gepubliceerd op 28 november 2023
Statuut van het personeel CTRG zoals aangenomen door de Centrale raad op 17 augustus 2023 op grond van artikel 25 § 1 van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden
1 SEPTEMBER 2023. - Statuut van het personeel CTRG zoals aangenomen door de Centrale raad op 17 augustus 2023 op grond van artikel 25 § 1 van de basis wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit statuut wordt verstaan onder : 1° "CTRG" : De Centrale toezichtsraad voor het gevangeniswezen zoals opgericht door de basis wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden;2° "personeel" : statutaire en contractuele personeelsleden van de CTRG;3° "Directeur" : het leidende personeelslid van de CTRG;4° "Bureau" : de 4 personen aangeduid door de Kamer van volksvertegenwoordigers conform art 24 § 4 van de basis wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden ;5° "Centrale Raad" : de 12 personen aangeduid door de Kamer van volksvertegenwoordigers conform art 24 § 1 van de basis wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden type wet prom. 12/01/2005 pub. 04/08/2008 numac 2008000547 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden.
Art. 2.Voor de punten die niet in dit statuut (en zijn bijlagen) geregeld zijn, neemt het Bureau een beslissing waarbij het zich prioritair laat inspireren door het geharmoniseerd statuut van Kamer en Senaat.
Art. 3.Het personeel is onderworpen aan de bepalingen en modaliteiten zoals bepaald in: 1. dit statuut en zijn bijlagen;2. eventueel de individuele arbeidsovereenkomst.
Art. 4.§ 1. Het personeel wordt benoemd (statutair personeel) of tewerkgesteld (contractueel personeel): 1° in niveau A voor de functies die een universitair Master diploma vereisen - aanvang weddeschaal: A1;2° in niveau B voor de functies die minstens een professionele Bachelor diploma vereisen - aanvang weddeschaal: B1; § 2. De Directeur wordt gelijkgesteld met de graad van administrateur (zie bijlage 3 - weddeschalen). HOOFDSTUK 2. - Selectie, werving, stage
Art. 5.De volgende bepalingen zijn van toepassing op de personeelsleden van de CTRG. Afdeling I. - Selectie en werving
Art. 6.Wanneer een functie vacant wordt kan deze eerst intern aangeboden worden aan het personeel dat reeds in dienst is.
Art. 7.Het Bureau bepaalt, op voordracht van de Directeur van de CTRG, op welke wijze een vacante betrekking wordt ingevuld, hetzij als statutair hetzij als contractueel ambtenaar.
Bij voorkeur zal een vacante betrekking worden ingevuld als statutair ambtenaar.
Het Bureau bepaalt ook op welk van de niveaus voorzien in artikel 4 van dit statuut, de functie wordt ingeschaald.
Art. 8.Het personeel wordt aangeworven op basis van een vergelijkend wervingsexamen georganiseerd door de CTRG. Het Bureau bepaalt, op voordracht van de Directeur van de CTRG, zowel de inhoud van de selectieproef als de te hanteren voorwaarden voor deelname, selectiecriteria en selectieprocedure.
In afwijking van voorgaande bepaling kan het Bureau, op voordracht van de Directeur van de CTRG, een contractuele werving toestaan van niet meer dan twee jaar zonder vergelijkend wervingsexamen. Afdeling II. - Stage
Art. 9.Het statutaire personeelslid dient een stage van één jaar te volbrengen.
Gedurende deze stage stelt de stagiair om de drie maanden en op het einde van de stage een verslag op over zijn activiteiten. Het verslag wordt ter kennis gebracht van de Directeur, die er zijn beoordeling aan toevoegt, eventueel aangevuld met deze van het Bureau. Deze beoordeling wordt samen met de opmerkingen van de stagiair in zijn persoonlijk dossier opgenomen.
Indien gedurende de stage de beoordeling ongunstig is zonder manifeste verbetering in de prestaties van het personeelslid, kan de betrokkene door de CTRG worden ontslagen.
Bij het verstrijken van de stage gaat de CTRG, indien de verslagen gunstig zijn, over tot de vaste benoeming van het personeelslid.
Indien de verslagen niet gunstig zijn, wordt betrokkene ontslagen..
In geval van ontslag tijdens of bij het verstrijken van de stage, hoort de Directeur de stagiair en de hiërarchische meerderen indien zij het ontslag van de stagiair met toepassing van hebben voorgesteld.
De stagiair kan zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman van zijn keuze.
Indien de Directeur vervolgens overgaat tot de goedkeuring van het gemotiveerde voorstel tot ontslag, bezorgt hij het aan het Bureau.
Als het Bureau de stagiair ontslaat, krijgt die een opzeggingstermijn of -vergoeding van drie maanden. De opzeggingstermijn gaat in vanaf de betekening van het ontslag en wordt niet geschorst door de afwezigheid van de stagiair.
In afwijking van het voorgaande lid kan het Bureau de stagiair zonder opzeggingstermijn of -vergoeding ontslaan als het gemotiveerde voorstel tot ontslag het gevolg is van een ernstige tekortkoming.
Art. 10.§ 1. Overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 7, wordt de geschikt bevonden stagiair benoemd : 1° voor niveau A, in de graad waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld.Hij wordt definitief aangewezen voor een vaste betrekking van deze graad en bekomt de eerste weddenschaal van die klasse; 2° voor de niveaus B en C, in de graad waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld en bekomt de eerste weddenschaal van die klasse. § 2. Voor de berekening van zijn anciënniteit in de weddenschaal en voor zijn rangschikking, geldt art 23 van dit statuut. HOOFDSTUK 3. - Indiensttreding
Art. 11.Voor hun indiensttreding leggen statutaire personeelsleden op het ogenblik van hun vaste benoeming de voorgeschreven eed af in handen van de Directeur. (Ik zweer getrouwheid aan de koning, de grondwet en de wetten van het Belgische volk.) HOOFDSTUK 4. - Rechten, plichten en onverenigbaarheden
Art. 12.Onder voorbehoud van de onderstaande bepalingen, is deel II van het statuut van het Rijkspersoneel toepasselijk op het personeel dat aan dit statuut is onderworpen (KB van 2/10/1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel). Afdeling I. - Rechten en plichten
Art. 13.Het personeel is gebonden door : De deontologische code van de Centrale toezichtsraad voor het gevangeniswezen en van de commissies van toezicht goedgekeurd door de Centrale raad op 29 augustus 2019.
De deontologische verplichtingen betreffende de geheimhouding blijven onverminderd van toepassing na het einde van het ambt of de arbeidsrelatie.
Art. 14.De personeelsleden dienen bij elke gelegenheid te zorgen voor de vrijwaring van de aan de CTRG toevertrouwde belangen. Zij zijn ertoe gehouden de hun opgelegde dienstverplichtingen persoonlijk en nauwgezet na te komen.
Zij moeten hun dienstorders stipt uitvoeren en hun taak ijverig en nauwkeurig vervullen.
Zij mogen de uitoefening van hun ambt niet onderbreken zonder voorafgaande toelating.
Afdeling. II. - Onverenigbaarheden
Art. 15.Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Directeur, zal er geen bezoldigde functie, bezoldigd beroep of bedrijf worden uitgeoefend, op welke wijze en in welke vorm dan ook, hetzij in eigen naam, hetzij door middel van/of in samenwerking met andere natuurlijke of rechtspersonen, noch bij andere natuurlijke of rechtspersonen in dienst treden.
Voor het beoordelen van de toestemming zal de Directeur, de weerslag in aanmerking nemen op de onafhankelijkheid, de onpartijdigheid en de goede werking van de CTRG. Het uitoefenen van een onbezoldigde activiteit is in principe toegelaten, tenzij de uitoefening daarvan de waarden van de CTRG, zoals bepaald in de deontologische code, zou aantasten. De Directeur moet hiervan steeds worden ingelicht en oordeelt daarover indien nodig. HOOFDSTUK 5. - Evaluatie
Art. 16.De evaluatie is verplicht voor het personeel en gebeurt eenmaal per jaar (uiterlijk tegen 30 juni van het lopende jaar). Het voorwerp van de evaluatie zijn de prestaties van het kalenderjaar voorafgaand aan het lopende jaar.
Art. 17.Na afloop van de evaluatieprocedure wordt door de Directeur één van de 4 volgende vermeldingen toegekend aan de geëvalueerde, volgens de beoordelingscriteria zoals bepaald in bijlage 4 van onderhavig statuut: - uitzonderlijk; - voldoet aan de verwachtingen; - te verbeteren; - onvoldoende.
Art. 18.De jaarlijkse evaluatie verloopt aan de hand van een jaarlijks gesprek tussen het personeelslid en de Directeur.
Art. 19.Het personeelslid bevestigt ontvangst van de kennisgeving van het evaluatieverslag per e-mail.
De beroepsmogelijkheid voorzien voor tuchtzaken in art 29, laatste alinea, is ook van toepassing op de evaluatieprocedure. HOOFDSTUK 6. - De loopbaan Afdeling 1. - Bevordering in niveau, in klasse, in graad en
bevordering in weddeschaal
Art. 20.De CTRG kent de bevorderingen in niveau,, in graad en de bevordering door verhoging in weddenschaal toe volgens de bepalingen van dit statuut.
Art. 21.Het statutair personeel, wordt - ongeacht zijn of haar niveau binnen de CTRG - van de eerste naar de tweede weddeschaal van zijn niveau bevorderd op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de volgende drie voorwaarden vervult: Voor de functies van niveau A 1. ten minste zes jaar schaalanciënniteit bij de CTRG tellen;2. gedurende de laatste zes jaar ten minste vier keer de vermelding `uitzonderlijk' of `voldoet aan de verwachtingen' te hebben gekregen;3. gedurende de laatste zes jaar, met betrekking tot de laatste twee evaluatieperiodes geen vermelding `te verbeteren' noch de vermelding of `onvoldoende' te hebben gekregen. Voor de functies van niveau B 1. ten minste tien jaar schaalanciënniteit bij de CTRG tellen;2. gedurende de laatste tienaren ten minste zes keer de vermelding `uitzonderlijk' of `voldoet aan de verwachtingen' te hebben gekregen;3. gedurende de laatste tien jaren, met betrekking tot de laatste drie evaluatieperiodes geen vermelding `te verbeteren' noch de vermelding of `onvoldoende' te hebben gekregen.
Art. 22.De personeelsdossiers en personeelsoverzichten van de CTRG vermelden, met hun datum, de benoemingen in de niveaus, en in de graden, alsook de bevorderingen door verhoging in weddenschaal.
Bij voor eensluidend verklaard uittreksel geeft de Directeur kennis van deze akten aan de betrokkenen, indien deze dit vraagt. Afdeling 2. - Erkenning van de geldelijke anciënniteit
Art. 23.De valorisatie of bepaling van de geldelijke anciënniteit (toekenning van anciënniteit ingebracht uit een eerdere loopbaan) behoort tot de bevoegdheid van het Bureau op voorstel van de Directeur.
Het Bureau van de CTRG kan bij de aanvang van zijn stage en/of tewerkstelling tot 20 jaren relevante beroepservaring toekennen aan het personeelslid. Dit zal zich ook vertalen in de trap (rang) die het personeelslid opneemt in de betrokken weddeschaal. HOOFDSTUK 7. - Bezoldiging
Art. 24.Het personeel wordt bezoldigd overeenkomstig de weddeschalen die zijn opgenomen in bijlage 3 van dit statuut. Het personeelslid bekomt één van de weddeschalen die zijn verbonden aan zijn niveau.
Elke weddeschaal bevat dertig trappen waarin het personeelslid wordt geplaatst in toepassing van art 23 van dit statuut. [toepassingsvoorbeeld van het samengaan van artikelen 21,23 en 24 van dit statuut: Een jurist met 17 jaren relevante beroepservaring wordt aangeworven door de CTRG De beginweddeschaal voor juristen is schaal A1 (bijlage 3) De betrokken jurist zal in trap 17 van weddeschaal A1 worden geplaatst (art 23 statuut) Na 6 jaren zal de jurist conform art 21 statuut overgaan naar weddeschaal A2 en daarin de trap 23 (17+6) innemen] Het Bureau bepaalt voor elke functie welke weddeschaal erop van toepassing is. In geval van knelputberoepen, kan het Bureau beslissen om functies van niveau B te vergoeden aan de weddeschaal A1.
Art. 25.Het personeel heeft recht op de generieke voordelen die opgenomen zijn in de nota "Personeel loon en extralegaal" (laatste versie van 2 maart 2022 - bijlage 1 van dit statuut) en de eventuele functie-specifieke voordelen bepaald door het Bureau, afhankelijk van de functie die het personeelslid uitoefent. HOOFDSTUK 8. - Verloven, afwezigheden en feestdagen
Art. 26.Behoudens de afwijkende bepalingen in dit personeelsstatuut (en zijn bijlagen) van de CTRG, is de reglementering betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen van toepassing op het personeel.
Art. 27.De duur van de jaarlijkse vakantie wordt bepaald op 36 werkdagen (pro-rata voor deeltijdse tewerkstelling of tewerkstelling die start na 1 januari van het kalenderjaar) De verdere bepalingen betreffende de jaarlijkse vakantie worden bepaald in het arbeidsreglement.
Art. 28.Het personeel is met verlof op de wettelijke feestdagen, maar tevens op de twee bijkomende reglementaire feestdagen: 2 en 15 november. HOOFDSTUK 9. - Tucht
Art. 29.Tegen het statutaire personeelslid dat zich niet houdt aan zijn professionele of statutaire verplichtingen, kunnen de volgende tuchtstraffen worden uitgesproken: 1. de terechtwijzing;2. de inhouding van wedde;3. de overplaatsing bij tuchtmaatregel;4. het ontslag van ambtswege;5. de herroeping. De inhouding van wedde wordt toegepast gedurende ten minste 1 maand en ten hoogste 36 maanden en bedraagt niet meer dan één vijfde van de nettowedde zoals bepaald in artikel 23, vierde lid, van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende de bescherming van het loon der werknemers.
Elke tuchtstraf wordt uitgesproken op grond van een definitief strafvoorstel dat nauwkeurig melding maakt van de ten laste gelegde feiten, de tuchtstraf die nodig wordt geacht, de redenen welke die straf rechtvaardigen en de uitvoeringsmaatregelen van de straf.
Enkel het Bureau aan wie het definitieve strafvoorstel en het volledige dossier zijn overgezonden, kan de tuchtstraf uitspreken.
De uitgesproken tuchtstraf kan niet zwaarder zijn dan die welke definitief is voorgesteld.
De procedure De Directeur roept het statutaire personeelslid op via e-mail voor een hoorzitting uiterlijk binnen de 7 dagen nadat de oproeping hiervoor werd verzonden. Het personeelslid mag zich laten bijstaan door één persoon naar keuze.
Als hij een tuchtstraf nodig acht, betekent de Directeur binnen de 7 dagen na de hoorzitting een strafvoorstel aan het statutaire personeelslid en aan het Bureau. Het Bureau neemt hierover een beslissing binnen de 14 dagen na ontvangst van het voorstel.
Het personeelslid kan per e-mail binnen de 14 dagen beroep aantekenen tegen de tuchtbeslissing bij de Centrale raad van de CTRG die hierover zal oordelen op zijn eerstvolgende vergadering. In deze hypothese zullen de leden van het Bureau niet deelnemen aan deze beslissing. HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepalingen
Art. 30.De wetten op de pensioenregeling voor de leden van het Rijkspersoneel zijn van toepassing op het statutair personeel benoemd op basis van dit statuut.
De Staatskas draagt de lasten van de rust- en overlevingspensioenen die zijn toegekend aan het statutair personeel enkel voor de jaren en de diensten die zij bij de CTRG hebben gepresteerd.
Art. 31.Dit statuut treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin het statuut wordt goedgekeurd door de Centrale Raad. Het statuut zal ook worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. HOOFDSTUK 1 1. - Overgangsbepalingen
Art. 32.Voor het personeel dat reeds voor de CTRG werkt via contractuele tewerkstelling op de datum van in werking treding van dit statuut, zal het Bureau interne wervingsexamens organiseren. Het Bureau bepaalt op welke wijze de vacante betrekkingen in de vlakke loopbanen worden toegewezen aan de laureaten van de interne wervingsexamens, alvorens wordt geput uit de reserves die ingevolge de externe wervingsexamens zijn samengesteld.
Kandidaten die aan een intern wervingsexamen willen deelnemen, dienen op de datum van het examen aan de benoemingsvoorwaarden te voldoen.
Personeelsleden die zich kandidaat stellen voor een intern wervingsexamen kunnen in voorkomende geval worden vrijgesteld van een examengedeelte: ? hetzij als ze minder dan 5 jaar vóór het afsluiten van de inschrijvingen geslaagd zijn voor een examen op ten minste hetzelfde niveau, waarbij dezelfde kennis werd getest; ? hetzij als ze minstens gedurende 2 jaren de functie hebben uitgeoefend waarvoor het interne wervingsexamen wordt georganiseerd en voor zover de jaarlijkse evaluatie geen elementen bevat waaruit blijkt dat het personeelslid de functie op "onvoldoende" niveau heeft uitgevoerd.
Art. 33.Voor het personeel dat reeds voor de CTRG werkt via contractuele tewerkstelling en dat zou beslissen deel te nemen aan de selectieproef met het oog op statutaire tewerkstelling (conform artikel 8), gelden de volgende bepalingen: ? zij kunnen hun deelname aan de selectieproef per e-mail bevestigen en zijn vrijgesteld van het insturen van een motivatiebrief en CV; ? hun termijn van contractuele tewerkstelling wordt in rekening gebracht zowel voor de duur van de stage (artikel 9 & 10) als nadien voor de verworven schaalanciënniteit. [toepassingsvoorbeeld: het contractuele personeelslid dat 4 jaar werkt voor de CTRG en dus in trap 4 van zijn loonschaal zit, zal na een geslaagde selectieproef als statutair personeelslid eveneens in trap 4 van zijn loonschaal worden ingeschaald]. ? de financiële ervaring die de CTRG aan het personeel onder contractuele tewerkstelling heeft toegekend, blijft van toepassing onder de statutaire tewerkstelling. [toepassingsvoorbeeld: het contractuele personeelslid dat in trap 13 van zijn loonschaal zit op basis van toegekende relevante beroepservaring, zal na een geslaagde selectieproef als statutair personeelslid eveneens in trap 13 van zijn loonschaal worden ingeschaald].
Bijlage 3: weddeschalen
Weddeschaal niveau A - buiten de vlakke loopbaan Echelle barémique niveau A - en dehors de la carrière plane
Adviseur-coördinator Conseiller-coordinateur
Administrateur
A3
A4
A4
A6
jaren/années
0
40 254
42 493
42 493
51 824
1
40 254
42 493
42 493
51 824
2
41 702
43 941
43 941
53 272
3
41 702
43 941
43 941
53 272
4
43 150
45 389
45 389
54 721
5
43 150
45 389
45 389
54 721
6
44 599
46 837
46 837
56 169
7
44 599
46 837
46 837
56 169
8
46 047
48 286
48 286
57 617
9
46 047
48 286
48 286
57 617
10
47 495
49 734
49 734
59 065
11
47 495
49 734
49 734
59 065
12
48 943
51 182
51 182
60 513
13
48 943
51 182
51 182
60 513
14
50 392
52 630
52 630
61 962
15
50 392
52 630
52 630
61 962
16
51 840
54 078
54 078
63 410
17
51 840
54 078
54 078
63 410
18
53 288
55 527
55 527
64 858
19
53 288
55 527
55 527
64 858
20
54 736
56 975
56 975
66 306
21
54 736
56 975
56 975
66 306
22
56 184
58 423
58 423
67 755
23
56 184
58 423
58 423
67 755
24
57 633
59 871
59 871
69 203
25
57 633
59 871
59 871
69 203
26
59 081
61 320
61 320
70 651
27
59 081
61 320
61 320
70 651
28
60 529
62 768
62 768
70 651
29
60 529
62 768
62 768
70 651
30
61 977
64 216
64 216
70 651
Weddeschaal niveau A Echelle barémique niveau A
A1
A2
A3
jaren/années
0
27 568
30 771
40 254
1
28 752
31 955
40 254
2
29 935
33 138
41 702
3
31 119
34 322
41 702
4
32 302
35 505
43 150
5
33 485
37 872
43 150
6
33 485
39 055
44 599
7
34 669
40 239
44 599
8
34 669
41 422
46 047
9
35 852
41 422
46 047
10
35 852
42 605
47 495
11
37 036
42 605
47 495
12
37 036
43 789
48 943
13
38 219
43 789
48 943
14
38 219
44 972
50 392
15
39 402
44 972
50 392
16
39 402
46 156
51 840
17
40 586
46 156
51 840
18
40 586
47 339
53 288
19
41 769
47 339
53 288
20
41 769
48 522
54 736
21
42 953
48 522
54 736
22
42 953
49 706
56 184
23
44 136
49 706
56 184
24
44 136
50 889
57 633
25
45 319
50 889
57 633
26
45 319
52 073
59 081
27
46 503
52 073
59 081
28
46 503
53 256
60 529
29
47 686
53 256
60 529
30
47 686
54 439
61 977
Weddeschaal niveau B Echelle barémique niveau B
B1
B2
jaren/années
0
23 071
25 423
1
23 071
25 423
2
23 969
26 320
3
23 969
26 320
4
24 866
27 217
5
24 866
27 217
6
25 763
28 114
7
25 763
28 114
8
29 002
31 353
9
29 002
31 353
10
29 899
32 251
11
29 899
32 251
12
30 797
33 148
13
30 797
33 148
14
33 312
35 663
15
33 312
35 663
16
34 209
36 560
17
34 209
36 560
18
35 106
37 458
19
35 106
37 458
20
36 003
38 355
21
36 003
38 355
22
36 901
39 252
23
36 901
39 252
24
37 798
40 149
25
37 798
40 149
26
38 695
41 047
27
38 695
41 047
28
39 592
41 944
29
39 592
41 944
30
40 490
42 841