gepubliceerd op 22 februari 2002
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 101.222 van 28 november 2001 in zake A. Lamette tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is « 1. Schendt artikel 1, 1°, van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psychol(...)
ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 101.222 van 28 november 2001 in zake A. Lamette tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 28 december 2001, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 1, 1°, van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het, in littera a), die titel voorbehoudt aan personen die houder zijn van een door een Belgische universiteit uitgereikt diploma van licentiaat of doctor in de psychologie of van een daarmee door de bevoegde instantie gelijkwaardig verklaard buitenlands diploma, doordat het, in littera b), diezelfde titel voorbehoudt aan personen die houder zijn van één van de vermelde diploma's of van een door de bevoegde instantie gelijkwaardig verklaard buitenlands diploma, en doordat het, in littera g), dezelfde titel voorbehoudt aan personen die houder zijn van een diploma voorgeschreven door een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, terwijl het ertoe verplicht diezelfde titel te weigeren aan een persoon die zijn diploma in de psychologie niet heeft behaald aan een faculteit of een instituut voor psychologie en pedagogie maar aan een andere faculteit of een ander instituut van een Belgische universiteit ? 2. Schendt artikel 12 van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover het het voordeel van zijn overgangsbepalingen voorbehoudt aan de gediplomeerden van een faculteit of een instituut voor psychologie en pedagogie van een Belgische universiteit en het dat voordeel weigert aan de gediplomeerden in de psychologie of de gediplomeerden die een opleiding in de psychologie hebben gevolgd aan een andere faculteit of een ander instituut van een Belgische universiteit ? 3.Subsidiair, schendt artikel 12 van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover het het voordeel van zijn overgangsbepalingen voorbehoudt aan de gediplomeerden van een faculteit of instituut voor psychologie en pedagogie van een Belgische universiteit en het dat voordeel weigert aan de gediplomeerden in de psychologie of de gediplomeerden die een opleiding in de psychologie hebben gevolgd aan een andere faculteit of een ander instituut van een Belgische universiteit zonder hen in staat te stellen hun beroepservaring te doen gelden, terwijl artikel 14 van dezelfde wet de personen die houder zijn van een diploma in de psychologie behaald in het hoger onderwijs buiten de universiteit dat door de Staat of door de Gemeenschap georganiseerd, erkend of gesubsidieerd wordt, de mogelijkheid biedt die beroepservaring te doen gelden om de titel van psycholoog te verkrijgen ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2309 van de rol van het Hof.
De griffier, P.-Y. Dutilleux