gepubliceerd op 12 november 2020
Uittreksel uit arrest nr. 82/2020 van 4 juni 2020 Rolnummer 7056 In zake: de prejudiciële vraag over artikel 38, § § 6 en 8, van de wet van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld door de Correctionele Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 82/2020 van 4 juni 2020 Rolnummer 7056 In zake: de prejudiciële vraag over artikel 38, § § 6 en 8, van de
wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
16/03/1968
pub.
21/10/1998
numac
1998000446
bron
ministerie van binnenlandse zaken
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart
1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967
houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...)
sluiten « betreffende de politie over het wegverkeer », gesteld door de Correctionele Rechtbank Luik, afdeling Verviers.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 25 oktober 2018, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 november 2018, heeft de Correctionele Rechtbank Luik, afdeling Verviers, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 38, § 6, zoals ingevoegd in de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer bij de wet van 9 maart 2014 en vervolgens gewijzigd bij artikel 11 van de wet van 6 maart 2018 ter verbetering van de verkeersveiligheid en bij artikel 2 van de wet van 2 september 2018 tot wijziging van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten betreffende de politie over het wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen betreft, in samenhang gelezen met artikel 38, § 8, van diezelfde wet, zoals ingevoegd bij de wet van 6 maart 2018, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 191 van de Grondwet, in zoverre het, voor de in de zin van die bepaling recidiverende vervallenverklaarden die voldoen aan de voorwaarden om een Belgisch rijbewijs te kunnen verkrijgen, het herstel van het recht tot sturen afhankelijk stelt van het slagen voor de vier examens en onderzoeken, terwijl het de in de zin van die bepaling recidiverende vervallenverklaarden die niet voldoen aan de voorwaarden om een Belgisch rijbewijs te kunnen verkrijgen, van die verplichting vrijstelt ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. Artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten « betreffende de politie over het wegverkeer » (hierna : de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten) bepaalde, vóór de wijziging ervan bij artikel 2, 1°, van de wet van 8 mei 2019 « tot wijziging van de op 16 maart 1968 gecoördineerde wet betreffende de politie over het wegverkeer en tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering » : « De rechter moet het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig van ten minste drie maanden uitspreken en het herstel van het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid, wanneer de schuldige, na een veroordeling met toepassing van de artikelen 29, § 1, eerste lid, 29, § 3, derde lid, 30, § § 1, 2 en 3, 33, § § 1 en 2, 34, § 2, 35, 37, 37bis, § 1, 48, 62bis of artikel 22 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, één van deze bepalingen binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, opnieuw overtreedt.
In geval van herhaling binnen drie jaar na een veroordeling waarin toepassing is gemaakt van het eerste lid, en die in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste zes maanden en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid.
In geval van nieuwe herhaling binnen drie jaar na een veroordeling waarin toepassing is gemaakt van het tweede lid of dit lid, en die in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste negen maanden en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid ».
B.1.2. De vier examens en onderzoeken vermeld in artikel 38, § 3, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten zijn het « theoretisch examen », het « praktisch examen », het « geneeskundig onderzoek » en het « psychologisch onderzoek ».
B.2.1. Artikel 38, § 8, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten, ingevoegd bij artikel 11, 7°, van de wet van 6 maart 2018 « ter verbetering van de verkeersveiligheid », bepaalt : « De examens en onderzoeken waarvan het herstel in het recht tot sturen afhankelijk wordt gemaakt, bedoeld in dit artikel, zijn niet van toepassing in de volgende gevallen : 1° indien de vervallenverklaarde niet voldoet aan de door de Koning bepaalde voorwaarden om een Belgisch rijbewijs te kunnen verkrijgen;2° wanneer een levenslang verval van het recht tot sturen als straf is uitgesproken ». B.2.2. De voorwaarden voor de verkrijging van een Belgisch rijbewijs zijn bepaald in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/03/1998 pub. 30/04/1998 numac 1998014078 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs type koninklijk besluit prom. 23/03/1998 pub. 30/04/1998 numac 1998014079 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen sluiten « betreffende het rijbewijs » (hierna : het koninklijk besluit van 23 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/03/1998 pub. 30/04/1998 numac 1998014078 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs type koninklijk besluit prom. 23/03/1998 pub. 30/04/1998 numac 1998014079 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen sluiten).
B.3. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid na te gaan van artikel 38, § 8, 1°, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten met de artikelen 10 en 11, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 191, van de Grondwet, in zoverre die wetsbepaling een discriminerend verschil in behandeling zou doen ontstaan tussen twee categorieën van personen die zich bevinden in de situatie van herhaling zoals beschreven in artikel 38, § 6, eerste lid, van dezelfde wet, in de hiervoor aangehaalde versie ervan.
B.4.1. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de niet-discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en alle vrijheden.
B.4.2. Artikel 191 van de Grondwet bepaalt : « Iedere vreemdeling die zich op het grondgebied van België bevindt, geniet de bescherming verleend aan personen en aan goederen, behoudens de bij de wet gestelde uitzonderingen ».
B.4.3. Artikel 191 van de Grondwet kan enkel geschonden zijn in zoverre de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling zou instellen tussen bepaalde vreemdelingen en de Belgen.
B.5.1. Het verkrijgen van het « Belgisch rijbewijs » - waarnaar de in het geding zijnde bepaling verwijst - is niet voorbehouden aan de Belgen. Ook mogen dezen een motorvoertuig op de openbare weg besturen wanneer zij houder zijn van een buitenlands rijbewijs (artikel 21, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten).
Artikel 38, § 8, 1°, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 38, § 6, eerste lid, van dezelfde wet, doet derhalve geen verschil in behandeling ontstaan tussen de Belgen en de vreemdelingen die zich op het grondgebied van België bevinden.
B.5.2. De prejudiciële vraag behoeft derhalve geen antwoord in zoverre zij betrekking heeft op artikel 191 van de Grondwet.
B.6. Het Hof dient te onderzoeken of artikel 38, § 8, 1°, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die wetsbepaling een verschil in behandeling zou doen ontstaan tussen twee categorieën van personen die, wanneer zij zich bevinden in de situatie van herhaling bedoeld in artikel 38, § 6, eerste lid, van dezelfde wet, aangehaald in B.1.1, met toepassing van die bepaling worden veroordeeld tot een tijdelijk verval van het recht tot sturen : enerzijds, de personen die voldoen aan de voorwaarden die de Koning heeft vastgesteld om een Belgisch rijbewijs te kunnen verkrijgen en, anderzijds, diegenen die niet aan die voorwaarden voldoen.
De in het geding zijnde bepaling stelt die laatstgenoemde personen vrij van de examens en onderzoeken bedoeld in artikel 38, § 3, eerste lid, van dezelfde wet, vermeld in B.1.2, terwijl de personen die voldoen aan de voorwaarden die de Koning heeft vastgesteld om een Belgisch rijbewijs te verkrijgen, voor die examens en onderzoeken moeten slagen om in hun recht tot sturen te worden hersteld.
B.7.1. Inzake de regeling van het wegverkeer is de federale wetgever gehouden tot naleving van de bepalingen van het Verdrag inzake het Wegverkeer, ondertekend te Wenen op 8 november 1968 en goedgekeurd bij wet van 30 september 1988.
B.7.2. Luidens artikel 3, lid 3, van dat Verdrag verbinden de verdragsluitende Staten zich ertoe « in hun eigen gebied in het internationaal verkeer die auto's [...] toe te laten [...] waarvan de bestuurders voldoen aan de in Hoofdstuk IV vastgelegde eisen ».
B.7.3. Artikel 42 van hetzelfde Verdrag, met als opschrift « Schorsing van de geldigheid van de rijbewijzen », dat deel uitmaakt van hoofdstuk IV, bepaalt : « 1. De Verdragsluitende Partijen [...] kunnen een bestuurder het recht ontzeggen van zijn nationale of internationale rijbewijs op hun grondgebied gebruik te maken, indien hij op hun grondgebied inbreuk heeft gemaakt op hun voorschriften, waardoor ingevolge hun wetgeving zijn rijbewijs kan worden ingetrokken. In een zodanig geval kan het bevoegde gezag van de Verdragsluitende Partij [...] die het recht tot gebruik maken van het rijbewijs ontzegt : a) de houder het rijbewijs ontnemen en dit onder zich houden tot afloop van de termijn van ontzegging van het recht tot het gebruik maken van het rijbewijs of totdat de houder van het rijbewijs het grondgebied van deze Partij verlaat, naargelang welk van beide gevallen zich het eerst voordoet;b) kennis geven van de ontzegging van het recht tot gebruik maken van het rijbewijs aan het gezag dat het rijbewijs heeft afgegeven of namens wie het is afgegeven;c) wanneer het een internationaal rijbewijs betreft, op de daartoe bestemde plaats een aantekening maken dat het rijbewijs op hun grondgebied niet langer geldig is;d) wanneer zij de procedure bepaald onder a) van deze paragraaf niet toepast, aan de kennisgeving bedoeld onder b), een verzoek toevoegen, gericht aan het gezag dat het rijbewijs heeft afgegeven of namens wie het is afgegeven om de betrokken persoon op de hoogte te stellen van het besluit dat te zijnen aanzien is genomen. [...] 3. Niets in dit Verdrag mag zo worden uitgelegd, dat dit de Verdragsluitende Partijen [...] zou beletten een bestuurder, die een nationaal of internationaal rijbewijs bezit, ervan te weerhouden een voertuig te besturen, wanneer het duidelijk waarneembaar of aangetoond is dat hij in zodanige toestand verkeert, dat hij niet in staat is op veilige wijze te rijden, of indien het recht om te besturen hem is ontzegd in de Staat waar hij zijn normale verblijfplaats heeft ».
B.7.4. Uit de tekst van dat internationaal verdrag blijkt dat, wanneer van de houder van een buitenlands rijbewijs die zich bevindt in een situatie van « internationaal verkeer » het recht tot sturen op het grondgebied van België na het plegen van een misdrijf vervallen wordt verklaard, de bevoegde overheid zijn rijbewijs kan ontnemen gedurende een bepaalde periode, maar dat herstel niet afhankelijk kan maken van het slagen voor examens en onderzoeken zoals die welke zijn vermeld in artikel 38, § 3, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten.
B.8.1. Volgens artikel 67 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/03/1998 pub. 30/04/1998 numac 1998014078 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs type koninklijk besluit prom. 23/03/1998 pub. 30/04/1998 numac 1998014079 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen sluiten is degene die een verval van het recht tot sturen heeft opgelopen, ertoe gehouden zijn rijbewijs in te leveren.
B.8.2. Artikel 69, § 7, van hetzelfde koninklijk besluit bepaalt : « De betrokkene kan het rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs weer op de griffie afhalen wanneer : 1° de termijn van het verval verstreken is en het herstel van het recht tot sturen niet afhankelijk werd gemaakt van het slagen voor de in artikel 38 van de wet bedoelde examens of onderzoeken;2° de betrokkene de examens of onderzoeken krachtens artikel 38 van de wet met goed gevolg heeft afgelegd en de termijn van het verval verstreken is;3° de houder van een Europees of buitenlands rijbewijs, die niet beantwoordt aan de voorwaarden om een Belgisch rijbewijs te verkrijgen, het grondgebied verlaat.In dit geval geeft het openbaar ministerie hem een attest af dat overeenstemt met het model van bijlage 8, en dat hem machtigt tot het besturen van zijn voertuig om zich op een vastgestelde dag en langs een bepaalde weg naar de grens te begeven.
Het openbaar ministerie brengt de federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer op de hoogte van de teruggave van het rijbewijs of het als zodanig geldend bewijs ».
B.9.1. De in het geding zijnde bepaling is als volgt verantwoord : « Deze bepaling beperkt de mogelijkheid of de verplichting om het herstel in het recht tot sturen afhankelijk te maken van examens en/of onderzoeken tot overtreders die voldoen aan de voorwaarden om een Belgisch rijbewijs te verkrijgen en bijgevolg in België wonen of studeren.
Het is onwenselijk dat niet-inwoners naar België moeten terugkeren om te voldoen aan de opgelegde herstelmaatregelen, die niet voor hen zijn ingericht. Immers, een buitenlandse overtreder die een medisch en/of een psychologisch herstelonderzoek moet ondergaan en die in dit kader slechts voorlopig, voor een beperkte periode en eventueel onder voorwaarden rijgeschikt zou worden bevonden, voldoet niet aan de voorwaarden om een ' voorwaardelijk ' Belgisch rijbewijs te bekomen gedurende deze periode. Hij kan enkel zijn buitenlands rijbewijs terugkrijgen om het grondgebied te verlaten op een dag en via een reisweg die door het Openbaar Ministerie wordt vastgelegd. Het heeft dus geen zin om deze overtreders aan herstelmaatregelen te onderwerpen.
Eenzelfde regeling bestond reeds in paragraaf 3, maar de draagwijdte hiervan werd overeenkomstig de rechtspraak van het Hof van Cassatie beperkt tot herstelmaatregelen die discretionair krachtens paragraaf 3 door de rechter werden opgelegd. De regeling wordt nu in een afzonderlijke paragraaf opgenomen om haar ook te laten gelden voor de gevallen waarin de rechter verplicht is herstelmaatregelen op te leggen » (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2868/001, p. 25).
B.9.2. De persoon wiens recht tot sturen vervallen is verklaard en die « niet voldoet aan de door de Koning bepaalde voorwaarden om een Belgisch rijbewijs te kunnen verkrijgen » is een persoon die niet voldoet aan de in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/03/1998 pub. 30/04/1998 numac 1998014078 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs type koninklijk besluit prom. 23/03/1998 pub. 30/04/1998 numac 1998014079 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen sluiten bedoelde voorwaarden.
Het betreft een overtreder die overeenkomstig artikel 69, § 7, van het voormelde besluit « enkel zijn buitenlands rijbewijs [kan] terugkrijgen om het grondgebied te verlaten op een dag en via een reisweg die door het Openbaar Ministerie wordt vastgelegd » (Parl.
St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2868/001, p. 25, en DOC 54-2868/003, p. 10).
B.10.1. De Belgische overheid is bevoegd om de voorwaarden te bepalen waaronder een Belgisch rijbewijs kan worden verkregen nadat een persoon vervallen werd verklaard van het recht tot sturen. Diezelfde overheid is evenwel niet bevoegd om de voorwaarden te bepalen waaronder in dergelijke omstandigheden een buitenlands rijbewijs kan worden verkregen.
B.10.2. De voorwaarde dat na een vervallenverklaring van het recht tot sturen op grond van artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten het herstel van dat recht afhankelijk wordt gemaakt van het slagen voor de vermelde examens en onderzoeken, geldt volgens de in het geding zijnde bepaling op gelijke wijze voor alle personen die voldoen aan de door de Koning bepaalde voorwaarden om een Belgisch rijbewijs te verkrijgen. Die regeling kan evenwel niet strijdig worden geacht met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet om de enkele reden dat ze niet geldt voor een buitenlands rijbewijs nu de Belgische overheid daaromtrent geen regels vermag vast te stellen en de ongelijkheid waarover het Hof wordt ondervraagd noodzakelijkerwijze daaruit voortvloeit.
B.10.3. Om die redenen is het verschil in behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
B.11. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 38, § 8, 1°, van de wet van 16 maart 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1968 pub. 21/10/1998 numac 1998000446 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer . - Duitse vertaling De hi(...) - de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober (...) sluiten « betreffende de politie over het wegverkeer », ingevoegd bij artikel 11, 7°, van de wet van 6 maart 2018 « ter verbetering van de verkeersveiligheid », schendt noch de artikelen 10 en 11, noch artikel 191 van de Grondwet.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 4 juni 2020.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, F. Daoût