Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 09 mei 2018

Uittreksel uit arrest nr. 14/2018 van 7 februari 2018 Rolnummer 6669 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 10, § 1, eerste lid, 5°, en tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2018201865
pub.
09/05/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 14/2018 van 7 februari 2018 Rolnummer 6669 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 10, § 1, eerste lid, 5°, en tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gesteld door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 1 juni 2017 in zake Bismir Babaj tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 juni 2017, heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 10, § 1, eerste lid, 5° en tweede lid a) van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samenhang gelezen met artikel 8 van het EVRM, in die zin dat het aan de buitenlandse onderdaan die overeenkomstig artikel 1476, § 1, van het Burgerlijk Wetboek een wettelijke samenwoning is aangegaan, de verplichting oplegt het stabiele en duurzame karakter van de relatie te bewijzen om als familielid van een niet-EU-onderdaan te worden beschouwd, bewijslast die niet bestaat voor de vreemdeling die met een niet-EU-onderdaan is gehuwd of voor de vreemdeling die met een niet-EU-onderdaan verbonden is door een geregistreerd partnerschap dat als gelijkwaardig met een huwelijk in België wordt beschouwd, dit rekening houdend met de inwerkingtreding, op 3 oktober 2013, van de wet aangenomen op 2 juni 2013 met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen, en in het bijzonder van de artikelen 1476bis en 1476quater van het Burgerlijk Wetboek, bepalingen die vergelijkbaar zijn met artikel 146bis van hetzelfde Wetboek, dat op huwelijken van toepassing is ? Is het gegeven dat een vreemdeling geen beroep kan doen op artikel 10, § 1, eerste lid, 5° en tweede lid a) eerste en derde streepje van de Vreemdelingenwet om aan te tonen dat zijn partnerrelatie duurzaam en stabiel is, een relevant element in deze ? ». (...) III. In rechte (...) B.1.1. Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel 10, § 1, eerste lid, 5°, en tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna : de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten), bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de buitenlandse onderdaan met wie een niet-Unieburger overeenkomstig een wet een geregistreerd partnerschap heeft gesloten, enkel als familielid van die niet-Unieburger wordt beschouwd wanneer hij het stabiele en duurzame karakter van hun relatie bewijst, terwijl een dergelijke bewijslast niet geldt voor de vreemdeling die met een niet-Unieburger is gehuwd of voor de vreemdeling die met een niet-Unieburger is verbonden door een geregistreerd partnerschap dat gelijkwaardig is met een huwelijk in België.

B.1.2. Uit de prejudiciële vraag en de verwijzingsbeslissing blijkt dat de verzoekende partij voor de verwijzende rechter en haar Mexicaanse partner op 3 december 2015 een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd overeenkomstig artikel 1476, § 1, van het Burgerlijk Wetboek, waarvan de ambtenaar van de burgerlijke stand akte heeft genomen, nadat deze overeenkomstig artikel 1476quater van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 10 van de wet van 2 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/06/2013 pub. 23/09/2013 numac 2013009405 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen sluiten, een onderzoek had aangevraagd.

B.2.1. Artikel 10, § 1, eerste lid, 5°, en tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten bepaalt : « Onder voorbehoud van de bepalingen van artikelen 9 en 12, zijn van rechtswege toegelaten om meer dan drie maanden in het Rijk te verblijven : [...] 5° de vreemdeling die door middel van een wettelijk geregistreerd partnerschap verbonden is met een vreemdeling die sedert minimaal twaalf maanden toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of sedert minimaal twaalf maanden gemachtigd is om er zich te vestigen, evenals de kinderen van deze partner, die met hen komen samenleven alvorens zij de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en alleenstaand zijn, voor zover hij over het recht van bewaring beschikt en de kinderen te zijnen laste zijn en, indien het recht van bewaring wordt gedeeld, op voorwaarde dat de andere houder van het recht van bewaring zijn toestemming heeft gegeven.Die termijn van twaalf maanden vervalt indien het geregistreerde partnerschap reeds bestond voor de vreemdeling die vervoegd wordt, in het Rijk aankwam of indien zij een gemeenschappelijk minderjarig kind hebben. Deze voorwaarden met betrekking tot de aard van het verblijf en de duur van het verblijf zijn niet van toepassing indien het familieleden betreft van een vreemdeling die overeenkomstig artikel 49, § 1, tweede of derde lid, of artikel 49/2, § § 2 of 3, als begunstigde van een internationale beschermingsstatus tot een verblijf in het Rijk is toegelaten.

De in het eerste lid vermelde partners moeten aan de volgende voorwaarden voldoen : a) bewijzen een naar behoren geattesteerde duurzame en stabiele partnerrelatie te onderhouden. Het duurzaam en stabiel karakter van deze relatie is aangetoond : - indien de partners bewijzen gedurende minstens één jaar, voorafgaand aan de aanvraag, onafgebroken op legale wijze in België of een ander land te hebben samengewoond; - ofwel indien de partners bewijzen dat zij elkaar sedert ten minste twee jaar, voorafgaand aan de aanvraag, kennen en het bewijs leveren dat zij regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhielden en dat zij elkaar in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag drie maal ontmoet hebben en dat deze ontmoetingen in totaal 45 of meer dagen betreffen; - ofwel indien de partners een gemeenschappelijk kind hebben ».

B.2.2. Artikel 10, § 1, eerste lid, 4°, eerste streepje, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten bepaalt dat de buitenlandse echtgenoot van een vreemdeling die sedert minimaal twaalf maanden toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf van onbeperkte duur in het Rijk of sedert minimaal twaalf maanden gemachtigd is om er zich te vestigen, of diens buitenlandse partner in het kader van een geregistreerd partnerschap dat als gelijkwaardig beschouwd wordt met het huwelijk in België, die met hem komt samenleven, van rechtswege toegelaten is om meer dan drie maanden in het Rijk te verblijven, op voorwaarde dat beiden ouder zijn dan eenentwintig jaar. Die minimumleeftijd wordt echter teruggebracht tot achttien jaar « wanneer, naargelang het geval, de echtelijke band of dit geregistreerd partnerschap, reeds bestond vóór de vreemdeling die vervoegd wordt, in het Rijk aankwam ».

B.3.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de voorwaarde bepaald in artikel 10, § 1, eerste lid, 5°, en tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, in het bijzonder sinds de inwerkingtreding van de voormelde wet van 2 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/06/2013 pub. 23/09/2013 numac 2013009405 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen sluiten en inzonderheid van artikel 1476bis van het Burgerlijk Wetboek, dat een bepaling heeft ingevoegd die vergelijkbaar is met die van artikel 146bis van hetzelfde Wetboek dat op de huwelijken van toepassing is.

B.3.2. Artikel 1476bis van het Burgerlijk Wetboek, zoals ingevoegd bij artikel 8 van de wet van 2 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/06/2013 pub. 23/09/2013 numac 2013009405 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen sluiten « tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen », bepaalt : « Er is geen wettelijke samenwoning wanneer, ondanks de geuite wil van beide partijen om wettelijk samen te wonen, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens een van beide partijen kennelijk enkel gericht is op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat is verbonden aan de staat van wettelijk samenwonende ».

B.3.3. In de memorie van toelichting bij de artikelen 1476bis tot 1476quater van het Burgerlijk Wetboek is vermeld : « De staatssecretaris benadrukt dat het wetsontwerp een reële vooruitgang betekent, niet alleen in de strijd tegen de schijnhuwelijken maar ook en vooral in de strijd tegen de schijnwettelijke samenwoning. De ongelijke behandeling tussen het huwelijk en de wettelijke samenwoning die tot op heden aanleiding gaf tot misbruiken wordt weggewerkt. Voortaan is in beide gevallen een preventief onderzoek mogelijk. Zo wordt vermeden dat de wettelijke samenwoning een al te gemakkelijk alternatief is om een verblijfsrecht te verkrijgen wanneer het huwelijk wordt geweigerd » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2673/006, p. 7).

B.3.4. Artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : « Er is geen huwelijk wanneer, ondanks de gegeven formele toestemmingen tot het huwelijk, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens één van de echtgenoten kennelijk niet is gericht op het totstandbrengen van een duurzame levensgemeenschap, maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat is verbonden aan de staat van gehuwde ».

B.4.1. De wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten werd inzake gezinshereniging gewijzigd door de wet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2011 pub. 12/09/2011 numac 2011000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging sluiten. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2011 pub. 12/09/2011 numac 2011000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging sluiten blijkt dat de wetgever wenste op te treden tegen misbruiken van de mogelijkheid tot gezinshereniging via een verklaring van wettelijke samenwoning (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0443/001, p. 3). Daarbij viseerde hij de « schijnsamenlevingsovereenkomsten » (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0443/018, p. 8). De toelichting bij het wetsvoorstel vermeldde daaromtrent : « Om onze samenleving leefbaar te houden en om nieuwkomers alle kansen te bieden in onze maatschappij is het belangrijk dat op diverse vlakken maatregelen genomen worden. Na de reeds genomen maatregelen tegen schijnhuwelijken moet de overheid dus ook meer aandacht besteden aan de misbruiken van de samenlevingscontracten met als doel een verblijfsvergunning te bekomen » (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0443/001, p. 4).

Tijdens de bespreking in de bevoegde commissie van de Kamer van volksvertegenwoordigers was een spreker van oordeel dat « schijnsamenwoning een ernstig knelpunt [vormt] » (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0443/018, p. 12). Een andere spreker erkende dat de wettelijke samenwoning « makkelijk aanleiding geeft tot misbruik, wat grote migratiestromen naar België op gang brengt » (ibid., p. 22).

B.4.2. Om dit te verhelpen stelde een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers voor om de mogelijkheid tot gezinshereniging te beperken tot gehuwden, en wettelijk samenwonenden hiervan uit te sluiten (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0595/001). Dat voorstel werd evenwel verworpen als zijnde « overdreven » (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0443/018, p. 24). Een lid verklaarde dienaangaande : « De spreekster deelt de bezorgdheid van [...] aangaande de schijnsamenwoning, maar is verwonderd dat zij de wettelijke samenwoning wil afschaffen, of op zijn minst de eraan gekoppelde voordelen inzake vestiging wil opheffen. Een dergelijke maatregel zou inderdaad als neveneffect hebben dat een in België verblijvende homoseksueel niet langer een paar zou kunnen vormen met, bijvoorbeeld, een Oegandese homoseksueel. Aangezien de spreekster wil dat de wettelijke samenwoning in het Belgische recht wordt gehandhaafd, zal zij een amendement in die zin indienen » (ibid., p. 23).

B.4.3. Bijgevolg diende het lid in kwestie een amendement in dat ertoe strekte de partners die voor gezinshereniging in aanmerking willen komen, te verplichten aan een aantal voorwaarden te voldoen die het bewijs leveren dat ze een naar behoren geattesteerde duurzame en stabiele relatie onderhouden. Daartoe dienden ze aan te tonen dat ze een jaar lang ononderbroken in België of in het buitenland samenwonen, dat ze gedurende meer dan twee jaar regelmatig contact hebben gehad of dat ze een gemeenschappelijk kind hebben (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0443/018, p. 63). Dat amendement werd als volgt verantwoord : « Het samenlevingscontract wordt steeds vaker misbruikt sinds het een verblijfsrechtelijk voordeel kan opleveren. Na het verschijnsel van de schijnhuwelijken worden we steeds vaker geconfronteerd met de schijnsamenwoonst, louter voor het verblijfsrechtelijk voordeel.

Dit amendement legt strengere voorwaarden op voor het gebruik van het kanaal van de samenwoonst in het verkrijgen van een verblijfsvergunning » (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0443/002, p. 5). Het voormelde amendement betrof twee vreemdelingen die door middel van een wettelijk geregistreerd partnerschap verbonden zijn. Vervolgens werden gelijkaardige amendementen ingediend met betrekking tot Belgen en EU-onderdanen (zie Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0443/018, p. 131).

B.5.1. Bij zijn arrest nr. 43/2015 van 26 maart 2015 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2°, tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, zoals vervangen bij artikel 8 van de wet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2011 pub. 12/09/2011 numac 2011000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging sluiten, in samenhang gelezen met artikel 40ter van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, zoals vervangen bij artikel 9 van de wet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2011 pub. 12/09/2011 numac 2011000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging sluiten, geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het aan de buitenlandse onderdaan die overeenkomstig artikel 1476, § 1, van het Burgerlijk Wetboek een wettelijke samenwoning is aangegaan, de verplichting oplegt het stabiele en duurzame karakter van de relatie te bewijzen om voor gezinshereniging als familielid van een Belgische onderdaan in aanmerking te komen, terwijl die bewijslast niet bestaat voor de vreemdeling die met een Belgische onderdaan is gehuwd of voor de vreemdeling die met een Belg is verbonden door een geregistreerd partnerschap dat als gelijkwaardig met een huwelijk in België wordt beschouwd.

B.5.2. In de motivering van het voormelde arrest heeft het Hof geoordeeld dat het verschil in behandeling tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden verantwoord was, mede rekening houdend met het bestaan van artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek, dat het tegengaan van schijnhuwelijken beoogt, terwijl een dergelijke bepaling, op het ogenblik van de feiten, zoals die zich hadden voorgedaan in het geschil voor de verwijzende rechter, niet bestond voor de wettelijke samenwoning.

B.5.3. Terecht merkt de verwijzende rechter op dat de situatie in de voorliggende zaak anders is, nu inmiddels met de totstandkoming van artikel 1476bis van het Burgerlijk Wetboek de wetgever ook het tegengaan van schijnsamenwoning beoogt.

B.5.4. De ambtenaar van de burgerlijke stand is bijgevolg niet enkel in staat de intenties na te gaan van twee personen die wensen te huwen. Sinds de inwerkingtreding van het voormelde artikel 1476bis van het Burgerlijk Wetboek geldt dat ook voor de wettelijke samenwoning.

Alvorens akte te nemen van de verklaring van wettelijke samenwoning kan de ambtenaar van de burgerlijke stand, bij twijfel, de melding van de verklaring uitstellen teneinde bijkomend onderzoek te verrichten (artikel 1476quater van het Burgerlijk Wetboek). De omzendbrief van 6 september 2013Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 06/09/2013 pub. 23/09/2013 numac 2013009423 bron federale overheidsdienst justitie Omzendbrief inzake de wet van 2 juni 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen sluiten (Belgisch Staatsblad van 23 september 2013) inzake de voormelde wet van 2 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/06/2013 pub. 23/09/2013 numac 2013009405 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen sluiten preciseert in dat verband met name dat « de door de ambtenaar van de burgerlijke stand uitgevoerde controle [...] ook het nagaan [inhoudt] van de intenties van de aanstaande wettelijk samenwonenden » en hoe de beweringen moeten worden gecontroleerd van de partijen die aangeven « de intentie te hebben om een duurzame en stabiele partnerrelatie verder te zetten of te beginnen en deze te formaliseren ».

B.5.5. In zijn arrest nr. 120/2017 van 12 oktober 2017 onderzocht het Hof de impact van die wijziging op de bestaanbaarheid van artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2°, tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, vervangen bij artikel 8 van de wet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2011 pub. 12/09/2011 numac 2011000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging sluiten, in samenhang gelezen met artikel 40ter van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, vervangen bij artikel 9 van de wet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/2011 pub. 12/09/2011 numac 2011000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat betreft de voorwaarden tot gezinshereniging sluiten, zoals ze van toepassing waren vóór de wet van 4 mei 2016, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. Die bepalingen bevatten een regeling inzake gezinshereniging met een Unieburger die op de relevante punten identiek is aan de regeling waarin de in het geding zijnde bepaling voorziet.

B.6.1. De artikelen 146bis en 1476bis van het Burgerlijk Wetboek maken deel uit van de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek die de burgerrechtelijke aspecten van de verschillende vormen van samenleving tussen personen regelen. Ze beogen te verhinderen dat de instituten van het huwelijk en de wettelijke samenwoning worden afgewend van hun doel door de totstandkoming te verhinderen van een huwelijk of van een wettelijke samenwoning indien uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens één van beide partijen kennelijk enkel gericht is op het verkrijgen van een verblijfsrechtelijk voordeel.

Artikel 10 van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten daarentegen stelt de zeer specifieke voorwaarden vast waaraan de familieleden van een niet-Unieburger moeten voldoen om voor een verblijf op basis van gezinshereniging in aanmerking te komen. Aan die voorwaarden moet voldaan zijn op het ogenblik van de aanvraag van de verblijfstitel.

Het artikel stelt als voorwaarde voor gezinshereniging tussen partners dat er sprake is van een geldig huwelijk of een naar behoren geattesteerde duurzame en stabiele relatie.

B.6.2. Terwijl voor gehuwden het bestaan van een geldig huwelijk volstaat, dienen de samenwonenden het bewijs voor te leggen van een naar behoren geattesteerde duurzame en stabiele partnerrelatie.

Bijgevolg is er niet enkel de formele vereiste krachtens welke de samenwoning naar behoren geattesteerd moet zijn, maar die samenwoning dient tevens duurzaam en stabiel te zijn.

B.7.1. In het Belgische recht is de wettelijke samenwoning niet gelijkgesteld met het huwelijk. Beide samenlevingsvormen verschillen niet enkel fundamenteel wat de totstandkoming en de beëindiging ervan betreft. De juridische toestand waarin de echtgenoten, enerzijds, en de wettelijk samenwonenden, anderzijds, zich bevinden, verschilt ook wat hun persoonlijke verplichtingen jegens elkaar en hun vermogensrechtelijke toestand betreft.

B.7.2. De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek die de strijd tegen schijnsamenwoning beogen zijn grotendeels geïnspireerd door de bepalingen die beogen schijnhuwelijken tegen te gaan. Die keuze heeft evenwel niet tot gevolg dat de wetgever ertoe gehouden is om wettelijk samenwonenden zoals gehuwden te behandelen wanneer hij de voorwaarden voor gezinshereniging vaststelt.

B.8.1. Zoals in B.4.1 is vermeld, wenste de wetgever met de in het geding zijnde bepalingen op te treden tegen misbruiken begaan bij schijnsamenwoning teneinde een verblijfstitel te bekomen.

Zoals in B.5.4 is vermeld, dient de ambtenaar van de burgerlijke stand bij het afleggen van een verklaring tot wettelijke samenwoning na te gaan of de betrokkenen de intentie hebben om een duurzame en stabiele relatie aan te gaan of verder te zetten. Het is niet uitgesloten dat na de totstandkoming van de wettelijke samenwoning, bij het onderzoek van de aanvraag tot gezinshereniging, blijkt dat de partnerrelatie in werkelijkheid niet duurzaam en stabiel is. In dat verband dient erop te worden gewezen dat de verplichtingen tot samenwoning en getrouwheid die door artikel 213 van het Burgerlijk Wetboek worden opgelegd aan gehuwden niet gelden voor wettelijk samenwonenden.

In het licht van de door de wetgever nagestreefde doelstelling is het derhalve pertinent om niet enkel te vereisen dat het partnerschap wettelijk is geregistreerd, doch tevens dat het bewijs wordt geleverd dat de relatie duurzaam en stabiel is op het ogenblik van de aanvraag tot gezinshereniging.

B.8.2. Luidens de in het geding zijnde bepaling is het duurzaam en stabiel karakter van de partnerrelatie aangetoond in drie gevallen : (1) indien de partners bewijzen dat zij gedurende minstens één jaar, voorafgaand aan de aanvraag, hebben samengewoond;(2) indien zij bewijzen dat zij elkaar sedert ten minste twee jaar, voorafgaand aan de aanvraag, kennen en het bewijs leveren dat zij regelmatig, telefonisch, via briefwisseling of elektronische berichten met elkaar contact onderhielden en dat zij elkaar in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag driemaal ontmoet hebben en dat deze ontmoetingen in totaal 45 of meer dagen betreffen; (3) indien de partners een gemeenschappelijk kind hebben.

B.8.3. Die drie gevallen, waarvan de naleving niet dient te worden gecontroleerd in het kader van artikel 1476bis van het Burgerlijk Wetboek, geven de vreemdeling die een verblijfsrecht in het kader van gezinshereniging wil verkrijgen en de partner bij wie hij zich wil voegen, voldoende mogelijkheden om aan te tonen dat hun partnerrelatie duurzaam en stabiel is. Aldus kunnen de voorwaarden, die door de in het geding zijnde bepalingen worden gesteld aan de wettelijk samenwonende partners, niet als onevenredig met de door de wetgever nagestreefde doelstellingen worden beschouwd.

B.9.1. Het feit dat ook artikel 1476bis van het Burgerlijk Wetboek het tegengaan van misbruiken bij de totstandkoming van schijnsamenwoning beoogt, ontneemt de in het geding zijnde bepalingen hun verantwoording niet.

B.9.2. De personen die een verklaring van wettelijke samenwoning afleggen met louter de bedoeling een verblijfsstatuut te verkrijgen, maken misbruik van zowel het burgerrechtelijk instituut van de wettelijke samenwoning als van de procedure voor gezinshereniging.

Terwijl artikel 1476bis van het Burgerlijk Wetboek dat misbruik beoogt tegen te gaan op het niveau van de registratie van de wettelijke samenwoning door te peilen naar de intenties van de betrokkenen, beoogt de in het geding zijnde bepaling een onderzoek naar de werkelijke duurzaamheid en de stabiliteit van de samenwoning in het kader van de verblijfsreglementering.

B.9.3. Beide controles worden uitgevoerd door onderscheiden administraties, te weten de ambtenaar van de burgerlijke stand en de Dienst Vreemdelingenzaken. Beide procedures hebben ook onderscheiden rechtsgevolgen : terwijl de controle bedoeld in de artikelen 1476bis en 1476quater van het Burgerlijk Wetboek kan leiden tot een weigering om melding te maken van de verklaring van wettelijke samenwoning in het bevolkingsregister en tot strafsancties, leidt de controle bedoeld in de in het geding zijnde bepaling tot de weigering om een verblijfstitel toe te kennen op grond van gezinshereniging.

Het gaat om complementaire procedures die elkaar versterken, aangezien de artikelen 63, § § 3 en 4, 167, 1476, § 1, vierde lid, en 1476quater van het Burgerlijk Wetboek, alsook de omzendbrief van 17 september 2013Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 17/09/2013 pub. 23/09/2013 numac 2013009424 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Omzendbrief betreffende de gegevensuitwisseling tussen de ambtenaren van de burgerlijke stand en de Dienst Vreemdelingenzaken ter gelegenheid van een huwelijksaangifte of een verklaring van een wettelijke samenwoning van een vreemdeling in illegaal of precair verblijf type omzendbrief prom. 17/09/2013 pub. 04/12/2013 numac 2013000759 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Omzendbrief betreffende de gegevensuitwisseling tussen de ambtenaren van de burgerlijke stand en de Dienst Vreemdelingenzaken ter gelegenheid van een huwelijksaangifte of een verklaring van een wettelijke samenwoning van een vreemdeling in illegaal of precair verblijf. - Duitse vertaling sluiten « betreffende de gegevensuitwisseling tussen de ambtenaren van de burgerlijke stand en de Dienst Vreemdelingenzaken ter gelegenheid van een huwelijksaangifte of een verklaring van een wettelijke samenwoning van een vreemdeling in illegaal of precair verblijf » (Belgisch Staatsblad van 23 september 2013) in dit kader voorzien in een uitwisseling van gegevens tussen de ambtenaren van de burgerlijke stand en de Dienst Vreemdelingenzaken.

B.9.4. Ten slotte dient erop te worden gewezen dat het verschil in behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd het gevolg is van de keuze die partners maken voor de ene of de andere samenlevingsvorm. De wetgever heeft redelijkerwijze kunnen oordelen dat de samenwonende partners die ervoor kiezen door de wettelijke samenwoning en niet door het huwelijk te worden verbonden, de voor- en nadelen van de ene en de andere samenlevingsvorm kennen en de juridische gevolgen van hun keuze aanvaarden.

B.10. De in het geding zijnde bepaling heeft geen gevolgen die onevenredig zijn met het nagestreefde doel en is bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

B.11. De combinatie van die grondwetsbepalingen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens is niet van die aard dat ze tot een ander resultaat leidt. Uit die internationale verdragsbepaling vloeit immers geen algemene verplichting voort om een vreemdeling die een verklaring van wettelijke samenwoning met een niet-Unieburger aflegt, een verblijfsrecht toe te kennen (vgl. EHRM, 28 mei 1985, Abdulaziz, Cabales en Balkandali t. Verenigd Koninkrijk, § 68) en belet niet dat de gezinshereniging aan voorwaarden wordt onderworpen.

Gelet op hetgeen voorafgaat, is de inmenging in het privé- en gezinsleven van de betrokken vreemdeling, die voortvloeit uit de in het geding zijnde bepaling, redelijk verantwoord.

B.12. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 10, § 1, eerste lid, 5°, en tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 7 februari 2018.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, E. De Groot

^