Etaamb.openjustice.be
Wet van 29 november 2017
gepubliceerd op 17 januari 2018

Wet betreffende de continuïteit van de dienstverlening inzake personenvervoer per spoor in geval van staking

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2017040982
pub.
17/01/2018
prom.
29/11/2017
ELI
eli/wet/2017/11/29/2017040982/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

Directoraat-generaal Duurzame Mobiliteit en Spoorbeleid


29 NOVEMBER 2017. - Wet betreffende de continuïteit van de dienstverlening inzake personenvervoer per spoor in geval van staking


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgische Spoorwegen

Art. 2.In titel 3 van boek 2 van de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgische Spoorwegen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013, wordt een artikel 114/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 114/2.Bij stakingen ingeleid in het kader van de procedure van aanzegging en overleg naar aanleiding van sociale conflicten overeenkomstig het syndicaal statuut van de Belgische Spoorwegen wordt een minimumtermijn van acht werkdagen gerespecteerd tussen het indienen van de stakingsaanzegging en het begin van de staking.".

Art. 3.In titel 3 van boek 2 van dezelfde wet wordt een hoofdstuk 11/1 ingevoegd, luidende "Continuïteit van de dienstverlening inzake personenvervoer per spoor in geval van staking".

Art. 4.In hoofdstuk 11/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 153/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 153/1.§ 1. Dit artikel is van toepassing op stakingen die worden ingeleid overeenkomstig artikel 114/2 van deze wet. § 2. De directiecomités van Infrabel en de NMBS bepalen in overleg en na advies van het Sturingscomité, bedoeld bij artikel 123 van deze wet, welke operationele beroepscategorieën zij essentieel achten om een aangepast vervoersaanbod aan de gebruikers te verstrekken bij een staking.

Het Sturingscomité moet advies geven binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de gezamenlijke aanhangigmaking door de directiecomités van Infrabel en de NMBS. De directiecomités van Infrabel en de NMBS bepalen, in overleg, de vervoersplannen op basis waarvan een aangepast vervoersaanbod aan de gebruikers kan worden verstrekt bij een staking.

De voornoemde vervoersplannen worden regelmatig geëvalueerd door de directiecomités van Infrabel en de NMBS om hun werking in de praktijk te verbeteren.

De ondernemingen doen een beroep op de personeelsleden van de voormelde beroepscategorieën die niet deelnemen aan de staking om het aangepaste vervoersaanbod te organiseren. § 3. Tenzij er een behoorlijk bewezen geldige reden is, delen de personeelsleden van de voormelde beroepscategorieën uiterlijk tweeënzeventig uur vóór het begin van de stakingsdag hun definitieve intentie mee of ze al dan niet aan de stakingsdag deelnemen. Onder stakingsdag wordt elke periode van vierentwintig uur, te rekenen vanaf het uur van het begin van de staking zoals vermeld wordt in de stakingsaanzegging, verstaan. De hierboven bedoelde informatieverplichting is enkel van toepassing op de personeelsleden van de hiervoor vermelde beroepscategorieën, van wie de aanwezigheid op de bepaalde stakingsdag wordt verwacht.

In geval van staking met een duur van verscheidene dagen waarop dezelfde aanzegging betrekking heeft, delen de personeelsleden van de voormelde beroepscategorieën, uiterlijk tweeënzeventig uur vóór de eerste stakingsdag waarop hun aanwezigheid voorzien is, hun definitieve intentie mee of ze al dan niet aan de staking deelnemen en dit voor elke stakingsdag waarop hun aanwezigheid voorzien is. Zij kunnen hun verklaring tot uiterlijk achtenveertig uur vóór elke stakingsdag wijzigen met uitzondering van de eerste dag, als ze tijdens die stakingsdag wensen te werken en tot uiterlijk tweeënzeventig uur vóór elke stakingsdag met uitzondering van de eerste dag, als ze tijdens die stakingsdag wensen te staken.

De concrete nadere regels om de intentieverklaringen bedoeld in deze paragraaf mee te delen, worden bepaald door de raad van bestuur van HR Rail, na advies van het Sturingscomité bedoeld in artikel 123 van deze wet. De intentieverklaringen worden vertrouwelijk behandeld, met als enig doel de dienst te organiseren op basis van de beschikbare personeelsleden op de stakingsdag.

Het Sturingscomité geeft advies binnen een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de aanhangigmaking door de raad van bestuur van HR Rail.

De personeelsleden van een van de voormelde beroepscategorieën die hun intentie om al dan niet aan de stakingsdag deel te nemen niet binnen de voormelde termijnen kenbaar maken, stellen zich bloot aan een tuchtsanctie.

Tenzij er een behoorlijk bewezen geldige reden is, stellen de personeelsleden van een van de voormelde beroepscategorieën die hun intentie hebben medegedeeld om al dan niet aan de stakingsdag deel te nemen, zich bloot aan een tuchtsanctie indien ze die verklaring niet naleven.

De personeelsleden die aan de stakingsdag deelnemen, ontvangen geen loon voor de duur van de werkonderbreking.

Worden gelijkgesteld met personeelsleden die deelnemen aan de stakingsdag in de zin van het zevende lid: 1° de personeelsleden van een van de voormelde beroepscategorieën die hun intentie om te werken in overeenstemming met de bepalingen van deze paragraaf kenbaar hebben gemaakt en zich niet aandienen op hun arbeidsplaats, zonder een behoorlijk bewezen geldige reden;2° de personeelsleden van een van de voormelde beroepscategorieën die zich op hun arbeidsplaats aandienen, maar die geen toestemming krijgen om hun dienst uit te voeren, omdat ze hun intentie om te werken niet kenbaar hebben gemaakt in overeenstemming met deze paragraaf. § 4. Er wordt enkel in een aangepast vervoersaanbod volgens een van de vervoersplannen bepaald in paragraaf 2, derde lid, van dit artikel voorzien indien de ondernemingen over een voldoende aantal personeelsleden in elk van de voornoemde beroepscategorieën beschikken.

De gedelegeerd bestuurder van de NMBS geeft na overleg met de gedelegeerd bestuurder van Infrabel en op basis van de intentieverklaringen bedoeld in paragraaf 3 de opdracht tot uitvoering van het aangepaste vervoersplan tijdens de stakingsdag.

De gedelegeerd bestuurders van de NMBS en Infrabel kunnen een plaatsvervanger aanwijzen om de bevoegdheden toegekend in het tweede lid, uit te oefenen indien zij afwezig of verhinderd zijn.

De voorwaarden van het voormelde vervoersplan worden door de NMBS op een duidelijke manier aan de gebruikers meegedeeld en dit uiterlijk vierentwintig uur voor het begin van de stakingsdag. § 5. De personeelsleden onthouden zich van het treffen van maatregelen die het verstrekken van het vervoersaanbod in overeenstemming met de bepalingen van dit artikel, belemmeren. Meer bepaald zullen ze de toegang tot de arbeidsplaats voor de personeelsleden die willen werken niet blokkeren, noch zullen zij fysiek of materieel geweld, van welke aard ook, gebruiken tegen hen of de gebruikers, noch zullen zij het gebruik van de werkmiddelen en de infrastructuur verhinderen.".

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 29 november 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister belast met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en bevoegd voor Infrabel, Fr. BELLOT De Minister van Justitie, K. GEENS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota Session 2016-2017 Kamer van volksvertegenwoordigers. - Wetsontwerp, 54-2650, Nr. 1. - Verslag (eerste lezing) - 54-2650 - Nr. 3 - Verslag (tweede lezing) - 54-2650 - Nr. 6 - Tekst aangenomen door de commissie (tweede lezing), 54-2650 - N° 7. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, 54-2650 - nr. 9.

^