze vluchtige stof verdampen tot een bepaalde concentratie in de lucht boven het water is bereikt. Omgekeerd indien de vluchtige stof aanwezig is in de lucht en niet in het water, dan zal zij worden opgelost in het water tot weer een evenwicht is bekomen.

Op dit principe steunt de werking van de longblaasjes waar de ingeademde lucht in contact gebracht wordt met het aderbloed. De kooldioxyde en andere vluchtige stoffen zoals eventueel alcohol worden door het bloed aan de alveolare lucht afgestaan terwijl de zuurstof door het bloed wordt opgeslorpt. Deze uitwisselingen gebeuren uiteraard zeer snel, het tegengestelde zou immers verstikking tot gevolg hebben. Slechts bij snel hijgen worden de evenwichtsverhoudingen niet bereikt : dit noemt men hyperventilatie.

De evenwichtsverhoudingen zijn wel bekend. Uitgedrukt in gram per liter is de evenwichtsverhouding van het gehalte in een vloeistof tot dit in de lucht groot, gezien het verschil in densiteit, en is daarbij temperatuurafhankelijk.

Voor ethylalcohol is deze verhouding bij 34°C, dit is de kamertemperatuur van normaal uitgeademde lucht, bijvoorbeeld bij een oplossing in water 2573. Tussen het bloed en de alveolare lucht is deze waarde wat kleiner en schommelt naar gelang van het individu rond de waarde 2300.

Gezien deze grote verhouding wordt het alcoholgehalte in de alveolare lucht praktisch uitgedrukt in milligram per liter. Zo stemt een bloedalkoholgehalte van 0,8 gram per liter overeen met een ademalcoholgehalte van 0,35 milligram per liter en een bloedalcoholgehalte van 0,5 gram per liter met een ademalcoholgehalte van 0,22 milligram per liter » (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. 1062/7, p. 18).

B.4.3. Daarbij dient ermee rekening te worden gehouden dat vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 juli 1990 de bloedproef de enige geldige techniek was om de alcoholconcentratie te meten en dat de wetsbepalingen die een te hoge alcoholconcentratie strafbaar stelden, toen bijgevolg alleen grenswaarden bevatten die waren uitgedrukt in gram per liter bloed.

Gelet op de praktische moeilijkheden bij het uitvoeren van een dergelijke proef, zoals het opvorderen van een geneesheer en het lange wachten op het resultaat, verving die wet de bloedproef door de ademanalyse als primaire wijze van vaststelling van dergelijke overtredingen (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. 1062/7, p. 16). Sinds de inwerkingtreding van die wet is de bloedproef een ondergeschikte techniek geworden, die slechts wordt gebruikt indien een ademanalyse niet mogelijk is of geen resultaat oplevert of indien de bestuurder bij wijze van tegenexpertise om een bloedproef verzoekt (artikel 63 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten).

B.4.4. Uit de in B.4.2 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever wel degelijk een vaste omzettingsfactor gelijk aan 2,30 heeft gehanteerd om de verhouding tussen de resultaten van een ademanalyse, uitgedrukt in mg/l UAL, en het promillegehalte, uitgedrukt in g/l bloed, te bepalen. Uit de in B.4.3 vermelde historiek blijkt bovendien dat die omzetting dient te gebeuren door het aantal promille te delen door 2,30 en het quotiënt met toepassing van de gebruikelijke afrondingsregels af te ronden tot twee cijfers na de komma. Een dergelijke berekening geeft het volgende resultaat : - 0,5 promille : 2,30 = 0,2173... mg/l UAL -> 0,22 mg/l UAL; - 0,8 promille : 2,30 = 0,3478... mg/l UAL -> 0,35 mg/l UAL; - 1,2 promille : 2,30 = 0,5217... mg/l UAL -> 0,52 mg/l UAL; - 1,8 promille : 2,30 = 0,7826... mg/l UAL -> 0,78 mg/l UAL. B.4.5. Die resultaten komen grotendeels overeen met de grenswaarden vermeld in de artikelen 34 en 37/1 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten. Het verschil tussen 0,50 mg/l UAL, vermeld in de in het geding zijnde bepaling, en het quotiënt van 0,52 mg/l UAL in de derde in B.4.4 vermelde deling wordt wellicht verklaard doordat de wetgever in werkelijkheid niet heeft gewerkt met een deling, maar met een vermenigvuldiging. De waarden uitgedrukt in mg/l UAL zouden in dat geval dus niet de quotiënten van een deling, maar de vermenigvuldigtallen zijn. Zij werden vermenigvuldigd met 2,30. De resultaten van een dergelijke berekening komen inderdaad overeen met de grenswaarden vermeld in de artikelen 34 en 37/1 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten : - 0,22 mg/l UAL x 2,30 = 0,506 promille -> 0,5 promille; - 0,35 mg/l UAL x 2,30 = 0,805 promille -> 0,8 promille; - 0,50 mg/l UAL x 2,30 = 1,15 promille -> 1,2 promille; - 0,78 mg/l UAL x 2,30 = 1,794 promille -> 1,8 promille.

B.5.1. De bestuurders die zich in staat van herhaling zoals bedoeld in artikel 36 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten bevinden en wier ademanalyse een resultaat van 0,50 of 0,51 mg/l UAL aangeeft, worden enkel met het verplichte alcoholslot bedoeld in artikel 37/1, § 1, derde lid, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten geconfronteerd omdat de wetgever de in B.4.5 vermelde berekeningswijze heeft gehanteerd. Indien hij de in B.4.4 vermelde berekeningswijze zou hebben gehanteerd, zou de politierechtbank niet verplicht zijn om hun een alcoholslot op te leggen, maar zou zij slechts krachtens artikel 37/1, § 1, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten over de mogelijkheid beschikken om dat te doen.

B.5.2. Het in het geding zijnde verschil in behandeling heeft slechts betrekking op een waarde van 0,02 mg/l UAL. Die waarde vormt slechts een fractie van een alcoholische consumptie. Dat geringe verschil in behandeling is louter het gevolg van de manier waarop in beide berekeningswijzen de afrondingsregels spelen.

B.6. Inzake het verhogen van de verkeersveiligheid beschikt de wetgever over een ruime beoordelingsvrijheid.

Het staat aan hem, in het bijzonder wanneer hij een plaag wil bestrijden die andere preventieve maatregelen tot nog toe onvoldoende hebben kunnen indijken, te beslissen of voor een strengere bestraffing van sommige vormen van delinquentie moet worden geopteerd en/of dient te worden voorzien in alternatieve maatregelen met het oog op het verhogen van de verkeersveiligheid. Het aantal verkeersongevallen en de gevolgen daarvan verantwoorden dat diegenen die de verkeersveiligheid in het gedrang brengen het voorwerp uitmaken van daartoe geëigende procedures en sancties.

B.7.1. Zoals vermeld in B.4.3, kan een te hoge alcoholconcentratie thans worden vastgesteld aan de hand van twee onderscheiden technische procedés. Daarom bepalen de artikelen 34 en 37/1 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten telkens twee onderscheiden grenswaarden, uitgedrukt in onderscheiden eenheden, die bij overschrijding het materieel element van het misdrijf opleveren. Aangezien een correcte vaststelling aan de hand van één van beide procedés volstaat om dat materiële element van het misdrijf vast te stellen, dient het resultaat van een meting aan de hand van het ene procedé in beginsel niet te worden omgerekend naar een overeenkomstige waarde die zou worden vastgesteld bij toepassing van het andere procedé.

B.7.2. Het in B.5.1 vermelde verschil in behandeling neemt niet weg dat dat de wetgever de verhouding tussen de promillegehaltes en de aantallen mg/l UAL in de artikelen 34 en 37/1 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten heeft bepaald aan de hand van een vaste omzettingsfactor gelijk aan 2,30. Zoals vermeld in B.4.2, is die omzettingsfactor bepaald op grond van wetenschappelijke gegevens. De keuze voor de in B.4.5 vermelde berekeningswijze in plaats van de in B.4.4 vermelde berekeningswijze is niet willekeurig. De resultaten van beide berekeningswijzen wijken overigens niet significant van elkaar af. Die berekeningswijze werd bovendien op identieke wijze toegepast op alle in die bepalingen vermelde verhoudingen tussen promillegehaltes en aantallen mg/l UAL. Aldus heeft de wetgever de grenswaarden van beide procedés voldoende accuraat op elkaar afgestemd aan de hand van een objectief criterium.

B.7.3. Het gebruik van onderscheiden grenswaarden voor het vaststellen van de verboden alcoholconcentratie, uitgedrukt in onderscheiden eenheden, alsook de gehanteerde techniek om de verhouding tussen beide grenswaarden te bepalen, zijn tevens pertinente maatregelen in het licht van de in B.1.6 en B.4.3 vermelde doelstellingen.

B.7.4. Aangezien het zeer geringe verschil in behandeling bedoeld in B.5.1 wordt verklaard door de verschillende graad van nauwkeurigheid waarmee beide eenheden worden uitgedrukt en door het gebruik van wiskundige afrondingsregels, houdt dat verschil geen onevenredige beperking van de rechten van de betrapte bestuurder in.

B.7.5. Overigens kan een ademanalyse slechts geldig worden afgenomen door de in artikel 59 van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten vermelde personen en op de in die bepaling vermelde wijze. Die bepaling kent de betrapte bestuurder een recht op een tweede ademanalyse toe en, indien het verschil tussen de twee resultaten meer bedraagt dan de door de Koning bepaalde nauwkeurigheidsvoorschriften, een recht op een derde ademanalyse. Indien het verschil tussen twee van de drie resultaten niet meer bedraagt dan die nauwkeurigheidsvoorschriften, wordt het laagste resultaat in aanmerking genomen. Indien het verschil groter is, wordt de ademanalyse als niet uitgevoerd beschouwd en dient overeenkomstig artikel 63, § 1, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten een bloedproef te worden uitgevoerd.

Die nauwkeurigheidsvoorschriften zijn in punt 4.3.2 van bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/04/2007 pub. 02/05/2007 numac 2007014149 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de ademtesttoestellen en de ademanalysetoestellen sluiten « betreffende de ademtesttoestellen en de ademanalysetoestellen » als volgt bepaald : « De maximaal toegelaten fouten op iedere aanwijzing zijn in plus of min : - 0,02 mg/l voor iedere ethanolconcentratie lager dan 0,4 mg/l lucht; - 5 % in relatieve waarde voor iedere ethanolconcentratie vanaf 0,4 mg/l tot 1,0 mg/l lucht; - 10 % in relatieve waarde voor iedere ethanolconcentratie vanaf 1,0 mg/l tot 2,0 mg/l lucht; - 20 % in relatieve waarde voor iedere ethanolconcentratie vanaf 2,0 mg/l tot 3,0 mg/l lucht ».

Voor een waarde van 0,50 of 0,51 mg/l UAL bedragen die nauwkeurigheidsvoorschriften dus 0,025 respectievelijk 0,0255 mg/l UAL. Het in het geding zijnde verschil in behandeling is dus kleiner dan die nauwkeurigheidsvoorschriften.

Krachtens artikel 5 van het koninklijk besluit van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/04/2007 pub. 02/05/2007 numac 2007014149 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de ademtesttoestellen en de ademanalysetoestellen sluiten zijn de ademanalysetoestellen overigens onderworpen aan de modelgoedkeuring, de eerste ijk, de herijk en de technische controle bedoeld in de wet van 16 juni 1970 « betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen », volgens de in dat koninklijk besluit vermelde procedure.

Voorts beschikt de bestuurder die aan de hand van een ademanalyse wordt betrapt op een verboden alcoholconcentratie, krachtens artikel 63, § 3, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten over het recht om een tegenexpertise te eisen aan de hand van een bloedproef.

B.7.6. Tot slot is het vermijden van een te hoge alcoholconcentratie in de eerste plaats de individuele verantwoordelijkheid van elke bestuurder van een motorvoertuig, die zich ervan bewust dient te zijn dat drinken en rijden niet samengaan en die oog dient te hebben voor de dramatische gevolgen voor hemzelf en voor derden waartoe alcoholmisbruik in het verkeer kan leiden. Bestuurders van motorvoertuigen kunnen zich niet redelijkerwijze verschuilen achter minieme verschillen in de toepassing van de afrondingsregels om die individuele verantwoordelijkheid te ontlopen.

B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 37/1, § 1, tweede en derde lid, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten « betreffende de politie over het wegverkeer » schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.

Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 7 oktober 2021.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, L. Lavrysen

^