gepubliceerd op 23 januari 2002
Examens waarbij de doctors en licentiaten in de rechten in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de voorschriften van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken na te leven. - Gewone zittijd van maart 2002 Het Min De aanvragen tot inschrijving moeten vóór 24 februari 2002, bij middel van een kopie van het hierbi(...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Examens waarbij de doctors en licentiaten in de rechten in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de voorschriften van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken na te leven. - Gewone zittijd van maart 2002 Het Ministerie van Justitie zal binnenkort taalexamens organiseren ten behoeve van doctors en licentiaten in de rechten (kennis van de Franse taal, van de Nederlandse taal of van de Duitse taal) overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 juni 1935 betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken.
De aanvragen tot inschrijving moeten vóór 24 februari 2002, bij middel van een kopie van het hierbijgevoegd inschrijvingsformulier opgestuurd worden bij aangetekende zending aan de heer Minister van Justitie, Directoraat-generaal, Rechterlijke Organisatie, dienst personeelszaken R.O./taalexamens-doctors en licentiaten in de rechten, Waterloolaan 115, te 1000 Brussel. Aanvragen na die datum ingediend, komen niet in aanmerking. De postdatum geldt als bewijs. De examinandus vermeldt zijn volledige identiteit en de taal waarover hij ondervraagd wenst te worden.
Het examengeld bedraagt 5 EUR. Dit bedrag dient bij de inschrijving gestort te worden op prk. 679-2005505-30 van het Ministerie van Justitie, Directoraat-generaal, Rechterlijke Organisatie, dienst personeelszaken R.O./examens, doctors en licentiaten in de rechten, Diverse Ontvangsten.
Het examen omvat een mondeling en een schriftelijk gedeelte. Het mondeling gedeelte geschiedt in het openbaar en gaat het schriftelijk gedeelte vooraf.
Het mondeling gedeelte bestaat in : 1. het luidop lezen van één of meer wetteksten, gesteld in de taal waarover het examen loopt.Die teksten hebben betrekking op het strafrecht, de strafvordering, het burgerlijk recht, het handelsrecht en het gerechtelijk privaatrecht; 2. een gesprek over een onderwerp in verband met het dagelijks leven. Het schriftelijk gedeelte bestaat in het redigeren, in de taal waarover het examen loopt, van een commentaar op een in de andere taal gesteld vonnis of arrest.
De examinandi mogen zich van juridische boeken en woordenboeken alsmede van wetboeken bedienen.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) BIFFER LA MENTION INUTILE. Pour tous renseignements : veuillez contacter M. Anciaux, Patrice, au 02-542 66 38