Etaamb.openjustice.be
Wet van 24 juni 1997
gepubliceerd op 31 juli 1997

Wet tot wijziging van de wet van 16 juli 1948 tot oprichting van de Belgische Dienst voor de BuitenlandseHandel

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
1997003392
pub.
31/07/1997
prom.
24/06/1997
ELI
eli/wet/1997/06/24/1997003392/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JUNI 1997. Wet tot wijziging van de wet van 16 juli 1948 tot oprichting van de Belgische Dienst voor de BuitenlandseHandel (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bepaald in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.In de zin van de hiernavolgende wettelijke bepalingen, moet onder de wet worden verstaan : de wet van 16 juli 1948 tot oprichting van een openbare instelling, Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel genaamd, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 september 1955, bij de wet van 6 februari 1962 en bij het koninklijk besluit nr. 116 van 23 december 1982.

Art. 3.In de artikelen 3, 5, 6, 9, 11, 15, 20 en 25 van dezelfde wet worden de woorden « Raad van Beheer » vervangen door de woorden « Raad van Bestuur ».

Art. 4.Artikel 1, tweede lid van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : « De zetel van de Dienst is gevestigd in één der gemeenten van het administratief arrondissement "Brussel-Hoofdstad". »

Art. 5.Artikel 2 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 2.De Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel heeft tot doel bij te dragen tot de ontwikkeling van de Belgische handel met het buitenland. Hij oefent deze opdracht uit overeenkomstig de richtlijnen van de federale minister onder wie de buitenlandse handel ressorteert, en in het kader van het handelsbeleid van de bevoegde federale en gewestelijke overheden. Met het oog hierop handelt de Dienst in overleg en coördinatie met de bevoegde gewestelijke overheden en in functie van de noden van de economische kringen die in het bijzonder bij de buitenlandse handel geïnteresseerd zijn.

In uitvoering van zijn opdracht is de Dienst belast met studie, documentatie en voorlichting ten dienste van de buitenlandse handel en voert hij een promotiebeleid in overleg met de Gewesten. Hij kan eveneens zijn medewerking verlenen met het doel om de minnelijke beslechting van handelsgeschillen van private aard te vergemakkelijken. »

Art. 6.Artikel 3 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 3.De Dienst wordt beheerd door een Raad van Bestuur die is samengesteld uit vierentwintig leden..

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De federale overheid wordt hierin vertegenwoordigd door zes leden benoemd door de Koning, bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, op voordracht van de federale minister onder wie de buitenlandse handel ressorteert. Van deze leden zijn er drie Franstalig en drie Nederlandsta]ig.

De gewestelijke overheden beschikken over de mogelijkheid zich te laten vertegenwoordigen door zes leden benoemd door de Koning. Twee leden kunnen worden voorgodragen door de Regering van het Waalse Gewest, twee door de Vlaamse Regering en twee door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, van wie, wat deze laatsten betreft, de ene Franstalig en de andere Nederlandstalig is.

De particuliere sector wordt vertegenwoordigd door twaalf leden benoemd door de Koning op voordracht van de federale minister onder wie de buitenlandse handel ressorteert. Vier leden, twee Franstaligen en twee Nederlandstaligen, worden benoemd op grond van een lijst met acht kandidaten voorgedragen door de federale representatieve werkgeversorganisaties. Twee leden, de ene Franstalig en de andere Nederlandstalig, worden benoemd op grond van een lijst met vier kandidaten voorgedragen door de representatieve werknemersorganisaties. De gewestelijke ministers onder wie de buitenlandse handel ressorteert, beschikken over de mogelijkheid zes leden voor benoeming voor te dragen : twee op voordracht van de minister van de Vlaamse Regering, twee op voordracht van de minister van de Regering van het Waalse Gewest en twee, één Franstalige en één Nederlandstalige, op voordracht van de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering. De gewestelijke ministers doen dan hun voordracht op grond van een lijst van telkens vier kandidaten voorgedragen door de gewestelijke representatieve werkgeversorganisaties.

De leden van de Raad van Bestuur die de particuliere sector vertegenwoordigen, worden benoemd voor een periode van vier jaar. Hun mandaat is vernieuwbaar.

De duur van het mandaat van de leden die de federale overheid en de gewestelijke overheden vertegenwoordigen, is gebonden aan de duur van hun respectieve regeringen. De bestuurders vervullen evenwel hun mandant totdat hun vervanging effectief is.

De Voorzitter wordt benoemd uit de federale leden van de Raad door de Koning op voordracht van de federale minister onder wie de buitenlandse Handel ressorteert. Bovendien kiest de Raad uit zijn midden twee ondervoorzitters. »

Art. 7.Artikel 4 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 4.Binnen de perken van deze wet beschikt de Raad over de ruimste bevoegdheden voor het Bestuur van de Dienst. Hij benoemt het personeel en zet het af. »

Art. 8.Artikel 5 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 5.De Raad van Bestuur vergadert ten minste eenmaal om de drie maanden. Niettemin kan de voorzitter of, bij ontstentenis van deze, een der ondervoorzitters, de Raad te allen tijde bijeenroepen, hetzij op zijn initiatief, hetzij op verzoek van ten minste drie van zijn leden of op verzoek van het Coördinatiecomité. »

Art. 9.Artikel 6, vierde lid, van dezelfde wet wordt vervangen door wat volgt : « Bij staking der stemmen, beslist de stem van de voorzitter van de vergadering. »

Art. 10.Artikel 9 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 9.Een Coördinatiecomité onderzoekt de zaken die aan de Raad van Bestuur dienen te worden voorgelegd, staat in voor de opvolging daarvan alsook voor de coördinatie van de bevordering van de buitenlandse handel tussen de federale en gewestelijke overheden. Het oefent zijn activiteiten uit in het kader van de algemene, door de Raad van Bestuur bepaalde richtlijnen.

Het Coördinatiecomité is samengesteld uit : de Directeur-generaal van de Dienst, de Administrateur-Directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen en een afgevaardigde van de federale Regering benoemd op voordracht van de federale minister onder wie de buitenlandse handel ressorteert, in de hoedanigheid van vertegenwoordigers van de federale overheid; als de Regering van het betrokken Gewest aldus beslist, de leidende ambtenaar van de Agence wallonne à l'Exportation, van de Vlaamse Dienst voor de Buitenlandse Handel en van de Dienst van de Buitenlandse Handel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in de hoedanigheid van vertegenwoordigers van de gewestelijke overheid die zitting hebben in de Raad van Bestuur; zes leden benoemd door de Raad van Bestuur uit de vertegenwoordigers van de particuliere sector die daarin zitting hebben. Van deze zes leden zijn er drie gekozen uit de leden die benoemd werden op voordracht van de representatieve federale werkgeversorganisaties. De drie andere leden worden gekozen uit de leden benoemd op voordracht van elk van de gewestelijke Ministers.

Het Comité kiest uit zijn midden een voorzitter en een ondervoorzitter. Het vergadert ten minste tien keer per jaar.

Niettemin kan de voorzitter of, bij ontstentenis van deze, de ondervoorzitter, het Comité te allen tijde bijeenroepen, hetzij op zijn initiatief, hetzij op verzoek van ten minste drie van zijn leden. »

Art. 11.Artikel 10, tweede lid, van dezelfde wet wordt vervangen door wat volgt : « Hetzelfde geldt voor de leden van het Coördinatiecomité. »

Art. 12.In artikel 11, eerste lid van dezelfde wet worden de woorden « en van het Bestuurscomité » weggelaten.

Art. 13.Artikel 13 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 13.De Dienst staat onder de controle van de federale minister onder wie de buitenlandse handel ressorteert. »

Art. 14.De artikelen 14, 17, 17bis, 18, 19 van dezelfde wet worden opgeheven.

Art. 15.In artikel 25, vijfde lid van dezelfde wet worden de woorden « Zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de bepalingen van artikel 14 van onderhavige wet » vervangen door de woorden « Zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de bepalingen van artikel 11 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut ».

Art. 16.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 24 juni 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en van Buitenlandse Handel, Ph. MAYSTADT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie : S. DE CLERCK

^