Etaamb.openjustice.be
Arrest van 26 november 2015
gepubliceerd op 30 december 2015

Besluit betreffende de coördinatie van de gewestelijke statistiek en de werking van het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2015031899
pub.
30/12/2015
prom.
26/11/2015
ELI
eli/besluit/2015/11/26/2015031899/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 NOVEMBER 2015. - Besluit betreffende de coördinatie van de gewestelijke statistiek en de werking van het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (Voor de EER en Zwitserland relevante tekst) ;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 8, eerste lid, en artikel 40, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 ;

Gelet op de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de gewestelijke statistiek, artikel 11 ;

Gelet op de wet van 4 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/07/1962 pub. 01/02/2007 numac 2006001011 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de openbare statistiek sluiten betreffende de openbare statistiek, gewijzigd bij de wetten van 1 augustus 1985 en 22 maart 2006;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;

Gelet op de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de gewestelijke statistiek;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2014Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 15/07/2014 pub. 20/10/2014 numac 2014205762 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de nadere regels voor de werking van het Interfederaal Instituut voor de statistiek, van de raad van bestuur en de Wetenschappelijke Comités van het Instituut voor de nationale rekeningen sluiten tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de nadere regels voor de werking van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek, van de raad van bestuur en de Wetenschappelijke Comités van het Instituut voor de Nationale Rekeningen;

Gelet op het advies 58/150 van de Raad van State, gegeven op 6 oktober 2015 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de gender test uitgevoerd op 18 augustus 2015 in toepassing van artikel 3, 2°, van de ordonnantie van 29 maart 2012 `houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest' ;

Op voordracht van de Minister-President bevoegd voor openbare statistiek;

Na beraadslaging, Besluit : Hoofdstuk I. - Definities

Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder: - "ACTIRIS" : de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, gereglementeerd door de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling; - "BIM" : Het Brussels Instituut voor Milieubeheer, opgericht bij Koninklijk Besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, bevestigd door artikel 41 van de wet van 16 juni 1989 houdende diverse institutionele hervormingen; - "CIBG" : het Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest, opgericht door artikel 27 van de wet van 21 augustus 1987 tot wijziging van de wet houdende organisatie van de agglomeraties en federaties van gemeenten en houdende bepalingen betreffende het Brusselse Gewest; - "INNOVIRIS": het Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, opgericht bij ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van het Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel; - "Haven van Brussel" : de Gewestelijke Maatschappij van de Haven Van Brussel, opgericht bij ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven, en de aanhorigheden ervan in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest; - "DBDMH" : de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, opgericht bij ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp; - "Bruxelles-Formation" : het Franstalige Brusselse Instituut voor Beroepsopleiding, opgericht bij het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 houdende oprichting van het Franstalig Brussels Instituut voor de Beroepsopleiding; - "Observatorium voor Gezondheid en Welzijn" : de studiedienst van de diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie; - "ETNIC" : Het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën, opgericht bij het decreet van de Franse Gemeenschap van 27 maart 2002 houdende de oprichting van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap; - "VDAB" : Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, opgericht bij het decreet van het Vlaams Parlement van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding"; - "de Minister" : de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die het Instituut onder zijn bevoegdheid heeft. - "het Instituut" : het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse. § 2. Zijn van toepassing op dit besluit de definities die zijn vermeld in artikel 2 van de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de gewestelijke statistiek.

Hoofdstuk II. - Over het Gewestelijk Technisch Comité voor Statistiek en Analyse

Art. 2.Het Gewestelijk Technisch Comité voor Statistiek en Analyse, dat binnen het Instituut is opgericht, is samengesteld uit de volgende leden: 1° twaalf leden die afkomstig zijn van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: a) drie vertegenwoordigers van het Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, respectievelijk afkomstig van de Directie Studie en Planning, van de Directie Stadsrenovatie en van de Administratieve en Financiële Directie;b) twee vertegenwoordigers van het Bestuur van de Plaatselijke Overheden, respectievelijk afkomstig van de Directie Financiën en van de Directie Gesubsidieerde Werken;c) een vertegenwoordiger van het Bestuur Financiën en Budget;d) een vertegenwoordiger van het Bestuur Brussel Mobiliteit;e) een vertegenwoordiger van het Bestuur Economie en Werkgelegenheid;f) een vertegenwoordiger van de Juridische Directie;g) een vertegenwoordiger van het Secretariaat-generaal;h) een vertegenwoordiger van het Brussels Observatorium voor Preventie en Veiligheid";i) een vertegenwoordiger van Brussel Fiscaliteit 2° de directeur van het Instituut;3° een vertegenwoordiger van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, opgericht binnen ACTIRIS;4° een vertegenwoordiger van het Agentschap voor Ruimtelijke Ontwikkeling;5° een vertegenwoordiger van het BIM;6° een vertegenwoordiger van het CIBG;7° een vertegenwoordiger van INNOVIRIS;8° een vertegenwoordiger van de haven van Brussel;9° een vertegenwoordiger van de DBDMH;10° een vertegenwoordiger van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel;11° een vertegenwoordiger van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;12° een vertegenwoordiger van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij;13° een vertegenwoordiger van de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer van Brussel;14° een vertegenwoordiger van de Vereniging voor Steden en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.15° een vertegenwoordiger van het gewestelijk agentschap voor netheid 16° Een vertegenwoordiger van VisitBrussels, een vertegenwoordiger van Bruxelles Formation, een vertegenwoordiger van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn, een vertegenwoordiger van ETNIC, een vertegenwoordiger van de VDAB en een vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden uitgenodigd op het Gewestelijk Technisch Comité voor Statistiek en Analyse, maar zijn niet stemgerechtigd.17° Elk Bestuur bedoeld in het eerste lid, 1°, beschikt over een stemgerechtigde stem, net als de Juridische Directie en het Secretariaat-generaal.Elke entiteit bedoeld in het eerste lid, 2° tot 15° is stemgerechtigd. Het Comité kan de Minister de aanstelling voorstellen van nieuwe leden die worden uitgenodigd op zijn werkzaamheden, zonder stemgerechtigd te zijn.

Art. 3.De leden bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, worden aangesteld door de minister die respectievelijk bevoegd is voor de leiding van de respectieve Administratie of Dienst .

De leden bedoeld in artikel 2, eerste lid, 3° tot 16° en tweede lid worden aangesteld door de minister die deze entiteit onder zijn bevoegdheid heeft of door het bevoegde orgaan binnen deze entiteit.

Art. 4.Het voorzitterschap van het Gewestelijk Technisch Comité voor de Statistiek wordt verzekerd door de directeur van het Instituut.

Art. 5.Het Comité keurt zijn adviezen en beslissingen goed via consensus.

Bij gebrek aan consensus vastgesteld door de Voorzitter van het Comité, worden de adviezen en beslissingen van het Comité voorgelegd aan een stemming met stemmenmeerderheid. In geval van staking van stemmen is de stem van de Voorzitter doorslaggevend.

Het Comité kan enkel beraadslagen indien de meerderheid van zijn stemgerechtigde leden aanwezig is. Indien dit quorum niet wordt gehaald, wordt het te bespreken punt verschoven naar de volgende zitting. Het Comité beraadslaagt en beslist dan rechtsgeldig over dat punt, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 6.Het Gewestelijk Technisch Comité voor de Statistiek kan elke persoon uitnodigen die het nuttig acht te horen.

Art. 7.Het Gewestelijk Technisch Comité voor de Statistiek stelt zijn huishoudelijk reglement op.

Art. 8.De mandaten van het Gewestelijk Technisch Comité voor de Statistiek zijn onbezoldigd.

Hoofdstuk III. - Over het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse Afdeling 1. - Doel en opdrachten

Art. 9.Het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse is de statistische autoriteit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het voert de volgende opdrachten uit: - het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorzien van een systeem van seriële kwantitatieve gegevens; - het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voorzien van hulpmiddelen voor de sociaal-economische analyse; - sociaal-economische en toekomstgerichte macro-economische analyses maken; - de statistieken en de resultaten van de analyses van het Instituut ter beschikking stellen van het publiek, met inachtneming van de voorwaarden vermeld in artikel 7 van de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de gewestelijke statistiek; - het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigen bij de gewestelijke en nationale statistische en economische instanties; - het openbaar beleid op vraag van de Regering evalueren.

Art. 10.Het Instituut bezorgt de Regering en de Brusselse Raad voor evaluatie, toekomstonderzoek en statistiek een meerjarenprogramma van de werkzaamheden en een jaarlijks activiteitenverslag.

De Regering keurt het meerjarenprogramma van het Instituut goed. Afdeling 2. - Beheer van het Instituut

Subafdeling 1. - Over het Stuurcomité

Art. 11.Er wordt een Stuurcomité van het Instituut opgericht. Dit is samengesteld uit een vertegenwoordiger van elke Minister van de Regering en van elke Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Het voorzitterschap van het Stuurcomité wordt waargenomen door de vertegenwoordiger van de Minister die het Instituut onder zijn bevoegdheid heeft.

Het Comité brengt een advies uit over het meerjarenprogramma van de werkzaamheden van het Instituut en keurt het jaarlijks activiteitenverslag goed.

Het advies wordt aan de Regering bezorgd binnen de twee maanden na de ontvangst van het meerjarenprogramma. De goedkeuring wordt aan de Regering bezorgd binnen de twee maanden na de ontvangst van het jaarlijks activiteitenverslag.

Subafdeling 2. - Over de bevoegdheden van de directeur van het Instituut

Art. 12.De directeur van het Instituut is bevoegd voor het nemen van de beslissingen met betrekking tot de organisatie van de werkzaamheden en de goede werking van het Instituut, met inbegrip van de indeling in subentiteiten, het beheer van de processen en het beheer van de communicatie. Hij verzekert de wetenschappelijke leiding van het Instituut. Afdeling 3. - Over de adviseur inzake informatiebeveiliging

en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

Art. 13.Volgens de modaliteiten bepaald door en krachtens artikel 17bis van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens stelt de directeur van het Instituut een adviseur aan inzake informatiebeveiliging en bescherming van de persoonlijke levenssfeer (vermeld in verkorte vorm als "veiligheidsadviseur"), in de zin van artikel 10 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Art. 14.Met het oog op de gegevensbescherming is de veiligheidsadviseur belast met: 1° het geven van betrouwbare adviezen en aanbevelingen aan de directeur van het Instituut over alle aspecten op het vlak van de beveiliging van de informatie, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de directeur.De adviezen worden schriftelijk en met redenen omkleed gegeven, tenzij de risico's onvoldoende groot zijn.

Binnen een maximumtermijn van twee maanden na de afgifte van het advies beslist de directeur het advies al dan niet te volgen en deelt hij zijn beslissing mee aan de veiligheidsadviseur. Wanneer de beslissing afwijkt van een schriftelijk advies van de veiligheidsadviseur, wordt zij schriftelijk en met redenen omkleed meegedeeld aan de veiligheidsadviseur; 2° het uitvoeren van de opdrachten die hem door de directeur van het Instituut worden toevertrouwd.

Art. 15.Bij het formuleren van adviezen en aanbevelingen neemt de veiligheidsadviseur altijd de noodzakelijke objectiviteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid in acht, ongeacht of hij in een of meerdere instanties of entiteiten een veiligheidsfunctie bekleedt.

De adviezen en aanbevelingen worden gegeven met de vereiste deskundigheid ter zake.

Art. 16.De veiligheidsadviseur houdt alle informatie die hem wordt toevertrouwd of die hij kan raadplegen, horen of lezen in het kader van zijn opdrachten of van zijn beroepsactiviteiten strikt geheim, zowel de informatie betreffende zijn opdracht als die betreffende zijn collega's. De veiligheidsadviseur kan enkel in de volgende twee gevallen afwijken van deze algemene regel betreffende de geheimhouding van de informatie: 1° in de gevallen bepaald door of krachtens een wets-, ordonnantie- of reglementsbepaling;2° na het schriftelijk akkoord te hebben gekregen van de derde die door de onthulling zal worden getroffen. De veiligheidsadviseur ziet erop toe dat de geheimhoudingplicht, bedoeld in het eerste lid, in acht wordt genomen door zijn medewerkers en door elke persoon die in het kader van een opdracht handelt onder zijn verantwoordelijkheid.

Elke inbreuk op de geheimhoudingsplicht wordt bestraft overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek.

Art. 17.De veiligheidsadviseur stimuleert en ziet toe op de naleving van de veiligheidsvoorschriften die worden opgelegd door of krachtens een wets-, ordonnantie- of reglementsbepaling en gaat na of de personen die binnen het Instituut persoonsgegevens verwerken blijk geven van een gedrag dat de veiligheid bevordert.

De veiligheidsadviseur vergaart de documentatie die nodig is voor de beveiliging van de informatie. Alle vastgestelde inbreuken worden uitsluitend schriftelijk meegedeeld aan de directeur van het Instituut, voorzien van de noodzakelijke adviezen om dergelijke inbreuken in de toekomst te voorkomen.

Art. 18.De veiligheidsadviseur kan niet van zijn functie worden ontheven wegens opinies die hij geeft of daden die hij stelt in het kader van de correcte uitoefening van zijn functie.

Art. 19.De veiligheidsadviseur heeft een grondige kennis van de informaticaomgeving van de betrokken instantie of entiteit en van de informatiebeveiliging. Hij werkt deze kennis doorlopend bij.

Art. 20.De veiligheidsadviseur stelt een ontwerp van veiligheidsplan op voor een termijn van drie jaar, waarin de jaarlijkse middelen worden vermeld die nodig zijn voor de toepassing van het plan en legt het voor aan de directeur. Dit plan wordt minimum eenmaal per jaar herzien en desnoods bijgepast. Het ontwerp van veiligheidsplan wordt beschouwd als een advies zoals bedoeld in artikel 14, 1°.

Art. 21.De veiligheidsadviseur stelt een jaarverslag op ter attentie van de directeur van het Instituut. Dit jaarverslag bevat minimaal: 1° een algemeen overzicht van de veiligheidssituatie, van de ontwikkelingen tijdens het voorbije jaar en van de doelstellingen die nog moeten worden verwezenlijkt;2° een samenvatting van de schriftelijke adviezen die aan de directeur werden gegeven en van de maatregelen die eruit voortvloeiden;3° een overzicht van de activiteiten die door de veiligheidsadviseur werden verricht;4° een overzicht van de resultaten van de controles die door de veiligheidsadviseur werden gedaan, met gedetailleerde opgave van alle vastgestelde gevallen die de veiligheid van de informatie van de betrokken instantie of entiteit in gevaar konden brengen;5° een overzicht van de campagnes die werden gevoerd ter bevordering van de veiligheid;6° een overzicht van alle gevolgde opleidingen en van de geplande opleidingen.

Art. 22.De opdrachten van de veiligheidsadviseur houden ook verband met de bewaring, de verwerking of de uitwisseling van persoonsgegevens die door derden voor rekening van het Instituut worden verricht.

Art. 23.De Minister-President, bevoegd voor Statistiek, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 november 2015.

Voor Brusselse Hoofdstedelijke Regering : Rudi VERVOORT

^