gepubliceerd op 16 juli 2015
Uittreksel uit arrest nr. 72/2015 van 28 mei 2015 Rolnummer : 6171 In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 en van de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...)
Uittreksel uit arrest nr. 72/2015 van 28 mei 2015 Rolnummer : 6171 In zake : de vordering tot schorsing van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 en van de artikelen 162, 170, 172, 174 en 175 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, ingesteld door Ivo Evers.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 maart 2015 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 maart 2015, heeft Ivo Evers een vordering tot schorsing ingesteld van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 en van de artikelen 162, 170, 172, 174 en 175 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 december 2014 en van 29 januari 2015, tweede editie).
Bij hetzelfde verzoekschrift vordert de verzoekende partij eveneens de vernietiging van voormelde decreetsbepalingen.
Bij beschikking van 25 maart 2015 heeft het Hof de terechtzitting voor het debat over de vordering tot schorsing bepaald op 22 april 2015, na de in artikel 76, § 4, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof bedoelde overheden te hebben uitgenodigd hun eventuele schriftelijke opmerkingen, in de vorm van een memorie, uiterlijk op 17 april 2015 in te dienen en een afschrift ervan binnen dezelfde termijn aan de verzoekende partij over te zenden. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepalingen B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 en van, in hoofdorde, artikel 175 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013. Indien het Hof het vermelde artikel 175 niet zou schorsen en vernietigen, vordert de verzoekende partij de schorsing en vernietiging van artikel 172 van hetzelfde decreet. In nog meer ondergeschikte orde vordert de verzoekende partij de schorsing en vernietiging van de artikelen 162, 170 en 174 van hetzelfde decreet.
B.2.1. De bestreden artikelen van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 hebben betrekking op het fiscaal statuut van verdelingen van onroerende goederen.
Artikel 73 van dat decreet bepaalt : « Aan artikel 109 van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek-, en Griffierechten, vervangen bij de wet van 23 december 1958 en laatst gewijzigd bij het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten, worden een tweede, derde en vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt : ' Het recht wordt op 1 t.h. gebracht als de verdeling of de afstand, vermeld in het eerste lid, 1° of 2°, plaatsvindt in een van de volgende omstandigheden : 1° bij de akte, vermeld in artikel 1287 van het Gerechtelijk Wetboek of ingevolge de wijziging, vermeld in artikel 1293 van het Gerechtelijk Wetboek;2° bij de vereffening-verdeling na echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting, vermeld in het vierde deel, boek IV, hoofdstuk VI, van het Gerechtelijk Wetboek;3° binnen een termijn van een jaar, die volgt op de beëindiging van de wettelijke samenwoning conform artikel 1476, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, op voorwaarde dat de personen op de dag van de beëindiging van de wettelijke samenwoning ten minste een jaar ononderbroken met elkaar wettelijk samenwoonden. Het verlaagd tarief, vermeld in het tweede lid, is ook van toepassing als de verdeling of de afstand wordt gedaan volgens de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte als de verdeling of de afstand plaatsvindt onder omstandigheden en voorwaarden die vergelijkbaar zijn met de omstandigheden en voorwaarden, vermeld in het tweede lid.
In of onderaan op het document dat aanleiding geeft tot heffing van het evenredig recht op de verdeling, moeten de verkrijgers uitdrukkelijk melden dat ze de toepassing van het verlaagde tarief vragen en moeten ze verklaren dat ze voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, of, in voorkomend geval, dat de verdeling of de afstand is gedaan overeenkomstig de wetgeving van een nader aan te wijzen lidstaat van de Europese Economische Ruimte onder omstandigheden en voorwaarden die vergelijkbaar zijn met de omstandigheden en de voorwaarden, vermeld in het tweede lid. ' ».
Artikel 74 van hetzelfde decreet bepaalt : « Artikel 212quinquies van hetzelfde wetboek, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/07/2012 pub. 24/07/2012 numac 2012035868 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 sluiten, wordt vervangen door wat volgt : '
Art. 212quinquies.Als de vermindering van het tarief, vermeld in artikel 109, tweede of derde lid, of de vermindering van de heffingsgrondslag, vermeld in artikel 111bis, niet zijn gevraagd of niet zijn verkregen naar aanleiding van de registratie van het document dat aanleiding heeft gegeven tot de heffing van het evenredig recht, vermeld in artikel 109, kunnen de te veel geheven rechten nog worden teruggegeven op een verzoek dat ingediend moet worden conform de bepalingen van artikel 2172 binnen zes maanden vanaf de datum van de registratie van dat document.
Het verzoek tot teruggave, vermeld in het eerste lid, bevat de vermeldingen en verklaringen die vereist zijn, volgens, naar gelang het geval, artikel 109, vierde lid, en artikel 111bis, derde lid. Het verzoek vermeldt in voorkomend geval ook het rekeningnummer waarop het bedrag van de terug te geven rechten kan worden gestort. ' ».
B.2.2. Die bepalingen, die in werking zijn getreden op 31 december 2014, werden evenwel opgeheven bij artikel 5.0.0.0.1, 5°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, ingevoegd bij artikel 322 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, dat in werking trad op 1 januari 2015, en dat luidt : « Aan artikel 5.0.0.0.1 van hetzelfde decreet worden een punt 4° tot en met punt 9° toegevoegd, die luiden als volgt : ' 4° het Wetboek van Successierechten, zoals van toepassing voor wat betreft het Vlaamse Gewest, voor de belastingen, vermeld in artikel 3, 4°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, het laatst gewijzigd bij de wet van 21 december 2013, met uitzondering van artikel 1, artikel 60bis, § 1 tot en met § 9, § 10, 1° en 3°, § 11, tweede tot en met vijfde lid (als het betrekking heeft op overlijdens van voor 1 januari 2012), artikel 76, artikel 96 tot en met 99 van het federale Wetboek van Successierechten, artikel 101 tot en met 103 van het federale Wetboek van Successierechten, artikel 144, artikel 145, artikel 163 en boek II, IIbis en III; 5° het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten, zoals van toepassing voor wat betreft het Vlaamse Gewest voor de belastingen, vermeld in artikel 3, 6°, 7° en 8°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, het laatst gewijzigd bij het decreet van 28 maart 2014, met uitzondering van artikel 1, artikel 2 (met uitzondering van het derde lid, de woorden " alsook de voorschriften die voor de juiste heffing van de verschuldigde rechten nodig zijn "), artikel 2bis tot en met artikel 8bis, artikel 9, eerste en tweede lid, artikel 10, tweede lid, artikel 11, tweede en derde lid, artikel 13, artikel 19, artikel 211, artikel 212, 1°, artikel 23 tot en met artikel 34, artikel 35, eerste lid (als het geen betrekking heeft op de registratiebelasting), tweede, derde en vijfde lid, artikel 36 tot en met artikel 39, artikel 41, 2° en 3°, artikel 41bis, artikel 43 (als het geen betrekking heeft op schenkbelasting, verkooprecht of verdeelrecht), artikel 75, tweede lid, tweede zin, artikel 77 tot en met artikel 84, artikel 88, artikel 94, artikel 103, artikel 115 tot en met artikel 119, artikel 121 (als het geen betrekking heeft op verkooprecht), artikel 122, artikel 123, artikel 124, artikel 128, artikel 142 tot en met artikel 145, artikel 158, artikel 159, 9° en 14°, artikel 160, artikel 161, 1°bis, 3° (als het geen betrekking heeft op verkooprecht), 4° (als het geen betrekking heeft op verkooprecht), 5°, 10°, 12° en 13°, artikel 162 tot en met artikel 165, artikel 166 (als het geen betrekking heeft op de openbare verkoping van onroerende goederen), artikel 170, tweede lid, artikel 173, 3°, 4°, 5° en 6°, artikel 176 tot en met artikel 180, artikel 184, artikel 184bis (als het geen betrekking heeft op schenkbelasting, verkooprecht of verdeelrecht), artikel 206, tweede lid, artikel 206bis, derde lid, artikel 207bis, tweede lid, artikel 209, eerste lid, 5°, artikel 210, tweede lid, artikel 226 tot en met artikel 236, artikel 237 tot en met artikel 287, artikel 290, artikel 301, artikel 302 tot en met artikel 304;6° artikel 9 van het organiek besluit van 18 maart 1831 van het bestuur van 's lands middelen voor wat betreft de administratieve geldboetes of de belastingverhogingen opgelegd in toepassing van titel 3, hoofdstuk 18;7° artikel 4, 5, de bijlage en de tweede bijlage van het koninklijk besluit van 11 januari 1940 betreffende de uitvoering van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten;8° artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 02/03/2012 pub. 14/03/2012 numac 2012035290 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de artikelen 140quinquies en 140sexies van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten en de artikelen 60/4 en 60/5 van het Wetboek der Successierechten sluiten tot uitvoering van de artikelen 140quinquies en 140sexies van het Wetboek der Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten en de artikelen 60/4 en 60/5 van het Wetboek der Successierechten;9° artikel 11, 12, 13 en 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 1995 tot regeling van de vrijstelling inzake successierechten verbonden aan de maatschappelijke rechten in vennootschappen opgericht in het kader van de realisatie en/of financiering van investeringsprogramma's van serviceflats.' ».
B.3. De bestreden artikelen van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 bepalen : «
Art. 162.Aan titel 2 van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk 10 toegevoegd, dat luidt als volgt : ' Hoofdstuk 10. - Verdeelrecht ' ». «
Art. 170.Aan titel 2 van hetzelfde decreet wordt aan hoofdstuk 10, toegevoegd bij artikel 162, een afdeling 3 toegevoegd, die luidt als volgt : ' Afdeling 3. - Belastbare grondslag ' ». «
Art. 172.In hetzelfde decreet wordt aan dezelfde afdeling een artikel 2.10.3.0.2 toegevoegd, dat luidt als volgt : ' Art. 2.10.3.0.2. Als de verdeling of afstand onderworpen is aan het verdeelrecht van 2,5 %, vermeld in artikel 2.10.4.0.1, wordt de totale belastbare grondslag, vermeld in artikel 2.10.3.0.1, § 2, eerste lid, verminderd met een abattement van 50.000 euro als de verdeling of afstand, vermeld in artikel 2.10.1.0.1, 1° of 2°, gebeurt bij de akte, vermeld in artikel 1287 van het Gerechtelijk Wetboek of ingevolge de wijziging, vermeld in artikel 1293 van het Gerechtelijk Wetboek, of bij de vereffening-verdeling na echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting, overeenkomstig hoofdstuk VI van boek IV van het vierde deel van het Gerechtelijk Wetboek, en ze nog geen verdeling onder elkaar zijn overeengekomen waarbij ze die vermindering van belastbare grondslag of de hierna vermelde verhoging van de vermindering hebben genoten.
De totale belastbare grondslag, vermeld in artikel 2.10.3.0.1, § 2, eerste lid, wordt ook verminderd met een abattement van 50.000 euro als de verdeling of afstand plaatsvindt binnen een termijn van een jaar na de beëindiging van de wettelijke samenwoning overeenkomstig artikel 1476, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, op voorwaarde dat de personen op de dag van de beëindiging van de wettelijke samenwoning ten minste een jaar ononderbroken met elkaar wettelijk samenwoonden en ze nog geen verdeling onder elkaar zijn overeengekomen waarbij ze die vermindering van de belastbare grondslag of de hierna vermelde verhoging van de vermindering hebben genoten.
Als de echtgenoten, gewezen echtgenoten of gewezen wettelijk samenwonenden op de datum van de voormelde verdeling of afstand een of meer al dan niet gemeenschappelijke kinderen of door beiden of een van hen geadopteerde kinderen hebben die recht geven op kinderbijslag, wordt dat abattement verhoogd met 20.000 euro per kind.
De verkrijgers moeten voldoen aan de verplichtingen, vermeld in artikel 3.12.3.0.1, § 1, 1° en 4°, en § 2.
Met de akte, vermeld in artikel 1287 van het Gerechtelijk Wetboek, of met de vereffening-verdeling na echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting overeenkomstig hoofdstuk VI van boek IV van het vierde deel van het Gerechtelijk Wetboek wordt elke soortgelijke regeling gelijkgesteld volgens het recht van een staat van de Europese Economische Ruimte.
Met de beëindiging van de wettelijke samenwoning overeenkomstig artikel 1476, § 2, van het Burgerlijk Wetboek en het begrip wettelijk samenwonenden wordt elke soortgelijke regeling gelijkgesteld volgens het recht van een staat van de Europese Economische Ruimte. ' ». «
Art. 174.Aan titel 2 van hetzelfde decreet wordt aan hoofdstuk 10, toegevoegd bij artikel 162, een afdeling 4 toegevoegd, die luidt als volgt : ' Afdeling 4. - Tarieven ' ». «
Art. 175.In hetzelfde decreet wordt aan afdeling 4, toegevoegd bij artikel 174, een artikel 2.10.4.0.1 toegevoegd, dat luidt als volgt : ' Art. 2.10.4.0.1. Het verdeelrecht bedraagt 2,5 % .
Het recht wordt op 1 t.h. gebracht als de verdeling of de afstand, vermeld in artikel 2.10.1.0.1, 1° of 2°, plaatsvindt in een van de volgende omstandigheden : 1° bij de akte, vermeld in artikel 1287 van het Gerechtelijk Wetboek of ingevolge de wijziging, vermeld in artikel 1293 van het Gerechtelijk Wetboek;2° bij de vereffening-verdeling na echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting, vermeld in het vierde deel, boek IV, hoofdstuk VI, van het Gerechtelijk Wetboek;3° binnen een termijn van een jaar, die volgt op de beëindiging van de wettelijke samenwoning conform artikel 1476, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, op voorwaarde dat de personen op de dag van de beëindiging van de wettelijke samenwoning ten minste een jaar ononderbroken met elkaar wettelijk samenwoonden. Het verlaagde tarief, vermeld in het tweede lid, is ook van toepassing als de verdeling of de afstand wordt gedaan volgens de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte als de verdeling of de afstand plaatsvindt onder omstandigheden en voorwaarden die vergelijkbaar zijn met de omstandigheden en voorwaarden, vermeld in het tweede lid.
In of onderaan op het document dat aanleiding geeft tot heffing van het evenredig recht op de verdeling, moeten de verkrijgers uitdrukkelijk melden dat ze de toepassing van het verlaagde tarief vragen en moeten ze verklaren dat ze voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, of, in voorkomend geval, dat de verdeling of de afstand is gedaan overeenkomstig de wetgeving van een nader aan te wijzen lidstaat van de Europese Economische Ruimte onder omstandigheden en voorwaarden die vergelijkbaar zijn met de omstandigheden en de voorwaarden, vermeld in het tweede lid. ' ».
Ten aanzien van het belang van de verzoekende partij B.4.1. Aangezien de vordering tot schorsing ondergeschikt is aan het beroep tot vernietiging, dient de ontvankelijkheid van dat laatste, en met name wat het bestaan van het vereiste belang betreft, reeds bij het onderzoek van de vordering tot schorsing te worden betrokken.
B.4.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden bepalingen rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt.
B.5.1. De verzoekende partij voert aan dat zij eerstdaags een overeenkomst zal sluiten voor de verdeling van een onroerend goed ingevolge de beëindiging van een feitelijke samenwoning waarbij met toepassing van de bestreden bepalingen een verdeelrecht van 2,5 pct. zou worden gevestigd.
B.5.2. Zoals is vermeld in B.2 en zoals ook is opgeworpen door de Vlaamse Regering, werden de bestreden artikelen 73 en 74 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015, bij artikel 5.0.0.0.1, 5°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, ingevoegd bij artikel 322 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, opgeheven met ingang van 1 januari 2015. Aangezien de bestreden bepalingen enkel uitwerking hadden op 31 december 2014 en zij niet op de verzoekende partij van toepassing zijn geweest en aangezien de vernietiging van de opheffingsbepaling niet wordt gevraagd, heeft de verzoekende partij geen belang bij de vernietiging van de artikelen 73 en 74 van het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten. B.5.3. Uit het beperkte onderzoek van de ontvankelijkheid van het beroep tot vernietiging waartoe het Hof in het kader van de vordering tot schorsing is kunnen overgaan, blijkt dat het beroep tot vernietiging en dus de vordering tot schorsing wel ontvankelijk moeten worden geacht in zoverre ze betrekking hebben op de bestreden artikelen van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, nu op grond van die bepalingen een verdeelrecht kan worden geheven bij de verdeling van een onroerend goed.
Ten aanzien van de voorwaarden van de schorsing B.6. Naar luid van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof dient aan twee grondvoorwaarden te zijn voldaan opdat tot schorsing kan worden besloten : - de middelen die worden aangevoerd moeten ernstig zijn; - de onmiddellijke uitvoering van de bestreden maatregel moet een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen.
Daar de twee voorwaarden cumulatief zijn, leidt de vaststelling dat een van die voorwaarden niet is vervuld tot de verwerping van de vordering tot schorsing.
Wat het risico van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel betreft B.7.1. De schorsing van een wetsbepaling door het Hof moet het mogelijk maken te vermijden dat, voor de verzoekende partij, een ernstig nadeel dreigt voort te vloeien uit de onmiddellijke toepassing van de bestreden normen, nadeel dat niet of moeilijk zou kunnen worden hersteld in geval van een vernietiging van die normen.
B.7.2. Uit artikel 22 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten blijkt dat, om te voldoen aan de tweede voorwaarde van artikel 20, 1°, van die wet, de persoon die een vordering tot schorsing instelt, in zijn verzoekschrift concrete en precieze feiten moet uiteenzetten waaruit voldoende blijkt dat de onmiddellijke toepassing van de bepalingen waarvan hij de vernietiging vordert, hem een moeilijk te herstellen ernstig nadeel kan berokkenen.
Die persoon moet met name het bestaan van het risico van een nadeel, de ernst ervan en het verband tussen dat risico en de toepassing van de bestreden bepalingen aantonen.
B.8.1. De verzoekende partij voert aan dat zij eerstdaags een overeenkomst zal sluiten voor de verdeling van een onroerend goed ingevolge de beëindiging van een feitelijke samenwoning en hierbij een verdeelrecht van 2,5 pct. zal worden gevestigd. Aangezien feitelijk samenwonenden niet het verlaagd tarief van 1 pct. kunnen genieten, dat wel geldt bij echtscheiding of beëindiging van een wettelijke samenwoning, voert de verzoekende partij aan dat zij een ernstig financieel nadeel lijdt.
Dit nadeel is volgens de verzoekende partij bovendien moeilijk te herstellen aangezien op grond van artikel 212quinquies van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten (Vlaams Gewest), zoals vervangen bij artikel 74 van het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015, een verzoek tot teruggave van de te veel geheven rechten binnen zes maanden moet worden ingediend, te rekenen vanaf de datum van de registratie van het document dat aanleiding geeft tot de heffing van het verdeelrecht.
Wanneer de bestreden bepalingen niet zouden worden geschorst, zou die termijn verstreken zijn wanneer het Hof uitspraak zal doen over het beroep tot vernietiging.
B.8.2. Zoals hierboven werd uiteengezet, werd artikel 212quinquies van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten (Vlaams Gewest) opgeheven bij artikel 5.0.0.0.1, 5°, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, ingevoegd bij artikel 322 van het Vlaamse decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 type decreet prom. 19/12/2014 pub. 30/12/2014 numac 2014036946 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 sluiten tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, dat in werking trad op 1 januari 2015. Die procedure wordt nu geregeld door de Vlaamse Codex Fiscaliteit. Het verdeelrecht wordt geheven overeenkomstig de artikelen 3.3.2.0.1, 9°, en 3.3.3.0.1, § 4/2, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit. Op basis van artikel 3.5.2.0.1, in samenhang gelezen met artikel 3.3.3.0.1, § 4/2 en § 5, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, moeten bezwaarschriften worden ingediend binnen een termijn van drie maanden na de derde werkdag die volgt op de verzendingsdatum, vermeld op het aanslagbiljet.
B.8.3. In tegenstelling tot wat de verzoekende partij aanvoert, is het financieel nadeel dat zij kan lijden niet moeilijk te herstellen bij een eventuele vernietiging van de bestreden bepalingen.
B.8.4. De heffing van het verdeelrecht zal in dat geval immers geen wettelijke grondslag meer hebben, zodat overeenkomstig artikel 18 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten, een nieuwe termijn zal worden geopend om de administratieve handelingen aan te vechten die gegrond zouden zijn op de door het Hof vernietigde bepalingen.
B.8.5. Het aangevoerde financiële nadeel is bijgevolg herstelbaar, indien het Hof tot de vernietiging van de bestreden bepalingen zou beslissen.
B.9. Aangezien niet is voldaan aan een van de voorwaarden die zijn vereist bij artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof om tot schorsing te kunnen overgaan, dient de vordering tot schorsing te worden verworpen.
Om die redenen, het Hof verwerpt de vordering tot schorsing.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 28 mei 2015.
De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, A. Alen