Etaamb.openjustice.be
Wet van 23 november 2015
gepubliceerd op 27 november 2015

Wet tot aanpassing van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek inzake de verkiezing en de aanstelling van de leden van de Hoge Raad voor de Justitie

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2015009571
pub.
27/11/2015
prom.
23/11/2015
ELI
eli/wet/2015/11/23/2015009571/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

23 NOVEMBER 2015. - Wet tot aanpassing van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek inzake de verkiezing en de aanstelling van de leden van de Hoge Raad voor de Justitie


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2.In artikel 259bis-1, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen als volgt : "Alle leden moeten de burgerlijke en politieke rechten genieten.Zij mogen niet veroordeeld zijn door een in kracht van gewijsde gegane veroordeling, zelfs niet met uitstel, tot enige correctionele of criminele straf, tenzij ze in eer en rechten hersteld zijn. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op personen die in het buitenland tot een soortgelijkestraf zijn veroordeeld door een in kracht van gewijsde gegane veroordeling."; 2° in paragraaf 3 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende : "Om te kunnen worden benoemd in de groep niet magistraten mag een kandidaat in de vijf jaar die voorafgaan aan zijn kandidaatstelling geen beroepsmagistraat in actieve dienst zijn geweest.".

Art. 3.In artikel 259bis-2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten en gewijzigd bij de wet van 19 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt tussen het zesde en het zevende lid een lid ingevoegd, luidende : "Wanneer verschillende kandidaten een gelijk aantal stemmen behalen, worden zij gerangschikt volgens hun anciënniteit als beroepsmagistraat in aflopende volgorde.Wanneer er dan nog een gelijke rangschikking is, worden ze gerangschikt volgens leeftijd."; 2° in paragraaf 1 worden in het zevende lid, dat het achtste lid wordt, de woorden "een in Ministerraad overlegd" opgeheven;3° in paragraaf 3 wordt het cijfer "63" vervangen door het cijfer "66".

Art. 4.In artikel 259bis-3, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten en gewijzigd bij de wetten van 19 december 2002 en 13 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : " § 1.De leden nemen in de Hoge Raad zitting voor een periode van vier jaar die ingaat op de dag van de installatie. Niemand mag meer dan twee mandaten vervullen."; 2° in paragraaf 3 wordt de bepaling onder 5° vervangen als volgt : "5° een magistraat werd toegelaten tot de inruststelling;"; 3° paragraaf 3 wordt aangevuld met een bepaling onder 6°, luidende : "6° een lid niet meer voldoet aan de in artikel 259bis-1, § 1, derde lid, bedoelde voorwaarden.".

Art. 5.In artikel 259bis-5, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/1998 pub. 02/02/1999 numac 1999009006 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem sluiten, wordt het tweede lid vervangen als volgt : "De opvolger valt onder de toepassing van artikel 259bis-3, § 1.

Indien de resterende duur van het mandaat minder dan een jaar bedraagt, geldt dit niet als een mandaat voor de toepassing van de beperking van het aantal mandaten voorzien in die bepaling.". HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding

Art. 6.Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 23 november 2015.

FILIP Van Koningswege : De minister van Justitie, K. GEENS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54-1343 Integraal verslag : 12 november 2015

^