Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 08 augustus 2017

Uittreksel uit arrest nr. 68/2017 van 1 juni 2017 Rolnummers 6442 en 6443 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 14 van de wet van 9 november 2015 « houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken », gesteld door de Raad van Stat Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2017203532
pub.
08/08/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 68/2017 van 1 juni 2017 Rolnummers 6442 en 6443 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 14 van de wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten « houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken », gesteld door de Raad van State.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij twee arresten, nrs. 234.866 en 234.865, van 26 mei 2016 in zake respectievelijk de gemeente Rouvroy en de gemeente Aubange, tegen de Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 7 juni 2016, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 14 van de wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 190 ervan, alsook met artikel 2 van het Burgerlijk Wetboek, het algemeen beginsel van niet-retroactiviteit van de wetten, het rechtszekerheidsbeginsel, artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het genoemde Verdrag, - in zoverre het artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming aldus uitlegt dat de wijzigingen die in die wet werden ingevoerd door de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten worden toegepast vanaf hun datum van inwerkingtreding, zijnde 17 februari 2013, op de beslissingen die de provinciegouverneurs genomen hebben met betrekking tot de definitieve verdeling van de in aanmerking komende kosten gemaakt door de gemeenten-groepscentra sinds 1 januari 2006, - in het bijzonder terwijl de wettigheid van dergelijke beslissingen met betrekking tot de boekjaren 2009 en 2010 wordt betwist in het kader van beroepen die voor de Raad van State hangende zijn, met name om de reden dat zij niet konden worden gegrond op de bij de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten gewijzigde verdelingscriteria ? ».

Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6442 en 6443 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. (...) III. In rechte (...) Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling en de context ervan B.1.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 14 van de wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten « houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken », dat bepaalt : « Artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, wordt aldus uitgelegd dat : de wijzigingen die werden ingevoerd in de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming door de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten tot wijziging van de wet van 31 december 1963 worden toegepast vanaf hun datum van inwerkingtreding, zijnde 17 februari 2013, op de beslissingen die de provinciegouverneurs genomen hebben met betrekking tot de definitieve verdeling van de in aanmerking komende kosten gemaakt door de gemeenten-groepscentra sinds 1 januari 2006 ».

Die bepaling wordt in de parlementaire voorbereiding voorgesteld als een interpretatieve bepaling (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-1298/001, p. 37). Zij maakt deel uit van hoofdstuk 3, afdeling 1, met als opschrift « Interpretatie van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming », van de wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten.

B.1.2. Artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming (hierna : de wet van 31 december 1963) regelt, met het oog op de algemene organisatie van de brandweerdiensten, de indeling van de gemeenten van iedere provincie in gewestelijke groepen van categorie X, Y en Z. Elke gewestelijke groep is samengesteld uit verscheidene gemeenten gegroepeerd rond een gemeente-groepscentrum, waarop de andere gemeenten van de gewestelijke groep (de « beschermde gemeenten ») een beroep kunnen doen, mits betaling van een forfaitaire en jaarlijkse bijdrage. Die bijdrage wordt door de gouverneur vastgesteld aan de hand van de criteria bedoeld in artikel 10, §§ 2 tot 4, van de wet van 31 december 1963.

Artikel 10, § 4, van de wet van 31 december 1963 voorziet in de betaling, bij het einde van elk kwartaal, van een voorlopige bijdrage met betrekking tot die periode, berekend op grond van de definitieve bijdrage die verschuldigd is voor het vorige jaar. In de loop van het volgende jaar geeft de gouverneur aan elke gemeente kennis van het aandeel of van het definitieve bedrag van de bijdrage dat te haren laste komt. Het verschil tussen de voorlopige en de definitieve bijdrage wordt, naar gelang van het geval, aan de gemeente-groepscentrum betaald of door deze terugbetaald.

B.1.3. In de versie ervan vóór de wijziging bij artikel 2 van de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming (hierna : de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten), kende het voormelde artikel 10 van de wet van 31 december 1963 aan de Koning de bevoegdheid toe om de normen vast te stellen die de gouverneur moet toepassen bij het bepalen van het bedrag van de bijdrage voor de brandweerdiensten. Aan die machtiging was uitvoering gegeven bij het koninklijk besluit van 25 oktober 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/10/2006 pub. 21/11/2006 numac 2006000893 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de normen voor de bepaling van de in aanmerking komende kosten en het aandeel, bedoeld in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming sluiten « tot vaststelling van de normen voor de bepaling van de in aanmerking komende kosten en het aandeel, bedoeld in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming ». Dat uitvoeringsbesluit is evenwel vernietigd bij het arrest nr. 204.782 van 4 juni 2010 van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

B.1.4. Met de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten heeft de wetgever willen tegemoetkomen aan het juridisch vacuüm dat door die vernietiging is ontstaan, met name door de principes van het koninklijk besluit van 25 oktober 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/10/2006 pub. 21/11/2006 numac 2006000893 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de normen voor de bepaling van de in aanmerking komende kosten en het aandeel, bedoeld in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming sluiten in de wet zelf over te nemen (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2457/001, pp. 3-4). Aldus beoogde de wetgever « de provinciegouverneurs de wettelijke basis te geven die hen toelaat om over te gaan tot de definitieve regularisatie van de verdeling van de kosten van de brandweerdiensten onder de gemeenten-groepscentra en de beschermde gemeenten » (ibid., p. 4).

Meer in het bijzonder werden de delegaties aan de Koning om de normen te bepalen waarmee de gouverneur rekening moet houden, opgeheven en worden voortaan in de wet zelf de criteria bepaald die de gouverneur in aanmerking moet nemen bij het bepalen van het bedrag van de bijdrage voor de brandweerdiensten.

B.1.5. Er is evenwel onduidelijkheid gerezen over het temporele toepassingsgebied van de wijzigingen die bij de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 werden aangebracht (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-1298/001, p. 25). Verschillende gemeenten waren van oordeel dat het gewijzigde artikel 10 geen rechtsgrond kan bieden voor de vaststelling van de definitieve bijdrage voor de brandweerdiensten voor de jaren 2006 tot 2012, en hebben daarom de beslissingen van de gouverneurs met betrekking tot die periode aangevochten, zowel bij de burgerlijke rechtbanken als bij de Raad van State.

In die omstandigheid heeft de wetgever de in het geding zijnde bepaling aangenomen. Hij achtte het noodzakelijk « om, via een interpretatieve bepaling, te herhalen dat de wijzigingen die werden ingevoegd in de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming door de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten tot wijziging van de wet van 31 december 1963 worden toegepast vanaf hun datum van inwerkingtreding, zijnde 17 februari 2013, op de beslissingen die de provinciegouverneurs genomen hebben met betrekking tot de definitieve verdeling van de in aanmerking komende kosten gemaakt door de gemeenten-groepscentra sinds 1 januari 2006 » (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-1298/001, p. 37).

Ten gronde B.2. Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid te onderzoeken van het voormelde artikel 14 van de wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten « houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken » met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 190 van de Grondwet, met artikel 2 van het Burgerlijk Wetboek, met het algemene beginsel van niet-retroactiviteit van de wetten, met het rechtszekerheidsbeginsel, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het voormelde Verdrag.

Volgens de verzoekende partijen voor het verwijzende rechtscollege en de tussenkomende partij voor het Hof zou de in het geding zijnde bepaling geen interpretatieve bepaling maar wel een retroactieve bepaling zijn die ertoe strekt het temporele toepassingsgebied van de wijzigingen die bij de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten werden aangebracht in artikel 10 van de wet van 31 december 1963, uit te breiden tot de bijdragen verschuldigd voor de jaren 2006 tot 2012. De Raad van State stelt het Hof vragen over de grondwettigheid van de in het geding zijnde bepaling, in het bijzonder terwijl de wettigheid van beslissingen die door de provinciegouverneurs zijn genomen met betrekking tot de definitieve verdeling van de in aanmerking komende kosten gemaakt door de gemeenten-groepscentra wat de boekjaren 2009 en 2010 betreft, voor hem wordt betwist.

B.3. Luidens artikel 84 van de Grondwet kan alleen de wet een authentieke uitlegging van de wetten geven.

Een wetsbepaling is interpretatief wanneer ze aan een wetsbepaling de betekenis geeft die de wetgever bij de aanneming ervan heeft willen geven en die zij redelijkerwijze kon krijgen. Het behoort dus tot het wezen van een dergelijke wetsbepaling dat zij terugwerkt tot op de datum van inwerkingtreding van de wetsbepaling die zij interpreteert.

De waarborg van de niet-retroactiviteit van de wetten zou echter niet kunnen worden omzeild door het enkele feit dat een wetsbepaling met terugwerkende kracht als een interpretatieve wetsbepaling zou worden voorgesteld.

B.4.1. In de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde bepaling wordt vermeld : « Alle voorbereidende werkzaamheden van de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten laten duidelijk de wil van de wetgever blijken om het de provinciegouverneur, die niet langer over een reglementaire basis beschikte ingevolge de nietigverklaring door de Raad van State van het koninklijk besluit van 25 oktober 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/10/2006 pub. 21/11/2006 numac 2006000893 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de normen voor de bepaling van de in aanmerking komende kosten en het aandeel, bedoeld in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming sluiten (zie Doc. Kamer. 53-2457), mogelijk te maken om de definitieve verdeling van de kosten van de openbare brandweerdiensten opnieuw te starten. De wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten zou haar doel volledig missen als zij enkel van toepassing zou zijn op de verdeling van de kosten die gemaakt werden vanaf de inwerkingtreding ervan aangezien, op het ogenblik van de nietigverklaring van de reglementaire basis door de Raad van State, de gouverneurs slechts waren overgegaan tot een definitieve verdeling tot het jaar 2005 (inbegrepen), 2006, 2007 of 2008 naargelang de provincies » (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-1298/001, p. 37).

De afdeling wetgeving van de Raad van State heeft in haar advies bij het voorontwerp van wet opgemerkt : « Gelet op de context waarin de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten ' tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming ' is aangenomen, en vooral gelet op het feit dat geen van de bijzondere bepalingen van die wet de wijzigingen die erbij worden aangebracht in de wet van 31 december 1963 ' betreffende de civiele bescherming ' op verschillende data in werking laat treden, spreekt het vanzelf dat die wijzigingen vanaf de datum van inwerkingtreding ervan, te weten 17 februari 2013, van toepassing zijn op de beslissingen die de provinciegouverneurs moeten nemen in verband met de definitieve verdeling van de in aanmerking komende kosten gemaakt door de gemeenten-groepscentra sinds 1 januari 2006 » (ibid., p. 82).

B.4.2. In de parlementaire voorbereiding van de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten werden de wijzigingen van artikel 10 van de wet van 31 december 1963 als volgt verantwoord : « Naar aanleiding van dit arrest van de Raad van State [waarbij het koninklijk besluit van 25 oktober 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/10/2006 pub. 21/11/2006 numac 2006000893 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de normen voor de bepaling van de in aanmerking komende kosten en het aandeel, bedoeld in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming sluiten werd vernietigd,] beschikken de gouverneurs op dit ogenblik niet meer over enige wettelijke basis om over te gaan tot de verdeling van de kosten van de openbare brandweerdiensten tussen gemeenten-groepscentra en beschermde gemeenten. Dit heeft tot gevolg dat de gemeenten-groepscentra sinds 2006 geen cent méér ontvangen dan het bedrag van de kwartaalvoorschotten die wettelijk berekend zijn op basis van de laatste bijdrage die tot op heden definitief werd bepaald, te weten die van het boekjaar 2006.

Deze voorschotten zijn volgens de minister ontoereikend ten opzichte van de verhoging van de werkelijke kosten : verhoging van de personeelskosten, van de werkingskosten, van de materiaalkosten enzovoort. Teneinde voor enige transparantie in de gemeentelijke financiën te kunnen zorgen, is het derhalve noodzakelijk de juridische zekerheid te herstellen door de provinciegouverneurs de wettelijke basis te verschaffen om over te gaan tot de definitieve regularisatie van de verdeling van de kosten van de openbare brandweerdiensten tussen de gemeenten-groepscentra en de beschermde gemeenten » (Parl.

St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2457/002, p. 4).

Ook uit andere verklaringen afgelegd tijdens de parlementaire voorbereiding blijkt de wil van de wetgever om de gouverneur een rechtsgrond te verschaffen zodat hij kan overgaan tot de vaststelling van de definitieve bijdragen voor de brandweerdiensten, verschuldigd vanaf 2006. Zo werd herhaaldelijk benadrukt dat heel wat gemeenten een aanzienlijke achterstand hadden wat betreft de betaling van de kosten van de brandweerdiensten, die dringend moest worden verholpen (Integraal Verslag, Kamer, 2012-2013, 13 december 2012, CRIV 53 PLEN 119, pp. 76 en 78). De minister van Binnenlandse Zaken bevestigde dat « de regularisatie [...] vanaf 2006 [zal] worden uitgevoerd op grond van de nieuwe wettelijke basis. De administratie werkt momenteel aan de opstelling van de definitieve afrekening van de achterstand » (Parl. St., Senaat, 2012-2013, nr. 5-1886/2, p. 6).

B.5. De in het geding zijnde bepaling werd aangenomen omdat verschillende gemeenten de beslissingen van de gouverneurs tot vaststelling van de definitieve bijdrage voor de jaren 2006 tot 2012 betwisten, nu zij van oordeel zijn dat artikel 10 van de wet van 31 december 1963, zoals gewijzigd bij de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten, daarvoor geen rechtsgrond kan bieden.

Die interpretatie van de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten door de gemeenten stemt niet overeen met de betekenis die de wetgever daaraan heeft willen geven bij de totstandkoming ervan en die in de in het geding zijnde bepaling wordt verduidelijkt, namelijk dat de bij die wet aangebrachte wijzigingen, vanaf de datum van hun inwerkingtreding, van toepassing zijn op de beslissingen die de gouverneurs na die datum moeten nemen inzake de bijdragen in de kosten van de brandweerdiensten gemaakt sedert 1 januari 2006.

B.6. In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen voor het verwijzende rechtscollege en de tussenkomende partij voor het Hof aanvoeren, konden de wijzigingen die werden aangebracht bij de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten ook redelijkerwijze die betekenis krijgen sinds de aanneming ervan.

Artikel 10, § 4, 3°, van de wet van 31 december 1963 bepaalt weliswaar dat de definitieve bijdragen « in de loop van het volgend jaar », zijnde het jaar volgend op datgene waarin de kosten van de brandweerdiensten werden gemaakt, ter kennis worden gebracht van de betrokken gemeenten. Die bepaling bevat evenwel louter een termijn van orde en verhindert bijgevolg niet dat de definitieve bijdragen nog worden vastgesteld en ter kennis gebracht na het verstrijken van die termijn.

Voorts is de lezing die wordt verduidelijkt in de in het geding zijnde bepaling niet strijdig met het arrest nr. 124/2014 van 19 september 2014, waarin het Hof heeft vastgesteld « dat geen van het gemeen recht afwijkende inwerkingtredingsbepaling is opgenomen in de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten, zodat de bestreden bepaling in werking is getreden tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad ». Die lezing houdt immers niet in dat aan de wijzigingen die bij de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten werden aangebracht, terugwerkende kracht wordt verleend. Het feit dat die wijzigingen vanaf de datum van hun inwerkingtreding van toepassing zijn op de beslissingen die na die datum door de gouverneurs worden genomen met betrekking tot de definitieve bijdragen in de kosten van de brandweerdiensten gemaakt sedert 1 januari 2006, is het gewone gevolg van de onmiddellijke toepassing van de nieuwe wettelijke regel op alle feiten die zich na zijn inwerkingtreding voordoen.

B.7. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de in het geding zijnde bepaling een interpretatieve bepaling is. De toepassing van de wijzigingen die bij de wet van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/01/2013 pub. 07/02/2013 numac 2013000078 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming type wet prom. 14/01/2013 pub. 01/03/2013 numac 2013009078 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming Duitse vertaling type wet prom. 14/01/2013 pub. 31/01/2013 numac 2013009053 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie type wet prom. 14/01/2013 pub. 20/02/2013 numac 2013000085 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het burgerinitiatief in de zin van de Europese Verordening nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 (1) sluiten in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming zijn ingevoerd, op de beslissingen die na 17 februari 2013 door de provinciegouverneurs zijn genomen met betrekking tot de definitieve verdeling van de in aanmerking komende kosten gemaakt door de gemeenten-groepscentra sinds 1 januari 2006 en waarvan de wettigheid voor de Raad van State wordt betwist, wordt bijgevolg verantwoord door het interpretatieve karakter van de in het geding zijnde bepaling.

Zonder dat het noodzakelijk is te onderzoeken of de gemeenten, te dezen, artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag kunnen aanvoeren, volstaat het vast te stellen dat de inaanmerkingneming van die bepalingen niet tot een verschillend antwoord kan leiden.

B.8. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord.

Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 14 van de wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten « houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken » schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 190 ervan, met het algemene beginsel van niet-retroactiviteit van de wetten, met het rechtszekerheidsbeginsel, met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag.

Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 1 juni 2017.

De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, J. Spreutels

^