Etaamb.openjustice.be
Wet van 31 juli 2009
gepubliceerd op 08 september 2009

Wet tot omzetting van Richtlijn 2007/44/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2009003294
pub.
08/09/2009
prom.
31/07/2009
ELI
eli/wet/2009/07/31/2009003294/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

31 JULI 2009. - Wet tot omzetting van Richtlijn 2007/44/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Deze wet heeft de omzetting tot doel van Richtlijn 2007/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector. HOOFDSTUK 2. - Kredietinstellingen

Art. 3.Artikel 3, § 1, 3°, van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2007, wordt aangevuld als volgt : « er wordt geen rekening gehouden met stemrechten of aandelen die worden gehouden als gevolg van het vast overnemen van financiële instrumenten en/of het plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie, tenzij die rechten worden uitgeoefend of anderszins worden gebruikt om inspraak uit te oefenen in het bestuur van de uitgevende instelling, en mits ze binnen één jaar na hun verwerving worden overgedragen; ».

Art. 4.In artikel 17, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste zin « Een vergunning wordt pas verleend nadat de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in kennis is gesteld van de identiteit van de natuurlijke of rechtspersonen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een al dan niet stemrechtverlenende deelneming van ten minste 5 pct.bezitten in het kapitaal van de kredietinstelling. » wordt vervangen als volgt : « De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen verleent pas een vergunning nadat zij in kennis is gesteld van de identiteit van de natuurlijke of rechtspersonen die, alleen of in onderling overleg handelend, rechtstreeks of onrechtstreeks een al dan niet stemrechtverlenende gekwalificeerde deelneming bezitten in het kapitaal van de kredietinstelling. »; 2° de laatste zin « De stemrechten worden berekend conform de bepalingen van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, alsook conform de bepalingen van haar uitvoeringsbesluiten.» wordt opgeheven.

Art. 5.Artikel 24 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 februari 2009, wordt vervangen als volgt : «

Art. 24.§ 1. Onverminderd artikel 17 en onverminderd de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, moet iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die besloten heeft om, rechtstreeks of onrechtstreeks, een gekwalificeerde deelneming in een kredietinstelling naar Belgisch recht te verwerven of te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de drempel van 20 %, 30 % of 50 % zou bereiken of overschrijden, dan wel de kredietinstelling zijn dochteronderneming zou worden, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan vooraf schriftelijk kennis geven met vermelding van de omvang van de beoogde deelneming en de in paragraaf 3, derde lid, bedoelde relevante informatie. § 2. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zendt de kandidaat-verwerver snel en in elk geval binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving en van alle in pararaaf 1 bedoelde informatie, alsook na de eventuele ontvangst, op een later tijdstip, van de in het derde lid bedoelde informatie, een schriftelijke ontvangstbevestiging. Zij vermeldt daarin de datum waarop de beoordelingsperiode afloopt.

De beoordelingsperiode waarover de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen beschikt om de in paragraaf 3 bedoelde beoordeling uit te voeren, bedraagt ten hoogste zestig werkdagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangstbevestiging van de kennisgeving en van alle documenten die bij de kennisgeving gevoegd moeten worden conform de in paragraaf 3, derde lid, bedoelde lijst.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan tijdens de beoordelingsperiode, doch niet na de vijftigste werkdag daarvan, aanvullende informatie opvragen die noodzakelijk is om haar beoordeling af te ronden. Dit verzoek wordt schriftelijk gedaan en vermeldt welke aanvullende informatie nodig is.

De beoordelingsperiode wordt onderbroken vanaf de datum van het verzoek van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen om informatie tot de ontvangst van een antwoord daarop van de kandidaat-verwerver. De onderbreking duurt ten hoogste twintig werkdagen. Hoewel het de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen na het verstrijken van de uiterste datum vastgelegd conform het vorige lid, vrij staat om ter vervollediging of verduidelijking bijkomende verzoeken om informatie te formuleren, hebben deze verzoeken evenwel geen onderbreking van de beoordelingsperiode tot gevolg.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan de in het vierde lid bedoelde onderbreking verlengen tot ten hoogste dertig werkdagen : a) indien de kandidaat-verwerver buiten de Europese Economische Ruimte is gevestigd of aan een niet communautaire reglementering onderworpen is;of b) indien de kandidaat-verwerver een natuurlijke of rechtspersoon is die niet aan toezicht onderworpen is ingevolge Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking), Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (ICBE's), Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche (derde richtlijn schadeverzekering), Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering, Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten of Richtlijn 2005/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2005 betreffende herverzekering. § 3. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan zich in de loop van de beoordelingsperiode bedoeld in paragraaf 2, verzetten tegen de voorgenomen verwerving indien zij, uitgaande van de in het tweede lid vastgestelde criteria, om gegronde redenen niet overtuigd is van de geschiktheid van de kandidaat-verwerver gelet op de noodzaak om een gezond en voorzichtig beleid van de kredietinstelling te waarborgen, of indien de informatie die de kandidaat-verwerver heeft verstrekt onvolledig is.

Bij de beoordeling van de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving en informatie, en van de in paragraaf 2 bedoelde aanvullende informatie, toetst de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, met het oog op een gezond en voorzichtig beleid van de kredietinstelling die het doelwit is van de verwerving en rekening houdend met de vermoedelijke invloed van de kandidaat-verwerver op de kredietinstelling, de geschiktheid van de kandidaat-verwerver en de financiële soliditeit van de voorgenomen verwerving aan alle onderstaande criteria : a) de reputatie van de kandidaat-verwerver;b) de reputatie en ervaring van elke in artikel 18 bedoelde persoon die het bedrijf van de kredietinstelling als gevolg van de voorgenomen verwerving feitelijk gaat leiden;c) de financiële soliditeit van de kandidaat-verwerver, met name met betrekking tot de aard van de werkzaamheden die verricht en beoogd worden in de kredietinstelling die het doelwit is van de verwerving;d) of de kredietinstelling zal kunnen voldoen en blijven voldoen aan de prudentiële voorschriften op grond van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, met name of de groep waarvan zij deel gaat uitmaken zo gestructureerd is dat effectief toezicht en effectieve uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten mogelijk zijn, en dat de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de bevoegde autoriteiten kan worden bepaald;e) of er gegronde redenen zijn om te vermoeden dat in verband met de voorgenomen verwerving geld wordt of werd witgewassen of terrorisme wordt of werd gefinancierd dan wel dat gepoogd wordt of werd geld wit te wassen of terrorisme te financieren in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, of dat de voorgenomen verwerving het risico daarop zou kunnen vergroten. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen publiceert op haar website een lijst met de voor de beoordeling vereiste relevante informatie die in verhouding staat tot en is afgestemd op de aard van de kandidaat-verwerver en de voorgenomen verwerving en die haar samen met de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving moet worden verstrekt.

Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen na voltooiing van de beoordeling besluit zich te verzetten tegen de voorgenomen verwerving, stelt zij de kandidaat-verwerver daarvan schriftelijk in kennis binnen twee werkdagen en zonder de beoordelingsperiode te overschrijden. Op verzoek van de kandidaat-verwerver kan een passende motivering van het besluit voor het publiek toegankelijk worden gemaakt.

Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zich binnen de beoordelingsperiode niet verzet tegen de voorgenomen verwerving, wordt deze geacht te zijn goedgekeurd.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen mag voor de voltooiing van de voorgenomen verwerving een maximumtermijn vaststellen en deze termijn zo nodig verlengen. § 4. Voor het verrichten van de in paragraaf 3 bedoelde beoordeling werkt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in onderling overleg samen met iedere andere betrokken bevoegde autoriteit indien de kandidaat-verwerver een van de volgende personen is : a) een kredietinstelling, een verzekeringsonderneming, een herverzekeringsonderneming, een beleggingsonderneming of een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging waaraan een vergunning is verleend in een andere lidstaat;of b) de moederonderneming van een van de in de bepaling onder a) bedoelde ondernemingen;of c) een natuurlijke of rechtspersoon die de controle heeft over een van de in de bepaling onder a) bedoelde ondernemingen. In de in het voormelde lid bedoelde gevallen vermeldt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in haar besluit steeds de eventuele standpunten en bedenkingen van de autoriteit die bevoegd is voor de kandidaat-verwerver.

Indien de prudentiële beoordeling van een voorgenomen verwerving tot de bevoegdheid behoort van een in een andere lidstaat competente toezichthouder op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, herverzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, wisselt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen met deze toezichthouder zo spoedig mogelijk alle informatie uit die relevant of van essentieel belang is voor de beoordeling. Daartoe verstrekt zij deze toezichthouder op verzoek alle relevante informatie en uit eigen beweging alle essentiële informatie. § 5. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die heeft besloten om niet langer een rechtstreekse of onrechtstreekse gekwalificeerde deelneming in een kredietinstelling te bezitten, stelt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan vooraf schriftelijk in kennis met vermelding van het bedrag van de voorgenomen deelneming.

Een dergelijke persoon stelt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen evenzo in kennis van zijn beslissing om de omvang van zijn gekwalificeerde deelneming zodanig te verkleinen dat het percentage van de door hem gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal onder de drempel van 20 %, 30 % of 50 % daalt of dat de kredietinstelling ophoudt zijn dochteronderneming te zijn. § 6. Indien de bij paragraaf 1 of paragraaf 5 voorgeschreven voorafgaande kennisgeving niet wordt verricht of indien een deelneming wordt verworven of vergroot ondanks het in paragraaf 3 bedoelde verzet van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, kan de voorzitter van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de kredietinstelling haar zetel heeft, uitspraak doende als in kort geding, de in artikel 516, § 1, van het Wetboek van vennootschappen bedoelde maatregelen nemen, alsook alle of een deel van de beslissingen van een algemene vergadering die in de voornoemde gevallen zou zijn gehouden, nietig verklaren.

De procedure wordt ingeleid bij dagvaarding door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen.

Artikel 516, § 3, van het Wetboek van Vennootschappen is van toepassing. § 7. Onverminderd artikel 17 en onverminderd de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, moet iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een deelneming heeft verworven in een kredietinstelling naar Belgisch recht, dan wel zijn deelneming in een kredietinstelling naar Belgisch recht rechtstreeks of onrechtstreeks heeft vergroot, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de drempel van 5 % van de stemrechten of het kapitaal bereikt of overschrijdt zonder dat hij aldus een gekwalificeerde deelneming verkrijgt, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan schriftelijk kennis geven binnen een termijn van tien werkdagen na de verwerving.

Iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die niet langer een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming bezit van meer dan 5 % van de stemrechten of het kapitaal in een kredietinstelling, die geen gekwalificeerde deelneming was, dient binnen een termijn van tien werkdagen eenzelfde kennisgeving te verrichten.

De kennisgevingen bedoeld in het eerste en tweede lid vermelden de exacte identiteit van de verwerver of verwervers, het aantal verworven of vervreemde aandelen en het percentage van de stemrechten en van het kapitaal van de kredietinstelling die na de verwerving of vervreemding worden gehouden, alsook de vereiste informatie als opgegeven in de lijst die de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen conform paragraaf 3, derde lid, op haar website publiceert. § 8. Zodra zij daarvan kennis hebben, stellen de kredietinstellingen de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in kennis van de verwervingen of vervreemdingen van hun aandelen die een stijging boven of daling onder een van de drempels bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, tot gevolg hebben.

Onder dezelfde voorwaarden delen zij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen ten minste eens per jaar de identiteit mee van de alleen of in onderling overleg handelende aandeelhouders of vennoten die rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming bezitten in hun kapitaal, alsook welke kapitaalfractie en hoeveel stemrechten zij aldus bezitten. Zij delen de Commissie voor het Bank, Financie- en Assurantiewezen evenzo mee voor hoeveel aandelen en voor hoeveel hieraan verbonden stemrechten zij een kennisgeving van verwerving of vervreemding hebben ontvangen overeenkomstig artikel 515 van het Wetboek van vennootschappen, ingeval een dergelijke kennisgeving aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen niet statutair is voorgeschreven. »

Art. 6.Artikel 25 van dezelfde wet, opgeheven bij de wet van 15 mei 2007, wordt hersteld als volgt : «

Art. 25.Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen grond heeft om aan te nemen dat de invloed van een natuurlijke of rechtspersoon die rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming bezit in een kredietinstelling, een gezond en voorzichtig beleid van deze kredietinstelling kan belemmeren, kan zij, onverminderd de andere bij deze wet bepaalde maatregelen : 1° de uitoefening schorsen van de aan de aandelen verbonden stemrechten die in bezit zijn van de betrokken aandeelhouder of vennoot;zij kan, op verzoek van elke belanghebbende, toestaan dat de door haar bevolen maatregelen worden opgeheven; haar beslissing wordt op de meest geschikte wijze ter kennis gebracht van de betrokken aandeelhouder of vennoot; haar beslissing is uitvoerbaar zodra zij ter kennis is gebracht; de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan haar beslissing openbaar maken; 2° de betrokken aandeelhouder of vennoot aanmanen om, binnen de termijn die zij bepaalt, de aandeelhoudersrechten in zijn bezit over te dragen. Als zij binnen de vastgestelde termijn niet worden overgedragen, kan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bevelen de aandeelhoudersrechten te sekwestreren bij de instelling of de persoon die zij bepaalt. Het sekwester brengt dit ter kennis van de kredietinstelling die het register van de aandelen op naam dienovereenkomstig wijzigt en de uitoefening van de hieraan verbonden rechten enkel aanvaardt vanwege het sekwester. Het sekwester handelt in het belang van een gezond en voorzichtig beleid van de kredietinstelling en in het belang van de houder van de gesekwestreerde aandeelhoudersrechten. Het oefent alle rechten uit die aan de aandelen zijn verbonden. De bedragen die het sekwester als dividend of anderszins int, worden slechts aan de voornoemde houder overgemaakt indien hij gevolg heeft gegeven aan de in het eerste lid, 2°, bedoelde aanmaning. Om in te schrijven op kapitaalverhogingen of andere al dan niet stemrechtverlenende effecten, om te kiezen voor dividenduitkering in aandelen van de vennootschap, om in te gaan op openbare overname- of ruilaanbiedingen en om nog niet volgestorte aandelen vol te storten, is de instemming van de voornoemde houder vereist. De aandeelhoudersrechten die zijn verworven in het kader van dergelijke verrichtingen worden van rechtswege toegevoegd aan het voornoemde sekwester. De vergoeding van het sekwester wordt vastgesteld door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen en betaald door de voornoemde houder. Het sekwester kan deze vergoeding aftrekken van de bedragen die hem worden gestort in zijn hoedanigheid van sekwester of die hem worden gestort door de voornoemde houder in het vooruitzicht of na uitvoering van de hierboven bedoelde verrichtingen.

Indien na afloop van de overeenkomstig het eerste lid, 2°, eerste zin, vastgestelde termijn, stemrechten werden uitgeoefend door de oorspronkelijke houder of door een andere persoon, buiten het sekwester, die optreedt voor rekening van deze houder, niettegenstaande een schorsing van hun uitoefening overeenkomstig het eerste lid, 1°, kan de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de vennootschap haar zetel heeft, op verzoek van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, alle of een deel van de beslissingen van de algemene vergadering nietig verklaren wanneer het aanwezigheids- of meerderheidsquorum dat is vereist voor de genoemde beslissingen, buiten de onwettig uitgeoefende stemrechten niet zou zijn bereikt. »

Art. 7.In artikel 42, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007, worden de woorden « De artikelen 20, 24, » vervangen door de woorden « De artikelen 20, 24, 25, ».

Art. 8.In artikel 57, § 1, tweede lid, 2°, vierde zin, van dezelfde wet worden de woorden « artikel 24, § 7, 2° is van toepassing » vervangen door de woorden « artikel 25, tweede lid is van toepassing ».

Art. 9.In artikel 104, § 1, van dezelfde wet wordt het 3° vervangen als volgt : « 3° wie met opzet de kennisgevingen als bedoeld in artikel 24, §§ 1 en 5 niet verricht, wie het verzet negeert als bedoeld in artikel 24, § 3, of wie de schorsing negeert als bedoeld in artikel 25, eerste lid, 1°; ». HOOFDSTUK 3. - Verzekeringsondernemingen

Art. 10.In artikel 2, § 6, van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 februari 2009, wordt een punt 10°ter ingevoegd, luidende : « 10°ter gekwalificeerde deelneming : het rechtstreeks of onrechtstreeks bezit van ten minste 10 % van het kapitaal van een vennootschap of van de stemrechten die zijn verbonden aan de door deze vennootschap uitgegeven effecten, dan wel elke andere mogelijkheid om een invloed van betekenis uit te oefenen op het beleid van de vennootschap waarin wordt deelgenomen; de stemrechten worden berekend conform de bepalingen van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, alsook conform de bepalingen van haar uitvoeringsbesluiten; er wordt geen rekening gehouden met stemrechten of aandelen die worden gehouden als gevolg van het vast overnemen van financiële instrumenten en/of het plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie, tenzij die rechten worden uitgeoefend of anderszins worden gebruikt om inspraak uit te oefenen in het bestuur van de uitgevende instelling, en mits ze binnen één jaar na hun verwerving worden overgedragen; ».

Art. 11.In artikel 5, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 juli 1991 en bij het koninklijk besluit van 6 mei 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : « 3° de identiteit van de natuurlijke of rechtspersonen die, alleen of in onderling overleg handelend, rechtstreeks of onrechtstreeks een al dan niet stemrechtverlenende gekwalificeerde deelneming bezitten in het kapitaal van de verzekeringsonderneming;vermelding van de kapitaalfractie en het aantal stemrechten die deze personen bezitten; » b) in de bepaling onder 3°bis, worden de woorden « zoals voorzien in artikel 23bis, § 4 » opgeheven.

Art. 12.In artikel 8, § 1, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 mei 1997 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 2003, worden de woorden « zoals bepaald in artikel 23bis, § 4 » opgeheven.

Art. 13.Artikel 23bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 19 juli 1991 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 februari 2009, wordt vervangen als volgt : «

Art. 23bis.§ 1. Onverminderd de artikelen 5 en 8 en onverminderd de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, moet iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die besloten heeft om, rechtstreeks of onrechtstreeks, een gekwalificeerde deelneming in een verzekeringsonderneming naar Belgisch recht te verwerven of te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de drempel van 20 %, 30 % of 50 % zou bereiken of overschrijden, dan wel de verzekeringsonderneming zijn dochteronderneming zou worden, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan vooraf schriftelijk kennis geven met vermelding van de omvang van de beoogde deelneming en de in paragraaf 3, derde lid, bedoelde relevante informatie. § 2. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zendt de kandidaat-verwerver snel en in elk geval binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving en van alle in paragraaf 1 bedoelde informatie, alsook na de eventuele ontvangst, op een later tijdstip, van de in het derde lid bedoelde informatie, een schriftelijke ontvangstbevestiging. Zij vermeldt daarin de datum waarop de beoordelingsperiode afloopt.

De beoordelingsperiode waarover de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen beschikt om de in paragraaf 3 bedoelde beoordeling uit te voeren, bedraagt ten hoogste zestig werkdagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangstbevestiging van de kennisgeving en van alle documenten die bij de kennisgeving gevoegd moeten worden conform de in paragraaf 3, derde lid, bedoelde lijst.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan tijdens de beoordelingsperiode, doch niet na de vijftigste werkdag daarvan, aanvullende informatie opvragen die noodzakelijk is om haar beoordeling af te ronden. Dit verzoek wordt schriftelijk gedaan en vermeldt welke aanvullende informatie nodig is.

De beoordelingsperiode wordt onderbroken vanaf de datum van het verzoek van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen om informatie tot de ontvangst van een antwoord daarop van de kandidaat-verwerver. De onderbreking duurt ten hoogste twintig werkdagen. Hoewel het de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen na het verstrijken van de uiterste datum vastgelegd conform het vorige lid, vrij staat om ter vervollediging of verduidelijking bijkomende verzoeken om informatie te formuleren, hebben deze verzoeken evenwel geen onderbreking van de beoordelingsperiode tot gevolg.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan de in het vierde lid bedoelde onderbreking verlengen tot ten hoogste dertig werkdagen : a) indien de kandidaat-verwerver buiten de Europese Economische Ruimte is gevestigd of aan een niet communautaire reglementering onderworpen is;of b) indien de kandidaat-verwerver een natuurlijke of rechtspersoon is die niet aan toezicht onderworpen is ingevolge Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking), Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (ICBE's), Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche (derde richtlijn schadeverzekering), Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering, Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten of Richtlijn 2005/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2005 betreffende herverzekering. § 3. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan zich in de loop van de beoordelingsperiode bedoeld in paragraaf 2, verzetten tegen de voorgenomen verwerving indien zij, uitgaande van de in het tweede lid vastgestelde criteria, om gegronde redenen niet overtuigd is van de geschiktheid van de kandidaat-verwerver gelet op de noodzaak om een gezond en voorzichtig beleid van de verzekeringsonderneming te waarborgen, of indien de informatie die de kandidaat-verwerver heeft verstrekt onvolledig is.

Bij de beoordeling van de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving en informatie, en van de in paragraaf 2 bedoelde aanvullende informatie, toetst de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, met het oog op een gezond en voorzichtig beleid van de verzekeringsonderneming die het doelwit is van de verwerving en rekening houdend met de vermoedelijke invloed van de kandidaat-verwerver op de verzekeringsonderneming, de geschiktheid van de kandidaat-verwerver en de financiële soliditeit van de voorgenomen verwerving aan alle onderstaande criteria : a) de reputatie van de kandidaat-verwerver;b) de reputatie en ervaring van elke in artikel 90 bedoelde persoon die het bedrijf van de verzekeringsonderneming als gevolg van de voorgenomen verwerving feitelijk gaat leiden;c) de financiële soliditeit van de kandidaat-verwerver, met name met betrekking tot de aard van de werkzaamheden die verricht en beoogd worden in de verzekeringsonderneming die het doelwit is van de verwerving;d) of de verzekeringsonderneming zal kunnen voldoen en blijven voldoen aan de prudentiële voorschriften op grond van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, met name of de groep waarvan zij deel gaat uitmaken zo gestructureerd is dat effectief toezicht en effectieve uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten mogelijk zijn, en dat de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de bevoegde autoriteiten kan worden bepaald;e) of er gegronde redenen zijn om te vermoeden dat in verband met de voorgenomen verwerving geld wordt of werd witgewassen of terrorisme wordt of werd gefinancierd dan wel dat gepoogd wordt of werd geld wit te wassen of terrorisme te financieren in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, of dat de voorgenomen verwerving het risico daarop zou kunnen vergroten. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen publiceert op haar website een lijst met de voor de beoordeling vereiste relevante informatie die in verhouding staat tot en is afgestemd op de aard van de kandidaat-verwerver en de voorgenomen verwerving en die haar samen met de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving moet worden verstrekt.

Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen na voltooiing van de beoordeling besluit zich te verzetten tegen de voorgenomen verwerving, stelt zij de kandidaat-verwerver daarvan schriftelijk in kennis binnen twee werkdagen en zonder de beoordelingsperiode te overschrijden. Op verzoek van de kandidaat-verwerver kan een passende motivering van het besluit voor het publiek toegankelijk worden gemaakt.

Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zich binnen de beoordelingsperiode niet verzet tegen de voorgenomen verwerving, wordt deze geacht te zijn goedgekeurd.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen mag voor de voltooiing van de voorgenomen verwerving een maximumtermijn vaststellen en deze termijn zo nodig verlengen. § 4. Voor het verrichten van de in paragraaf 3 bedoelde beoordeling werkt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in onderling overleg samen met iedere andere betrokken bevoegde autoriteit indien de kandidaat-verwerver een van de volgende personen is : a) een kredietinstelling, een verzekeringsonderneming, een herverzekeringsonderneming, een beleggingsonderneming of een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging waaraan een vergunning is verleend in een andere lidstaat;of b) de moederonderneming van een van de in de bepaling onder a) bedoelde ondernemingen;of c) een natuurlijke of rechtspersoon die de controle heeft over een van de in de bepaling onder a) bedoelde ondernemingen. In de in het voormelde lid bedoelde gevallen vermeldt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in haar besluit steeds de eventuele standpunten en bedenkingen van de autoriteit die bevoegd is voor de kandidaat-verwerver.

Indien de prudentiële beoordeling van een voorgenomen verwerving tot de bevoegdheid behoort van een in een andere lidstaat competente toezichthouder op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, herverzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, wisselt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen met deze toezichthouder zo spoedig mogelijk alle informatie uit die relevant of van essentieel belang is voor de beoordeling. Daartoe verstrekt zij deze toezichthouder op verzoek alle relevante informatie en uit eigen beweging alle essentiële informatie. § 5. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die heeft besloten om niet langer een rechtstreekse of onrechtstreekse gekwalificeerde deelneming in een verzekeringsonderneming te bezitten, stelt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan vooraf schriftelijk in kennis met vermelding van het bedrag van de voorgenomen deelneming.

Een dergelijke persoon stelt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen evenzo in kennis van zijn beslissing om de omvang van zijn gekwalificeerde deelneming zodanig te verkleinen dat het percentage van de door hem gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal onder de drempel van 20 %, 30 % of 50 % daalt of dat de verzekeringsonderneming ophoudt zijn dochteronderneming te zijn. § 6. Indien de bij paragraaf 1 of paragraaf 5 voorgeschreven voorafgaande kennisgeving niet wordt verricht of indien een deelneming wordt verworven of vergroot ondanks het in paragraaf 3 bedoelde verzet van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, kan de voorzitter van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de verzekeringsonderneming haar zetel heeft, uitspraak doende als in kort geding, de in artikel 516, § 1, van het Wetboek van vennootschappen bedoelde maatregelen nemen, alsook alle of een deel van de beslissingen van een algemene vergadering die in de voornoemde gevallen zou zijn gehouden, nietig verklaren.

De procedure wordt ingeleid bij dagvaarding door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen.

Artikel 516, § 3, van het Wetboek van vennootschappen is van toepassing. § 7. Onverminderd artikel 5 en onverminderd de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, moet iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een deelneming heeft verworven in een verzekeringsonderneming naar Belgisch recht, dan wel zijn deelneming in een verzekeringsonderneming naar Belgisch recht rechtstreeks of onrechtstreeks heeft vergroot, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de drempel van 5 % van de stemrechten of het kapitaal bereikt of overschrijdt zonder dat hij aldus een gekwalificeerde deelneming verkrijgt, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan schriftelijk kennis geven binnen een termijn van tien werkdagen na de verwerving.

Iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die niet langer een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming bezit van meer dan 5 % van de stemrechten of het kapitaal in een verzekeringsonderneming, die geen gekwalificeerde deelneming was, dient binnen een termijn van tien werkdagen eenzelfde kennisgeving te verrichten.

De kennisgevingen bedoeld in het eerste en tweede lid vermelden de exacte identiteit van de verwerver of verwervers, het aantal verworven of vervreemde aandelen en het percentage van de stemrechten en van het kapitaal van de verzekeringsonderneming die na de verwerving of vervreemding worden gehouden, alsook de vereiste informatie als opgegeven in de lijst die de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen conform paragraaf 3, derde lid, op haar website publiceert. § 8. Zodra zij daarvan kennis hebben, stellen de verzekeringsondernemingen de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in kennis van de verwervingen of vervreemdingen van hun aandelen die een stijging boven of daling onder een van de drempels bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, tot gevolg hebben.

Tevens delen zij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen ten minste eens per jaar de identiteit mee van de alleen of in onderling overleg handelende aandeelhouders of vennoten die rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming bezitten in hun kapitaal, alsook welke kapitaalfractie en hoeveel stemrechten zij aldus bezitten. Zij delen de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen evenzo mee voor hoeveel aandelen en voor hoeveel hieraan verbonden stemrechten zij een kennisgeving van verwerving of vervreemding hebben ontvangen overeenkomstig artikel 515 van het Wetboek van vennootschappen, ingeval een dergelijke kennisgeving aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen niet statutair is voorgeschreven. ».

Art. 14.Artikel 24 van dezelfde wet wordt vernummerd tot artikel 25.

Art. 15.In dezelfde wet wordt in de plaats van artikel 24, vernummerd bij artikel 14 van deze wet, het als volgt luidende artikel 24 ingevoegd : «

Art. 24.Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen grond heeft om aan te nemen dat de invloed van een natuurlijke of rechtspersoon die rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming bezit in een verzekeringsonderneming, een gezond en voorzichtig beleid van deze verzekeringsonderneming kan belemmeren, kan zij, onverminderd de andere bij deze wet bepaalde maatregelen : 1° de uitoefening schorsen van de aan de aandelen verbonden stemrechten die in bezit zijn van de betrokken aandeelhouder of vennoot;zij kan, op verzoek van elke belanghebbende, toestaan dat de door haar bevolen maatregelen worden opgeheven; haar beslissing wordt op de meest geschikte wijze ter kennis gebracht van de betrokken aandeelhouder of vennoot; haar beslissing is uitvoerbaar zodra zij ter kennis is gebracht; de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan haar beslissing openbaar maken; 2° de betrokken aandeelhouder of vennoot aanmanen om, binnen de termijn die zij bepaalt, de aandeelhoudersrechten in zijn bezit over te dragen. Als zij binnen de vastgestelde termijn niet worden overgedragen, kan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bevelen de aandeelhoudersrechten te sekwestreren bij de instelling of de persoon die zij bepaalt. Het sekwester brengt dit ter kennis van de verzekeringsonderneming die het register van de aandelen op naam dienovereenkomstig wijzigt en de uitoefening van de hieraan verbonden rechten enkel aanvaardt vanwege het sekwester. Het sekwester handelt in het belang van een gezond en voorzichtig beleid van de verzekeringsonderneming en in het belang van de houder van de gesekwestreerde aandeelhoudersrechten. Het oefent alle rechten uit die aan de aandelen zijn verbonden. De bedragen die het sekwester als dividend of anderszins int, worden slechts aan de voornoemde houder overgemaakt indien hij gevolg heeft gegeven aan de in het eerste lid, 2°, bedoelde aanmaning. Om in te schrijven op kapitaalverhogingen of andere al dan niet stemrechtverlenende effecten, om te kiezen voor dividenduitkering in aandelen van de vennootschap, om in te gaan op openbare overname- of ruilaanbiedingen en om nog niet volgestorte aandelen vol te storten, is de instemming van de voornoemde houder vereist. De aandeelhoudersrechten die zijn verworven in het kader van dergelijke verrichtingen worden van rechtswege toegevoegd aan het voornoemde sekwester. De vergoeding van het sekwester wordt vastgesteld door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen en betaald door de voornoemde houder. Het sekwester kan deze vergoeding aftrekken van de bedragen die hem worden gestort in zijn hoedanigheid van sekwester of die hem worden gestort door de voornoemde houder in het vooruitzicht of na uitvoering van de hierboven bedoelde verrichtingen.

Indien na afloop van de overeenkomstig het eerste lid, 2°, eerste zin, vastgestelde termijn, stemrechten werden uitgeoefend door de oorspronkelijke houder of door een andere persoon, buiten het sekwester, die optreedt voor rekening van deze houder, niettegenstaande een schorsing van hun uitoefening overeenkomstig het eerste lid, 1°, kan de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de vennootschap haar zetel heeft, op verzoek van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, alle of een deel van de beslissingen van de algemene vergadering nietig verklaren wanneer het aanwezigheids- of meerderheidsquorum dat is vereist voor de genoemde beslissingen, buiten de onwettig uitgeoefende stemrechten niet zou zijn bereikt. »

Art. 16.In artikel 91ter 1, 1°, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 juni 2005 en gewijzigd bij de wet van16 februari 2009, worden de woorden « het bepaalde bij artikel 23bis van de wet is op overeenkomstige wijze van toepassing » vervangen door de woorden « het bepaalde bij de artikelen 23bis en 24 van de wet is op overeenkomstige wijze van toepassing ».

Art. 17.In artikel 91quater decies van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 maart 2001, worden de woorden « in artikelen 23bis, § 3 en 26 van de wet » vervangen door de woorden « in de artikelen 24 en 26 van de wet ». HOOFDSTUK 4. - Herverzekeringsondernemingen

Art. 18.In artikel 4 van de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf wordt de bepaling onder 11° aangevuld als volgt : « er wordt geen rekening gehouden met stemrechten of aandelen die worden gehouden als gevolg van het vast overnemen van financiële instrumenten en/of het plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie, tenzij die rechten worden uitgeoefend of anderszins worden gebruikt om inspraak uit te oefenen in het bestuur van de uitgevende instelling, en mits ze binnen één jaar na hun verwerving worden overgedragen; ».

Art. 19.In artikel 16 van dezelfde wet wordt het eerste lid vervangen als volgt : « De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen verleent pas een vergunning nadat zij in kennis is gesteld van de identiteit van de natuurlijke of rechtspersonen die, alleen of in onderling overleg handelend, rechtstreeks of onrechtstreeks een al dan niet stemrechtverlenende gekwalificeerde deelneming bezitten in het kapitaal van de herverzekeringsonderneming. In deze kennisgeving worden de kapitaalfractie en het aantal stemrechten vermeld die deze personen bezitten. ».

Art. 20.Artikel 24 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 24.§ 1. Onverminderd artikel 16 en onverminderd de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, moet iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die besloten heeft om, rechtstreeks of onrechtstreeks, een gekwalificeerde deelneming in een herverzekeringsonderneming naar Belgisch recht te verwerven of te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de drempel van 20 %, 30 % of 50 % zou bereiken of overschrijden, dan wel de herverzekeringsonderneming zijn dochteronderneming zou worden, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan vooraf schriftelijk kennis geven met vermelding van de omvang van de beoogde deelneming en de in paragraaf 3, derde lid, bedoelde relevante informatie. § 2. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zendt de kandidaat-verwerver snel en in elk geval binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving en van alle in paragraaf 1 bedoelde informatie, alsook na de eventuele ontvangst, op een later tijdstip, van de in het derde lid bedoelde informatie, een schriftelijke ontvangstbevestiging. Zij vermeldt daarin de datum waarop de beoordelingsperiode afloopt.

De beoordelingsperiode waarover de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen beschikt om de in paragraaf 3 bedoelde beoordeling uit te voeren, bedraagt ten hoogste zestig werkdagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangstbevestiging van de kennisgeving en van alle documenten die bij de kennisgeving gevoegd moeten worden conform de in paragraaf 3, derde lid, bedoelde lijst.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan tijdens de beoordelingsperiode, doch niet na de vijftigste werkdag daarvan, aanvullende informatie opvragen die noodzakelijk is om haar beoordeling af te ronden. Dit verzoek wordt schriftelijk gedaan en vermeldt welke aanvullende informatie nodig is.

De beoordelingsperiode wordt onderbroken vanaf de datum van het verzoek van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen om informatie tot de ontvangst van een antwoord daarop van de kandidaat-verwerver. De onderbreking duurt ten hoogste twintig werkdagen. Hoewel het de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen na het verstrijken van de uiterste datum vastgelegd conform het vorige lid, vrij staat om ter vervollediging of verduidelijking bijkomende verzoeken om informatie te formuleren, hebben deze verzoeken evenwel geen onderbreking van de beoordelingsperiode tot gevolg.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan de in het vierde lid bedoelde onderbreking verlengen tot ten hoogste dertig werkdagen : a) indien de kandidaat-verwerver buiten de Europese Economische Ruimte is gevestigd of aan een niet communautaire reglementering is onderworpen;of b) indien de kandidaat-verwerver een natuurlijke of rechtspersoon is die niet aan toezicht onderworpen is ingevolge Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking), Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (ICBE's), Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche (derde richtlijn schadeverzekering), Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering, Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten of Richtlijn 2005/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2005 betreffende herverzekering. § 3. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan zich in de loop van de beoordelingsperiode bedoeld in paragraaf 2, verzetten tegen de voorgenomen verwerving indien zij, uitgaande van de in het tweede lid vastgestelde criteria, om gegronde redenen niet overtuigd is van de geschiktheid van de kandidaat-verwerver gelet op de noodzaak om een gezond en voorzichtig beleid van de herverzekeringsonderneming te waarborgen, of indien de informatie die de kandidaat-verwerver heeft verstrekt onvolledig is.

Bij de beoordeling van de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving en informatie, en van de in paragraaf 2 bedoelde aanvullende informatie, toetst de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, met het oog op een gezond en voorzichtig beleid van de herverzekeringsonderneming die het doelwit is van de verwerving en rekening houdend met de vermoedelijke invloed van de kandidaat-verwerver op de herverzekeringsonderneming, de geschiktheid van de kandidaat-verwerver en de financiële soliditeit van de voorgenomen verwerving aan alle onderstaande criteria : a) de reputatie van de kandidaat-verwerver;b) de reputatie en ervaring van elke in artikel 17 bedoelde persoon die het bedrijf van de herverzekeringsonderneming als gevolg van de voorgenomen verwerving feitelijk gaat leiden;c) de financiële soliditeit van de kandidaat-verwerver, met name met betrekking tot de aard van de werkzaamheden die verricht en beoogd worden in de herverzekeringsonderneming die het doelwit is van de verwerving;d) of de herverzekeringsonderneming zal kunnen voldoen en blijven voldoen aan de prudentiële voorschriften op grond van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, met name of de groep waarvan zij deel gaat uitmaken zo gestructureerd is dat effectief toezicht en effectieve uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten mogelijk zijn, en dat de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de bevoegde autoriteiten kan worden bepaald;e) of er gegronde redenen zijn om te vermoeden dat in verband met de voorgenomen verwerving geld wordt of werd witgewassen of terrorisme wordt of werd gefinancierd dan wel dat gepoogd wordt of werd geld wit te wassen of terrorisme te financieren in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 totvoorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, of dat de voorgenomen verwerving het risico daarop zou kunnen vergroten. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen publiceert op haar website een lijst met de voor de beoordeling vereiste relevante informatie die in verhouding staat tot en is afgestemd op de aard van de kandidaat-verwerver en de voorgenomen verwerving en die haar samen met de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving moet worden verstrekt.

Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen na voltooiing van de beoordeling besluit zich te verzetten tegen de voorgenomen verwerving, stelt zij de kandidaat-verwerver daarvan schriftelijk in kennis binnen twee werkdagen en zonder de beoordelingsperiode te overschrijden. Op verzoek van de kandidaat-verwerver kan een passende motivering van het besluit voor het publiek toegankelijk worden gemaakt.

Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zich binnen de beoordelingsperiode niet verzet tegen de voorgenomen verwerving, wordt deze geacht te zijn goedgekeurd.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen mag voor de voltooiing van de voorgenomen verwerving een maximumtermijn vaststellen en deze termijn zo nodig verlengen. § 4. Voor het verrichten van de in paragraaf 3 bedoelde beoordeling werkt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in onderling overleg samen met iedere andere betrokken bevoegde autoriteit indien de kandidaat-verwerver een van de volgende personen is : a) een kredietinstelling, een verzekeringsonderneming, een herverzekeringsonderneming, een beleggingsonderneming of een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging waaraan een vergunning is verleend in een andere lidstaat;of b) de moederonderneming van een van de in de bepaling onder a) bedoelde ondernemingen;of c) een natuurlijke of rechtspersoon die de controle heeft over een van de in de bepaling onder a) bedoelde ondernemingen. In de in het voormelde lid bedoelde gevallen vermeldt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in haar besluit steeds de eventuele standpunten en bedenkingen van de autoriteit die bevoegd is voor de kandidaat-verwerver.

Indien de prudentiële beoordeling van een voorgenomen verwerving tot de bevoegdheid behoort van een in een andere lidstaat competente toezichthouder op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, herverzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, wisselt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen met deze toezichthouder zo spoedig mogelijk alle informatie uit die relevant of van essentieel belang is voor de beoordeling. Daartoe verstrekt zij deze toezichthouder op verzoek alle relevante informatie en uit eigen beweging alle essentiële informatie. § 5. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die heeft besloten om niet langer een rechtstreekse of onrechtstreekse gekwalificeerde deelneming in een herverzekeringsonderneming te bezitten, stelt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan vooraf schriftelijk in kennis met vermelding van het bedrag van de voorgenomen deelneming.

Een dergelijke persoon stelt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen evenzo in kennis van zijn beslissing om de omvang van zijn gekwalificeerde deelneming zodanig te verkleinen dat het percentage van de door hem gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal onder de drempel van 20 %, 30 % of 50 % daalt of dat de herverzekeringsonderneming ophoudt zijn dochteronderneming te zijn. § 6. Indien de bij paragraaf 1 of paragraaf 5 voorgeschreven voorafgaande kennisgeving niet wordt verricht of indien een deelneming wordt verworven of vergroot ondanks het in paragraaf 3 bedoelde verzet van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, kan de voorzitter van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de herverzekeringsonderneming haar zetel heeft, uitspraak doende als in kort geding, de in artikel 516, § 1, van het Wetboek van vennootschappen bedoelde maatregelen nemen, alsook alle of een deel van de beslissingen van een algemene vergadering die in de voornoemde gevallen zou zijn gehouden, nietig verklaren.

De procedure wordt ingeleid bij dagvaarding door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen.

Artikel 516, § 3, van het Wetboek van vennootschappen is van toepassing. § 7. Onverminderd artikel 16 en onverminderd de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, moet iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een deelneming heeft verworven in een herverzekeringsonderneming naar Belgisch recht, dan wel zijn deelneming in een herverzekeringsonderneming naar Belgisch recht rechtstreeks of onrechtstreeks heeft vergroot, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de drempel van 5 % van de stemrechten of het kapitaal bereikt of overschrijdt zonder dat hij aldus een gekwalificeerde deelneming verkrijgt, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan schriftelijk kennis geven binnen een termijn van tien werkdagen na de verwerving.

Iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die niet langer een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming bezit van meer dan 5 % van de stemrechten of het kapitaal in een herverzekeringsonderneming, die geen gekwalificeerde deelneming was, dient binnen een termijn van tien werkdagen eenzelfde kennisgeving te verrichten.

De kennisgevingen bedoeld in het eerste en tweede lid vermelden de exacte identiteit van de verwerver of verwervers, het aantal verworven of vervreemde aandelen en het percentage van de stemrechten en van het kapitaal van de herverzekeringsonderneming die na de verwerving of vervreemding worden gehouden, alsook de vereiste informatie als opgegeven in de lijst die de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen conform paragraaf 3, derde lid, op haar website publiceert. § 8. Zodra zij daarvan kennis hebben, stellen de herverzekeringsondernemingen de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in kennis van de verwervingen of vervreemdingen van hun aandelen die een stijging boven of daling onder een van de drempels bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, tot gevolg hebben.

Onder dezelfde voorwaarden delen zij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen ten minste eens per jaar de identiteit mee van de alleen of in onderling overleg handelende aandeelhouders of vennoten die rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming bezitten in hun kapitaal, alsook welke kapitaalfractie en hoeveel stemrechten zij aldus bezitten. Zij delen de Commissie voor het Bank, Financie- en Assurantiewezen evenzo mee voor hoeveel aandelen en voor hoeveel hieraan verbonden stemrechten zij een kennisgeving van verwerving of vervreemding hebben ontvangen overeenkomstig artikel 515 van het Wetboek van vennootschappen, ingeval een dergelijke kennisgeving aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen niet statutair is voorgeschreven. ».

Art. 21.In dezelfde wet wordt een artikel 24/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 24/1.Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen grond heeft om aan te nemen dat de invloed van een natuurlijke of rechtspersoon die rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming bezit in een herverzekeringsonderneming, een gezond en voorzichtig beleid van deze herverzekeringsonderneming kan belemmeren, kan zij, onverminderd de andere bij deze wet bepaalde maatregelen : 1° de uitoefening schorsen van de aan de aandelen verbonden stemrechten die in het bezit zijn van de betrokken aandeelhouder of vennoot;zij kan, op verzoek van elke belanghebbende, toestaan dat de door haar bevolen maatregelen worden opgeheven; haar beslissing wordt op de meest geschikte wijze ter kennis gebracht van de betrokken aandeelhouder of vennoot; haar beslissing is uitvoerbaar zodra zij ter kennis is gebracht; de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan haar beslissing openbaar maken; 2° de betrokken aandeelhouder of vennoot aanmanen om, binnen de termijn die zij bepaalt, de aandeelhoudersrechten in zijn bezit over te dragen. Als zij binnen de vastgestelde termijn niet worden overgedragen, kan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bevelen de aandeelhoudersrechten te sekwestreren bij de instelling of de persoon die zij bepaalt. Het sekwester brengt dit ter kennis van de herverzekeringsonderneming die het register van de aandelen op naam dienovereenkomstig wijzigt en de uitoefening van de hieraan verbonden rechten enkel aanvaardt vanwege het sekwester. Het sekwester handelt in het belang van een gezond en voorzichtig beleid van de herverzekeringonderneming en in het belang van de houder van de gesekwestreerde aandeelhoudersrechten. Het oefent alle rechten uit die aan de aandelen zijn verbonden. De bedragen die het sekwester als dividend of anderszins int, worden slechts aan de voornoemde houder overgemaakt indien hij gevolg heeft gegeven aan de in het eerste lid, 2°, bedoelde aanmaning. Om in te schrijven op kapitaalverhogingen of andere al dan niet stemrechtverlenende effecten, om te kiezen voor dividenduitkering in aandelen van de vennootschap, om in te gaan op openbare overname- of ruilaanbiedingen en om nog niet volgestorte aandelen vol te storten, is de instemming van de voornoemde houder vereist. De aandeelhoudersrechten die zijn verworven in het kader van dergelijke verrichtingen worden van rechtswege toegevoegd aan het voornoemde sekwester. De vergoeding van het sekwester wordt vastgesteld door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen en betaald door de voornoemde houder. Het sekwester kan deze vergoeding aftrekken van de bedragen die hem worden gestort in zijn hoedanigheid van sekwester of die hem worden gestort door de voornoemde houder in het vooruitzicht of na uitvoering van de hierboven bedoelde verrichtingen.

Indien na afloop van de overeenkomstig het eerste lid, 2°, eerste zin, vastgestelde termijn, stemrechten werden uitgeoefend door de oorspronkelijke houder of door een andere persoon, buiten het sekwester, die optreedt voor rekening van deze houder, niettegenstaande een schorsing van hun uitoefening overeenkomstig het eerste lid, 1°, kan de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de vennootschap haar zetel heeft, op verzoek van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, alle of een deel van de beslissingen van de algemene vergadering nietig verklaren wanneer het aanwezigheids- of meerderheidsquorum dat is vereist voor de genoemde beslissingen, buiten de onwettig uitgeoefende stemrechten niet zou zijn bereikt. »

Art. 22.In artikel 75, § 1, van dezelfde wet wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt : « 2° wie met opzet de kennisgevingen bedoeld in artikel 24, §§ 1 en 5, niet verricht, wie het in artikel 24, § 3, bedoelde verzet negeert of wie de in artikel 24/1, eerste lid, 1°, bedoelde schorsing negeert;».

Art. 23.In artikel 94 van dezelfde wet worden de woorden « in de artikelen 24, § 4, 47 en 48 van de wet » vervangen door de woorden « in de artikelen 24/1, 47 en 48 van de wet ». HOOFDSTUK 5. - Beleggingsondernemingen

Art. 24.In artikel 46 van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 15 mei 2007, wordt de bepaling onder 24° vervangen als volgt : « 24° gekwalificeerde deelneming : het rechtstreeks of onrechtstreeks bezit van ten minste 10 % van het kapitaal van een vennootschap of van de stemrechten die zijn verbonden aan de door deze vennootschap uitgegeven effecten, dan wel elke andere mogelijkheid om een invloed van betekenis uit te oefenen op het beleid van de vennootschap waarin wordt deelgenomen; de stemrechten worden berekend conform de bepalingen van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, alsook conform de bepalingen van haar uitvoeringsbesluiten; er wordt geen rekening gehouden met stemrechten of aandelen die worden gehouden als gevolg van het vast overnemen van financiële instrumenten en/of het plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie, tenzij die rechten worden uitgeoefend of anderszins worden gebruikt om inspraak uit te oefenen in het bestuur van de uitgevende instelling, en mits ze binnen één jaar na hun verwerving worden overgedragen; ».

Art. 25.In artikel 59, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 2 mei 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de eerste zin wordt vervangen als volgt : « De Commissie voor het Bank-, Financie- enAssurantiewezen verleent pas een vergunning nadat zij in kennis is gesteld van de identiteit van de natuurlijke of rechtspersonen die, alleen of in onderling overleg handelend, rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming bezitten in het kapitaal van de beleggingsonderneming.»; 2° de laatste zin wordt opgeheven.

Art. 26.Artikel 67 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 1995, de wetten van17 december 1998 en 20 juni 2005, het koninklijk besluit van 27 april 2007 en de wetten van 2 mei 2007 en16 februari 2009, wordt vervangen als volgt : «

Art. 67.§ 1. Onverminderd artikel 59 en onverminderd de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, moet iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die besloten heeft om, rechtstreeks of onrechtstreeks, een gekwalificeerde deelneming in een beleggingsonderneming naar Belgisch recht te verwerven of te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de drempel van 20 %, 30 % of 50 % zou bereiken of overschrijden, dan wel de beleggingsonderneming zijn dochteronderneming zou worden, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan vooraf schriftelijk kennis geven met vermelding van de omvang van de beoogde deelneming en de in paragraaf 3, derde lid, bedoelde relevante informatie. § 2. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zendt de kandidaat-verwerver snel en in elk geval binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving en van alle in paragraaf 1 bedoelde informatie, alsook na de eventuele ontvangst, op een later tijdstip, van de in het derde lid bedoelde informatie, een schriftelijke ontvangstbevestiging. Zij vermeldt daarin de datum waarop de beoordelingsperiode afloopt.

De beoordelingsperiode waarover de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen beschikt om de in paragraaf 3 bedoelde beoordeling uit te voeren, bedraagt ten hoogste zestig werkdagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangstbevestiging van de kennisgeving en van alle documenten die bij de kennisgeving gevoegd moeten worden conform de in paragraaf 3, derde lid, bedoelde lijst.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan tijdens de beoordelingsperiode, doch niet na de vijftigste werkdag daarvan, aanvullende informatie opvragen die noodzakelijk is om haar beoordeling af te ronden. Dit verzoek wordt schriftelijk gedaan en vermeldt welke aanvullende informatie nodig is.

De beoordelingsperiode wordt onderbroken vanaf de datum van het verzoek van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen om informatie tot de ontvangst van een antwoord daarop van de kandidaat-verwerver. De onderbreking duurt ten hoogste twintig werkdagen. Hoewel het de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen na het verstrijken van de uiterste datum vastgelegd conform het vorige lid, vrij staat om ter vervollediging of verduidelijking bijkomende verzoeken om informatie te formuleren, hebben deze verzoeken evenwel geen onderbreking van de beoordelingsperiode tot gevolg.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan de in het vierde lid bedoelde onderbreking verlengen tot ten hoogste dertig werkdagen : a) indien de kandidaat-verwerver buiten de Europese Economische Ruimte is gevestigd of aan een niet communautaire reglementering is onderworpen;of b) indien de kandidaat-verwerver een natuurlijke of rechtspersoon is die niet aan toezicht onderworpen is ingevolge Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking), Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (ICBE's), Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche (derde richtlijn schadeverzekering), Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering, Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten of Richtlijn 2005/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2005 betreffende herverzekering. § 3. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan zich in de loop van de beoordelingsperiode bedoeld in paragraaf 2, verzetten tegen de voorgenomen verwerving indien zij, uitgaande van de in het tweede lid vastgestelde criteria, om gegronde redenen niet overtuigd is van de geschiktheid van de kandidaat-verwerver gelet op de noodzaak om een gezond en voorzichtig beleid van de beleggingsonderneming te waarborgen, of indien de informatie die de kandidaat-verwerver heeft verstrekt onvolledig is.

Bij de beoordeling van de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving en informatie, en van de in paragraaf 2 bedoelde aanvullende informatie, toetst de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, met het oog op een gezond en voorzichtig beleid van de beleggingsonderneming die het doelwit is van de verwerving en rekening houdend met de vermoedelijke invloed van de kandidaat-verwerver op de beleggingsonderneming, de geschiktheid van de kandidaat-verwerver en de financiële soliditeit van de voorgenomen verwerving aan alle onderstaande criteria : a) de reputatie van de kandidaat-verwerver;b) de reputatie en ervaring van elke in artikel 60 bedoelde persoon die het bedrijf van de beleggingsonderneming als gevolg van de voorgenomen verwerving feitelijk gaat leiden;c) de financiële soliditeit van de kandidaat-verwerver, met name met betrekking tot de aard van de werkzaamheden die verricht en beoogd worden in de beleggingsonderneming die het doelwit is van de verwerving;d) of de beleggingsonderneming zal kunnen voldoen en blijven voldoen aan de prudentiële voorschriften op grond van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, met name of de groep waarvan zij deel gaat uitmaken zo gestructureerd is dat effectief toezicht en effectieve uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten mogelijk zijn, en dat de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de bevoegde autoriteiten kan worden bepaald;e) of er gegronde redenen zijn om te vermoeden dat in verband met de voorgenomen verwerving geld wordt of werd witgewassen of terrorisme wordt of werd gefinancierd dan wel dat gepoogd wordt of werd geld wit te wassen of terrorisme te financieren in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, of dat de voorgenomen verwerving het risico daarop zou kunnen vergroten. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen publiceert op haar website een lijst met de voor de beoordeling vereiste relevante informatie die in verhouding staat tot en is afgestemd op de aard van de kandidaat-verwerver en de voorgenomen verwerving en die haar samen met de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving moet worden verstrekt.

Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen na voltooiing van de beoordeling besluit zich te verzetten tegen de voorgenomen verwerving, stelt zij de kandidaat-verwerver daarvan schriftelijk in kennis binnen twee werkdagen en zonder de beoordelingsperiode te overschrijden. Op verzoek van de kandidaat-verwerver kan een passende motivering van het besluit voor het publiek toegankelijk worden gemaakt.

Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zich binnen de beoordelingsperiode niet verzet tegen de voorgenomen verwerving, wordt deze geacht te zijn goedgekeurd.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen mag voor de voltooiing van de voorgenomen verwerving een maximumtermijn vaststellen en deze termijn zo nodig verlengen. § 4. Voor het verrichten van de in paragraaf 3 bedoelde beoordeling werkt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in onderling overleg samen met iedere andere betrokken bevoegde autoriteit indien de kandidaat-verwerver een van de volgende personen is : a) een kredietinstelling, een verzekeringsonderneming, een herverzekeringsonderneming, een beleggingsonderneming of een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging waaraan een vergunning is verleend in een andere lidstaat;of b) de moederonderneming van een van de in de bepaling onder a) bedoelde ondernemingen;of c) een natuurlijke of rechtspersoon die de controle heeft over een van de in de bepaling onder a) bedoelde ondernemingen. In de in het voormelde lid bedoelde gevallen vermeldt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in haar besluit steeds de eventuele standpunten en bedenkingen van de autoriteit die bevoegd is voor de kandidaat-verwerver.

Indien de prudentiële beoordeling van een voorgenomen verwerving tot de bevoegdheid behoort van een in een andere lidstaat competente toezichthouder op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, herverzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, wisselt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen met deze toezichthouder zo spoedig mogelijk alle informatie uit die relevant of van essentieel belang is voor de beoordeling. Daartoe verstrekt zij deze toezichthouder op verzoek alle relevante informatie en uit eigen beweging alle essentiële informatie. § 5. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die heeft besloten om niet langer een rechtstreekse of onrechtstreekse gekwalificeerde deelneming in een beleggingsonderneming te bezitten, stelt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan vooraf schriftelijk in kennis met vermelding van het bedrag van de voorgenomen deelneming.

Een dergelijke persoon stelt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen evenzo in kennis van zijn beslissing om de omvang van zijn gekwalificeerde deelneming zodanig te verkleinen dat het percentage van de door hem gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal onder de drempel van 20 %, 30 % of 50 % daalt of dat de beleggingsonderneming ophoudt zijn dochteronderneming te zijn. § 6. Indien de bij paragraaf 1 of paragraaf 5 voorgeschreven voorafgaande kennisgeving niet wordt verricht of indien een deelneming wordt verworven of vergroot ondanks het in paragraaf 3 bedoelde verzet van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, kan de voorzitter van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de beleggingsonderneming haar zetel heeft, uitspraak doende als in kort geding, de in artikel 516, § 1, van het Wetboek van Vennootschappen bedoelde maatregelen nemen, alsook alle of een deel van de beslissingen van een algemene vergadering die in de voornoemde gevallen zou zijn gehouden, nietig verklaren.

De procedure wordt ingeleid bij dagvaarding door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen.

Artikel 516, § 3, van het Wetboek van vennootschappen is van toepassing. § 7. Onverminderd artikel 59 en onverminderd de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, moet iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een deelneming heeft verworven in een beleggingsonderneming naar Belgisch recht, dan wel zijn deelneming in een beleggingsonderneming naar Belgisch recht rechtstreeks of onrechtstreeks heeft vergroot, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de drempel van 5 % van de stemrechten of het kapitaal bereikt of overschrijdt zonder dat hij aldus een gekwalificeerde deelneming verkrijgt, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan schriftelijk kennis geven binnen een termijn van tien werkdagen na de verwerving.

Iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die niet langer een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming bezit van meer dan 5 % van de stemrechten of het kapitaal in een beleggingsonderneming, die geen gekwalificeerde deelneming was, dient binnen een termijn van tien werkdagen eenzelfde kennisgeving te verrichten.

De kennisgevingen bedoeld in het eerste en tweede lid vermelden de exacte identiteit van de verwerver of verwervers, het aantal verworven of vervreemde aandelen en het percentage van de stemrechten en van het kapitaal van de beleggingsonderneming die na de verwerving of vervreemding worden gehouden, alsook de vereiste informatie als opgegeven in de lijst die de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen conform paragraaf 3, derde lid, op haar website publiceert. § 8. Zodra zij daarvan kennis hebben, stellen de beleggingsondernemingen de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in kennis van de verwervingen of vervreemdingen van hun aandelen die een stijging boven of daling onder een van de drempels bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, tot gevolg hebben.

Onder dezelfde voorwaarden delen zij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen ten minste eens per jaar de identiteit mee van de alleen of in onderling overleg handelende aandeelhouders of vennoten die rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming bezitten in hun kapitaal, alsook welke kapitaalfractie en hoeveel stemrechten zij aldus bezitten. Zij delen de Commissie voor het Bank, Financie- en Assurantiewezen evenzo mee voor hoeveel aandelen en voor hoeveel hieraan verbonden stemrechten zij een kennisgeving van verwerving of vervreemding hebben ontvangen overeenkomstig artikel 515 van het Wetboek van Vennootschappen, ingeval een dergelijke kennisgeving aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen niet statutair is voorgeschreven. »

Art. 27.In dezelfde wet wordt een artikel 67bis ingevoegd, luidende : «

Art. 67bis.Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen grond heeft om aan te nemen dat de invloed van een natuurlijke of rechtspersoon die rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming bezit in een beleggingsonderneming, een gezond en voorzichtig beleid van deze beleggingsonderneming kan belemmeren, kan zij, onverminderd de andere bij deze wet bepaalde maatregelen : 1° de uitoefening schorsen van de aan de aandelen verbonden stemrechten die in bezit zijn van de betrokken aandeelhouder of vennoot;zij kan, op verzoek van elke belanghebbende, toestaan dat de door haar bevolen maatregelen worden opgeheven; haar beslissing wordt op de meest geschikte wijze ter kennis gebracht van de betrokken aandeelhouder of vennoot; haar beslissing is uitvoerbaar zodra zij ter kennis is gebracht; de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan haar beslissing openbaar maken; 2° de betrokken aandeelhouder of vennoot aanmanen om, binnen de termijn die zij bepaalt, de aandeelhoudersrechten in zijn bezit over te dragen. Als zij binnen de vastgestelde termijn niet worden overgedragen, kan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bevelen de aandeelhoudersrechten te sekwestreren bij de instelling of de persoon die zij bepaalt. Het sekwester brengt dit ter kennis van de beleggingsonderneming die het register van de aandelen op naam dienovereenkomstig wijzigt en de uitoefening van de hieraan verbonden rechten enkel aanvaardt vanwege het sekwester. Het sekwester handelt in het belang van een gezond en voorzichtig beleid van de beleggingsonderneming en in het belang van de houder van de gesekwestreerde aandeelhoudersrechten. Het oefent alle rechten uit die aan de aandelen zijn verbonden. De bedragen die het sekwester als dividend of anderszins int, worden slechts aan de voornoemde houder overgemaakt indien hij gevolg heeft gegeven aan de in het eerste lid, 2°, bedoelde aanmaning. Om in te schrijven op kapitaalverhogingen of andere al dan niet stemrechtverlenende effecten, om te kiezen voor dividenduitkering in aandelen van de vennootschap, om in te gaan op openbare overname- of ruilaanbiedingen en om nog niet volgestorte aandelen vol te storten, is de instemming van de voornoemde houder vereist. De aandeelhoudersrechten die zijn verworven in het kader van dergelijke verrichtingen worden van rechtswege toegevoegd aan het voornoemde sekwester. De vergoeding van het sekwester wordt vastgesteld door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen en betaald door de voornoemde houder. Het sekwester kan deze vergoeding aftrekken van de bedragen die hem worden gestort in zijn hoedanigheid van sekwester of die hem worden gestort door de voornoemde houder in het vooruitzicht of na uitvoering van de hierboven bedoelde verrichtingen.

Indien na afloop van de overeenkomstig het eerste lid, 2°, eerste zin, vastgestelde termijn, stemrechten werden uitgeoefend door de oorspronkelijke houder of door een andere persoon, buiten het sekwester, die optreedt voor rekening van deze houder, niettegenstaande een schorsing van hun uitoefening overeenkomstig het eerste lid, 1°, kan de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de vennootschap haar zetel heeft, op verzoek van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, alle of een deel van de beslissingen van de algemene vergadering nietig verklaren wanneer het aanwezigheids- of meerderheidsquorum dat is vereist voor de genoemde beslissingen, buiten de onwettig uitgeoefende stemrechten niet zou zijn bereikt. »

Art. 28.In artikel 68, derde lid, van dezelfde wet, vervangen bij het koninklijk besluit van 27 april 2007, worden de woorden « is artikel 67, § 5, van toepassing » vervangen door de woorden « is artikel 67, § 6, van toepassing ».

Art. 29.In artikel 104, § 1, 2°, vierde zin, van dezelfde wet worden de woorden « artikel 67, § 7, tweede lid, is van toepassing » vervangen door de woorden « artikel 67bis, tweede lid, is van toepassing ».

Art. 30.In artikel 148, § 4, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 12 december 1996 en 10 augustus 1998, het koninklijk besluit van 13 juli 2001 en de wetten van 2 augustus 2002, 20 juni 2005 en 15 mei 2007, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt : « 3° wie met opzet de kennisgevingen bedoeld in artikel 67, §§ 1 en 5, niet verricht, wie het in artikel 67, § 3, bedoelde verzet negeert of wie de in artikel 67bis, eerste lid, 1°, bedoelde schorsing negeert; ». HOOFDSTUK 6. - Beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging

Art. 31.In artikel 3 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, gewijzigd bij de wet van 16 juni 2006 en het koninklijk besluit van 27 april 2007, wordt een 15°bis ingevoegd, luidende : « 15°bis « gekwalificeerde deelneming » : het rechtstreeks of onrechtstreeks bezit van ten minste 10 % van het kapitaal van een vennootschap of van de stemrechten die zijn verbonden aan de door deze vennootschap uitgegeven effecten, dan wel elke andere mogelijkheid om een invloed van betekenis uit te oefenen op het beleid van de vennootschap waarin wordt deelgenomen; de stemrechten worden berekend conform de bepalingen van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, alsook conform de bepalingen van haar uitvoeringsbesluiten; er wordt geen rekening gehouden met stemrechten of aandelen die worden gehouden als gevolg van het vast overnemen van financiële instrumenten en/of het plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie, tenzij die rechten worden uitgeoefend of anderszins worden gebruikt om inspraak uit te oefenen in het bestuur van de uitgevende instelling, en mits ze binnen één jaar na hun verwerving worden overgedragen; ».

Art. 32.Artikel 150, eerste lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2007, wordt vervangen als volgt : « De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen verleent pas een vergunning nadat zij in kennis is gesteld van de identiteit van de natuurlijke of rechtspersonen die, alleen of in onderling overleg handelend, rechtstreeks of onrechtstreeks een al dan niet stemrechtverlenende gekwalificeerde deelneming bezitten in het kapitaal van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging. In deze kennisgeving worden de kapitaalfractie en het aantal stemrechten vermeld die deze personen bezitten. ».

Art. 33.Artikel 159 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 22 juli 2004, 20 juni 2005, 2 mei 2007 en 16 februari 2009, wordt vervangen als volgt : «

Art. 159.§ 1. Onverminderd artikel 150 en onverminderd de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, moet iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die besloten heeft om, rechtstreeks of onrechtstreeks, een gekwalificeerde deelneming in een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht te verwerven of te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de drempel van 20 %, 30 % of 50 % zou bereiken of overschrijden, dan wel de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging zijn dochteronderneming zou worden, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan vooraf schriftelijk kennis geven met vermelding van de omvang van de beoogde deelneming en de relevante informatie bedoeld in paragraaf 3, derde lid. § 2. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zendt de kandidaat-verwerver snel en in elk geval binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving en van alle in paragraaf 1 bedoelde informatie, alsook na de eventuele ontvangst, op een later tijdstip, van de in het derde lid bedoelde informatie, een schriftelijke ontvangstbevestiging. Zij vermeldt daarin de datum waarop de beoordelingsperiode afloopt.

De beoordelingsperiode waarover de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen beschikt om de in paragraaf 3 bedoelde beoordeling uit te voeren, bedraagt ten hoogste zestig werkdagen te rekenen vanaf de datum van de ontvangstbevestiging van de kennisgeving en van alle documenten die bij de kennisgeving gevoegd moeten worden conform de in paragraaf 3, derde lid, bedoelde lijst.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan tijdens de beoordelingsperiode, doch niet na de vijftigste werkdag daarvan, aanvullende informatie opvragen die noodzakelijk is om haar beoordeling af te ronden. Dit verzoek wordt schriftelijk gedaan en vermeldt welke aanvullende informatie nodig is.

De beoordelingsperiode wordt onderbroken vanaf de datum van het verzoek van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen om informatie tot de ontvangst van een antwoord daarop van de kandidaat-verwerver. De onderbreking duurt ten hoogste twintig werkdagen. Hoewel het de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen na het verstrijken van de uiterste datum vastgelegd conform het vorige lid, vrij staat om ter vervollediging of verduidelijking bijkomende verzoeken om informatie te formuleren, hebben deze verzoeken evenwel geen onderbreking van de beoordelingsperiode tot gevolg.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan de in het vierde lid bedoelde onderbreking verlengen tot ten hoogste dertig werkdagen : a) indien de kandidaat-verwerver buiten de Europese Economische Ruimte is gevestigd of aan een niet communautaire reglementering is onderworpen;of b) indien de kandidaat-verwerver een natuurlijke of rechtspersoon is die niet aan toezicht onderworpen is ingevolge Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (herschikking), Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (ICBE's), Richtlijn 92/49/EEG van de Raad van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche (derde richtlijn schadeverzekering), Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering, Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten of Richtlijn 2005/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2005 betreffende herverzekering. § 3. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan zich in de loop van de beoordelingsperiode bedoeld in paragraaf 2, verzetten tegen de voorgenomen verwerving indien zij, uitgaande van de in het tweede lid vastgestelde criteria, om gegronde redenen niet overtuigd is van de geschiktheid van de kandidaat-verwerver gelet op de noodzaak om een gezond en voorzichtig beleid van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging te waarborgen, of indien de informatie die de kandidaat-verwerver heeft verstrekt onvolledig is.

Bij de beoordeling van de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving en informatie, en van de in paragraaf 2 bedoelde aanvullende informatie, toetst de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, met het oog op een gezond en voorzichtig beleid van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging die het doelwit is van de verwerving en rekening houdend met de vermoedelijke invloed van de kandidaat-verwerver op de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, de geschiktheid van de kandidaat-verwerver en de financiële soliditeit van de voorgenomen verwerving aan alle onderstaande criteria : a) de reputatie van de kandidaat-verwerver;b) de reputatie en ervaring van elke in artikel 151 bedoelde persoon die het bedrijf van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging als gevolg van de voorgenomen verwerving feitelijk gaat leiden;c) de financiële soliditeit van de kandidaat-verwerver, met name met betrekking tot de aard van de werkzaamheden die verricht en beoogd worden in de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging die het doelwit is van de verwerving;d) of de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging zal kunnen voldoen en blijven voldoen aan de prudentiële voorschriften op grond van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten, met name of de groep waarvan zij deel gaat uitmaken zo gestructureerd is dat effectief toezicht en effectieve uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten mogelijk zijn, en dat de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de bevoegde autoriteiten kan worden bepaald;e) of er gegronde redenen zijn om te vermoeden dat in verband met de voorgenomen verwerving geld wordt of werd witgewassen of terrorisme wordt of werd gefinancierd dan wel dat gepoogd wordt of werd geld wit te wassen of terrorisme te financieren in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, of dat de voorgenomen verwerving het risico daarop zou kunnen vergroten. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen publiceert op haar website een lijst met de voor de beoordeling vereiste relevante informatie die in verhouding staat tot en is afgestemd op de aard van de kandidaat-verwerver en de voorgenomen verwerving en die haar samen met de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving moet worden verstrekt.

Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen na voltooiing van de beoordeling besluit zich te verzetten tegen de voorgenomen verwerving, stelt zij de kandidaat-verwerver daarvan schriftelijk in kennis binnen twee werkdagen en zonder de beoordelingsperiode te overschrijden. Op verzoek van de kandidaat-verwerver kan een passende motivering van het besluit voor het publiek toegankelijk worden gemaakt.

Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zich binnen de beoordelingsperiode niet verzet tegen de voorgenomen verwerving, wordt deze geacht te zijn goedgekeurd.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen mag voor de voltooiing van de voorgenomen verwerving een maximumtermijn vaststellen en deze termijn zo nodig verlengen. § 4. Voor het verrichten van de in paragraaf 3 bedoelde beoordeling werkt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in onderling overleg samen met iedere andere betrokken bevoegde autoriteit indien de kandidaat-verwerver een van de volgende personen is : a) een kredietinstelling, een verzekeringsonderneming, een herverzekeringsonderneming, een beleggingsonderneming of een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging waaraan een vergunning is verleend in een andere lidstaat;of b) de moederonderneming van een van de in de bepaling onder a) bedoelde ondernemingen;of c) een natuurlijke of rechtspersoon die de controle heeft over een van de in de bepaling onder a) bedoelde ondernemingen. In de in het voormelde lid bedoelde gevallen vermeldt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in haar besluit steeds de eventuele standpunten en bedenkingen van de autoriteit die bevoegd is voor de kandidaat-verwerver.

Indien de prudentiële beoordeling van een voorgenomen verwerving tot de bevoegdheid behoort van een in een andere lidstaat competente toezichthouder op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, herverzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen of beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, wisselt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen met deze toezichthouder zo spoedig mogelijk alle informatie uit die relevant of van essentieel belang is voor de beoordeling. Daartoe verstrekt zij deze toezichthouder op verzoek alle relevante informatie en uit eigen beweging alle essentiële informatie. § 5. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die heeft besloten om niet langer een rechtstreekse of onrechtstreekse gekwalificeerde deelneming in een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging te bezitten, stelt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan vooraf schriftelijk in kennis met vermelding van het bedrag van de voorgenomen deelneming. Een dergelijke persoon stelt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen evenzo in kennis van zijn beslissing om de omvang van zijn gekwalificeerde deelneming zodanig te verkleinen dat het percentage van de door hem gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal onder de drempel van 20 %, 30 % of 50 % daalt of dat de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging ophoudt zijn dochteronderneming te zijn. § 6. Indien de bij paragraaf 1 of paragraaf 5 voorgeschreven voorafgaande kennisgeving niet wordt verricht of indien een deelneming wordt verworven of vergroot ondanks het in paragraaf 3 bedoelde verzet van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, kan de voorzitter van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging haar zetel heeft, uitspraak doende als in kort geding, de in artikel 516, § 1, van het Wetboek van vennootschappen bedoelde maatregelen nemen, alsook alle of een deel van de beslissingen van een algemene vergadering die in de voornoemde gevallen zou zijn gehouden, nietig verklaren.

De procedure wordt ingeleid bij dagvaarding door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen.

Artikel 516, § 3, van het Wetboek van vennootschappen is van toepassing. § 7. Onverminderd artikel 150 en onverminderd de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, moet iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die, rechtstreeks of onrechtstreeks, een deelneming heeft verworven in een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht, dan wel zijn deelneming in een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht rechtstreeks of onrechtstreeks heeft vergroot, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal de drempel van 5 % van de stemrechten of het kapitaal bereikt of overschrijdt zonder dat hij aldus een gekwalificeerde deelneming verkrijgt, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daarvan schriftelijk kennis geven binnen een termijn van tien werkdagen na de verwerving.

Iedere alleen of in onderling overleg handelende natuurlijke of rechtspersoon die niet langer een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming bezit van meer dan 5 % van de stemrechten of het kapitaal in een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, die geen gekwalificeerde deelneming was, dient binnen een termijn van 10 werkdagen eenzelfde kennisgeving te verrichten.

De kennisgevingen bedoeld in het eerste en tweede lid vermelden de exacte identiteit van de verwerver of verwervers, het aantal verworven of vervreemde aandelen en het percentage van de stemrechten en van het kapitaal van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging die na de verwerving of vervreemding worden gehouden, alsook de vereiste informatie als opgegeven in de lijst die de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen conform paragraaf 3, derde lid, op haar website publiceert. § 8. Zodra zij daarvan kennis hebben, stellen de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen in kennis van de verwervingen of vervreemdingen van hun aandelen die een stijging boven of daling onder een van de drempels bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, tot gevolg hebben.

Onder dezelfde voorwaarden delen zij de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen ten minste eens per jaar de identiteit mee van de alleen of in onderling overleg handelende aandeelhouders of vennoten die rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming bezitten in hun kapitaal, alsook welke kapitaalfractie en hoeveel stemrechten zij aldus bezitten. Zij delen de Commissie voor het Bank, Financie- en Assurantiewezen evenzo mee voor hoeveel aandelen en voor hoeveel hieraan verbonden stemrechten zij een kennisgeving van verwerving of vervreemding hebben ontvangen overeenkomstig artikel 515 van het Wetboek van vennootschappen, ingeval een dergelijke kennisgeving aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen niet statutair is voorgeschreven. »

Art. 34.In dezelfde wet wordt een artikel 159bis ingevoegd, luidende : «

Art. 159bis.Indien de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen grond heeft om aan te nemen dat de invloed van een natuurlijke of rechtspersoon die rechtstreeks of onrechtstreeks een gekwalificeerde deelneming bezit in een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging, een gezond en voorzichtig beleid van deze beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging kan belemmeren, kan zij, onverminderd de andere bij deze wet bepaalde maatregelen : 1° de uitoefening schorsen van de aan de aandelen verbonden stemrechten die in bezit zijn van de betrokken aandeelhouder of vennoot;zij kan, op verzoek van elke belanghebbende, toestaan dat de door haar bevolen maatregelen worden opgeheven; haar beslissing wordt op de meest geschikte wijze ter kennis gebracht van de betrokken aandeelhouder of vennoot; haar beslissing is uitvoerbaar zodra zij ter kennis is gebracht; de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen kan haar beslissing openbaar maken; 2° de betrokken aandeelhouder of vennoot aanmanen om, binnen de termijn die zij bepaalt, de aandeelhoudersrechten in zijn bezit over te dragen. Als zij binnen de vastgestelde termijn niet worden overgedragen, kan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bevelen de aandeelhoudersrechten te sekwestreren bij de instelling of de persoon die zij bepaalt. Het sekwester brengt dit ter kennis van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging die het register van de aandelen op naam dienovereenkomstig wijzigt en de uitoefening van de hieraan verbonden rechten enkel aanvaardt vanwege het sekwester. Het sekwester handelt in het belang van een gezond en voorzichtig beleid van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging en in het belang van de houder van de gesekwestreerde aandeelhoudersrechten. Het oefent alle rechten uit die aan de aandelen zijn verbonden. De bedragen die het sekwester als dividend of anderszins int, worden slechts aan de voornoemde houder overgemaakt indien hij gevolg heeft gegeven aan de in het eerste lid, 2°, bedoelde aanmaning. Om in te schrijven op kapitaalverhogingen of andere al dan niet stemrechtverlenende effecten, om te kiezen voor dividenduitkering in aandelen van de vennootschap, om in te gaan op openbare overname- of ruilaanbiedingen en om nog niet volgestorte aandelen vol te storten, is de instemming van de voornoemde houder vereist. De aandeelhoudersrechten die zijn verworven in het kader van dergelijke verrichtingen worden van rechtswege toegevoegd aan het voornoemde sekwester. De vergoeding van het sekwester wordt vastgesteld door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen en betaald door de voornoemde houder. Het sekwester kan deze vergoeding aftrekken van de bedragen die hem worden gestort in zijn hoedanigheid van sekwester dan wel door de voornoemde houder in het vooruitzicht of na uitvoering van de hierboven bedoelde verrichtingen.

Indien na afloop van de overeenkomstig het eerste lid, 2°, eerste zin, vastgestelde termijn, stemrechten werden uitgeoefend door de oorspronkelijke houder of door een andere persoon, buiten het sekwester, die optreedt voor rekening van deze houder, niettegenstaande een schorsing van hun uitoefening overeenkomstig het eerste lid, 1°, kan de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de vennootschap haar zetel heeft, op verzoek van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, alle of een deel van de beslissingen van de algemene vergadering nietig verklaren wanneer het aanwezigheids- of meerderheidsquorum dat is vereist voor de genoemde beslissingen, buiten de onwettig uitgeoefende stemrechten niet zou zijn bereikt. »

Art. 35.In artikel 160, zesde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 juli 2004, worden de woorden « is artikel 159, § 5, van toepassing » vervangen door de woorden « is artikel 159, § 6, van toepassing ».

Art. 36.In artikel 197, § 3, derde lid, van dezelfde wet worden de woorden « artikel 159, § 7, tweede lid, is van toepassing » vervangen door de woorden « artikel 159bis, tweede lid, is van toepassing ».

Art. 37.In artikel 208, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 16 juni 2006 en 15 mei 2007, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt : « 3° wie met opzet de kennisgevingen bedoeld in artikel 159, §§ 1 en 5 niet verricht, wie het in artikel 159, § 3, bedoelde verzet negeert, of wie de in artikel 159bis, eerste lid, 1°, bedoelde schorsing negeert; ».

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Trapani, 31 juli 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers K.52-2011.

Indiening : 28 mei 2009.

Aanneming in commissie (verbeterd) : 26 juni 2009.

Integraal verslag. - Bespreking : 2 juli 2009.

Stemming over het geheel : ne varietur.

Integraal verslag. - 2 juli 2009.

Aanneming zonder amendering : 2 juli 2009.

Documenten van de Senaat : S-4-1382.

Overzending aan de Senaat voor de 1e maal : 3 juli 2009.

Stemming over het geheel : ne varietur : 8 juli 2009.

Aanneming zonder amendering : 8 juli 2009.

Stemming over het geheel : ne varietur : 16 juli 2009.

Aanneming zonder amendering : 16 juli 2009.

Overzending aan Kamer ter bekrachtiging : 16 juli 2009.

^