Etaamb.openjustice.be
Wet
gepubliceerd op 02 juli 2003

Weerslag van de schommeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen op de sociale uitkeringen (geneeskundige verzorging en uitkeringen, pensioenen, arbeidsongevallen en beroepsziekten, tegemoetkominge(...) Rekening houdend met de wet van 2 augustus 1971, waarbij de sociale uitkeringen aan het indexcijfer(...)

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022657
pub.
02/07/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID


Weerslag van de schommeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen (spilindexcijfer 111,64 (basis 1996 = 100) op de sociale uitkeringen (geneeskundige verzorging en uitkeringen, pensioenen, arbeidsongevallen en beroepsziekten, tegemoetkomingen aan personen met een handicap, leefloon, gezinsbijslag) Rekening houdend met de wet van 2 augustus 1971, waarbij de sociale uitkeringen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld, en met andere wettelijke en reglementaire bepalingen worden met ingang van 1 juni 2003 de sociale uitkeringen op de volgende bedragen vastgesteld.

A. Geneeskundige verzorging en uitkeringen I. Algemeen stelsel 1. Regeling voor werknemers a) Maximum daguitkering voor het eerste jaar arbeidsongeschiktheid : - 60 % 60,73 EUR - 55 % 55,67 EUR b) Maximum daguitkering vanaf het tweede jaar arbeidsongeschiktheid : 1.arbeidsongeschiktheid aanvangend vóór 1 oktober 1974 : - met gezinslast 41,55 EUR - zonder gezinslast 27,81 EUR 2. arbeidsongeschiktheid aanvangend vanaf 1 oktober 1974 : - met gezinslast 60,73 EUR - zonder gezinslast 40,48 EUR c) Minimum dagbedrag van de invaliditeitsuitkering toe te kennen aan de gerechtigden die de hoedanigheid hebben van regelmatig werknemer (vanaf de 1e dag van de 7e maand van de arbeidsongeschiktheid) : 1.met gezinslast 37,97 EUR 2. zonder gezinslast a) alleenstaanden 30,62 EUR b) samenwonenden 27,18 EUR d) Uitkeringen leefloon : 1.met gezinslast 30,74 EUR 2. zonder gezinslast 23,05 EUR e) Uitkeringen voor begrafeniskosten (forfaitair bedrag) 148,74 EUR 2.Regeling voor zelfstandigen (Dagbedragen) a) Primaire ongeschiktheid : 1.met gezinslast 30,53 EUR 2. zonder gezinslast 22,90 EUR b) Invaliditeit : Zonder stopzetting van het bedrijf : 1.met gezinslast 30,74 EUR 2. zonder gezinslast 23,05 EUR Met stopzetting van het bedrijf : 1.met gezinslast 33,70 EUR 2. zonder gezinslast 25,28 EUR c) Moederschapsuitkering 1.962,50 EUR Bijkomende uitkering (meerling) 327,08 EUR 3. Forfaitaire tegemoetkoming hulp van derden Invalide met gezinslast 5,26 EUR II.Stelsel der zeelieden a) Maximum daguitkering voor het eerste jaar arbeidsongeschiktheid : Categorie I 11,53 EUR Categorie II 13,69 EUR Categorie III 15,85 EUR Categorie IV 18,00 EUR Categorie V 20,16 EUR Categorie VI 22,31 EUR Categorie VII 24,47 EUR Categorie VIII 26,63 EUR Categorie IX 28,78 EUR Categorie X 30,94 EUR Categorie XI 33,09 EUR Categorie XII 35,25 EUR Categorie XIII 37,41 EUR Categorie XIV 39,56 EUR Categorie XV 41,72 EUR Categorie XVI 43,87 EUR Categorie XVII 46,03 EUR Categorie XVIII 48,19 EUR Categorie XIX 50,34 EUR Categorie XX 52,50 EUR Categorie XXI 54,65 EUR Categorie XXII 56,81 EUR Categorie XXIII 58,97 EUR Categorie XXIV 60,73 EUR b) Maximum daguitkering vanaf het tweede jaar arbeidsongeschiktheid : 1.gewoon bedrag 60,73 EUR 2. bedrag tijdens de opneming in een verpleeginrichting en zonder gezinslast 40,48 EUR c) Minimum dagbedrag van de invaliditeitsuitkering toe te kennen aan de gerechtigden die de hoedanigheid hebben van regelmatig werknemer : 1.met gezinslast 37,97 EUR 2. zonder gezinslast 30,62 EUR d) Minimum dagbedrag van de invaliditeitsuitkering voor gerechtigden die niet de hoedanigheid hebben van regelmatig werknemer : 1.met gezinslast 30,74 EUR 2. zonder gezinslast 23,05 EUR e) Uitkeringen voor begrafeniskosten (forfaitair bedrag) : 148,74 EUR f) Inhouding RVP 3,5 % : 1.met gezinslast 47,06 EUR 2. zonder gezinslast 39,07 EUR B.Pensioenen 1. De pensioenen toegekend uit hoofde van een activiteit als werknemer (arbeider, bediende, zeevarende of mijnwerker) worden vanaf 01.06.2003 verhoogd tot een bedrag gelijk aan het vorig maandbedrag vermenigvuldigd met de coëfficiënt 1,02. 2. Gewaarborgd minimumpensioen voor een volledige werknemersloopbaan (rekening houdend met het koninklijk besluit van 14 februari 2003 tot verhoging van het gewaarborgd minimumbedrag van het rust- en overlevingspensioen voor werknemers) : (Jaarbedragen) Rustpensioen : gezinsbedrag 12.485,61 EUR bedrag alleenstaande 9.991,63 EUR Overlevingspensioen : 9.834,53 EUR 3. Mijnwerkersinvaliditeitspensioen : (Jaarbedragen) Ondergrond : gezinsbedrag 13.523,16 EUR bedrag alleenstaande 10.627,08 EUR Bovengrond : gezinsbedrag 11.575,32 EUR bedrag alleenstaande 9.263,04 EUR 4. Gewaarborgd inkomen voor bejaarden : (Jaarbedragen) a) gewoon maximumbedrag : gezinsbedrag 9.589,33 EUR bedrag alleenstaande 7.192,13 EUR b) maximumbedrag wanneer de aanvrager of zijn echtgenoot het genot hebben bekomen van de verhoging voorbehouden aan de minder-validen die een invaliditeit van minstens 65 pct.bewezen : gezinsbedrag 11.336,66 EUR bedrag alleenstaande 8.939,46 EUR c) maximubedrag wanneer de aanvrager en zijn echtgenoot het genot hebben bekomen van de verhoging voorbehouden aan de minder-validen die een invaliditeit van minstens 65 pct.bewezen : gezinsbedrag 13.083,99 EUR 5. Inkomensgarantie voor ouderen : (Jaarbedragen) - basisbedrag 5.036,41 EUR - basisbedrag x 1,5 7.554,62 EUR C. Arbeidsongevallen en beroepsziekten I. Arbeidsongevallen Gerechtigden op arbeidsongevallenrenten.

Het jaarbedrag van de aanvullende bijslag die door het Fonds voor arbeidsongevallen wordt toegekend, is gelijk aan het verschil tussen : 1° de hierna aangegeven geherwaardeerde bedragen die gekoppeld zijn aan het indexcijfer der consumptieprijzen, en 2° het bedrag van de rente vóór iedere uitkering in kapitaal, of van de jaarlijkse vergoeding die in toepassing van de arbeidsongevallenwet wordt uitbetaald.1. De getroffenen (per pct.blijvende ongeschiktheid) : a) met een blijvende ongeschiktheid van minder dan 10 pct.63,85 EUR b) met een blijvende ongeschiktheid tussen 10 en 35 pct.93,00 EUR c) met een blijvende ongeschiktheid tussen 36 en 65 pct.123,90 EUR d) met een blijvende ongeschiktheid van 66 pct.of méér, of wanneer de getroffene een vergoeding voor hulp van derden ontvangt, berekend op een hoger bedrag dan 100 pct. zonder 150 pct. te overschrijden. 157,26 EUR e) wanneer het ongeval vóór 15 oktober 1951 is gebeurd en de hulp van derden als noodzakelijk werd erkend bij overeenkomst tussen de partijen of bij vonnis of wanneer de bijkomende vergoeding voor de hulp van derden berekend wordt op basis van het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimumloon.78,68 EUR 2. De andere rechthebbenden : a) de overlevende echtgenoot 3.464,59 EUR b) met een rente van 20 pct. van het basisloon 2.309,72 EUR c) met een rente van 15 pct. van het basisloon 1.732,24 EUR d) met een rente van 10 pct. van het basisloon 1.154,86 EUR II. Beroepsziekten De sub. I hierboven vermelde bedragen van de aanvullende bijslag gelden eveneens voor de aanvullende toeslagen die toegekend worden aan de gerechtigden op een vergoeding in uitvoering van de wetten betreffende de schadeloosstelling inzake beroepsziekten.

D. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap (Jaarbedragen) 1. De wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap trad in werking op 1 juli 1987.Deze wet verleent twee types tegemoetkomingen : de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming.

Met ingang van 1 november 1989 werd een derde tegemoetkoming ingesteld, uitsluitend ten gunste van de personen met een handicap van minstens 65 jaar : de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. 1.1. De maximale tegemoetkomingen bedragen : 1.1.1. de inkomensvervangende tegemoetkoming : - met personen ten laste 9.529,18 EUR - alleenstaande 7.146,81 EUR - samenwonende 4.764,96 EUR 1.1.2. de integratietegemoetkoming : - categorie I 942,34 EUR - categorie II 3.211,12 EUR - categorie III 5.130,98 EUR - categorie IV 7.475,18 EUR 1.1.3. de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden : De maximale bedragen bij de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, gekoppeld aan spilindex 111,64, bedragen sinds 1 juni 2003 : - categorie I 805,28 EUR - categorie II 3.073,95 EUR - categorie III 3.737,43 EUR - categorie IV 4.400,71 EUR - categorie V 5.405,66 EUR 1.2. De inkomensgrenzen, zowel in het stelsel van de integratietegemoetkoming als in het stelsel van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, zijn samengesteld uit een variabel en uit een vast gedeelte; de beide gedeelten samen bedragen : 1.2.1. voor de integratietegemoetkoming : - met personen ten laste 9.468,86 EUR - alleenstaande 7.119,15 EUR - samenwonende 4.734,44 EUR Bemerking : Indien de gehandicapte persoon er evenwel voordeel bij heeft, wordt het bedrag van de integratietegemoetkoming verminderd met het gedeelte van het inkomen voortkomend uit werkelijk door de persoon met een handicap gepresteerde arbeid, dat het bedrag overschrijdt van het gewaarborgd minimum maandinkomen maal twaalf. Dit gewaarborgd minimum maandinkomen op jaarbasis bedraagt : 17.701,71 EUR 1.2.2. voor de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden : - met personen ten laste 12.029,32 EUR - alleenstaande 9.626,65 EUR - samenwonende 9.626,65 EUR 2. De wet van 27 juni 1969 blijft evenwel van toepassing voor de personen met een handicap aan wie een tegemoetkoming was verleend die inging vóór 1 januari 1975 (tenzij de toepassing van de wet van 27 februari 1987 voordeliger is - principe van de verworven rechten). 2.1. De maximale tegemoetkomingen bedragen : 2.1.1. de gewone tegemoetkoming 30 pct. 1.128,00 EUR 35 pct. 1.316,00 EUR 40 pct. 1.504,00 EUR 45 pct. 1.692,00 EUR 50 pct. 1.880,00 EUR 55 pct. 2.068,00 EUR 60 pct. 2.467,20 EUR 65 pct. 2.828,80 EUR 70 pct. 3.566,50 EUR 75 pct. 3.821,25 EUR 80 pct. 4.572,80 EUR 85 pct. 4.892,60 EUR 90 pct. 5.180,40 EUR 95 pct. 6.011,60 EUR 100 pct. 7.150,00 EUR Bedragen voor de gehuwde mannen met een ongeschiktheid van ten minste 80 pct. en die niet feitelijk noch van tafel en bed gescheiden zijn : 80 pct. 4.717,60 EUR 85 pct. 5.012,45 EUR 90 pct. 5.434,20 EUR 95 pct. 6.384,00 EUR 100 pct. 7.270,00 EUR 2.1.2. de bijzondere tegemoetkoming : 100 pct. 3.085,27 EUR 100 pct. (met verhoging) 5.798,74 EUR 2.1.3. de tegemoetkoming voor hulp van derde : - categorie I 1.326,55 EUR - categorie II 1.990,02 EUR - categorie III 2.653,31 EUR 2.2. Het abattement op de pensioenen, voorzien bij de berekening van de aanvullende tegemoetkoming (zoals beoogd in artikel 39, § 3, van het koninklijk besluit van 17 november 1969) bedraagt : 1.540,61 EUR 2.3. De perken van de bestaansmiddelen, beoogd in de artikelen 14 en 20 van het koninklijk besluit van 17 november 1969 bedragen : 2.3.1. de werkende personen met een handicap : - meerderjarigen en gehuwde minderjarigen 5.631,99 EUR - van 18 tot 21 jaar 4.435,22 EUR - van 14 tot 18 jaar 2.815,99 EUR 2.3.2. de niet-werkende personen met een handicap : 1° gehuwden (of gelijkgesteld), of personen met kinderen ten laste : - gezinshoofd 4.535,35 EUR - echtgenoot 1.394,46 EUR - per kind 995,12 EUR 2° zonder kinderen ten laste : ongehuwde meerderjarigen, weduwnaars, echtgescheidenen, feitelijk of van tafel en bed gescheidenen - ongehuwde minderjarigen die volle wezen zijn of door hun ouders verlaten zijn : - belanghebbende 3.926,11 EUR 3° ongehuwde minderjarigen die met hun ouders samenwonen, in gezinsverband leven of gehospitaliseerd zijn : - gezinshoofd 4.535,35 EUR - echtgenoot 1.394,46 EUR - per kind 995,12 EUR 3. De wet van 27 juni 1969 blijft voorlopig van toepassing voor de personen met een handicap aan wie de tegemoetkoming was verleend die inging na 31 december 1974 doch vóór 1 juli 1987 (tot er bij een herziening doorgevoerd op verzoek of ambtshalve, een beslissing wordt getroffen in toepassing van de wet van 27 februari 1987). De maximale tegemoetkomingen bedragen : 3.1. De gewone tegemoetkoming : 3.1.1. basisbedragen : - gehuwde 9.158,86 EUR - alleenstaande 6.869,15 EUR - samenwonende 4.579,44 EUR 3.1.2. verhogingen toegekend naargelang van de invaliditeitsgraad : 30 of 35 pct. 471,17 EUR 40 of 45 pct. 942,34 EUR 50 of 55 pct. 1.413,56 EUR 60 of 65 pct. 1.884,73 EUR 70 of 75 pct. 2.748,56 EUR 80 of 85 pct. 3.141,22 EUR 90 of 95 pct. 3.926,48 EUR 100 pct. 4.711,81 EUR 3.2. De bijzondere tegemoetkoming : De basisbedragen zijn dezelfde als voor de gewone tegemoetkoming.

De verhogingen, die dezelfde zijn als voor de gewone tegemoetkoming, worden toegekend vanaf een invaliditeitsgraad van 65 pct. 4. De wet van 27 juni 1969 blijft eveneens van toepassing voor de personen met een handicap aan wie een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen werd toegekend die inging vóór 1 november 1989 (tenzij de toepassing van de wet van 27 februari 1987 voor hen voordeliger is - principe van de verworven rechten). De tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen bedraagt : 1.747,33 EUR E. Leefloon (Jaarbedragen) - samenwonend persoon 4.762,56 EUR - alleenstaand persoon 7.143,84 EUR - alleenstaand persoon die onderhoudsgeld betaalt voor één of meerdere kinderen of het co-ouderschap heeft 8.334,48 EUR - éénoudergezin met kinderlast 9.525,12 EUR F. Gezinsbijslag I. Werknemers 1. Kraamgeld : 1e geboorte 1.003,33 EUR 2e geboorte en elk volgende 754,89 EUR Opmerking : het kraamgeld kan aangevraagd worden vanaf de zesde maand van de zwangerschap; de uitbetaling ervan kan worden bekomen twee maanden voor de vermoedelijke geboortedatum. 2. Adoptiepremie : per geadopteerd kind 1.003,33 EUR 3. Kinderbijslag : Bedragen per maand a) Gewone kinderbijslag : 1e kind 74,06 EUR 2e kind 137,03 EUR 3e kind en elk volgende 204,60 EUR b) Kinderbijslag voor wezen : per weeskind 284,50 EUR c) Bijkomende bijslag voor de kinderen van werklozen (vanaf de zevende maand) en gepensioneerden : 1e kind 37,70 EUR 2e kind 23,37 EUR 3e kind en elk volgende 4,10 EUR d) Bijkomende bijslag voor kinderen van invalide werknemers : 1e kind 81,12 EUR 2e kind 23,37 EUR 3e kind en elk volgende 4,10 EUR e) Bijkomende bijslag voor het kind van minder dan 21 jaar dat geboren is uiterlijk op 1 januari 1996 en getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 pct.: - indien het 0, 1, 2 of 3 punten met betrekking tot de zelfredzaamheid bekomt : 333,17 EUR - indien het 4, 5 of 6 punten met betrekking tot de zelfredzaamheid bekomt : 364,70 EUR - indien het 7, 8 of 9 punten met betrekking tot de zelfredzaamheid bekomt : 389,87 EUR f) Bijkomende bijslag voor het kind van minder dan 21 jaar dat geboren is na 1 januari 1996 en een aandoening heeft die gevolgen heeft voor hemzelf, op het vlak van de lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid of op het vlak van de activiteit en de participatie, of voor zijn familiale omgeving : - indien het minimum 6 punten (minimum 4 punten in pijler 1) en maximum 8 punten van de medisch-sociale schaal behaalt 64,94 EUR - indien het minimum 9 punten en maximum 11 punten van de medisch-scoiale schaal behaalt 162,36 EUR - indien het minimum 12 punten en maximum 14 punten van de medisch-sociale schaal behaalt 270,60 EUR - indien het minimum 15 punten en maximum 17 punten van de medisch-sociale schaal behaalt 378,84 EUR - indien het minimum 18 punten en maximum 20 punten van de medisch-sociale schaal behaalt 405,90 EUR - indien het meer dan 20 punten van de medisch-sociale schaal behaalt 432,96 EUR g) Gehandicapten van meer dan 25 jaar, die de leeftijd van 21 jaar bereikt hebben vóór 1 juli 1987, wezen of afhankelijk van een invalide werknemer : Kinderbijslag 92,71 EUR Leeftijdsbijslag 29,87 EUR h) Leeftijdsbijslagen : Kinderen geboren na 31 december 1990 Eerste rang van de gewone schaal (niet-gehandicapte kinderen) Kind van 6 tot 12 jaar 12,90 EUR Kind van 12 tot 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2003) 19,65 EUR Kind boven de 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2009) 22,64 EUR Kind geboren tussen 1 januari 1991 en 31 december 1996 dat EERSTE RANG wordt ter vervanging van een rechtgevende op leeftijdsbijslag, vanaf 6 jaar tot minder dan 18 jaar 25,73 EUR Kind geboren tussen 1 januari 1991 en 31 december 1996 dat EERSTE RANG wordt ter vervanging van een rechtgevende op leeftijdsbijslag, vanaf 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2009) 27,63 EUR Andere kinderen (gehandicapte kinderen inbegrepen) Kind van 6 tot 12 jaar 25,73 EUR Kind van 12 tot 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2003) 39,31 EUR Kind boven de 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2009) 49,99 EUR Kinderen geboren vóór 1 januari 1991 Eerste rang van de gewone schaal (niet-gehandicapte kinderen) Kind geboren tussen 1 januari 1985 en 31 december 1990, minder dan 18 jaar 25,73 EUR Kind geboren tussen 1 januari 1985 en 31 december 1990, vanaf 18 jaar (voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 2003) 27,63 EUR Kind geboren tussen 1 januari 1981 en 31 december 1984, 41,22 EUR Kind geboren vóór 1 januari 1981 43,38 EUR Andere kinderen (gehandicapte kinderen inbegrepen) Kind van 12 tot 18 jaar 39,31 EUR Kind boven de 18 jaar 49,99 EUR 4.Bedrag van het loon of de sociale uitkering waarboven de leerling, verbonden door een leerovereenkomst, ophoudt de kinderbijslag te genieten : Per maand 423,91 EUR 5. Bedrag van het loon of de sociale uitkering waarboven de werkzoekende die een winstgevende activiteit uitoefent ophoudt de kinderbijslag te genieten : Per maand 423,91 EUR 6.Bedrag van het loon of de sociale uitkering waarboven het niet meer leerplichtige kind dat een vorm van deeltijds secundair onderwijs volgt, zoals ingericht onder de voorwaarden voorgeschreven door de gemeenschappen, of een erkende vorming volgt, en een winstgevende activiteit uitoefent of een sociale uitkering geniet, ophoudt de kinderbijslag te genieten : Per maand 423,91 EUR 7. Bedrag van het brutoloon of de sociale uitkering waarboven het kind dat lessen volgt en stages volbrengt, ophoudt de kinderbijslag te genieten : Per maand 423,91 EUR 8.Bedrag van het loon of de sociale uitkering die eruit voortvloeit, verbonden aan de hoedanigheid van rechthebbende met personen ten laste : Per maand 241,44 EUR 9. Bedrag van de vervangingsinkomens boven welke geen recht meer bestaat op de verhoogde bijslag : Dagelijks maximumbedrag 60,73 EUR Maandelijks maximumbedrag 1.639,71 EUR 10. Bedrag van de hoofdelijke bijdragen die van toepassing zijn op de betrokken werkgevers ten aanzien van de werknemers die in dienst zijn getreden vóór de inwerkingtreding van de wet van 10 juni 1998 : Per dag 6,68 EUR Per maand 140,33 EUR II.Gewaarborgde gezinsbijslag 1. Kraamgeld : 1e geboorte 1.003,33 EUR 2e geboorte en elk volgende 754,89 EUR 2. Kinderbijslag (per maand) : a) Kinderen die voor een volledige maand geen kinderbijslag genieten in een andere regeling : - basisbedrag 1e kind 74,06 EUR 2e kind 137,03 EUR 3e kind en elk volgende 204,60 EUR - bijkomende bijslag 1e kind 37,70 EUR 2e kind 23,37 EUR 3e kind en elk volgende 4,10 EUR b) Kinderen die al voor een volledige maand kinderbijslag genieten in een andere regeling : 1e kind 37,67 EUR 2e kind 137,03 EUR 3e kind en elk volgende 204,60 EUR 3.Kinderbijslag voor wezen : per weeskind 284,50 EUR 4. Leeftijdsbijslagen (per maand) : a) Kinderen die voor een volledige maand geen kinderbijslag genieten in een andere regeling : - Kind van minstens 6 jaar oud 25,73 EUR - Kind van minstens 12 jaar oud 39,31 EUR - Kind van minstens 18 jaar oud 49,99 EUR b) Kinderen die al voor een volledige maand kinderbijslag genieten in een andere regeling : - Kind van minstens 6 jaar oud 25,73 EUR - Kind van minstens 12 jaar oud 39,31 EUR - Kind van minstens 18 jaar oud 1° voor het eerstgeborene van een groep 43,38 EUR 2° voor de andere kinderen 49,99 EUR Het enige of het laatstgeboren kind geniet geen leeftijdsbijslag.5. Bijzondere bijslag voor geplaatste kinderen a) Kinderen die voor een volledige maand geen kinderbijslag genieten in een andere regeling : 49,69 EUR b) Kinderen die al voor een volledige maand kinderbijslag genieten in een andere regeling : 37,67 EUR 6.Grenzen van de bestaansmiddelen per kwartaal die niet mogen overschreden worden voor de toekenning van de kinderbijslag, de bijzondere bijslag of het kraamgeld : met een rechtgevend kind ten laste 3.332,77 EUR met twee rechtgevende kinderen ten laste 3.999,32 EUR met drie rechtgevende kinderen ten laste 4.665,88 EUR met vier rechtgevende kinderen ten laste 5.332,43 EUR met vijf rechtgevende kinderen ten laste 5.998,99 EUR met zes rechtgevende kinderen ten laste 6.665,54 EUR

^