26 JUNI 2002. - Wet tot wijziging van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.In de tabel die voorkomt in artikel 373, § 4, van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, ingevoegd bij de wet van 7 maart 1996, wordt het woord « 2000 » vervangen door de woorden « 2000 en volgende ».

Art. 3.In artikel 378, § 1, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 7 maart 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1.a) , vervallen de woorden « op voorstel van de Opvolgingscommissie »; 2° in punt 2.a) , vervallen de woorden « op voorstel van de Opvolgingscommissie »; 3° in punt 2.b) , vijfde streepje, worden de woorden « - 2000 : 75 % » vervangen door de woorden « - 2000 en volgende : 75 % »; 4° in punt 4., worden de woorden « de door de Opvolgingscommissie uitgevoerde jaarlijkse evaluatie » vervangen door de woorden « de door de Administratie der douane en accijnzen uitgevoerde jaarlijkse evaluatie » en de woorden « op gelijkluidend advies van de Opvolgingscommissie » vervangen door de woorden « op voorstel van de minister van Financiën »; 5° punt 5 wordt opgeheven.

Art. 4.In artikel 379, tweede lid, van dezelfde, worden de woorden « Op voorstel van de Opvolgingscommissie, bedoeld bij hoofdstuk VIII, kunnen die tarieven worden verhoogd en » vervangen door de woorden « Die tarieven kunnen worden verhoogd en er ».

Art. 5.In artikel 380 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 7 maart 1996 en 14 juli 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° vervallen de woorden « op voorstel van de Opvolgingscommissie »;2° in 5°, eerste lid, worden de woorden « op voorstel van de Opvolgingscommissie » vervangen door de woorden « op voorstel van de Minister van Financiën »;3° in 5°, tweede lid, worden de woorden « op gelijkluidend advies van de Opvolgingscommissie » vervangen door de woorden « op advies van de Minister van Financiën »;4° in 5°, wordt het derde lid opgeheven.

Art. 6.In artikel 381 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 7 maart 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden « op voorstel van de Opvolgingscommissie » vervangen door de woorden « op voorstel van de Minister van Financiën »;2° in § 3 worden de woorden « op voorstel van de Opvolgingscommissie » vervangen door de woorden « op voorstel van de minister van Financiën ».

Art. 7.In artikel 382 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 7 maart 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° worden de woorden « op voorstel van de woorden « op voorstel van de Opvolgingscommissie » vervangen door de woorden « op voorstel van de Minister van Financiën »;2° in 5° vervallen de woorden « op voorstel van de Opvolgingscommissie ».

Art. 8.Hoofdstuk VIII van dezelfde wet, dat de artikelen 386 tot 390 bevat, gewijzigd bij de wet van 3 juni 1994, wordt opgeheven.

Art. 9.Artikel 400 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 7 maart 1996, wordt vervangen als volgt : «

Art. 400.De besluiten bedoeld in de artikelen 381 en 382 worden genomen op de gezamenlijke voordracht van de ministers bevoegd voor Financiën, Volksgezondheid en Leefmilieu.

De besluiten bedoeld in de artikelen 372, 3°, 380, 3°, 383, 384 en 391 worden genomen op de gezamenlijke voordracht van de ministers bevoegd voor Economische Zaken en Financiën.

De besluiten bedoeld in de artikelen 379 en 380, 1°, worden genomen op de gezamenlijke voordracht van de ministers bevoegd voor Economische Zaken, Financiën en Leefmilieu.

De besluiten bedoeld in het artikel 392 worden genomen op de gezamenlijke voordracht van de ministers bevoegd voor Economische Zaken, Financiën, Leefmilieu en Volksgezondheid. »

Art. 10.In bijlage 15 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 7 maart 1996, worden de woorden « Op voorstel van de Opvolgingscommissie » vervangen door de voorden « Op voorstel van de Minister van Financiën ».

Art. 11.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Gegeven te Brussel, 26 juni 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justicie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Kamer van Volksvertegenwoordigers. 2000-2001 Wetsontwerp van de heer Coveliers, nr. 50-1363/1. 2001-2002 Amendement, nr. 50-1363/2. - Amendement, nr.50-1363/3. - Verslag, nr. 50-1363/4. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 50-1363/5. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 50-1363/6. - Amendementen voorgesteld na indiening van het verslag, nr. 50-1363/7.

Integraal verslag : 28 februari 2002.

Stukken van de Senaat. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, nr. 2-1065/1. - Amendementen, nr. 2-1065/2. - Verslag, nr. 2-1065/3. - Beslissing om niet te amenderen, nr. 2-1065/4.

Handelingen van de Senaat : 23 mei 2002.