Etaamb.openjustice.be
Wet van 29 januari 2022
gepubliceerd op 24 november 2022

Wet houdende instemming met de Wijziging van artikel 6 van het Protocol van Londen van 1996 bij het Verdrag van 1972 inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen, aangenomen te Londen op 30 oktober 2009 (2)(3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2022042001
pub.
24/11/2022
prom.
29/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JANUARI 2022. - Wet houdende instemming met de Wijziging van artikel 6 van het Protocol van Londen van 1996 bij het Verdrag van 1972 inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen, aangenomen te Londen op 30 oktober 2009 (1)(2)(3)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.De Wijziging van artikel 6 van het Protocol van Londen van 1996 bij het Verdrag van 1972 inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen, aangenomen te Londen op 30 oktober 2009, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 29 januari 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, S. WILMES De Minister van Justitie en Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Klimaat en Leefmilieu, Z. KHATTABI De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 55-2052 Integraal verslag: 04/10/2021 (2) Zie decreet van het Vlaams Gewest van 10/02/2017 (Belgisch Staatsblad van 28/02/2017), decreet van het Waals Gewest van 08/07/2021 (Belgisch Staatsblad van 16/07/2021) en ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 27/01/2022 (Belgisch Staatsblad van 23/03/2022) (3) Gebonden Staten

Vertaling RESOLUTIE LP.3(4) INZAKE DE WIJZIGING VAN ARTIKEL 6 VAN HET PROTOCOL VAN LONDEN (Aangenomen op 30 oktober 2009) De vierde vergadering van de verdragsluitende partijen bij het protocol van 1996 bij het verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen van 1972, Herinnerend aan de doelstellingen van het Protocol van 1996 bij het Verdrag van Londen ("Protocol van Londen") waaronder de bescherming en het behoud van het mariene milieu tegen alle bronnen van verontreiniging;

Opnieuw grote bezorgdheid uitsprekend over de gevolgen voor het mariene milieu van de klimaatverandering en de verzuring van de oceanen als gevolg van een verhoogd kooldioxidegehalte in de atmosfeer;

Verheugd over de aanneming en de inwerkingtreding van de wijziging om de opslag van kooldioxidestromen in geologische formaties in de ondergrond van de zee toe te voegen aan bijlage 1 bij het Protocol van Londen, zoals vervat in resolutie LP.1(1);

In herinnering roepend dat in resolutie LP.1(1) erkend werd dat de opvang en opslag van kooldioxide niet mag worden beschouwd als substituut voor andere maatregelen om kooldioxide-emissies te verminderen, maar dat hierin wel overwogen werd dat deze opslag één van een reeks van mogelijkheden is om het kooldioxidegehalte in de atmosfeer te verminderen en een belangrijke tijdelijke oplossing is;

Opmerkend dat niet alle landen beschikken over geschikte geologische formaties in de ondergrond van de zee voor de opslag van kooldioxidestromen;

Waardering uitsprekend voor het werk van de Juridische en Technische Werkgroep inzake grensoverschrijdende kwesties betreffende CO2-opslag en zijn conclusies, zoals vervat in zijn rapport LP/CO2 1/8;

Voorts waardering uitsprekend voor het werk van de Intersessionele correspondentiegroep inzake kwesties betreffende grensoverschrijdende CO2-opslag en zijn conclusies, zoals vervat in zijn rapport LC 31/5;

Herinnerend aan de afspraak tussen de verdragsluitende partijen in 2008 dat het Protocol van Londen geen belemmering mag vormen voor de grensoverschrijdende overbrenging van kooldioxidestromen naar andere landen met het doel zich hiervan te ontdoen als een maatregel om de klimaatverandering en de verzuring van de oceanen te beperken;

Benadrukkend dat deze resolutie niet mag worden opgevat als het legitimeren van de uitvoer van enig ander afval of enige andere stoffen naar andere landen met als doel zich hiervan te ontdoen;

Tevens benadrukkend dat de verdragsluitende partijen dienen te waarborgen dat de uitvoer over lange afstand van kooldioxidestromen tussen VN-regio's wordt beperkt tot het minimum dat verenigbaar is met de bescherming en het behoud van het mariene milieu tegen alle bronnen van verontreiniging, rekening houdend met de bijzondere positie van ontwikkelingslanden;

Benadrukkend dat de verantwoordelijkheid voor de naleving van de bepalingen van het Protocol bij de verdragsluitende partij berust in geval van uitvoer naar niet-verdragsluitende partijen;

Opmerkend dat de grensoverschrijdende overbrenging van kooldioxide na injectie (migratie) geen uitvoer ten behoeve van storting is en derhalve niet door artikel 6 verboden wordt; en Benadrukkend dat het beheer van gedeelde formaties een belangrijke kwestie is die aangepakt dient te worden teneinde adequate bescherming van het milieu te waarborgen; 1. Neemt, in overeenstemming met artikel 21 van het Protocol, de volgende wijziging van artikel 6 van het Protocol van Londen aan, zoals vervat in de Bijlage bij deze resolutie;en 2. Verzoekt de Wetenschappelijke Groep van het Protocol van Londen in samenwerking met de Wetenschappelijke Groep van het Verdrag van Londen de noodzaak te bezien van wijzigingen van de Specifieke Richtsnoeren voor de beoordeling van kooldioxidestromen voor opslag in geologische formaties in de ondergrond van de zee, teneinde aanvullende specifieke richtlijnen te geven in geval van uitvoer van dergelijke stromen naar andere landen met als doel zich hiervan te ontdoen en andere kwesties die betrekking hebben op het beheer van de grensoverschrijdende overbrenging van kooldioxide na injectie. Bijlage Wijziging van artikel 6 bij het Protocol van Londen Voeg "1" toe voor: De verdragsluitende partijen staan de uitvoer van afval of andere stoffen naar andere landen voor het storten in of verbranden op zee niet toe.

Voeg de volgende nieuwe paragraaf 2 toe: 2. Niettegenstaande het eerste lid kan de uitvoer van kooldioxidestromen met als doel zich hiervan te ontdoen in overeenstemming met bijlage 1 plaatsvinden, op voorwaarde dat er een overeenkomst of regeling tussen de betrokken landen is.Een dergelijke overeenkomst of regeling omvat: 2.1 de bevestiging en toewijzing van verantwoordelijkheden voor het verstrekken van vergunningen tussen de uitvoerende en ontvangende landen, in overeenstemming met de bepalingen van dit Protocol en andere toepasselijk internationaal recht; en 2.2 in het geval van uitvoer naar niet-verdragsluitende partijen, bepalingen die minimaal gelijk zijn aan die in dit Protocol, met inbegrip van bepalingen inzake de afgifte van vergunningen en vergunningsvoorwaarden voor het voldoen aan de bepalingen van bijlage 2, teneinde te waarborgen dat de overeenkomst of regeling niet afwijkt van de verplichtingen van de verdragsluitende partijen uit hoofde van dit Protocol om het mariene milieu te beschermen en te behouden.

Een verdragsluitende partij die een dergelijke overeenkomst sluit of regeling aangaat brengt deze ter kennis van de Organisatie.

VERKLARING van het Koninkrijk België met betrekking tot de voorlopige toepassing van de Wijziging "Verwijzend naar `Resolution LP.5(14) on the Provisional Application of the 2009 Amendment to article 6 of the London Protocol, adopted 11 October 2019', verklaart het Koninkrijk België dat het vanaf de dertigste dag na de datum van neerlegging van zijn aanvaardingsinstrument voorlopige toepassing zal geven aan de bepalingen van de voormelde wijziging."

Lijst der gebonden staten

Staat

Datum van nederlegging van aanvaarding

Datum van neerlegging verklaring voorlopige toepassing

België

13/09/2022

13/09/2022

Denemarken1

27/01/2022

27/01/2022

Estland

07/02/2019


Finland

09/10/2017


Islamitische Republiek Iran

23/11/2016


Koreaanse Republiek

12/04/2022

12/04/2022

Nederland2

13/11/2014

04/11/2020

Noorwegen

29/07/2011

16/06/2020

Verenigd Koninkrijk3

29/11/2011

01/09/2022

Zweden

23/11/2020

29/09/2022


1 Met territoriale uitsluiting ten aanzien van Groenland en de Faeröer eilanden 2 Aanvaarding van het Protocol voor het Europese en Caraïbische deel van Nederland 3 Aanvaarding wordt uitgebreid tot het Baljuwschap van Guernsey, het Baljuwschap van Jersey, Bermuda, de Britse Maagdeneilanden, Caymaneilanden, Falklandeilanden, Isle of Man, Montserrat, Zuid-Georgië en Zuid-Sandwicheilanden, St. Helena, Ascension en Tristan da Cunha

^