gepubliceerd op 14 mei 2013
Uittreksel uit arrest nr. 53/2013 van 18 april 2013 Rolnummer 5388 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 1 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 6 oktober 2011 betreffende de cursusdragers, ingesteld door de vzw « Fédérati Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 53/2013 van 18 april 2013 Rolnummer 5388 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 1 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 6 oktober 2011 betreffende de cursusdragers, ingesteld door de vzw « Fédération des Etudiant(e)s francophones » en anderen.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 april 2012 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 23 april 2012, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 1 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 6 oktober 2011 betreffende de cursusdragers (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 24 oktober 2011) door de vzw « Fédération des Etudiant(e)s francophones », met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Zavelput 20, Jean-Loup Chalono, wonende te 4682 Houtain-Saint-Siméon, rue de l'Etat 102, en Cristina Livas, wonende te 1070 Brussel, Resedastraat 77. (...) III. In rechte (...) B.1. Artikel 23 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 31 maart 2004 « betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten », zoals gewijzigd bij artikel 64 van het decreet van 2 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/2006 pub. 04/09/2006 numac 2006029095 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende verschillende maatregelen inzake kunsthoger onderwijs sluiten « houdende verschillende maatregelen inzake kunsthoger onderwijs » en bij artikel 18 van het decreet van 19 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029468 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende diensten in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029472 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs sluiten « betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs » bepaalde : « Elk onderricht binnen een studieprogramma omvat een of meerdere studieactiviteiten. Het heeft de volgende kenmerken : 1° identificatie, bijzondere benaming, discipline;2° beschrijving van de doelstellingen, inhoud en middelen, referenties en eventuele ondersteuning;3° cyclus en studiejaar waarop het betrekking heeft, evenals het niveau, wanneer voorkennis vereist is;4° verplicht of facultatief karakter binnen het programma of de opties;5° de gegevens van de dienst van de docent verantwoordelijk voor de organisatie, en voor zijn evaluatie;6° de organisatie, met name het aantal uren, de site en de periode van het academiejaar;7° de beschrijving van de bijzondere activiteiten, de toegepaste onderwijsmethoden en studiemethoden;8° de evaluatiewijze en relatieve weging van de verschillende activiteiten;9° de taal van het onderwijs en van de evaluatie;10° de toewijzing van de bijhorende studiepunten. De studiepunten toegekend aan een onderricht binnen een studieprogramma worden uitgedrukt in volledige cijfers, uitzonderlijk in halve punten. Een onderricht mag nooit leiden tot minder dan 2 punten of meer dan 30 studiepunten.
Binnen een studieprogramma kan de evaluatie van een materie afgewogen worden met het oog op deliberatie door de jury. Deze afweging is eveneens aangeduid.
Iedere universitaire instelling, hogeschool en hogere kunstschool ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap is ertoe gehouden de regelmatig ingeschreven studenten op haar intranetsite het geheel van de dragers van de voor de student verplichte cursussen ter beschikking te stellen, onverminderd de inachtneming van de bepalingen betreffende het auteursrecht. Deze terbeschikkingstelling wordt effectief ten laatste één maand na het begin van de betrokken cursus of ten laatste zes weken vóór de examens voor de nieuwe cursussen.
Indien een bursaal erom vraagt worden de Universiteiten, de hogescholen en de hogere kunstscholen ertoe gehouden, gratis, de dragers te printen van de verplichte cursussen bedoeld bij het vorige lid.
In de hogere kunstscholen en in de hogescholen, wanneer de Instelling verder per print de nota's, cursusdragers en andere pedagogische documenten bedoeld bij het vorige lid ter beschikking stelt, worden de kosten voor deze druk ter advies aan de overlegcommissie voorgelegd inzake schatting van de kosten in vergelijking met de werkelijke prijs betreffende de goederen en de diensten verleend aan de studenten ».
Artikel 19 van het decreet van 19 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029468 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende diensten in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029472 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs sluiten preciseert dat artikel 18 ervan, dat de laatste drie leden van artikel 23 van het voormelde decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten heeft ingevoegd, « uitwerking heeft vanaf het academiejaar 2010-2011 voor het eerste studiejaar dat leidt tot de graad van bachelor en vanaf het academiejaar 2011-2012 voor de andere studiejaren ».
B.2. Artikel 1 van het decreet van 6 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/10/2011 pub. 24/10/2011 numac 2011029538 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de cursusdragers sluiten « betreffende de cursusdragers » vervangt de laatste drie leden van artikel 23 van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten door de volgende bepalingen, die het huidige vierde tot twaalfde lid van dat artikel vormen : « Iedere universitaire instelling, hogeschool en hogere kunstschool ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap wordt ertoe gehouden de regelmatig ingeschreven studenten op haar intranetsite de cursusdragers ter beschikking te stellen die worden bepaald door het orgaan bedoeld in artikel 9 van het decreet van 12 juni 2003 tot bepaling en organisatie van de deelneming van de studenten op het niveau van de universitaire instellingen en tot instelling van de deelneming van de studenten op gemeenschapsniveau, voor de universitaire instellingen, door de pegagogische raad, voor de hogescholen, en door de pedagogische beheersraad, voor de hogere kunstscholen.
Die terbeschikkkingstelling van de cursusdragers bedoeld in het vorige lid wordt effectief ten laatste één maand na het begin van de leeractiviteit.
De in het vierde lid bedoelde cursusdragers kunnen worden gewijzigd volgens de evolutie van de cursus. De eventuele wijzigingen moeten echter online worden gezet ten laatste zes weken vóór het einde van de leertijd.
De instellingen voor hoger onderwijs worden ertoe gehouden de in het vierde lid bedoelde dragers voor de cursussen die de examenstof uitmaken, bekend te maken.
De student die een studietoelage ontvangt en die erom vraagt, geniet, ten laste van de sociale begrotingen van de universitaire instelling, de hogeschool of de hogere kunstschool, het kosteloze printen op papier van de cursusdragers betreffende de cursus waarvoor hij ingeschreven is en die bedoeld zijn in de in het vierde lid bepaalde lijst.
In de hogere kunstscholen en in de hogescholen die, overigens, via het printen, de cursusdragers ter beschikking stellen, worden de kosten voor dat printen aan het advies onderworpen van de overlegcommissie die belast wordt met het uitbrengen van een advies over de kosten die worden geschat in vergelijking met de werkelijke prijs betreffende de goederen en de diensten verleend aan de studenten.
Het online-zetten van de cursusdragers zal op het einde van het academiejaar 2012-2013 worden geëvalueerd door de commissarissen en afgevaardigden van de Regering bij de universitaire instellingen, commissarissen van de Regering bij de hogescholen en afgevaardigden van de Regering bij de hogere kunstscholen.
Het vierde tot zevende lid is toepasselijk voor de studiejaren van de eerste cyclus vanaf het academiejaar 2011-2012 en is toepasselijk op de studiejaren van de tweede cyclus vanaf het academiejaar 2013-2014.
In afwijking van het vijfde lid, voor het academiejaar 2011-2012, wordt de terbeschikkingstelling van de cursusdragers bedoeld in het vierde lid effectief ten laatste één maand na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het decreet van 6 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/10/2011 pub. 24/10/2011 numac 2011029538 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de cursusdragers sluiten betreffende de cursusdragers ».
Ten aanzien van het eerste middel Wat het eerste « onderdeel » betreft B.3. Uit de uiteenzetting van het eerste « onderdeel » van het eerste middel blijkt dat het Hof wordt verzocht na te gaan of artikel 23, vierde lid, van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten, zoals vervangen bij artikel 1 van het decreet van 6 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/10/2011 pub. 24/10/2011 numac 2011029538 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de cursusdragers sluiten, bestaanbaar is met artikel 24, § 3, eerste lid, eerste zin, van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2, lid 1, en 13, lid 2, c), van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, in zoverre de bestreden bepaling de draagwijdte van de daarin vervatte verplichting beperkt tot de « cursusdragers » die worden « bepaald » door, naar gelang van het geval, het binnen elke universitaire instelling opgerichte orgaan bedoeld in artikel 9 van het decreet van 12 juni 2003 « tot bepaling en organisatie van de deelneming van de studenten aan het leven van de universitaire instellingen en tot instelling van de deelneming van de studenten aan het leven van de gemeenschap », door de pedagogische raad van de hogeschool, of door de pedagogische beheersraad van de hogere kunstschool.
Door voor alle regelmatig aan een instelling voor hoger onderwijs ingeschreven studenten de omvang te beperken van het recht om op kosteloze wijze te beschikken over een elektronische versie van de « verplichte cursusdragers » via het intranet van de instelling en, voor die studenten die een studietoelage genieten, de omvang te beperken van het recht om op kosteloze wijze een afgedrukte versie van die « cursusdragers » te verkrijgen, zou de bestreden bepaling een niet te verantwoorden achteruitgang inhouden voor de geleidelijke invoering van de kosteloosheid van de toegang tot het hoger onderwijs.
B.4.1. Artikel 24, § 3, eerste lid, eerste zin, van de Grondwet bepaalt : « Ieder heeft recht op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden ».
B.4.2. Artikel 2, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten bepaalt : « Iedere Staat die partij is bij dit Verdrag verbindt zich maatregelen te nemen, zowel zelfstandig als binnen het kader van de internationale hulp en samenwerking, met name op economisch en technisch gebied, en met volledige gebruikmaking van de hem ter beschikking staande hulpbronnen, ten einde met alle passende middelen, inzonderheid de invoering van wettelijke maatregelen, tot een algehele verwezenlijking van de in dit Verdrag erkende rechten te komen ».
Artikel 13, lid 2, c), van hetzelfde Verdrag bepaalt, omtrent het recht van eenieder op onderwijs : « 2. De Verdragspartijen erkennen dat, ten einde tot een volledige verwezenlijking van dit recht te komen : [...] c) Het hoger onderwijs door middel van alle passende maatregelen en in het bijzonder door de geleidelijke invoering van kosteloos onderwijs voor een ieder op basis van bekwaamheid gelijkelijk toegankelijk dient te worden gemaakt ». Uit die bepalingen vloeit voort dat de gelijke toegang tot het hoger onderwijs geleidelijk moet worden ingevoerd, rekening houdend met de economische mogelijkheden en de specifieke toestand van de overheidsfinanciën van elke Verdragsluitende Staat.
Artikel 13, lid 2, c), van het Verdrag doet dus geen recht ontstaan op de kosteloze toegang tot het hoger onderwijs. Het verzet zich evenwel ertegen dat het Koninkrijk België, na de inwerkingtreding van het Verdrag te zijnen aanzien - op 21 juli 1983 -, maatregelen neemt die zouden ingaan tegen het doel van de volkomen gelijke toegang tot het hoger onderwijs dat met name door de geleidelijke invoering van de kosteloosheid moet worden bereikt.
B.5. Op 21 juli 1983 bestond voor de voormelde instellingen voor hoger onderwijs geen verplichting om « cursusdragers » via hun intranet ter beschikking te stellen van de regelmatig ingeschreven studenten, noch de verplichting voor die instellingen om een afgedrukte versie van die « dragers » te bezorgen aan die studenten die een studietoelage genieten en daarom verzochten.
Dergelijke verplichtingen bestaan, ten behoeve van sommige studenten, pas sinds het academiejaar 2010-2011, wanneer artikel 18 van het decreet van 19 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029468 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende diensten in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029472 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs sluiten, dat het vierde lid van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten verving, in werking is getreden (artikel 19 van het decreet van 19 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029468 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende diensten in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029472 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs sluiten).
Zonder dat het nodig is na te gaan of de bestreden bepaling betrekking heeft op de toegang tot het hoger onderwijs, tast zij het doel van de geleidelijke invoering van de kosteloosheid niet aan, zodat die niet onbestaanbaar is met artikel 24, § 3, eerste lid, eerste zin, van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2, lid 1, en 13, lid 2, c), van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten.
B.6. Het eerste « onderdeel » van het eerste middel is niet gegrond.
Wat het tweede « onderdeel » betreft B.7. Uit de uiteenzetting van het tweede « onderdeel » van het eerste middel blijkt dat het Hof wordt verzocht na te gaan of artikel 23, elfde lid, van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten, zoals ingevoegd bij artikel 1 van 6 oktober 2011, bestaanbaar is met artikel 24, § 3, eerste lid, eerste zin, van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2, lid 1, en 13, lid 2, c), van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, in zoverre de bestreden bepaling de inwerkingtreding met twee jaar zou uitstellen van de verplichting, ten aanzien van de instellingen voor hoger onderwijs, om de elektronische versie van de « dragers van verplichte cursussen [lees : verplichte cursusdragers] » ter beschikking te stellen van de regelmatig ingeschreven studenten, teneinde de cursussen te volgen van de studiejaren van de tweede cyclus, alsook de inwerkingtreding van het recht van die studenten die een studietoelage genieten om op kosteloze wijze een afgedrukte versie van die « cursusdragers » te verkrijgen.
De bestreden bepaling zou een niet te verantwoorden achteruitgang vormen voor de geleidelijke invoering van de kosteloosheid van de toegang tot het hoger onderwijs.
B.8. Zoals eraan wordt herinnerd in B.4.2, verbiedt artikel 13, lid 2, c), van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten het Koninkrijk België om, na 21 juli 1983, maatregelen te nemen die ingaan tegen het doel van de geleidelijke invoering van de kosteloosheid van de toegang tot het hoger onderwijs.
B.9. De bestreden bepaling definieert het temporele toepassingsgebied van de regels vervat in het nieuwe vierde tot zevende lid van artikel 23 van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten.
Het vierde lid verplicht de instellingen voor hoger onderwijs ertoe « cursusdragers » via hun intranet ter beschikking te stellen van de regelmatig ingeschreven studenten en preciseert de draagwijdte van die verplichting.
Het vijfde, het zesde en het zevende lid van artikel 23 van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten bevatten enkele aanvullende voorwaarden met betrekking tot die verplichting.
B.10. Op 21 juli 1983 bestond voor de voormelde instellingen voor hoger onderwijs geen verplichting om « cursusdragers » via hun intranet ter beschikking te stellen van de regelmatig ingeschreven studenten, noch de verplichting voor die instellingen om een afgedrukte versie van die « cursusdragers » te bezorgen aan die studenten die een studietoelage genieten en daarom verzochten.
Dergelijke verplichtingen bestaan, ten behoeve van de studenten die zijn ingeschreven om de studiejaren van een tweede cyclus te volgen, pas sinds 15 september 2011, de eerste dag van het academiejaar 2011-2012 (artikel 24, § 1, eerste lid, van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten), wanneer, voor die studenten, artikel 18 van het decreet van 19 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029468 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende diensten in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029472 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs sluiten, dat het vierde lid van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten verving, in werking is getreden (artikel 19 van het decreet van 19 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029468 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende diensten in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 19/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010029472 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de kosteloosheid en de democratisering van het hoger onderwijs sluiten).
Zonder dat het nodig is na te gaan of de bestreden bepaling betrekking heeft op de toegang tot het hoger onderwijs, kan zij dus niet worden beschouwd als een maatregel die het doel van de geleidelijke invoering van de kosteloosheid aantast, zodat die bepaling niet onbestaanbaar is met artikel 24, § 3, eerste lid, eerste zin, van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2, lid 1, en 13, lid 2, c), van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten.
B.11. Het tweede « onderdeel » van het eerste middel is niet gegrond.
Ten aanzien van het tweede middel B.12. Uit de uiteenzetting van het tweede middel blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 23, elfde lid, van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten, zoals ingevoegd bij artikel 1 van het decreet van 6 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/10/2011 pub. 24/10/2011 numac 2011029538 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de cursusdragers sluiten, met de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet, in zoverre de bestreden bepaling een verschil in behandeling invoert tussen twee categorieën van studenten die regelmatig zijn ingeschreven in een universitaire instelling, in een hogeschool of in een hogere kunstschool : enerzijds diegenen die een studiejaar van een eerste cyclus volgen en anderzijds diegenen die een studiejaar van een tweede cyclus volgen.
Terwijl de eerstgenoemden de terbeschikkingstelling genieten van de cursusdragers via het intranet van de instelling voor hoger onderwijs of, wanneer zij een studietoelage ontvangen, van een afgedrukte en kosteloze versie van die cursusdragers sinds het academiejaar 2011-2012, zullen de laatstgenoemden die maatregelen pas vanaf het academiejaar 2013-2014 kunnen genieten.
B.13. De bestreden bepaling heeft tot doel de uitvoering in de tijd te spreiden van de maatregelen bepaald in het vierde tot achtste lid van artikel 23 van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten sluiten (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, 2011-2012, nr. 254/1, p. 3).
Het nagestreefde doel bestaat erin « de uitvoering te optimaliseren » van die maatregelen die strekken tot een « grotere democratisering van het hoger onderwijs met handhaving van de uitstekende kwaliteit van de studies binnen de Federatie Wallonië-Brussel » (ibid.). Zowel de autoriteiten van de universitaire instellingen, van de hogescholen en van de hogere kunstscholen, als de commissarissen of afgevaardigden van de Franse Gemeenschapsregering bij die instellingen voor hoger onderwijs hebben vastgesteld dat « de algemene uitvoering van de maatregel vanaf het academiejaar 2011-2012 dreigde te gebeuren ten koste van de instellingen voor hoger onderwijs, maar vooral ten koste van de studenten » (ibid.).
Rekening houdend met de beschikbare middelen, is de keuze van de decreetgever om de voormelde maatregelen in de eerste plaats voor te behouden aan de studenten van de eerste cyclus niet zonder redelijke verantwoording in het licht van het nagestreefde doel, namelijk de toegang tot het hoger onderwijs te bevorderen.
Het in B.12 omschreven verschil in behandeling berust dus op een redelijke verantwoording.
B.14. Het tweede middel is niet gegrond.
Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep.
Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 18 april 2013.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, R. Henneuse