gepubliceerd op 13 maart 2009
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 22009 van 26 januari 2009 in zake Fatima Momomd tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 januari 2009 « Schendt artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 [betreffende de toegang tot het grondgebied(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 22009 van 26 januari 2009 in zake Fatima Momomd tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 januari 2009, heeft de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 [betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen] artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dat een absolute bescherming waarborgt tegen onmenselijke en vernederende behandelingen, doordat het van de aanvragers van subsidiaire bescherming die hun gezondheidstoestand aanvoeren vereist dat zij het bewijs van hun identiteit leveren, terwijl die vereiste niet wordt opgelegd aan de andere aanvragers van subsidiaire bescherming op grond van artikel 48/4 van de wet van 15 december 1980, teneinde internationale bescherming te verkrijgen ? ».
Die zaak is ingeschreven onder nummer 4630 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux.