Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 06 oktober 2006

Uittreksel uit arrest nr. 132/2006 van 28 juli 2006 Rolnummer 3981 In zake : de vordering tot schorsing van artikel 49 van het decreet van het Waalse Gewest van 8 december 2005 houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van d Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslag(...)

bron
arbitragehof
numac
2006203144
pub.
06/10/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Uittreksel uit arrest nr. 132/2006 van 28 juli 2006 Rolnummer 3981 In zake : de vordering tot schorsing van artikel 49 van het decreet van het Waalse Gewest van 8 december 2005 houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, ingesteld door M. Levaux.

Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers J. Spreutels en A. Alen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 mei 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 mei 2006, heeft M. Levaux, wonende te 4000 Luik, avenue de l'Observatoire 90, een vordering tot schorsing ingesteld van artikel 49 van het decreet van het Waalse Gewest van 8 december 2005 houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 2 januari 2006).

Bij hetzelfde verzoekschrift vordert de verzoekende partij eveneens de vernietiging van dezelfde decretale bepaling.

Op 16 mei 2006 hebben de rechters-verslaggevers J. Spreutels en A. Alen, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij vastgesteld wordt dat de vordering tot schorsing klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. (...) II. In rechte (...) B.1. Uit de uiteenzetting van het verzoekschrift blijkt dat de verzoekende partij de schorsing en vernietiging vordert van artikel 42 van het decreet van 8 december 2005 « houdende wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie », in zoverre het een 4° en een 5° invoegt in artikel L4125-1, tweede lid, van dat Wetboek.

Artikel L4125-1, tweede lid, 4° en 5°, van dat Wetboek, zoals gewijzigd bij de bestreden bepaling, luidde : « Niet verkiesbaar zijn : [...] 4° zij die veroordeeld zijn wegens de misdrijven bedoeld in de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie [ingegeven daden] of [op] grond van de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd;deze onverkiesbaarheid eindigt twaalf [lees : achttien] jaar na de veroordeling; 5° zij die, onverminderd de toepassing van de bepalingen vermeld in 1° en 2°, bestuurder waren van een vereniging op het moment van de feiten ten gevolge waarvan ze veroordeeld is wegens één van de in de wet van 30 juli 1981 of de wet van 23 maart 1995 omschreven misdrijven;deze onverkiesbaarheid eindigt achttien jaar na de veroordeling;

Het vorige lid is niet toepasselijk op de bestuurders die bewijzen dat ze de feiten ter rechtvaardiging van de veroordeling niet kenden of bewijzen dat, toen ze daarvan kennis hebben genomen, ze zodra [lees : onmiddellijk] zijn afgetreden uit hun functies binnen bovengenoemde rechtspersoon; ».

B.2. Uit artikel 21, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, zoals ingevoegd bij artikel 6 van de bijzondere wet van 9 maart 2003 « tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof », blijkt dat een vordering tot schorsing van een bestreden decreet slechts ontvankelijk is wanneer zij binnen een termijn van drie maanden na de bekendmaking ervan is ingesteld.

De bestreden bepaling is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 2 januari 2006, zodat de termijn om een vordering tot schorsing in te stellen, op 3 april 2006 is verstreken.

De op 8 mei 2006 ingestelde vordering tot schorsing is bijgevolg klaarblijkelijk niet ontvankelijk.

Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt de vordering tot schorsing.

Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 juli 2006.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De voorzitter, M. Melchior.

^