26 MAART 2024. - Wet houdende instemming met het wetgevend samenwerkingsakkoord van 8 februari 2024 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie strekkende tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, zoals gewijzigd door de Samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en van 28 oktober 2021 (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Instemming wordt verleend met het wetgevend samenwerkingsakkoord van 8 februari 2024 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie strekkende tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, zoals gewijzigd door de Samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en van 28 oktober 2021, afgesloten te Brussel op 8 februari 2024, gevoegd bij deze wet.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 26 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken. - 55K3828/4 Integraal Verslag : 21 maart 2024

[08.02.2024] Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie strekkende tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, zoals gewijzigd door de Samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en van 28 oktober 2021 ALGEMENE TOELICHTING a. Toelichting De voorbije jaren werden naar aanleiding van de wereldwijde coronavirus COVID-19-crisis diverse regionale, gemeenschaps-, nationale en internationale wetgevende initiatieven genomen teneinde de crisis het hoofd te kunnen bieden door de volksgezondheid te beschermen en impact op de economie zoveel als mogelijk te beperken. De Europese Unie nam verschillende Verordeningen aan, waaronder - de Verordening (EU) 2021/953 van 14 juni 2021 van het Europees Parlement en de Raad betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren ( "Verordening digitaal EU-COVID-certificaat"), en - de Verordening (EU) 2021/954 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID- certificaat) ten aanzien van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven of wonen tijdens de COVID-19-pandemie ("Verordening digitaal EU-COVID-certificaat voor onderdanen derde landen").

Deze Verordeningen voorzien in een gemeenschappelijk bindend kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van een digitaal EU-COVID-certificaat, zijnde een interoperabel vaccinatie-, test- of herstelcertificaat, waaruit blijkt dat een persoon hetzij gevaccineerd is tegen het coronavirus SARS-CoV-2 dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, hetzij getest is en niet besmet is met het coronavirus SARS-CoV-2, hetzij hersteld is van een besmetting met het coronavirus SARS-CoV-2, en dit om het vrije verkeer van personen tijdens de COVID-19-crisis te faciliteren. De Verordeningen bepalen dat de lidstaten voor verder binnenlands gebruik van het digitaal EU-COVID-certificaat moeten voorzien in een wettelijke basis.

Bijgevolg werd op 14 juli 2021 een Samenwerkingsakkoord gesloten tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID- certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België. Dat werd tweemaal gewijzigd, door het Samenwerkingsakkoord van 27 september 2021Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 27/09/2021 pub. 01/10/2021 numac 2021033376 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België sluiten en van 28 oktober 2021 "strekkende tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België".

Voormelde wijzigingen hadden enkel betrekking op het regime van het COVID Safe Ticket.

In het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 wordt aldus onder meer het binnenlands gebruik (de afgifte, verificatie en aanvaarding) van het digitaal EU-COVID-certificaat geregeld.

Dat Samenwerkingsakkoord voorziet, samen met de andere daartoe afgesloten Samenwerkingsakkoorden, onder meer in de verwerking van persoonsgegevens om het gebruik (de afgifte, verificatie en aanvaarding) van het digitaal EU-COVID-certificaat mogelijk te maken.

De buitenwerkingtreding van de bepalingen rond de afgifte, verificatie en aanvaarding van het digitaal EU-COVID-certificaat zijn gekoppeld aan de buitenwerkingtreding van voormelde EU-Verordeningen. Deze treden buiten werking op 30 juni 2023. De Europese Unie voorziet evenwel niet in een verlenging van die Verordeningen, aangezien er binnen de EU zelf geen reisbeperkingen meer zijn. Om die reden kan een loutere verlenging van de Verordeningen niet als gerechtvaardigd worden beschouwd.

Bepaalde landen (buiten de Europese Unie, zoals China en Brazilië) leggen evenwel nog steeds een vaccinatie-, test- en/of herstelcertificaat op om het vrije verkeer van personen mogelijk te maken. Derhalve is het nog steeds noodzakelijk om te voorzien in een systeem en wettelijk kader teneinde te voorzien in dergelijke certificaten en meer in het bijzonder een digitaal EU-COVID-certificaat.

Zoals eerder aangegeven, treden de Verordeningen - die de aflevering van deze certificaten regelden - evenwel buiten werking op 1 juli 2023. Gelet op het feit dat bepaalde landen echter nog steeds een vaccinatie-, test- en/of herstelcertificaat opleggen om het vrije verkeer mogelijk te maken, en niet kan worden uitgesloten dat bepaalde landen opnieuw reisvoorschriften zouden instellen, is op Europees niveau beslist dat de relevante bepalingen inzake het het digitaal EU-COVID-certificaat, (wat betreft de publieke sleutels voor het controleren van de handtekening van de certificaten) verder uitwerking zullen krijgen via het platform van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).De Europese Commissie heeft in die zin een Raadsaanbeveling opgesteld betreffende internationale reizen waardoor reizigers vanaf 1 juli 2023 kunnen blijven reizen mits het gebruik van het digitaal EU-COVID-certificaat.

De WHO zal daartoe een wereldwijd certificatiesysteem gebruiken (Global Digital Health Certification Network of het Wereldwijd Digitaal Gezondheidscertificaten-netwerk), dat tevens het kader voor het digitaal EU-COVID-certificaat zal vormen, en dit via een partnerschap tussen beide. Het digitaal EU-COVID-certificaat kan in dezelfde vorm blijven bestaan en worden geverifieerd, aangezien het compatibel zal zijn met de andere certificaten waarvan zal worden voorzien dat deze door de WHO zullen uitgegeven worden. Bijgevolg zal het digitaal EU-COVID-certificaat op dezelfde manier kunnen geregeld blijven in België.

Hetgeen de Europese Unie in het licht van het digitaal EU-COVID-certificaat controleerde, met name de publieke sleutels voor de controle van de ondertekening van de certificaten, zal niet langer door de Europese Unie, maar door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gebeuren via het wereldwijd certificatiesysteem (Global Digital Health Certification Network of het Wereldwijd Digitaal Gezondheidscertificaten-netwerk).

Hetzelfde systeem (hetgeen invoege was tot aan de buitenwerkingtreding van de Verordeningen op het niveau van de Europese Unie) zal aldus gehanteerd worden ten aanzien van de WHO voor wat betreft de aflevering van sleutels, hetgeen betekent dat enkel publieke sleutels aan de WHO zullen worden doorgegeven. Dergelijke publieke sleutels bevatten geen persoonsgegevens in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;

Om te vermijden dat er geen wettelijke basis meer zou zijn voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat), dringt een wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021, zoals gewijzigd door de Samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en 28 oktober 2021, zich op. Zonder wijziging zou de verwerking van persoonsgegevens voor het de afgifte, verificatie en aanvaarding van vaccinatie-, test- en/of herstelcertificaten vanaf 1 juli 2023 geen wettelijke grondslag meer hebben en aldus niet rechtmatig zijn.

Anderzijds zou het vrij verkeer van personen in het gedrang kunnen komen.

In de periode voor de inwerkingtreding van voormelde Verordeningen, hebben de partijen bij het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 reeds voorzien in een regime en systeem waarbij het digitaal EU-COVID-certificaat kon worden afgeleverd, in de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Verordeningen, met name voor de periode van 16 juni 2021 tot en met 30 juni 2021. Dat systeem maakte het mogelijk om de gevraagde certificaten reeds af te leveren voor 1 juli 2021. Dit regime zal tevens dienen te worden voorzien om in werking te treden vanaf 1 juli 2023. Huidig Samenwerkingsakkoord strekt dan ook tot de wijziging van de uitwerkingsbepalingen van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021, zoals gewijzigd door de Samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en 28 oktober 2021.

In het kader van het hetgeen hierboven werd uiteengezet, zal moeten voorzien worden in een regime waarbij de bepalingen die in werking waren in de periode van 16 juni 2021 tot en met 30 juni 2021 middels huidig Samenwerkingsakkoord tevens in werking treden zodra de Verordeningen buiten werking treden en dit dus vanaf 1 juli 2023.

In ieder geval zullen de relevante bepalingen inzake het digitaal EU-COVID-certificaat op het ogenblik dat de Verordeningen buiten werking treden, worden overgenomen in dit Samenwerkingsakkoord en zal hetzelfde systeem (tot aan de buitenwerkingtreding van de Verordeningen van toepassing op het niveau van de Europese Unie) door de WHO worden overgenomen, en is het de bedoeling dat rekening wordt gehouden met het gebruik van het Global Digital Health Certification Network platform om voormelde certificaten, en in het bijzonder het digitaal EU-COVID-certificaat, af te leveren.

De bepalingen van huidig Samenwerkingsakkoord zullen buiten werking treden wanneer de partijen middels een uitvoerend samenwerkingsakkoord de buitenwerkingtreding ervan bepalen, rekening houdend met de volgende zaken: - of bepaalde landen nog certificaten vragen, en/of - of het WHO-platform de aflevering van die certificaten nog ondersteunt. b. Algemene principes Huidig samenwerkingsakkoord werd voor advies voorgelegd aan de Gegevensbeschermingsautoriteit (advies nr.65/2023 van 20 juli 2023), de "Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens" (advies nr. 2022/072 van 13 juni 2023), de adviezen van de Raad van State (74.601/VR van 7 december 2023), de Vlaamse Raad WVG (reactie van 16 juni 2023 na adviesaanvraag), het inter-Franstalig overlegorgaan en het overleg in het intra-Franstalige ministerieel comité voor overleg (advies van 20 juni 2023), en de "Beirat fûr Gesundheit" (advies van 19 december 2023).

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Art. 3.Artikel bevat een wijziging van artikel 2 van Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, zoals gewijzigd door de Samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en 28 oktober 2021, in die zin dat het voorziet in de opmaak en afgifte van EU-COVID-certificaat teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren vanaf 1 juli 2023.

Art. 4.Artikel 2 voorziet in verschillende wijzigingen aan artikel 3 van hetzelfde Samenwerkingsakkoord, in die zin dat het voorziet in het feit dat deze bepalingen tevens van toepassing zijn vanaf 1 juli 2023, met name vanaf de buitenwerkingtreding van de Verordening digitaal EU-COVID-certificaat.

Meer specifiek worden de paragrafen 1 tot en met 6 in die zin gewijzigd.

Art. 5.Artikel 3 voorziet in een wijziging van artikel 7 van hetzelfde Samenwerkingsakkoord, in die zin dat het voorziet in het feit dat deze bepalingen tevens van toepassing zijn vanaf 1 juli 2023, met name vanaf de buitenwerkingtreding van de Verordening digitaal EU-COVID-certificaat.

Art. 6.Artikel 4 bevat een wijziging aan artikel 14, § 1 van hetzelfde Samenwerkingsakkoord, in die zin dat het voorziet dat de gegevens bedoeld in artikel 9, §§ 1, 2 en 3 in geen geval langer zullen worden bewaard dan vijftien dagen na de publicatie van het koninklijk besluit dat het einde van de toestand van het coronavirus COVID-19 epidemie afkondigt.

Art. 7.Artikel 5 bevat enkele wijzigingen aan artikel 33 van hetzelfde Samenwerkingsakkoord.

Het gaat vooreerst over een wijziging aan paragraaf 1, 1°, waarbij de bepalingen die in werking waren in de periode van 16 juni 2021 tot en met 30 juni 2021, tevens vanaf 1 juli 2023 terug in werking treden.

Daarnaast gaat het over een wijziging aan paragraaf 3, betreffende de buitenwerkingtreding van de bepalingen van voormeld Samenwerkingsakkoord. Meer in het bijzonder wordt de buitenwerkingtreding van de bepalingen van Titel I tot en met III, paragraaf 4 van artikel 14 (Titel V) en de bepalingen van Titel VI niet langer gekoppeld aan de buitenwerkingtreding van de Europese Verordeningen, maar aan de datum waarop de partijen bij huidig Samenwerkinsgakkoord de datum van buitenwerkingtreding bepalen bij een uitvoerend samenwerkingsakkoord.

Huidig Samenwerkingsakkoord wijzigt evenwel niets aan de buitenwerkingtreding van artikel 2bis (Titel I), de bepalingen in Titel IV en van de paragrafen 2, 3 en 5 van artikel 14 (Titel V) en artikel 16, § 2, die betrekking hebben op het COVID Safe Ticket. Deze bepalingen traden buiten werking op 30 juni 2022 en zullen niet opnieuw in werking treden.

TITEL 2. - Algemene bepaling

Art. 8.Artikel 6 regelt de inwerkingtreding van huidig Samenwerkingsakkoord, die wordt bepaald op 1 juli 2023. Deze datum van inwerkingtreding is ingegeven door de aanbeveling van de Europese Unie tot het voorzien van continuïteit.

De inwerkingtreding van dit wetgevend samenwerkingsakkoord heeft de intrekking van het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 23 juni 2023Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 23/06/2023 pub. 30/06/2023 numac 2023043211 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Uitvoerend Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie strekkende tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, zoals gewijzigd door de Samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en van 28 oktober 2021 sluiten tot gevolg.

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie strekkende tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, zoals gewijzigd door de Samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en van 28 oktober 2021 Gelet op de Verordening (EG) nr. 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van de Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);

Gelet op de Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19- pandemie te faciliteren;

Gelet op de Verordening (EU) 2021/954 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2021 betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID19-vaccinatie-, test- en herstel- certificaten (digitaal EU-COVID-certificaat) ten aanzien van onderdanen van derde landen die legaal op het grondgebied van de staten verblijven of wonen tijdens de COVID-19-pandemie;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikelen 5, § 1, I en 6bis, § 1, § 2, 1° en 2° en 92bis;

Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 4, § 2;

Gelet op de wet van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2006 pub. 08/09/2006 numac 2006022888 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten type wet prom. 20/07/2006 pub. 09/01/2019 numac 2018015695 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Wet betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. - Bekendmaking overeenkomstig artikel 14/19 van de geïndexeerde bedragen. - Rechtzetting sluiten betreffende de oprichting en de werking van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, artikel 4, § 1, derde lid, 3° en 4° ;

Gelet op het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, artikel 47/17bis;

Gelet op het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 02/08/2002 numac 2002029383 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » sluiten van de Franse Gemeenschap houdende hervorming van de Office de la Naissance et de l'Enfance, afgekort O.N.E, artikel 2, § 2. 8° ;

Gelet op het decreet van 18 februari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/02/2016 pub. 26/02/2016 numac 2016201050 bron waalse overheidsdienst Decreet waarbij bepalingen betreffende de centra voor de coördinatie van thuiszorg en hulp in het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid ingevoegd worden type decreet prom. 18/02/2016 pub. 05/04/2016 numac 2016031236 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de gezondsheidspromotie type decreet prom. 18/02/2016 pub. 23/06/2016 numac 2016202716 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 18 december 2014 tot aanwijzing van inspecteurs met toepassing van het decreet van 4 juni 2007 betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden, de seniorenresidenties en de psychiatrische verzorgingstehuizen sluiten van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de gezondheidspromotie;

Gelet op het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, artikel 43, § 3;

Gelet op het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 1 juni 2004 betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/05/2014 pub. 15/09/2014 numac 2014035894 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen ter uitvoering van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van uitvoeringsbesluiten van dit decreet sluiten houdende diverse bepalingen ter uitvoering van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van uitvoeringsbesluiten van dit decreet;

Gelet op het ministerieel besluit van 29 januari 2015Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 29/01/2015 pub. 06/03/2015 numac 2015035232 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot het bepalen van het vaccinatieschema voor Vlaanderen sluiten tot het bepalen, van het vaccinatieschema voor Vlaanderen, artikel 9;

Gelet op de ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 19 juli 2007 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid;

Gelet op het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 23 april 2009 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 27 september 2021Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 27/09/2021 pub. 01/10/2021 numac 2021033376 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België sluiten strekkende tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 28 oktober 2021 strekkende tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België;

Overwegende het feit dat de Gemeenschappen en Gewesten in het algemeen bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid;

Overwegende dat een aantal materies met betrekking tot het gezondheidsbeleid tot de bevoegdheid blijven behoren van de Federale Staat;

Overwegende dat dit samenwerkingsakkoord tot stand is gekomen met respect voor de bevoegdheidsverdeling die krachtens de bijzondere wet tot hervorming der instellingen aan de verschillende bevoegdheidsniveaus werden toegekend dankzij een intense samenwerking in de schoot van de Interministeriële Conferentie die kadert in een lange traditie van samenwerking binnen de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus van ons land; is het noodzakelijk een samenwerkingsakkoord af te sluiten, TUSSEN De Federale Staat, vertegenwoordigd door de Federale Regering, in de persoon van Alexander De Croo, Eerste minister, en Frank Vandenbroucke, Vice-eerste minister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid;

De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van Jan Jambon, Minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, en Hilde Crevits, Vice-minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door zijn regering, in de persoon van Pierre-Yves Jeholet, Minister-president en Minister van Sport en van Onderwijs voor Sociale Promotie, en Bénédicte Linard, Vice-president en minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten en Françoise Bertieaux, minister voor Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire Ziekenhuizen, Jeugdzorg, Justitiehuizen, Jeugd, en de Promotie van Brussel;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn regering, in de persoon van Elio Di Rupo, Minister-president van de Waalse Regering en Christie Morreale, Vice-minister-president van de Waalse Regering en minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten;

De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door zijn regering in de persoon van Oliver Paasch, Minister-president en minister van Lokale Besturen en Financiën en Antonios Antoniadis, Vice-minister-president en minister van Familie, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden;

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door het Verenigd College in de persoon van Rudi Vervoort, Voorzitter van het Verenigd College en Alain Maron en Elke Van Den Brandt, leden belast met Gezondheid en Welzijn;

De Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door zijn College in de persoon van Barbara Trachte, Minister-president belast met de Gezondheidspromotie, Gezin, Begroting en Openbaar Ambt en Alain Maron, minister belast met Welzijn en Gezondheid;

TITEL 1. - Wijziging aan het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, zoals gewijzigd door de Samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en van 28 oktober 2021

Artikel 1.Artikel 2, § 1 van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, zoals gewijzigd door de samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en 28 oktober 2021 wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende: "4° de opmaak en afgifte van het digitaal EU-COVID-certificaat teneinde het vrije verkeer te faciliteren vanaf 1 juli 2023".

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde Samenwerkingsakkoord worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "en na de buitenwerkingtreding van die verordening" ingevoegd tussen de woorden "Verordening digitaal EU-COVID-certificaat" en "en overeenkomstig artikel 3, § 1 van die verordening";2° in paragraaf 2 worden de woorden "en na de buitenwerkingtreding van die verordening" ingevoegd tussen de woorden "Verordening digitaal EU-COVID-certificaat" en "en overeenkomstig artikel 3, § 2 van die verordening";3° in paragraaf 3 worden de woorden "en na de buitenwerkingtreding van die verordening" ingevoegd tussen de woorden "Verordening digitaal EU-COVID-certificaat" en "en overeenkomstig artikel 3, § 4 van die verordening";4° in paragraaf 4 worden de woorden "en na de buitenwerkingtreding van die verordening" ingevoegd tussen de woorden "Verordening digitaal EU-COVID-certificaat" en "en overeenkomstig artikel 3, § 5 van die verordening";5° in paragraaf 5 worden de woorden "en na de buitenwerkingtreding van die verordening" ingevoegd tussen de woorden "Verordening digitaal EU-COVID-certificaat" en "en overeenkomstig artikel 3, § 6 van die verordening";6° in paragraaf 5 wordt het woord "is" tussen de woorden "bedoelde certificaten" en "geen voorwaarden" opgeheven;7° in paragraaf 6 worden de woorden "en na de buitenwerkingtreding van die verordening" ingevoegd tussen de woorden "Verordening digitaal EU-COVID-certificaat" en "en overeenkomstig artikel 3, § 7 van die verordening".

Art. 3.In artikel 7, § 1 van hetzelfde Samenwerkingsakkoord worden de woorden "en na de buitenwerkingtreding van die Verordening" ingevoegd tussen de woorden "Verordening digitaal EU-COVID-certificaat" en "en voor de periode van 16 juni".

Art. 4.In artikel 14 van hetzelfde Samenwerkingsakkoord wordt § 1 vervangen als volgt: "De persoonsgegevens vermeld in artikel 9, §§ 1, 2 en 3, die met het oog op de afgifte van het digitaal EU-COVID-certificaat, met inbegrip van de afgifte van een nieuw digitaal EU-COVID-certificaat, worden verwerkt, worden door de afgever niet langer bewaard dan strikt noodzakelijk is voor het doel ervan en in geen geval langer dan een periode van vijftien dagen na de publicatie van het koninklijk besluit dat het einde van de toestand van het coronavirus COVID-19 epidemie afkondigt."

Art. 5.In artikel 33 van het hetzelfde Samenwerkingsakkoord worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 1° worden de woorden "en vanaf 1 juli 2023" ingevoegd tussen de woorden "30 juni 2021" en "voor wat betreft";2° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: " § 3.Artikel 2bis (Titel I), alsook de bepalingen van Titel IV, de paragrafen 2, 3 en 5 van artikel 14 (Titel V) en artikel 16, § 2 (Titel VI) treden buiten werking op 30 juni 2022. De overige bepalingen van Titel I tot en met III, alsook van paragraaf 4 van artikel 14 (Titel V) en de overige bepalingen van Titel VI treden buiten werking op de dag die door de partijen bij huidig Samenwerkinsgakkoord bij wijze van een uitvoerend samenwerkingsakkoord is bepaald." TITEL 2. - Algemene bepaling

Art. 6.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op 1 juli 2023.

De inwerkingtreding van dit samenwerkingsakkoord heeft de intrekking van het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 23 juni 2023Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 23/06/2023 pub. 30/06/2023 numac 2023043211 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Uitvoerend Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie strekkende tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, zoals gewijzigd door de Samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en van 28 oktober 2021 sluiten tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie strekkende tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 14 juli 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de verwerking van gegevens met betrekking tot het digitaal EU-COVID-certificaat, het COVID Safe Ticket, het PLF en de verwerking van persoonsgegevens van in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die activiteiten uitvoeren in België, zoals gewijzigd door de Samenwerkingsakkoorden van 27 september 2021 en van 28 oktober 2021 tot gevolg.

Gedaan te Brussel, op 8 februari 2024 in één origineel exemplaar.

De Eerste Minister, A. DE CROO De Vice-eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE De Minister-President van de Vlaamse Regering en Vlaams Minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management, J. JAMBON De Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS De Minister-President van de Franse Gemeenschap en Minister van Sport en van Onderwijs voor Sociale Promotie, P.Y. JEHOLET De Vice-President en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten van de Franse Gemeenschap, B. LINARD Minister voor Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire Ziekenhuizen, Jeugdzorg, Justitiehuizen, Jeugd en de Promotie van Brussel van de Franse Gemeenschap, F. BERTIEAUX De Minister-President van de Waalse Regering, E. DI RUPO De Vice-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten van de Waalse Regering, C. MORREALE De Minister-President en Minister van Lokale Besturen en Financiën van de Duitstalige Gemeenschap, O. PAASCH De Vice-Minister-President en Minister van Familie, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, van de Duitstalige Gemeenschap, A. ANTONIADIS De Voorzitter van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, R. VERVOORT Het lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheid en Welzijn, A. MARON Het lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheid en Welzijn, E. VAN DEN BRANDT De Minister-Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, belast met de Gezondheidspromotie, Gezin, Begroting en Openbaar Ambt, B. TRACHTE Het lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie belast met Welzijn en Gezondheid, A. MARON

[08.02.2024] Zusammenarbeitsabkommen zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschafts-kommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission zur Abänderung des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben, abgeändert durch die Zusammenarbeitsabkommen vom 27. September 2021 und 28. Oktober 2021 ALLGEMEINE ERLÄUTERUNGEN a. Allgemeine Grundsätze In den letzten Jahren wurden als Reaktion auf die weltweite Krise im Zusammenhang mit der durch das Coronavirus ausgelösten COVID-19-Krise mehrere regionale, gemeinschaftliche, nationale und internationale Gesetzesinitiativen ergriffen, um die Krise durch den Schutz der Volksgesundheit und die Verminderung der Auswirkungen auf die Wirtschaft zu bewältigen. Die Europäische Union hat mehrere Verordnungen erlassen, darunter: - Verordnung (EU) 2021/953 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 14. Juni 2021 über einen Rahmen für die Ausstellung, Überprüfung und Anerkennung interoperabler Zertifikate zur Bescheinigung von COVID-19-Impfungen und -Tests sowie der Genesung von einer COVID-19-Infektion (digitales COVID-Zertifikat der EU) mit der Zielsetzung der Erleichterung der Freizügigkeit während der COVID-19-Pandemie ("Verordnung digitale EU-COVID-Zertifikate"), und - die Verordnung (EU) 2021/954 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 14. Juni 2021 über einen Rahmen für die Ausstellung, Überprüfung und Anerkennung interoperabler Zertifikate zur Bescheinigung von COVID-19-Impfungen und -Tests sowie der Genesung von einer COVID-19-Infektion (digitales COVID-Zertifikat der EU) für Drittstaatsangehörige mit rechtmäßigem Aufenthalt oder Wohnsitz im Hoheitsgebiet der Mitgliedstaaten während der COVID-19-Pandemie ("Verordnung digitale Eu-COVID-Zertifikate für Drittstaatsangehörige").

Diese Verordnungen schaffen einen gemeinsamen verbindlichen Rahmen für die Ausstellung, Überprüfung und Anerkennung digitaler EU-COVID-Zertifikate, bei denen es sich um interoperable Impf-, Test- oder Genesungszertifikate handelt, die bescheinigen, dass eine Person entweder gegen das Coronavirus SARS-CoV-2, das die Krankheit COVID-19 verursacht, geimpft wurde, getestet wurde und nicht mit dem Coronavirus SARS-CoV-2 infiziert ist oder sich von einer Infektion mit dem Coronavirus SARS-CoV-2 erholt hat, um dadurch den freien Personenverkehr während der COVID-19-Krise zu erleichtern. Die Verordnungen sehen vor, dass die Mitgliedstaaten eine Rechtsgrundlage für die weitere Verwendung des digitalen EU-COVID-Zertifikats im Inland schaffen müssen.

Infolgedessen wurde am 14. Juli 2021 ein Zusammenarbeitsabkommen zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID-Safe-Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Arbeitnehmern und Selbstständigen, die im Ausland wohnen oder ihren Wohnsitz haben und in Belgien eine Tätigkeit ausüben, abgeschlossen. Diese wurde zweimal abgeändert, durch die Zusammenarbeitsabkommen vom 27. September 2021 und vom 28. Oktober 2021 "zur Änderung des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Arbeitnehmern und Selbstständigen, die im Ausland wohnen oder ihren Wohnsitz haben und in Belgien eine Tätigkeit ausüben".

Die vorgenannten Änderungen betrafen nur die Regelungen betreffend das COVID Safe Ticket.

Das Zusammenarbeitsabkommen vom 14. Juli 2021 regelt somit unter anderem die innerstaatliche Verwendung (Ausstellung, Überprüfung und Anerkennung) des digitalen EU-COVID-Zertifikats.

Dieses Zusammenarbeitsabkommen sieht zusammen mit den anderen zu diesem Zweck geschlossenen Zusammenarbeitsabkommen unter anderem die Verarbeitung personenbezogener Daten vor, um die Verwendung (Ausstellung, Überprüfung und Anerkennung) des digitalen Zertifikats EU-COVID zu ermöglichen.

Das Auslaufen der Bestimmungen über die Ausstellung, Überprüfung und Anerkennung des digitalen EU-COVID-Zertifikats ist an das Auslaufen der oben genannten EU-Verordnungen gebunden. Diese laufen am 30. Juni 2023 aus. Die Europäische Union sieht jedoch keine Verlängerung dieser Verordnungen vor, da es innerhalb der EU selbst keine Reisebeschränkungen mehr gibt. Aus diesem Grund kann eine bloße Verlängerung der Verordnungen nicht als gerechtfertigt angesehen werden.

Einige Länder (außerhalb der Europäischen Union, wie China und Brasilien) verlangen jedoch nach wie vor Impf-, Test- und/oder Genesungszertifikate, um den freien Personenverkehr zu gewähren. Daher ist es nach wie vor erforderlich, ein System und einen Rechtsrahmen für solche Zertifikate und insbesondere für digitale EU-COVID-Zertifikate vorzusehen.

Wie bereits erwähnt, laufen die Verordnungen, die die Ausstellung dieser Zertifikate regeln, jedoch am 1. Juli 2023 aus. In Anbetracht der Tatsache, dass einige Länder immer noch Impf-, Test- und/oder Genesungszertifikate verlangen, um die Freizügigkeit zu gewähren, und es nicht auszuschließen ist, dass einige Länder die Reisevorschriften wieder einführen, wurde auf europäischer Ebene beschlossen, dass die einschlägigen Bestimmungen über das digitale EU-COVID-Zertifikat (in Bezug auf die öffentlichen Schlüssel zur Überprüfung der Signatur der Zertifikate) mittels der Plattform der Weltgesundheitsorganisation (WHO) weiter ausgearbeitet werden. In diesem Sinne hat die Europäische Kommission eine Empfehlung des Rates für den internationalen Reiseverkehr ausgearbeitet, die es Reisenden ermöglicht, ab dem 1.

Juli 2023 weiterhin unter Verwendung des digitalen EU-COVID-Zertifikats zu reisen.

Zu diesem Zweck wird die WHO ein globales Zertifizierungssystem (Global Digital Health Certification Network oder weltweites digitales Gesundheitszertifikatsnetzwerk ) nutzen, das auch den Rahmen für das digitale EU-COVID-Zertifikat bilden wird, und zwar im Rahmen einer Partnerschaft zwischen den beiden Organisationen. Das digitale EU-COVID-Zertifikat kann in der gleichen Form weiterbestehen und überprüft werden, da es mit den anderen Zertifikaten, die über die WHO ausgestellt werden sollen, kompatibel sein wird. Folglich kann das digitale EU-COVID-Zertifikat in Belgien auf die gleiche Weise geregelt bleiben.

Was die Europäische Union im Hinblick auf das digitale EU-COVID-Zertifikat kontrolliert hat, insbesondere die öffentlichen Schlüssel zur Verifizierung der Signierung der Zertifikate, wird nicht mehr von der Europäischen Union, sondern von der Weltgesundheitsorganisation (WHO), durch das globale Zertifizierungssystem (Global Digital Health Certification Network) durchgeführt.

Das gleiche System (das bis zum Außerkrafttreten der Verordnungen auf Ebene der Europäischen Union galt) wird daher hinsichtlich der WHO in Bezug auf die Übermittelung von Schlüsseln angewendet, was bedeutet, dass nur öffentliche Schlüssel an die WHO übermittelt werden. Solche öffentlichen Schlüssel enthalten keine personenbezogenen Daten im Sinne der Datenschutzgrundverordnung;

Um zu vermeiden, dass es keine Rechtsgrundlage mehr für die Verarbeitung personenbezogener Daten im Zusammenhang mit den Impf-, Test- und Genesungszertifikaten (digitale EU-Zertifikate) gibt, ist eine Änderung des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021, abgeändert durch die Zusammenarbeitsabkommen vom 27. September 2021 und 28. Oktober 2021, nötig. Ohne eine Abänderung hätte die Verarbeitung personenbezogener Daten zum Zwecke der Ausstellung, Überprüfung und Anerkennung von Impf-, Test- und/oder Genesungszertifikate ab dem 1. Juli 2023 keine Rechtsgrundlage mehr und wäre somit nicht rechtmäßig. Andererseits könnte die Freizügigkeit von Personen beeinträchtigt werden.

In der Zeit vor dem Inkrafttreten der genannten Verordnungen sahen die Parteien des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 bereits eine Regelung und ein System vor, mit dem die digitalen EU-COVID-Zertifikate in der Zeit vor dem Inkrafttreten der Verordnungen, insbesondere für den Zeitraum vom 16. Juni 2021 bis zum 30. Juni 2021, ausgestellt werden konnten.Diese Regelung ermöglichte es, beantragte Zertifikate bereits vor dem 1. Juli 2021 auszustellen.

Hinsichtlich dieser Regelung muss vorgesehen werden, dass Sie ab dem 1. Juli 2023 inkraftritt. Mit dem vorliegenden Zusammenarbeitsabkommen sollen daher die Ausführungsbestimmungen des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021, abgeändert durch die Zusammenarbeitsabkommen vom 27. September 2021 und 28. Oktober 2021, abgeändert werden.

In diesem Zusammenhang ist es erforderlich, eine Regelung vorzusehen, wonach die Bestimmungen, die im Zeitraum vom 16. Juni 2021 bis zum 30.

Juni 2021 aufgrund des vorliegenden Zusammenarbeitsabkommens in Kraft waren, ebenfalls in Kraft treten, sobald die Verordnungen nicht mehr in Kraft sind, d. h. ab dem 1. Juli 2023.

In jedem Falle werden die einschlägigen Bestimmungen über das digitale EU-COVID-Zertifikat zu dem Zeitpunkt, zu dem die Verordnungen außer Kraft treten, in dieses Kooperationsabkommen übernommen, und die WHO wird dasselbe System (die auf EU-Ebene bis zum Auslaufen der Verordnungen galten) übernehmen; außerdem soll die Nutzung der Plattform des Global Digital Health Certification Network für die Bereitstellung der genannten Zertifikate und insbesondere des digitalen EU-COVID-Zertifikats berücksichtigt werden.

Die Bestimmungen dieses Zusammenarbeitsabkommens treten außer Kraft, wenn die Parteien ihr Außerkrafttreten in einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommenbeschließen, wobei Folgendes zu berücksichtigen ist: - ob bestimmte Länder immer noch Zertifikate verlangen, und/oder - ob die WHO-Plattform die Ausstellung dieser Zertifikate noch unterstützt. b. Allgemeine Grundsätze Das vorliegende Zusammenarbeitsabkommen ist zwecks Begutachtung der Datenschutzbehörde (Gutachten Nr.65/2023 vom 20. Juli 2023), der "Vlaamse Toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens" (Flämischer Kontrollausschuss für die Verarbeitung personen-bezogener Daten) (Stellungnahme Nr. 2022/072 vom 13. Juni 2023), dem Staatsrat (Gutachten Nr. 74.601/VR vom 7. December 2023), dem "Vlaamse Raad WVG" (Flämischer Rat für Wohlbefinden, Volks-gesundheit und Familie) (Antwort vom 16. Juni 2023 auf das Ersuchen um Stellungnahme), dem französischsprachigen Konzertierungsorgan und dem französischsprachigen ministeriellen Konzertierungsausschuss zur Konzertierung (Stellungnahme vom 20. Juni 2023), und dem Beirat fûr Gesundheit (Stellungnahme vom 19. Dezember 2023) vorgelegt worden.

KOMMENTAR ZU DEN ARTIKELN Artikel 1 - Der Artikel enthält eine Änderung von Artikel 2 des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben,, abgeändert durch die Zusammenarbeitsabkommen vom 27. September 2021 und vom 28. Oktober 2021, in dem Sinne, dass er die Erstellung und Ausstellung von EU-COVID-Zertifikate ab dem 1. Juli 2023 vorsieht, um den freien Personenverkehr währen der Pandemie zu erleichtern.

Art. 2 - Artikel 2 sieht mehrere Änderungen an Artikel 3 desselben Zusammenarbeitsabkommens vor, indem Sinne, dass diese Bestimmungen auch ab dem 1. Juli 2023 gelten, insbesondere ab dem Außerkraft treten der beiden EU- Verordnungen betreffend das digitale EU-COVID-Zertifikat.

Im Einzelnen werden die Absätze 1 bis 6 entsprechend abgeändert.

Art. 3 - Artikel 3 sieht eine Änderung von Artikel 7 des Zusammenarbeitsabkommens in dem Sinne vor, dass diese Bestimmungen auch ab dem 1. Juli 2023 gelten, insbesondere ab dem Auslaufen der beiden EU- Verordnungen betreffend das digitale EU-COVID-Zertifikat.

Art. 4 - Artikel 4 enthält eine Änderung von Artikel 14 Absatz 1 desselben Zusammenarbeitsabkommens, indem er vorsieht, dass die in Artikel 9 Absätze 1, 2 und 3 genannten Daten auf keinen Fall länger als 15 Tage nach der Veröffentlichung des königlichen Erlasses aufbewahrt werden, der das Ende der Epidemie des Coronavirus COVID-19 erklärt.

Art. 5 - Artikel 5 enthält einige Abänderungen von Artikel 33 desselben Zusammenarbeitsabkommens.

Zunächst handelt es sich um eine Änderung von Paragraf 1, 1°, wodurch die Bestimmungen, die im Zeitraum vom 16. Juni 2021 bis zum 30. Juni 2021 in Kraft waren, auch ab dem 1. Juli 2023 wieder in Kraft treten.

Außerdem handelt es sich um eine Abänderung von Absatz 3, der das Außerkrafttreten der Bestimmungen des vorgenannten Zusammenarbeitsabkommens betrifft. Insbesondere ist das Außerkrafttreten der Bestimmungen der Titel I bis III, sowie ders Paragrafen 4 und des Artikels 14 (Titel V) und der Bestimmungen des Titels VI nicht mehr an das Außerkrafttreten der beiden Europäischen Verordnungen gebunden, sondern an das Datum, an dem die Vertragsparteien des vorliegenden Zusammenarbeitsabkommen das Datum des Außerkrafttretens desselben in einem ausführenden Zusammenarbeitsabkommen festlegen.

Das vorliegende Zusammenarbeitsabkommen ändert jedoch nichts am Auslaufen des Artikels 2bis (Titel I), der Bestimmungen in Titel IV und der Paragraphen 2, 3 und 5 des Artikels 14 (Titel V) und Artikel 16, § 2 (Titel VI), die sich auf das COVID Safe Ticket beziehen. Diese Bestimmungen sind am 30. Juni 2022 ausgelaufen und werden nicht wieder in Kraft treten.

TITEL 2: - Allgemeine Bestimmungen

Art. 6.Artikel 6 regelt das Inkrafttreten des vorliegenden Zusammenarbeitsabkommens, das auf den 1. Juli 2023 festgelegt ist.

Dieses Datum des Inkrafttretens ergibt sich aus der Empfehlung der Europäischen Union, Kontinuität zu gewährleisten.

Das Inkrafttreten dieses Zusammenarbeitsabkommes hat die Rücknahme des ausführenden Zusammenarbeitsabkommens vom 23. Juni 2023 zur Folge.

Zusammen-arbeitsabkommen zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemein-samen Gemeinschafts-kommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission zur Abänderung des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben, abgeändert durch die Zusammenarbeitsabkommen vom 27. September 2021 und vom 28. Oktober 2021 Aufgrund der Verordnung (EU) 2016/679 des Euro-päischen Parlaments und des Rates vom 27. April 2016 zum Schutz natürlicher Personen bei der Verarbeitung personenbezogener Daten, zum freien Daten-verkehr und zur Aufhebung der Richtlinie 95/46/EG (Datenschutz-Grundverordnung);

Aufgrund der Verordnung (EU) 2021/953 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 14. Juni 2021 über einen Rahmen für die Ausstellung, Überprüfung und Anerkennung interoperabler Zertifikate zur Bescheinigung von COVID-19-Impfungen und -Tests sowie der Genesung von einer COVID-19-Infektion (digitales COVID-Zertifikat der EU) mit der Zielsetzung der Erleichterung der Freizügigkeit während der COVID-19-Pandemie;

Aufgrund der Verordnung (EU) 2021/954 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 14. Juni 2021 über einen Rahmen für die Ausstellung, Überprüfung und Anerkennung interoperabler Zertifikate zur Bescheinigung von COVID-19-Impfungen und -Tests sowie der Genesung von einer COVID-19-Infektion (digitales COVID-Zertifikat der EU) für Drittstaatsangehörige mit rechtmäßigem Aufenthalt oder Wohnsitz im Hoheitsgebiet der Mit- gliedstaaten während der COVID-19- Pandemie;

Aufgrund des Sonder-gesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen, insbesondere der Artikel 5 § 1 römisch I, 6bis § 1, § 2 Nr. 1 und 2 und 92bis;

Aufgrund des Gesetzes vom 31. Dezember 1983 über institutionelle Reformen für die Deutschsprachige Gemeinschaft, Artikel 4 § 2;

Aufgrund des Gesetzes vom 20. Juli 2006 über die Schaffung und die Arbeits-weise der Föderalagentur für Arzneimittel und Gesundheitsprodukte und insbesondere des Artikels 4 § 1 Absatz 3 Nr. 3 und 4;

Aufgrund des Wallonischen Gesetzbuches für soziale Aktion und Gesundheit, Artikel 47/17bis;

Aufgrund des Dekrets der Französischen Gemeinschaft vom 17. Juli 2002 "portant réforme de l'Office de la Naissance et de l'Enfance, en abrégé O.N.E" (Reform des Geburten- und Kinderhilfs-amts), Artikel 2 § 2 Nr. 8;

Aufgrund des Dekrets der Französischen Gemein-schaftskommission vom 18. Februar 2016 "relatif à la promotion de la santé" (Gesundheitsförderung); Aufgrund des Dekrets der Flämischen Gemeinschaft vom 21. November 2003 "betreffende het preventieve gezondheidsbeleid" (präve-tive Gesundheitspolitik), Artikel 43 § 3;

Aufgrund des Dekrets der Deutschsprachigen Gemeinschaft vom 1. Juni 2004 zur Gesundheitsförderung und zur medizinischen Prävention;

Aufgrund des Erlasses der Flämischen Regierung vom 16. Mai 2014 "houdende diverse bepalingen ter uitvoering van het decreet van 21 november 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/11/2003 pub. 03/02/2004 numac 2004035090 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid sluiten betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van uitvoerings-besluiten van dit decreet" (Bestimmungen zur Aus-führung des Dekrets vom 21. November 2003 über präventive Gesundheits-politik und zur Abänderung der Ausführungserlasse);

Aufgrund des Ministeriellen Erlasses vom 29. Ja-nuar 2015 zur Festlegung des Impfschemas für Flandern, Artikel 9;

Aufgrund der Ordonnanz der Gemeinsamen Gemein-schaftskommission vom 19. Juli 2007 "relative à la politique de prévention en santé"/"betreffende het preventieve gezondheids-beleid" (präventive Gesund-heitspolitik); Aufgrund des Erlasses des Vereinigten Kollegiums der Gemeinsamen Gemein-schaftskommission vom 23. April 2009 "relatif à la prophylaxie des maladies transmissibles"/"betreffende de profylaxe tegen over-draagbare ziekten" (Pro-phylaxe bei übertragbaren Krankheiten);

Aufgrund des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben;

Aufgrund des Zusammenarbeitsabkommen vom 27. September 2021 zur Änderung des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben;

Aufgrund des Zusammenarbeitsabkommen vom 28. Oktober 2021 zur Änderung des Zusammenarbeitsabkommens vom 14. Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemeinschaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben;

In der Erwägung, dass die Gemeinschaften und Re-gionen im Allgemeinen für die Gesundheitspolitik zu-ständig sind;

In der Erwägung, dass einige Angelegenheiten der Gesundheitspolitik weiterhin in die Zuständigkeit des Föderalstaates fallen;

In der Erwägung, dass vorliegendes Zusammenar-beitsabkommen unter Be-rücksichtigung der Vertei-lung der Zuständigkeiten, die den verschiedenen Befugnisebenen aufgrund des Sondergesetzes zur Reform der Institutionen zugewiesen wurden, als Ergebnis einer intensiven Zusammenarbeit innerhalb der Interministeriellen Konferenz geschlossen worden ist, die Teil einer langen Tradition der Zusammenarbeit zwischen den verschiedenen Befugnis-ebenen in unserem Land innerhalb der Inter-ministeriellen Konferenz Volksgesundheit ist; ist es notwendig, ein Zusammenarbeitsabkommen zu schließen ZWISCHEN dem Föderalstaat, vertreten durch die Föderalregierung in der Person von Alexander De Croo, Premierminister, und von Frank Vandenbroucke, Vizepremierminister und Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Volksgesundheit, der Flämischen Gemein-schaft, vertreten durch die Flämische Regierung in der Person von Jan Jambon, Ministerpräsident der Flämi-schen Regierung und Flämische Minister für Auswärtige Angelegen-heiten, Kultur, Digitali-sierung und Allgemeine Dienste, und von Hilde Crevits, Vize-Ministerpräsidentin der Flämischen Regierung und Flämische Ministerin für Wohlstand, Volksgesundheit und Familie, der Französischen Gemein-schaft, vertreten durch ihre Regierung in der Person von Pierre-Yves Jeholet, Ministerpräsident und Minister für Sport und für Weiter-bildungsunterricht, von Bénédicte Linard, Vizepräsidentin und Mi-nisterin für Kinderwohl, Gesundheit, Kultur, Medien und Frauenrechte, und von Françoise Bertieaux, Ministerin für Hochschulwesen, Weiter-bildungsunterricht, Universitätskrankenhäuser, Jugendhilfe, Justizhäuser, Jugend, und Förderung von Brüssel, der Wallonischen Region, vertreten durch ihre Regie-rung in der Person von Elio Di Rupo, Ministerpräsident der Wallonischen Regierung, und von Christie Morreale, Vize-Ministerpräsidentin der Wallonischen Regierung und Ministerin für Beschäfti-gung, Ausbildung, Gesund-heit, Soziale Maßnahmen und Sozialwirtschaft, Chan-cengleichheit und Frauen-rechte, der Deutschsprachigen Ge-meinschaft, vertreten durch ihre Regierung in der Person von Oliver Paasch, Ministerpräsident und Minister für lokale Behörden und Finanzen, und von Antonios Antoniadis, Vize-Ministerpräsident und Minister für Familie, Gesundheit und Soziales, der Gemeinsamen Gemein-schaftskommission, vertreten durch das Vereinigte Kollegium in der Person von Rudi Vervoort, Präsident des Vereinigten Kollegiums, und von Alain Maron und Elke Van den Brandt, für die Gesundheit und die Soziale Maßnahmen, der Französischen Gemein-schaftskommission, vertreten durch ihr Kollegium in der Person von Barbara Trachte, Ministerpräsidentin, beauf-tragt mit Gesundheits-förderung, Familie, Haushalt und Öffentlichem Dienst, und von Alain Maron, Minister, beauftragt mit Sozialer Maßnahmen und Gesundheit.

TITEL 1. - Abänderung des Zusammenarbeitsabkom-mens vom 14. Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemein-schaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemein-schaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemein-schaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben, abgeändert durch die Zusammenarbeitsabkom-men vom 27. September 2021 und 28. Oktober 2021 Artikel 1 - Artikel 2, § 1 des Zusammenarbeitsabkom-mens vom 14. Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemein-schaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemein-schaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemein-schaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben, abgeändert durch die Zusammenarbeitsabkom-men vom 27. September 2021 und 28. Oktober 2021, wird durch 4° wie folgt ergänzt: "4° Erstellung und Ausstellung des digitalen EU-COVID-Zertifikats, um den freien Verkehr ab dem 1. Juli 2023 zu erleichtern." Art. 2 - In Artikel 3 des Zusammenarbeitsabkommens werden folgende Änderungen vorgenommen: 1° In Paragraf 1 werden die Worte "und nach Auslaufen der Verordnungen" eingefügt zwischen "Verordnung digitales EU-COVID-Zertifikat" und "und gemäß Artikel 3 Absatz 1 der Verordnung" eingefügt;2° In Paragraf 2 werden die Worte "und nach Außerkrafttreten der genannten Verordnung" zwischen den Worten "Verordnung digitales EU-COVID Zertifikat" und "und gemäß Artikel 3, Absatz 2 dieser Verordnung" eingefügt;3° In Paragraf 3 werden die Worte "und nach Außerkrafttreten der genannten Verordnung" zwischen den Worten "Verordnung digitales EU-COVID Zertifikat" und "und gemäß Artikel 3, Absatz 4 dieser Verordnung" eingefügt;4° In Paragraf 4 werden die Worte "und nach Außerkrafttreten der genannten Verordnung" zwischen den Worten "Verordnung digitales EU-COVID Zertifikat" und "und gemäß Artikel 3, Absatz 5 dieser Verordnung" eingefügt;5° In Paragraf 5 werden die Worte "und nach Außerkrafttreten der genannten Verordnung" zwischen den Worten "Verordnung EU-COVID digitales Zertifikat" und "und gemäß Artikel 3, Absatz 6 dieser Verordnung" eingefügt;6° In Paragraf 5 des niederländischen Textes wird das Wort "is" zwischen den Punkten "bedoelde certificaten" und "geen voorwaarden" gestrichen.7° In Paragraf 6 werden die Worte "und nach Außerkrafttreten der genannten Verordnung" zwischen den Worten "Verordnung digitales EU-COVID digitales Zertifikat" und "und gemäß Artikel 3, Absatz 7 dieser Verordnung" eingefügt. Art. 3 - In Artikel 7 § 1 desselben Zusammenarbeitsabkommens werden die Worte "und nach Ablauf der Geltungsdauer dieser Verordnung" zwischen den Worten "Verordnung digitales EU-COVID Zertifikat" und "und für den Zeitraum vom 16. Juni" einegefügt Art. 4 - In Artikel 14 desselben Zusammenarbeitsabkommens wird § 1 wie folgt ersetzt: "Die in Artikel 9, §§ 1, 2 und 3 genannten personenbezogenen Daten, die zum Zweck der Ausstellung des digitalen EU-COVID-Zertifikats, einschließlich der Ausstellung eines neuen digitalen EU-COVID-Zertifikats, verarbeitet werden, werden vom Austeller nicht länger aufbewahrt, als es für den Zweck unbedingt erforderlich ist, und in jedem Fall nicht länger als 15 Tage nach der Veröffentlichung des königlichen Erlasses, der das Ende der Epidemie des Coronavirus COVID-19 erklärt." Art. 5 - An Artikel 33 des Zusammenarbeitsabkommens werden folgende Änderungen vorgenommen: 1° In Paragraf 1 Nummer 1 werden die Worte zwischen den Worten "und ab 1.Juli 2023" zwischen den Worten "30. Juni 2021" und "in Bezug auf" eingefügt; 2° Paragraf 3 wird wie folgt ersetzt: " § 3.Artikel 2bis (Titel I), sowie die Bestimmungen des Titels IV und der Paragraphen 2, 3 und 5 des Artikels 14 (Titel V) und 16, § 2 (Titel VI) treten am 30. Juni 2022 außer Kraft. Die anderen Bestimmungen der Titel I bis III sowie des Paragraf 4 des Artikels 14 (Titel V) und die anderen Bestimmungen des Titels VI treten an dem Tag außer Kraft, der von den Vertragsparteien des vorligenden Zusammenarbeitsabkommens auf dem Wege eines ausführenden Zusammenarbeitsabkommens festgelegt wird." TITEL 2: - Allgemeine Bestimmung Art. 6 - Vorliegendes Zusammenarbeitsabkommen tritt am 1. Juli 2023 in Kraft.

Mit dem Inkrafttreten dieses Zusammenarbeitsabkommens wird das ausführende Zusammen-arbeitsabkommen vom 23. Juni 2023 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemeinschaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemein-samen Gemeinschafts-kommission, der Wallo-nischen Region und der Französischen Gemein-schaftskommission zur Änderung des Zusammenarbeitsabkom-mens vom 14. Juli 2021 zwischen dem Föderalstaat, der Flämischen Gemein-schaft, der Französischen Gemeinschaft, der Deutschsprachigen Gemeinschaft, der Gemeinsamen Gemein-schaftskommission, der Wallonischen Region und der Französischen Gemein-schaftskommission über die Verarbeitung von Daten im Zusammenhang mit dem digitalen EU-COVID-Zertifikat, dem COVID Safe Ticket, dem PLF und der Verarbeitung personenbezogener Daten von Lohnempfängern und Selbständigen, die im Ausland leben oder wohnen und in Belgien Tätigkeiten ausüben, abgeändert durch die Zusammenarbeitsabkom-men vom 27. September 2021 und 28. Oktober 2021 zurückgenommen.

Brüssel, den 8. Februar 2024 in einer Originalausfertigung.

Der Premierminister A. DE CROO Der Vizepremierminister und Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Volksgesundheit F. VANDENBROUCKE Der Ministerpräsident der Flämischen Regierung und Flämischer Minister für Auswärtige Angelegen-heiten, Kultur, Digitali-sierung und Allgemeine Dienste J. JAMBON Die Vize-Ministerpräsidentin der Flämischen Regierung und Flämische Ministerin für Wohlstand, Volksgesundheit und Familie H. CREVITS Der Ministerpräsident der Französische Gemeinschaftund Minister für Sport und für Weiter-bildungsunterricht P.Y. JEHOLET Die Vizepräsidentin und Ministerin für Kinderwohlfahrt, Gesundheit, Kultur, Medien und Frauenrechte der Französischen Gemeinschaft B. LINARD Die Ministerin für Hochschulwesen, Weiterbildungsunterricht, Universitätskrankenhäuser, Jugendhilfe, Justizhäuser, Jugend, und die Promotion von Brüssel der Französischen Gemeinschaft F. BERTIEAUX Der Ministerpräsident der Wallonischen Regierung E. DI RUPO Die Vizepräsidentin und Ministerin für Beschäftigung, Ausbildung, Gesundheit, Soziale Maßnahmen, Chancengleichheit und Frauenrechte der Wallonischen Regierung C. MORREALE Der Ministerpräsident und Minister für Lokale Behörden und Finanzen der Deutschsprachigen Gemeinschaft O. PAASCH Der Vize-Ministerpräsident und Minister für Familie, Gesundheit und Soziales der Deutschsprachigen Gemeinschaft A. ANTONIADIS Der Präsident des Vereinigten Kollegiums der Gemeinsamen Gemein-schaftskommission R. VERVOORT Das Mitglied des Vereinigten Kollegiums der Gemeinsamen Gemein-schaftskommission, zustän-dig für die Gesundheit und Soziale Maßnahmen A. MARON Das Mitglied des Vereinigten Kollegiums der Gemeinsamen Gemein-schaftskommission, zustän-dig für die Gesundheit und Soziale Maßnahmen E. VAN DEN BRANDT Die Ministerpräsidentin der Französischen Gemein-schaftskommission, beauf-tragt mit Gesundheits-förderung, Familie, Haus-halt und Öffentlichem Dienst B. TRACHTE Das Mitglied des Kollegiums der Franzö-sischen Gemeinschafts-kommission, beauftragt mit Sozialen Maßnahmen und Gesundheit A. MARON