gepubliceerd op 14 december 2023
Besluit van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende een verbod op het bezit en het vervoer van vuurwerk
11 DECEMBER 2023. - Besluit van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende een verbod op het bezit en het vervoer van vuurwerk
De minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gelet op artikel 166, § 2 van de Grondwet;
Gelet op artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014;
Gelet op artikel 4, § 2quater, 1° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten, zoals gewijzigd door de wet van 6 januari 2014;
Gelet op artikel 11 van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, zoals vervangen door de wet van 7 december 1998;
Overwegende artikel 3, § 1 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State waarin bepaald is dat de ontwerpen van reglementen en besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering of van het Verenigd College die betrekking hebben op de bevoegdheden van de Brusselse agglomeratie, niet aan het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State worden onderworpen;
Overwegende dat de minister-president met het oog op de aanname van dit besluit handelt als gezagsdrager van de Brusselse agglomeratie;
Overwegende de ministeriële omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 betreffende de operationalisering van het referentiekader CP 4 over het genegotieerd beheer van de publieke ruimte naar aanleiding van gebeurtenissen die de openbare orde aanbelangen en andere gelijkaardige omzendbrieven en richtlijnen waarin wordt aanbevolen een Gold Commander aan te stellen om bepaalde soorten grootschalige evenementen te beheren;
Overwegende dat naar aanleiding van de eindejaarsfeesten bijzondere maatregelen moeten worden voorbereid om de orde op het hele grondgebied van de Brusselse agglomeratie te handhaven;
Dat de korpschef van de politiezone Brussel-Hoofdstad/Elsene in dat verband werd aangesteld als leidinggevend officier (Gold Commander), Dat die aanstelling voldoet aan de regels die vastgesteld zijn in de "Conventie betreffende het genegotieerd beheer van de publieke ruimte (G.B.P.R.) bij suprazonale evenementen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" (ook Conventie 19 Bis genoemd);
Dat het op basis van die regeling mogelijk is de operationele coördinatie voor het hele gewestelijk grondgebied te verzorgen;
Dat ook de aanname van een politiebesluit door de minister-president bijdraagt aan en noodzakelijk is voor die coördinatie;
Dat de voorzitter van de conferentie van de korpsoversten van de lokale politie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in een brief van 21 november 2023 aan de minister-president heeft gevraagd om een gewestelijke aanpak te hanteren, daarbij verwijzende naar het feit dat sommige gemeenten overwegen om een politiebesluit aan te nemen; dat het met het oog op een overkoepelend en geïntegreerd beheer van de operationele maatregelen belangrijk is dat op het hele grondgebied van de Brusselse agglomeratie dezelfde richtlijnen op het vlak van ordehandhaving en veiligheid van toepassing zijn;
Overwegende dat in die brief wordt benadrukt dat: "politieagenten en brandweerlieden sinds enkele jaren het doelwit zijn van vuurpijlen, wat hun veiligheid ernstig in het gedrang brengt. Die incidenten hebben duidelijk gemaakt dat het absoluut nodig is om een strikte reglementering inzake vuurwerk uit te vaardigen om het personeel van de hulp- en ordediensten te beschermen en voor iedereen een veilige omgeving te waarborgen." Dat de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (DBDMH) in een e-mail van 1 december 2023 voorts meldt in het verleden meerdere keren te hebben vastgesteld dat geparkeerde wagens in de openbare ruimte in brand kwamen te staan doordat er vuurwerk in de wielkast was gegooid;
Dat de Brusselse brandweer benadrukt dat dergelijke daden ook heel wat weerklank krijgen op sociale media; dat die openbaarmaking imitatiegedrag in de hand kan werken, vooral tijdens de eindejaarsfeesten, wanneer dit soort gedrag oplaait;
Dat dit trouwens ook opgaat voor gevoelige gebouwen zoals scholen, politiekantoren, enz.
Dat de brandweer er tevens op wijst dat tijdens de eindejaarsfeesten al vuurpijlen naar hun dienstvoertuigen werden gegooid, terwijl ze onderweg waren naar plaatsen van interventie;
Overwegende dat de voorzitter van de conferentie van de korpsoversten in zijn brief van 21 november 2023 uitdrukkelijk vermeldt dat een verbod op het bezit en het vervoer van vuurwerk het enige doeltreffende middel blijkt te zijn om de agressie tegen de veiligheids- en hulpdiensten door het oneigenlijke gebruik van vuurpijlen in toom te houden;
Overwegende dat het van het allergrootste belang is om de fysieke integriteit van het personeel van de veiligheids- en hulpdiensten en daarmee ook die van de bevolking te beschermen door ervoor te zorgen dat de politie- en hulpdiensten zo weinig mogelijk gehinderd worden om vlot hun werk te doen;
Overwegende dat de Raad van State in arrest nr. 241.671 van 30 mei 2018 benadrukt dat: "iedere bestuurlijke politiewet de bevoegde overheden machtigt preventieve maatregelen te nemen om verstoringen van de openbare orde, nog voor zij zich voordoen, te vermijden" en dat "de overheid in dat verband over een ruime beoordelingsbevoegdheid beschikt en rekening kan houden met iedere mogelijk gevaarlijke situatie en met ieder risico, hoe klein ook, voor de openbare veiligheid";
Overwegende het sterk verstedelijkte karakter van de Brusselse agglomeratie en de toename van het aantal bezoekers tijdens de eindejaarsfeesten, die onder meer gepaard gaan met een groter alcoholverbruik bij de bevolking;
Overwegende dat een overheid vanuit een normale behoedzaamheid en plichtsbewustzijn rekening moet houden met de vaststellingen en aanbevelingen van de operationele diensten die belast zijn met de ordehandhaving;
Overwegende dat elke overheid bij de uitoefening van haar bevoegdheden, alvorens een beslissing te nemen, dient na te gaan of deze proportioneel is om het evenwicht tussen verschillende basisrechten en -vrijheden (fysieke integriteit, openbare veiligheid, vrijheid van handel, enz.) te vrijwaren;
Dat de overheid getracht heeft om met name de vrijheid van handel met de door dit besluit vastgestelde verbodsregels niet te sterk aan te tasten; dat dit politiebesluit het verbod op het vervoer en het bezit van vuurwerk in de openbare ruimte beperkt tot de uren die grotendeels overeenstemmen met de sluitingstijden van de winkels; dat het, om de politiediensten in staat te stellen het gebruik van dergelijk materiaal tijdens de meest delicate periodes (op de feestdagen en `s avonds) te voorkomen, echter noodzakelijk werd geacht om het bezit en het vervoer ervan te beperken vanaf 16u, wanneer de avond valt alsook `s avonds en op de feestdagen;
Dat die regels van die aard zijn dat zij het moeilijke evenwicht tussen de nood aan openbare veiligheid en de vrijheid van handel waarborgen;
In het licht van alle hierboven uiteengezette elementen en om zo goed mogelijk in te spelen op de realiteit op het terrein en de zich aandienende risico's, is het nodig een politiebesluit aan te nemen, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Van 15 december 2023 tot en met 3 januari 2024 is het uitstallen, het gebruik en elke handeling ter voorbereiding van het aansteken van volgend materiaal in de openbare ruimte van heel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verboden: vuurwerk van de categorieën F2, F3 en F4 bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 oktober 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/10/2015 pub. 30/10/2015 numac 2015011410 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen sluiten betreffende het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen; pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van de categorieën T1 en T2 bedoeld in voormeld koninklijk besluit; de andere pyrotechnische artikelen van de categorieën P1 en P2 bedoeld in voormeld koninklijk besluit.
Daarnaast is ook het gebruik van geluidskanonnen en carbuurschieten verboden.
Dit verbod geldt niet voor beroepsmensen die beschikken over de vereiste vergunningen.
Art. 2.Op 23, 24, 25 december 2023, evenals op 31 december 2023 en op 1 januari 2024 is het bezit en het vervoer van het in artikel 1 bedoelde materiaal in de openbare ruimte van heel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verboden.
Van 15 tot en met 22 december 2023 evenals op 2 en 3 januari 2024 is het bezit en het vervoer van het in artikel 1 bedoelde materiaal van 16u00 tot 10u00 verboden.
Deze beperkingen gelden niet voor beroepsmensen die beschikken over de vereiste vergunningen.
Art. 3.Inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden bestraft met de straffen bepaald door artikel 1 van de wet van 6 maart 1818Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/03/1818 pub. 06/11/2012 numac 2012000631 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet omtrent de straffen tegen de overtreders van algemeene verordeningen uit te spreken of bij provinciale of plaatselijke reglementen vast te stellen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zoals gewijzigd door de wet van 5 juni 1934 en de wet van 14 juni 1963 betreffende de overtredingen van administratieve reglementen.
Art. 4.De bevoegde bestuurlijke overheden van de Brusselse agglomeratie zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van dit besluit.
De politiediensten zijn verantwoordelijk voor de naleving van dit besluit, zo nodig met dwang en/of geweld.
Dit besluit wordt meegedeeld aan het Nationaal Crisiscentrum en aan de burgemeesters, zodat zij het op de gebruikelijke plaatsen voor officiële bekendmakingen kunnen uithangen.
Safe.brussels zal zorgen voor een zo breed mogelijke verspreiding.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 15 december 2023 en geldt tot en met 3 januari 2024.
Art. 6.Overeenkomstig artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan een beroep tot nietigverklaring van dit besluit worden ingediend bij de afdeling administratie van de Raad van State wegens schending van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht. Het verzoek tot nietigverklaring moet, op straffe van onontvankelijkheid, worden ingediend binnen de 60 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Het verzoekschrift wordt ofwel per post aangetekend verzonden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, ofwel wordt het ingediend volgens de elektronische procedure met behulp van de identiteitskaart op de beveiligde website van de Raad van State http://eproadmin.raadvst-consetat.be. Er kan tevens een vordering tot schorsing van het besluit worden ingediend, conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State.
Brussel, 11 december 2023.
De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. VERVOORT