Etaamb.openjustice.be
Decreet van 18 februari 2016
gepubliceerd op 05 april 2016

Decreet betreffende de gezondsheidspromotie

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2016031236
pub.
05/04/2016
prom.
18/02/2016
ELI
eli/decreet/2016/02/18/2016031236/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


18 FEBRUARI 2016. - Decreet betreffende de gezondsheidspromotie


De Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, het College, bekrachtigen en verkondigen hetgeen volgt : TITEL 1. - Algemene Bepalingen Artikel 1 Dit decreet regelt, in toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid als bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.

Artikel 2 Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° het College : het College van de Franse Gemeenschapscommissie;2° de Administratie: de Diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;3° de gezondheidspromotie: het proces waarbij het individu en de collectiviteit in staat worden gesteld in te werken op de beslissende factoren van de gezondheid en, zodoende, deze laatste te verbeteren, door voorrang te verlenen aan een collectieve en solidaire verantwoordelijke betrokkenheid van de bevolking bij het dagelijks leven, waarbij personele keuze en maatschappelijke verantwoordelijkheid naast elkaar bestaan.De gezondheidspromotie heeft tot doel het welzijn van de bevolking te verbeteren en de sociale ongelijkheden in gezondheid te verkleinen door al de krachten op het niveau van het openbaar beleid in samenwerkingsverband te mobiliseren; 4° de preventie: de processen die de mogelijkheid bieden in te grijpen voor de verschijning van de ziekte (primaire preventie), de eerste tekens op te sporen (secundaire preventie) of de complicaties of hernieuwde aanvallen (tertiaire preventie) of de overmedicalisering (quartaire preventie);De preventie vormt een integrerend onderdeel van de gezondheidsbevordering; 5° het plan voor gezondheidspromotie: Referentiedocument met alle doelstellingen, programma's en prioritaire beleidsbenaderingen bepaald door het College voor een periode van vijf jaar;6° de stuurinstantie: orgaan samengesteld uit vertegenwoordigers van het College, van de Administratie en van genodigden uit instellingen en organisaties, die tot taak hebben het beleid inzake gezondheidspromotie te sturen;7° de Begeleidingsdienst: de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk die de Begeleidingsdienst inzake gezondheidspromotie vormt;8° de Ondersteuningsdienst: de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk die een methodologische en/of thematische Ondersteuningsdienst inzake gezondheidspromotie verzekert;9° de steunorganismen: geheel aan Begeleidings- en Ondersteuningsdiensten van de tweede lijn en referentiecentra;10° de actor: de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon gesubsidieerd in het kader van dit decreet op basis van een overeenkomst of een oproep tot projecten en belast met het bijdragen tot de invoering van het plan voor gezondheidspromotie door zijn of haar expertise ter zake;11° de preventieve geneeskunde : de preventiemethodes die overeenstemmen met de wettelijke bepalingen die geldig zijn voor het uitoefenen van gezondheidszorgverleningen en de nadere regels voor de organisatie van gezondheidsdiensten, om bij te dragen tot het vermijden van morbide aandoeningen of om zo snel mogelijk de leden te ontdekken onder de bevolking die receptief zijn voor deze aandoeningen of die eraan lijden, aandoeningen waarvan het bestaan een ernstig risico van verergering van de gezondheidstoestand van de zieke inhoudt, en soms ook een risico van uitbreiding van de ziekte tot de omgeving van de zieke met zich meebrengt, en ten slotte dikwijls een risico van degradatie van de materiële en maatschappelijke toestand van de zieke en van zijn gezin.12° het referentiecentrum: instantie aangesteld om een programma van preventieve geneeskunde te sturen verdeeld in protocollen en belast met het zorgen voor de verwezenlijking van de verschillende stappen van deze protocollen.13° de firma: de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon aangesteld voor de controle van de kwaliteit van medisch-technische toestellen nodig voor de verwezenlijking van de programma's van preventieve geneeskunde, wanneer deze controle een sine qua non voorwaarde is voor de erkenning van het referentiecentrum.14° het netwerk : georganiseerde vorm van collectieve actie over de basis van een vrijwillige samenwerking die de actoren, steunorganismen, tussenpersonen en andere verenigingen verenigt in non-hiërarchische relaties.15° de Adviesraad : de afdeling « Gezondheidspromotie » van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid opgericht bij decreet op 5 juni 1997.16° de tussenpersoon: elke persoon, vereniging of dienst die kan bijdragen aan de invoering van het plan voor gezondheidspromotie en niet gesubsidieerd wordt in het kader van dit decreet.17° het evenredig universalisme: principe volgens dewelke de karakteristieken, de frequentie, de duur en de intensiteit van de universele acties ter bevordering van de gezondheid aangepast worden aan de graad van achterstand van de verschillende bevolkingsgroepen. TITEL 2. - Bepalingen betreffende het plan voor gezondheidspromotie Artikel 3 § 1. Om de gezondheid te bevorderen en de sociale ongelijkheden in gezondheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verkleinen, stelt het College, voor een duur van vijf jaar, een plan voor gezondheidspromotie vast volgens de modaliteiten die het bepaalt. Dit plan berust, in de mate van het mogelijke, op het principe van evenredig universalisme en houdt rekening met de verschillen van socio-economisch statuut, geslacht, cultuur zodat iedereen kan beschikken over middelen om zijn of haar gezondheid aan te pakken.

Het plan bepaalt : 1. de onderwerpen, doelstellingen, strategieën en doelgroepen of prioritaire leefgebieden;2. de sociale en milieugebonden determinanten van gezondheid waar maatregelen nodig zijn om de gezondheidstoestand van de bevolking te verbeteren en de sociale ongelijkheden in gezondheid te verminderen;3. de verbanden met de andere bestaande Brusselse gezondheidsplannen evenals het overleg en de samenwerkingen met de actoren en openbare instellingen waarvan de bijdrage nodig is voor het behalen van de doelstellingen, of ze nu vallen onder de bevordering van de gezondheid of andere politieke bevoegdheidsniveaus of - domeinen;4. de evaluatie- en opvolgingsmodaliteiten (met name de criteria en indicatoren) die toelaten om de verwezenlijkingsgraad van de verschillende doelstellingen te evalueren. § 2. Om de doelstellingen van het plan voor gezondheidspromotie ten uitvoer te leggen, wordt het systeem van gezondheidspromotie op de volgende manier bepaald door het decreet : - Een stuurinstantie waarvan het secretariaat en de coördinatie verzekerd worden door een lid van de administratie. - Ondersteunings- en begeleidingsdiensten die in tweede lijn hun expertise bijbrengen aan de actoren op het veld, evenals referentiecentra die de programma's van preventieve geneeskunde coördineren. - Actoren op het terrein en netwerken die acties uitvoeren, die overeenstemmen met de strategieën voor gezondheidspromotie. - Een afdeling gezondheidspromotie binnen de Adviesraad, die het raadgevend orgaan vormt van de sector.

De prioritaire strategieën zijn intersectoraliteit, netwerkvorming, participatie van publiek, communautaire mobilisering, gedeelde analyse van het grondgebied, opleiding van professionele en niet-professionele tussenpersonen, straathoekwerk met specifieke doelgroepen in hun leefomgeving en de invoering van een transversaal overheidsbeleid voor gezondheid. § 3. Minstens zes maanden voor het verstrijken van het lopende plan voor gezondheidspromotie, stelt de administratie een ontwerpplan op in samenwerking met de steunorganismen en de actoren. Dit ontwerpplan wordt voorgesteld aan de stuurinstantie die deze indien nodig amendeert en voorlegt aan het College.

Het eerste ontwerp van het plan voor gezondheidspromotie wordt opgesteld volgens dezelfde samenwerkingsmodaliteiten en voorgesteld aan de stuurinstantie door de administratie binnen de door het College bepaalde termijn.

TITEL 3. - De stuursinstantie Artikel 4 § 1. Een stuurinstantie wordt opgericht samengesteld uit minstens een vertegenwoordiger van het College en van de administratie vertegenwoordigd door twee leden van de dienst gezondheid.

In functie van de behandelde onderwerpen en om de dwarsverbindingen met verenigingen en instellingen veilig te stellen, kan deze instantie ook steunorganismen, actoren en deskundigen uitnodigen op haar vergaderingen, evenals vertegenwoordigers van de uitvoerende bevoegdheden van de andere overheidsinstellingen met bevoegdheden die een uitwerking hebben op de gezondheid.

Ze komt minstens drie keer per jaar bijeen. Een bureau kan in haar midden worden opgericht. § 2. De taken van de stuurinstantie zijn als volgt : 1° geactualiseerde oriëntaties aan het College voorstellen;2° het plan voor gezondheidspromotie dat voorgelegd moet worden aan het College analyseren en goedkeuren;3° de opvolging verzekeren wat betreft de uitvoering van het plan voor gezondheidspromotie en de evaluatie ervan;4° een model van activiteitenverslag vastleggen voor alle actoren evenals de indicatoren, als basis voor het verzamelen van gegevens.De stuurinstantie deelt deze mee aan het College die ze besluit; 5° het overleg verzekeren met de vertegenwoordigers van de uitvoerende bevoegdheden van de andere overheidsinstellingen met bevoegdheden die een uitwerking hebben op de gezondheid of op het behandeld onderwerp;6° het evaluatieverslag analyseren en goedkeuren dat voorbereid werd door de administratie en waarbij de werking van de gehele maatregel na vijf jaar wordt geëvalueerd en aanbevelingen formuleren. § 3. Het College stelt de leden van de stuurinstantie aan en besluit de werkwijze van deze instantie en van het bureau.

Artikel 5 De administratie is belast met de opmaak van het plan voor gezondheidspromotie, de opvolging ervan, de uitvoering en de evaluatie. In dit opzicht doet ze dienst als instrument voor besluitvorming en neemt ze deel aan de stuurinstantie.

De administratie steunt de stuurinstantie wetenschappelijk. De onderzoekers werkzaam bij de ondersteuningsdienst werken samen met de administratie.

Samenwerkingsprotocollen met gewestelijke, communautaire of federale instellingen die sociale-sanitaire gegevens verzamelen met wie ze samenwerkt kunnen voorgesteld worden aan het College.

Ze vervult taken van wetenschappelijke ondersteuning, analyse, planning, evaluatie en beslissingsondersteuning zijnde : 1° de bestaande socio-sanitaire gegevens op het Brussels grondgebied en van belang voor het beleid inzake gezondheidspromotie in kaart brengen en samenvatten;2° de verzamelingen van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens door de verdedigers en de actoren in gezondheidspromotie coördineren;3° aan de stuurinstantie geactualiseerde beleidslijnen voorstellen;4° aan de stuurinstantie een geactualiseerd ontwerp van plan voor gezondheidspromotie voorstellen evenals een instrument voor de opvolging van de tenuitvoerlegging;5° het beleid inzake gezondheidspromotie evalueren; Het werk van de administratie berust op wetenschappelijke methodes en op de verplichtingen en aanbevelingen die van kracht zijn op vlak van gezondheidspromotie en van de bevordering van de volksgezondheid op Belgisch, Europees en internationaal niveau.

TITEL 4. - Begeleidings- en ondersteuningsdiensten Artikel 6 Na een openbare oproep tot kandidaatstelling waarbij de gewenste expertise wordt vastgelegd, en in het kader van het Plan voor gezondheidspromotie, wordt een begeleidingsdienst, aangewezen door het College voor een hernieuwbare periode van vijf jaar volgens de door haar vastgestelde modaliteiten.

Om aangesteld te worden moet de begeleidingsdienst aantonen dat ze geschikt is om de volgende opdrachten te vervullen : 1° in overleg met de ondersteuningsdiensten, methodologische steun organiseren en verlenen bij de stappen inzake gezondheidspromotie aan de actoren en de tussenpersonen, en hen de beschikbare begeleidingsvoorzieningen ter beschikking stellen, met name wat betreft documentatie, opleiding, instrumenten en expertise;2° dynamieken begeleiden en/of coördineren die de gezondheidspromotie en haar werkwijzen ondersteunen zoals de ontwikkeling van partnerschappen, de intersectoraliteit en de communautaire deelname;3° overleg ondersteunen en coördineren waarbij de actoren en de tussenpersonen worden bijeengebracht, met name onder de vorm van een platform; Na afloop van de vijf jaar aanstelling, en in het kader van het plan voor gezondheidspromotie, wordt aan het College een evaluatie voorgelegd over zowel de expertise van de dienst als de mate waarin ze tegemoet komt aan de bovenvermelde opdrachten. Bij een positieve evaluatie door het College wordt de aanstelling vijf jaar verlengd zonder een nieuwe openbare oproep tot kandidaatstelling.

Artikel 7 Na een openbare oproep tot kandidaatstelling waarbij de gewenste expertise wordt vastgelegd, en in het kader van het Plan voor gezondheidspromotie, worden ondersteuningsdiensten aangesteld door het College voor een hernieuwbare periode van vijf jaar volgens de door haar vastgestelde modaliteiten.

Om aangesteld te worden moeten de ondersteuningsdiensten aantonen dat ze geschikt zijn om, op basis van hun expertise, permanente steun te verlenen inzake opleiding, documentatie, evaluatie, communicatie, opzoeking of verzameling van gegevens aan de stuurinstantie, aan de actoren en aan de tussenpersonen aangesteld in het kader van dit decreet.

De opdrachten van elke ondersteuningsdienst worden verduidelijkt in overeenkomsten die de aanstelling begeleiden.

Deze ondersteuning kan betrekking hebben op : - een of meerdere thematieken over prioritaire gezondheid vastgelegd in het plan voor gezondheidspromotie; - een of meerdere methodologieën of actiestrategieën vastgelegd in het plan voor gezondheidspromotie.

Na afloop van de vijf jaar aanstelling, en in het kader van het plan voor gezondheidspromotie, wordt aan het College een evaluatie voorgelegd over zowel de expertise van de dienst als de mate waarin ze tegemoet komt aan de bovenvermelde opdrachten. Bij een positieve evaluatie door het College wordt de aanstelling vijf jaar verlengd zonder een nieuwe openbare oproep tot kandidaatstelling.

De ondersteuningsdiensten houden rekening met de verplichtingen en aanbevelingen die van kracht zijn op vlak van gezondheidspromotie en van de bevordering van de volksgezondheid op Belgisch, Europees en internationaal niveau. Ze werken nauw samen met de administratie en de begeleidingsdienst.

TITEL 5. - Programma's voor preventieve geneeskunde Artikel 8 § 1. Het College stelt, voor een duur van vijf jaar hernieuwbaar, programma's voor preventieve geneeskunde vast, gekoppeld aan het plan voor gezondheidspromotie en voorgesteld onder de vorm van één of meerdere protocollen. De programma's worden gestuurd door één of meerdere referentiecentra.

Onder sturing verstaat men het toezien op de verwezenlijking van de verschillende stappen van een protocol van preventieve geneeskunde, namelijk de programmatie van acties, de tenuitvoerlegging ervan, de registratie van de gegevens, de opvolging van de acties en de evaluatie volgens de indicatoren vastgelegd in het protocol. De programma's worden besloten en gerealiseerd in overeenstemming met de internationaal gevalideerde wetenschappelijke aanbevelingen. Ze houden rekening met de ervaring van de vakmensen inzake gezondheid en met de waarden en verwachtingen van de bevolking. § 2. De programma's zijn, voor zover mogelijk, verwezenlijkt door de optredende personen die het dichtst zijn bij de bevolking en met de meeste continue relatie met deze, d.w.z. de huisartsen, de ambulante sector en de nabijheidsdiensten voor sociale en geneeskundige hulp.

Bij de uitwerking en de tenuitvoerlegging van deze programma's wordt in het bijzonder rekening gehouden met de bevolkingen die in een sociale, sanitaire of economische ongunstige toestand verkeren.

De begeleidingsdienst kan betrokken worden bij de begeleiding van deze programma's.

Artikel 9 § 1. Het College stelt een of meerdere referentiecentra aan om de in artikel 8, § 1 bedoelde opdracht te verzekeren. In het kader van deze opdracht dragen deze referentiecentra bij tot de werkzaamheden van de steunorganismen en leggen de basis voor een wetenschappelijke expertise, het overleg met de optredende personen en de coördinatie met de inrichtingen en de publiek- en privaatrechtelijke personen zonder winstoogmerk bedoeld in artikel 8 § 2. Het College kan ook instellingen en personen van openbaar of privaatrecht aanstellen om de in artikel 8 § 2 bedoelde opdracht te verzekeren.

In het kader van deze opdracht, verrichten deze inrichtingen of publiek- en privaatrechtelijke personen zonder winstoogmerk de handelingen van opsporing en de andere handelingen van preventieve geneeskunde. § 2. Het College bepaalt de procedure en de aanstellingsvoorwaarden van de referentiecentra bedoeld in § 1, evenals de wijze van beroep.

De aanstellingsvoorwaarden hebben onder andere betrekking op de technische uitrusting en voorwaarden, de bekwaamheden van het personeel, de kwaliteitscriteria voor de verwezenlijking van de programma's. § 3. Het College bepaalt het bedrag en de toekenningsvoorwaarden voor de forfaitaire toelagen toegekend aan de referentiecentra voor de tenuitvoerlegging van de programma's van preventieve geneeskunde en, indien nodig, aan de inrichtingen en de publiek- of privaatrechtelijke personen zonder winstoogmerk bedoeld in artikel 8 § 2.

Artikel 10 Het College kan firma's aanstellen om tot de fysische en technische kwaliteitscontroles over te gaan van de uitrustingen bedoeld in artikel 9 § 2 wanneer de uitvoering van deze controles een voorwaarde is voor de aanstelling van deze referentiecentra.

Het College bepaalt de duur, de procedure en de aanstellingsvoorwaarden van de firma's bedoeld in het eerste lid, evenals de voorwaarden voor de intrekking van de aanstelling en de wijzen van beroep.

TITEL 6. - Actoren en netwerken voor gezondheidspromotie Artikel 11 § 1. Op basis van het Plan voor gezondheidspromotie en na een oproep tot kandidaatstelling, stelt het College actoren aan en sluit ze met hen overeenkomsten van drie jaar, hernieuwbaar volgens de modaliteiten die het bepaalt.

Na afloop van de drie jaar aanstelling, wordt aan het College een evaluatie voorgelegd over zowel de expertise van de actor als de mate waarin hij tegemoet komt aan de opdrachten bedoeld in de overeenkomst en aan het plan voor gezondheidspromotie. Bij een positieve evaluatie door het College wordt de aanstelling voor maximum twee jaar verlengd zonder een nieuwe oproep tot kandidaatstelling. § 2. Het College kent de forfaitaire toelagen toe aan de aangestelde actoren. Deze toelagen dekken de bezoldigings-, opleidings- en werkingskosten. Ze worden geïndexeerd volgens de modaliteiten die door het College zijn vastgelegd en wordt uitbetaald volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 19. § 3. Om aangesteld te worden, dienen de actoren hun aanvraag tot aanstelling in bij het College of beantwoorden ze aan oproepen tot projecten. § 4. Het College kan ook jaarlijkse toelagen toekennen in functie van de agenda vastgelegd in het plan voor gezondheidspromotie.

Artikel 12 § 1. De netwerken van gezondheidspromotie zijn actoren voor gezondheidspromotie, zoals bedoeld in artikel 11 in zoverre ze bijdragen tot het plan voor gezondheidspromotie door de coördinatie, complementariteit, intersectioraliteit, multidisciplinariteit, de continuïteit en de kwaliteit van de activiteiten voor de bevolking te verbeteren. Ze zijn georganiseerd op geografische en/of thematische basis. § 2. In het kader van het Plan voor gezondheidspromotie, stelt het College netwerken van gezondheidspromotie aan. § 3. Het College kent toelagen toe betreffende driejaarlijkse hernieuwbare overeenkomsten aan deze netwerken van gezondheidspromotie. Het College bepaalt het bedrag van de forfaitaire toelagen toegekend aan de netwerken van gezondheidspromotie.

Deze forfaitaire toelagen worden geïndexeerd volgens de door het College vastgelegde modaliteiten en vereffend volgens de in artikel 19 bedoelde modaliteiten. § 4.- In functie van het Plan voor gezondheidspromotie en wanneer noodzakelijk, werken de netwerken voor gezondheidspromotie samen met de "ambulante gezondheidsnetwerken" erkend krachtens het Decreet van 5 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/03/2009 pub. 08/05/2009 numac 2009031234 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende het aanbod van ambulante diensten in de domeinen van de sociale actie, het gezin en de gezondheid sluiten, betreffende de ambulante diensten in de domeinen van de sociale actie, het gezin en de gezondheid.

TITEL 7. - Procedures en subsidiëring Artikel 13 De in artikelen 6 en 7 bedoelde openbare oproepen tot kandidaatstelling onscurijven de opdrachten die aan de toegewezen diensten worden toevertrouwd evenals de vereiste vaardigheden om deze opdrachten te vervullen en de selectiecriteria van de kandidaatstellingen.

Het College bepaalt de inhoud van deze openbare oproepen tot kandidaatstelling en legt de kalender vast voor de procedure van aanstelling.

Ze worden gepubliceerd binnen een termijn van minstens zes maanden voor de subsidiëringsperiode en bevatten een formulier voor kandidatuur vastgesteld door het College.

Artikel 14 § 1. De in artikel 11 bedoelde oproepen tot projecten omschrijven de opdrachten die aan de toegewezen actoren worden toevertrouwd evenals de vereiste vaardigheden om deze opdrachten te vervullen en de selectiecriteria van de projecten. Ze worden ter advies voorgelegd aan de Adviesraad voor publicatie ervan.

Het College bepaalt de inhoud van deze openbare oproepen tot kandidaatstelling en legt de kalender vast voor de procedure van aanstelling.

Ze worden gepubliceerd binnen een termijn van minstens zes maanden voor de subsidiëringsperiode en bevatten een formulier voor kandidatuur vastgesteld door het College. § 2.- De kandidaat-dossiers van de begeleidingsdienst en de ondersteuningsdiensten worden ter advies voorgelegd aan de Adviesraad.

De dossiers die beantwoorden aan de projectoproepen worden eveneens ter advies voorgelegd aan de Adviesraad voor zover de gevraagde toelage hoger ligt dan een bedrag vastgesteld door het College.

In beide gevallen wordt dit advies gegeven volgens een analyseschema vastgesteld door het College. Met dit analyseschema moet geschat kunnen worden of het kandidaat-dossier overeenstemt met de prioriteiten van het plan voor gezondheidspromotie, evenals de relevantie, coherentie en meerwaarde en de geschiktheid van het team om de opdrachten te vervullen die bepaald worden in de openbare oproep tot kandidaatstelling.

Wat de actoren betreft bepaalt het College de modaliteiten van de conventionering en de inhoud van de overeenkomsten.

Artikel 15 Het College bepaalt de procedure voor de intrekking van de aanstelling van de actoren bij niet-naleving van de opdrachten die hen werden toevertrouwd, alsook, in voorkomend geval, de procedure van vernieuwing.

Artikel 16 De kandidaten die naar aanleiding van de openbare oproepen tot kandidaatstellingen of projectoproepen niet werden aangeduid door het College kunnen schriftelijk uitleg vragen aan de administratie binnen de veertien dagen na bekendmaking.

Artikel 17 § 1. Indien de opdrachten die ten deel vallen aan een actor of een steuninstelling niet vervuld worden overeenkomstig de in de overeenkomst vermelde criteria, wendt het College zich hierover schriftelijk tot de leden van de stuurinstantie en stuurt het een ingebrekestelling naar de actor of de steuninstelling die in gebreke is, waarin wordt gevraagd om zich naar de overeenkomst te schikken. § 2. Indien de actor of de steuninstelling in gebreke blijf, wordt de overeenkomst opgezegd en de toelage die betrekking heeft op de overeenkomst geschrapt drie maanden na de datum van de opzegging.

Artikel 18 Het College kan gedurende het vernieuwingsproces de toelagen doorbetalen aan de actoren en de steunorganismen die voorafgaand erkend zijn.

Artikel 19 De subsidiering van het systeem voor gezondheidspromotie gebeurt door vereffening van toelagen aan de actoren, netwerken en steunorganismen.

Deze toelagen worden vermeld in een meerjarige overeenkomst afgesloten met het College en hun bedrag wordt bepaald in functie van de opdrachten die ook opgenomen zijn in de overeenkomst. Ze dekken de bezoldigings-, opleidings- en werkingskosten en worden geïndexeerd volgens de modaliteiten vastgesteld door het College.

Een voorschot van 85% van de toelage wordt vereffend ten laatste op 20 februari van het betreffende kalenderjaar, ten behoeve van de actoren en steunorganismen waarvan de globale toelage de 10.000 euro niet overschrijdt. Het saldo wordt vereffend op basis van een definitieve afrekening volgens de modaliteiten vastgesteld door het College.

De actoren en steunorganismen waarvan de globale toelage meer dan 10.000 euro bedraagt krijgen, ten laatste op 20 februari van het betreffende kalenderjaar, een eerste voorschot van 85% van de toelage, en ten laatste op 30 juni, een tweede voorschot van 10% van de toelage. Het saldo wordt vereffend op basis van een definitieve afrekening volgens de modaliteiten vastgesteld door het College.

Artikel 20 De actor of steuninstantie houdt een dubbele boekhouding bij per begrotingsjaar en maakt jaarlijks een balans op en een rekening van ontvangsten en uitgaven volgens het model vastgelegd door het College.

Ze bezorgt ook jaarlijks een activiteitenverslag op volgens het in artikel 4, § 2, eerste alinea, 4° bedoelde model en een verzameling van gegevens, binnen de in de overeenkomst gestelde termijnen.

TITEL 8. - Controle en inspectie Artikel 21 § 1.- De administratie controleert jaarlijks de naleving van de bepalingen van de overeenkomsten ter plaatse. § 2.- De administratie stelt de tekortkomingen vast bij proces-verbaal. Een afschrift wordt verstuurd naar de in gebreke blijvende actor, netwerk, steuninstantie of referentiecentrum binnen de veertien dagen volgend op de vaststelling van de tekortkoming opdat deze erop kan reageren en duidelijkheid kan geven.

Artikel 22 De betaling van de toelage wordt opgeschort zolang, voor de voorheen ontvangen toelagen, de actor, het netwerk, de steuninstantie of het referentiecentrum de vereiste bewijsstukken niet voorlegt, het toezicht belemmert of de op ongeoorloofde wijze aangewende toelage niet geheel of gedeeltelijk terugbetaalt.

TITEL 9. - Bepalingen betreffende de evaluatie van het plan voor gezondheidspromotie Artikel 23 De administratie evalueert het overheidsbeleid inzake gezondheidspromotie op basis van de doelstellingen, de modaliteiten voor evaluatie en opvolging (inzonderheid de criteria en indicatoren) bepaald in het plan voor gezondheidspromotie. Hiertoe benut ze met name de gegevens en de activiteitenverslagen die haar worden overgemaakt via de actoren, netwerken en steunorganismen.

Ze stelt op en maakt over aan het College en aan de stuurinstantie : - een tussentijds evaluatierapport van de implementatie van het plan voor gezondheidspromotie, waarmee de lopende overeenkomsten eventueel geheroriënteerd kunnen worden en oproepen tot projecten kunnen worden voorgesteld; - een eindevaluatieverslag minstens zes maanden vooraleer het nieuwe plan voor gezondheidspromotie wordt aangenomen, met het oog op de voorbereiding ervan.

Het College bepaalt het voorwerp, de criteria en de modaliteiten van de evaluatie.

Dit eindrapport wordt ook overgemaakt aan de Vergadering.

TITEL 10. - Wijzigings-, intrekkings- en overgangsbepalingen Artikel 24 In artikel 4, § 1 van het decreet van 5 juni 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/06/1997 pub. 09/07/1997 numac 1997031243 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid sluiten houdende oprichting van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid wordt een punt 6° toegevoegd, de afdeling "Gezondheidspromotie".

Artikel 25 In artikel 5 van hetzelfde decreet wordt een nieuwe paragraaf 7 toegevoegd, luidend als volgt « § 7. Op eigen initiatief, op verzoek van de Vergadering op voorstellen van decreet, of op verzoek van het College heeft de afdeling « Gezondheidspromotie als opdracht advies te verstrekken over alle vragen die betrekking hebben op gezondheidspromotie met inbegrip van de preventieve geneeskunde en om ethische kwesties te onderzoeken.

Haar advies is vereist over ontwerpen van decreten en uitvoeringsbesluiten betreffende het gezondheidsbeleid en meer in het bijzonder de gezondheidspromotie, evenals op het plan van gezondheidspromotie. Haar advies is ook vereist over de oproepen tot kandidaatstelling van de Begeleidingsdienst en de ondersteuningsdiensten en de oproepen tot projecten voor actoren, alsook over de kandidaat-dossiers en de antwoorden op oproepen tot projecten voor toelagen hoger dan het bedrag vastgesteld door het College." Artikel 26 In artikel 8 van hetzelfde decreet, wordt § 2 aangevuld als volgt : "Het College bepaalt de samenstelling, de selectiewijze en de onverenigbaarheden met andere functies van de leden van de afdeling "Gezondheidspromotie" van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid".

Artikel 27 Het Decreet van 14 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/1997 pub. 14/01/1998 numac 1997029373 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende toestemming in het Akkoord tussen de Regering van de Franse Gemeenschap van België en de Regering van de Republiek Bolivia, ondertekend in Brussel op 11 oktober 1995 sluiten houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap wordt opgeheven.

Artikel 28 Dit decreet treedt in werking op 1er januari 2016.

Brussel, 5 februari 2016.

De Voorzitster, De Secretaris, De Griffier, Brussel, 18 februari 2016.

Voor de Brusselse Franstalige Regering : Mevr. F. LAANAN, Minister-presidente van de Brusselse Franstalige Regering, bevoegd voor de Begroting, het Onderwijs, het Schooltransport, de Kinderopvang, Sport en Cultuur.

R. VERVOORT, Minister van de Brusselse Franstalige Regering bevoegd voor de Sociale Samenhang en Toerisme.

Mevr. C. JODOGNE, Minister van de Brusselse Franstalige Regering bevoegd voor het openbaar ambt, het gezondheidsbeleid.

D. GOSUIN, Minister van de Brusselse Franstalige Regering bevoegd voor de beroepsopleiding.

Mevr. C. FREMAULT, Minister van de Brusselse Franstalige bevoegd voor het Hulpbeleid voor personen met een handicap, de Sociale Actie, het Gezin en internationale Betrekkingen.

^