Etaamb.openjustice.be
Wet van 23 juni 2022
gepubliceerd op 01 juli 2022

Wet betreffende de uitvoering van het HNS-Verdrag 2010

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2022021016
pub.
01/07/2022
prom.
23/06/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JUNI 2022. - Wet betreffende de uitvoering van het HNS-Verdrag 2010 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2.In artikel 574, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2019 pub. 01/08/2019 numac 2019012565 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot invoering van het Belgisch Scheepvaartwetboek sluiten, wordt een bepaling onder 23° /1 ingevoegd, luidende: "23° /1 van de vorderingen ingesteld krachtens de bepalingen van de artikelen 2.7.3.33 tot 2.7.3.35 van het Belgisch Scheepvaartwetboek;".

Art. 3.Artikel 627, 10°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 24 juni 1970 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2019 pub. 01/08/2019 numac 2019012565 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot invoering van het Belgisch Scheepvaartwetboek sluiten, wordt vervangen als volgt: "10° in het geval bepaald in artikel 588, 9°, of wanneer de fondsvorming geschiedt op grond van het Internationaal Verdrag inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor olieverontreinigingsschade, en de Bijlage, opgemaakt te Brussel op 29 november 1969, en gewijzigd door het Protocol van Londen van 27 november 1992 of het Internationaal Verdrag inzake de burgerlijke aansprakelijkheid voor olieverontreinigingsschade, en de Bijlage, opgemaakt te Brussel op 29 november 1969, en gewijzigd door het Protocol van Londen van 27 november 1992 of het Internationaal Verdrag van 1996 inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in samenhang met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, met Bijlagen, opgemaakt te Londen op 3 mei 1996 en gewijzigd door het Protocol van Londen van 2010, opgemaakt te Londen op 30 april 2010: de voorzitter van de ondernemingsrechtbank te Luik wanneer de schade ontstaan is in de provincie Waals Brabant, Henegouwen, Namen, Luxemburg of Luik; de voorzitter van de ondernemingsrechtbank te Brussel, wanneer de schade ontstaan is in het gebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, of de voorzitter van de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, wanneer de schade ontstaan is in de provincie Vlaams-Brabant, Oost- of West-Vlaanderen, Antwerpen of Limburg of in de territoriale zee, in de exclusieve economische zone, in de open zee of in de wateren die onder de soevereiniteit van een andere Staat vallen.". HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Belgisch Scheepvaartwetboek

Art. 4.In artikel 2.3.2.6 van het Belgisch Scheepvaartwetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt: "1° "verzekeringscertificaat": een CLC-certificaat, een BUNKER-certificaat, een WRC-certificaat of een HNS-certificaat;"; 2° paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende: "6° "HNS-certificaat": een certificaat bedoeld in artikel 12.2 van het HNS-Verdrag 2010;" 3° in paragraaf 2 worden de woorden "en het WRC-Verdrag" vervangen door de woorden ", het WRC-Verdrag en het HNS-Verdrag 2010".

Art. 5.In artikel 2.3.2.8 van hetzelfde Wetboek gewijzigd bij de wet van 16 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/06/2021 pub. 06/09/2021 numac 2021032575 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende: " § 3/1.De geregistreerde eigenaar van een Belgisch zeeschip dat daadwerkelijk gevaarlijke en schadelijke stoffen vervoert, houdt een verzekering of andere financiële zekerheid zoals een bankgarantie of een certificaat uitgereikt door een internationaal vergoedingsfonds, tot dekking van zijn aansprakelijkheid voor schade uit hoofde van het HNS-Verdrag 2010, ten belope van het beperkt bedrag van zijn aansprakelijkheid ingevolge artikel 9.1 van het HNS-Verdrag 2010."; 2° in paragraaf 4 worden de woorden "in de artikelen 2.3.2.9, 2.3.2.10 of 2.3.2.11" vervangen door de woorden "in de artikelen 2.3.2.9, 2.3.2.10, 2.3.2.11 of 2.3.2.11/1"; 3° in paragraaf 4 worden de woorden "in artikel 2.3.2.9, § 4, 2.3.2.10, § 4 of 2.3.2.11, § 4" vervangen door de woorden "in artikel 2.3.2.9, § 4, 2.3.2.10, § 4, 2.3.2.11, § 4, of 2.3.2.11/1, § 4"; 4° er wordt een paragraaf 5/1 ingevoegd, luidende: " § 5/1.Gelden uit een verzekering of andere financiële zekerheid in toepassing van paragraaf 3/1 zijn uitsluitend beschikbaar voor de voldoening van verschuldigd krachtens het HNS-Verdrag 2010."; 5° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 9, luidende: " § 9.Het is verboden een Belgisch zeeschip waarop artikel 12.2 van het HNS-Verdrag 2010 van toepassing is op enig tijdstip te exploiteren, tenzij het over een geldig certificaat beschikt, uitgereikt krachtens artikel 2.3.2.11/1 of 2.3.2.16.".

Art. 6.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 2.3.2.11/1 ingevoegd, luidende: "Art. 2.3.2.11/1. Uitreiking van HNS-certificaten voor Belgische zeeschepen § 1. Een certificaat houdende verklaring dat een geldige verzekering of andere financiële zekerheid in overeenstemming met het HNS-Verdrag 2010 en deze afdeling van kracht is, wordt aan elk zeeschip uitgereikt nadat de bevoegde overheid heeft vastgesteld dat het voldoet aan artikel 2.3.2.8, § 3/1.

Het certificaat stemt overeen met het model bepaald in de bijlage bij het HNS-Verdrag 2010. § 2. Het certificaat wordt opgesteld in een van de officiële landstalen. Ingeval de gebruikte taal niet het Frans is, bevat de tekst tevens een vertaling in het Engels. § 3. Het certificaat bevindt zich aan boord van het zeeschip. § 4. De bevoegde overheid is bevoegd de certificaten in te trekken als niet wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder zij zijn uitgereikt.".

Art. 7.In artikel 2.3.2.12, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 16 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/06/2021 pub. 06/09/2021 numac 2021032575 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek sluiten, worden de woorden "of het WRC-Verdrag" vervangen door de woorden ", het WRC-Verdrag of het HNS-Verdrag 2010".

Art. 8.In artikel 2.3.2.14 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 16 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/06/2021 pub. 06/09/2021 numac 2021032575 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek sluiten, wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende: " § 3/1. Onverminderd artikel 12 van het HNS-Verdrag 2010 is elk zeeschip, waar het ook geregistreerd of ingeschreven is, dat een haven op het Belgische grondgebied aanloopt of verlaat of dat aankomt in een langsheen de kust in de Belgische territoriale zee gelegen laad- of losinstallatie of die verlaat, gedekt door een verzekering of andere financiële zekerheid die beantwoordt aan de vereisten van artikel 12.1 van het HNS-Verdrag 2010.

Het zeeschip beschikt als bewijs daarvan over een geldig certificaat uitgereikt door de bevoegde overheid overeenkomstig artikel 12.2 van het HNS-Verdrag 2010.".

Art. 9.In artikel 2.3.2.15 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 16 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/06/2021 pub. 06/09/2021 numac 2021032575 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, worden de woorden "voor de toepassing van het BUNKER-Verdrag, het WRC-Verdrag of deze afdeling" vervangen door de woorden "voor de toepassing van het CLC-Verdrag 1992, het BUNKER-Verdrag, het WRC-Verdrag, het HNS-Verdrag 2010 of deze afdeling";2° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende: " § 5.HNS-certificaten uitgereikt of gewaarmerkt onder de verantwoordelijkheid van een andere Staat die Partij is bij het HNS-Verdrag 2010 worden door de Scheepvaartcontrole erkend en hebben voor de Scheepvaartcontrole dezelfde waarde als door haarzelf uitgereikte en gewaarmerkte certificaten, zelfs ingeval het een zeeschip betreft dat niet is geregistreerd of ingeschreven in een Staat die Partij bij het HNS-Verdrag 2010 is. De Scheepvaartcontrole kan te allen tijde verzoeken om overleg met de Staat die het certificaat heeft uitgereikt of gewaarmerkt, indien de Scheepvaartcontrole acht dat de in het certificaat vermelde verzekeraar of garantieverstrekker financieel niet in staat is de door het HNS-Verdrag 2010 opgelegde verplichtingen na te komen.".

Art. 10.In artikel 2.3.2.16 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 16 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/06/2021 pub. 06/09/2021 numac 2021032575 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek sluiten, worden de woorden "2.3.2.9, 2.3.2.10 respectievelijk 2.3.2.11" vervangen door de woorden "2.3.2.9, 2.3.2.10, 2.3.2.11 respectievelijk 2.3.2.11/1".

Art. 11.In artikel 2.3.2.17 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 16 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/06/2021 pub. 06/09/2021 numac 2021032575 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "en artikel 12 van het WRC-Verdrag" vervangen door de woorden ", artikel 12 van het WRC-Verdrag en artikel 12 van het HNS-Verdrag 2010";2° in het tweede lid worden de woorden "en het WRC-Verdrag" vervangen door de woorden ", het WRC-Verdrag en het HNS-Verdrag 2010".

Art. 12.In boek 2, titel 3, hoofdstuk 2, afdeling 2, onderafdeling 6, van het zelfde Wetboek, wordt een onderafdeling 6 ingevoegd, luidende "Beperkingsprocedure met fondsvorming voor het HNS-Verdrag 2010".

Art. 13.In onderafdeling 6, ingevoegd bij artikel 12, wordt een artikel 2.3.2.62 ingevoegd, luidende: "Art. 2.3.2.62. Beperking van de aansprakelijkheid van de eigenaar § 1. De eigenaar van een zeeschip is gerechtigd zijn aansprakelijkheid krachtens deze onderafdeling te beperken tot een totaalbedrag per voorval dat is berekend overeenkomstig artikel 9 van het HNS-Verdrag 2010. § 2. Om de het eerste lid bepaalde beperking te genieten, vormt de eigenaar een fonds conform de procedure beschreven in de artikelen 2.3.2.47 tot 2.3.2.61. De bedragen bedoeld in artikel 2.3.2.47, § 3, zijn niet van toepassing in het kader van deze onderafdeling. De bedragen die van toepassing zijn met betrekking tot het HNS-verdrag van 2010 zijn de bedragen bepaald in artikel 9 van het HNS-Verdrag 2010. De artikelen 2.3.2.42 en 2.3.2.43 zijn van toepassing op de bedragen bedoeld in artikel 9 van het HNS-Verdrag 2010. § 3. Vorderingen die betrekking hebben op door de eigenaar vrijwillig en binnen de grenzen der redelijkheid gedane uitgaven en gebrachte offers ter voorkoming of beperking van schade staan in rang gelijk met andere schuldvorderingen op het fonds. § 4. Voor de toepassing van dit artikel is de tonnenmaat van het zeeschip de brutotonnenmaat berekend overeenkomstig de voorschriften voor de meting van de tonnenmaat vervat in Bijlage 1 bij het TMC-Verdrag.".

Art. 14.In dezelfde onderafdeling wordt een artikel 2.3.2.63 ingevoegd, luidende: "Art. 2.3.2.63. Gevolgen van de beperking van de aansprakelijkheid van de eigenaar door de vorming van een fonds.

Wanneer de eigenaar na een voorval een fonds heeft gevormd in toepassing van artikel 9 van het HNS-Verdrag 2010 en hij gerechtigd is zijn aansprakelijkheid te beperken, kan geen enkel recht op schadevergoeding voor schade als gevolg van het voorval op andere eigendommen van de eigenaar worden uitgeoefend. De bevoegde rechtbank beveelt de vrijgave van het zeeschip of van iedere andere eigendom die toebehoort aan de eigenaar en in beslag werd genomen naar aanleiding van een vordering tot schadevergoeding voor schade veroorzaakt door datzelfde voorval, en treedt op dezelfde wijze op ten aanzien van iedere borgtocht of andere zekerheid die werd ingesteld om een dergelijke inbeslagname te vermijden.".

Art. 15.In boek 2, titel 7, hoofdstuk 3, van het zelfde Wetboek, wordt een afdeling 5 ingevoegd, luidende "Afdeling 5.Het HNS-Verdrag 2010".

Art. 16.In afdeling 5, ingevoegd bij artikel 15, wordt een artikel 2.7.3.22 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.22. Begrippen Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder "HNS-Fonds", het ingevolge artikel 13 van het HNS-Verdrag 2010 gevormde Internationale Fonds voor Gevaarlijke en Schadelijke Stoffen.

Behoudens uitdrukkelijke afwijking zijn de andere begripsomschrijvingen van het HNS-Verdrag 2010 van toepassing op dit hoofdstuk, op de bepalingen van het boek 4 die betrekking hebben op dit hoofdstuk, en op de respectievelijke uitvoeringsbesluiten ervan.".

Art. 17.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.23 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.23. Territoriaal toepassingsgebied Deze afdeling is van toepassing: 1° op alle schade veroorzaakt op het Belgische grondgebied, de Belgische territoriale zee inbegrepen;2° op schade door milieuverontreiniging in de Belgische exclusieve economische zone;3° op schade, ander dan schade door milieuverontreiniging, veroorzaakt buiten het grondgebied, met inbegrip van de territoriale zee, van iedere Staat, indien deze schade is veroorzaakt door een stof vervoerd aan boord van een Belgisch zeeschip, of aan boord van een zeeschip dat geregistreerd of ingeschreven is in een andere Staat die Partij is bij het HNS-Verdrag 2010 of in het geval van een niet-geregistreerd of niet-ingeschreven zeeschip, aan boord van een zeeschip dat gerechtigd is de vlag te voeren van een Staat die Partij is bij het HNS-Verdrag 2010;en 4° op preventieve maatregelen, ongeacht waar zij zijn genomen, teneinde schade zoals bedoeld in de bepaling onder 1°, 2° en 3° te voorkomen of tot een minimum te beperken.".

Art. 18.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.24 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.24. Materieel toepassingsgebied § 1. Deze afdeling is van toepassing op andere vorderingen dan vorderingen uit hoofde van om het even welke overeenkomst tot het vervoer van goederen en passagiers, wegens schade die voortvloeient uit het vervoer van schadelijke en gevaarlijke stoffen over zee. § 2. Deze afdeling is niet van toepassing voor zover de bepalingen ervan onverenigbaar zijn met het recht dat toepasselijk is op arbeidsongevallen of met betrekking tot een stelsel voor sociale zekerheid. § 3. Deze afdeling is niet van toepassing: 1° op schade door verontreiniging bepaald in het CLC-Verdrag 1992, of een schadevergoeding al dan niet verschuldigd is uit hoofde van deze schade krachtens deze afdeling;en 2° op schade veroorzaakt door radioactieve materialen van klasse 7, bedoeld in hetzij de Internationale Maritieme Code voor gevaarlijke stoffen, hetzij de Internationale Maritieme Code voor het vervoer van vaste lading in bulk;3° onverminderd het tweede lid, op oorlogsschepen, marinehulpschepen of andere schepen die eigendom zijn van of geëxploiteerd worden door een Staat en die in de betrokken periode uitsluitend voor niet-commerciële overheidsdiensten worden gebruikt. Met betrekking tot staatsschepen die worden gebruikt voor handelsdoeleinden kan de Belgische Staat voor de in artikelen 2.7.3.33 en 2.7.3.34 bedoelde gerechtelijke instanties worden gedaagd en ziet hij af van verdediging op grond van zijn status als soevereine Staat.".

Art. 19.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.25 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.25. Aansprakelijkheid van de eigenaar § 1. Behoudens de in de paragrafen 2 en 3 bepaalde gevallen is de eigenaar van een zeeschip op het tijdstip van een voorval aansprakelijk voor alle schade veroorzaakt door schadelijke en potentieel gevaarlijke stoffen bij het vervoer daarvan over zee, aansprakelijk voor schade veroorzaakt door schadelijke en potentieel gevaarlijke stoffen in verband met het vervoer daarvan over zee aan boord van het zeeschip, met dien verstande dat indien het voorval bestaat uit een opeenvolging van feiten met dezelfde oorsprong, de eigenaar op het tijdstip van het eerste feit aansprakelijk is. § 2. Indien de eigenaar, noch diens ondergeschikten of lasthebbers, kennis hadden of redelijkerwijs hadden moeten hebben van de schadelijke en potentieel gevaarlijke aard van de vervoerde stoffen, is de eigenaar niet aansprakelijk indien hij bewijst dat: 1° de schade het gevolg is van een oorlogshandeling, vijandelijkheden, een burgeroorlog, een opstand of een natuurverschijnsel van een uitzonderlijke, onvermijdelijke en onweerstaanbare aard;of 2° de schade geheel en al werd veroorzaakt door een bewust handelen of nalaten van een derde, met het opzet schade te veroorzaken;of 3° de schade geheel en al werd veroorzaakt door onzorgvuldigheid of een andere onrechtmatige handeling van een regering of andere overheid, die instaat voor het onderhoud van lichten of andere hulpmiddelen bij de navigatie, in de uitoefening van die functie;of 4° het nalaten door de vervoerder of enige andere persoon om gegevens te verstrekken omtrent de schadelijke en potentieel gevaarlijke aard van de vervoerde stoffen geheel of ten dele de schade heeft veroorzaakt, of ertoe geleid heeft dat de eigenaar de in artikel 12 van het HNS-Verdrag 2010 bedoelde verzekering niet heeft gesloten. § 3. Indien de eigenaar bewijst dat de schade geheel of ten dele het gevolg is van een bewust handelen of nalaten van de persoon die de schade heeft geleden, met het opzet schade te veroorzaken, of van de nalatigheid van die persoon, kan de eigenaar geheel of ten dele worden ontheven van de aansprakelijkheid tegenover die persoon. § 4. Geen vordering tot vergoeding van schade kan tegen de eigenaar worden ingesteld anders dan in overeenstemming met deze afdeling. § 5. Tenzij de schade het gevolg is van hun persoonlijk handelen of nalaten, begaan hetzij met het opzet zodanige schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en in de wetenschap dat zodanige schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien, en behoudens paragraaf 6, kan geen vordering tot schadevergoeding worden ingesteld tegen: 1° de ondergeschikten of lasthebbers van de eigenaar of de bemanningsleden;2° de loods of enige andere persoon die, zonder bemanningslid te zijn, diensten voor het zeeschip verricht;3° elke bevrachter (ongeacht zijn benaming, met inbegrip van een rompbevrachter), scheepsbeheerder of exploitant van het zeeschip;4° elke persoon die met de instemming van de eigenaar of in opdracht van een bevoegde overheid hulpverleningswerkzaamheden verricht;5° elke persoon die preventieve maatregelen neemt;en 6° de ondergeschikten of lasthebbers van de in de bepaling onder 3°, 4° en 5° genoemde personen. § 6. Geen enkele bepaling van deze afdeling doet afbreuk aan enig bestaand verhaalsrecht van de eigenaar tegenover derden, met inbegrip van, doch niet beperkt tot, de verzender of de ontvanger van de stof die de schade heeft veroorzaakt, of de in paragraaf 5 bedoelde personen.".

Art. 20.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.26 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.26. Voorvallen waarbij twee of meer zeeschepen zijn betrokken § 1. Wanneer de schade het gevolg is van een voorval waarbij twee of meer zeeschepen zijn betrokken die beide gevaarlijke en schadelijke stoffen vervoeren, is elke eigenaar, tenzij deze ingevolge artikel 2.7.3.25 van zijn aansprakelijkheid is ontheven, aansprakelijk voor de schade. De eigenaren zijn gezamenlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor alle schade die redelijkerwijs niet te scheiden is. § 2. Eigenaren kunnen zich evenwel beroepen op de beperkingen van de aansprakelijkheid die ze kunnen genieten in toepassing van artikel 2.3.2.62. § 3. Geen enkele bepaling van dit artikel doet afbreuk aan enig verhaalsrecht van een eigenaar tegenover een andere eigenaar.".

Art. 21.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.27 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.27. Overlijden en lichamelijke schade Schuldvorderingen wegens overlijden of lichamelijke schade hebben voorrang boven andere vorderingen, voor twee derde van het totaalbedrag dat ingevolge artikel 9.1 van het HNS-Verdrag 2010 is vastgesteld.".

Art. 22.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.28 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.28. Rechtstreekse rechtsvordering Vorderingen tot schadevergoeding kunnen rechtstreeks worden ingesteld tegen de verzekeraar of andere persoon die ter dekking van de aansprakelijkheid van de eigenaar wegens schade financiële zekerheid stelt. In dat geval kan de verweerder, zelfs indien de eigenaar overeenkomstig artikel 2.3.2.11/1 niet gerechtigd is zijn aansprakelijkheid te beperken, zich op de beperking van aansprakelijkheid beroepen. De verweerder mag zich voorts beroepen op de verweermiddelen, het faillissement en de vereffening uitgezonderd, waarop de eigenaar zelf gerechtigd was zich te beroepen. Voorts kan de verweerder een beroep doen op het verweer dat het geleden nadeel het gevolg is van een opzettelijke fout van de eigenaar zelf, maar de verweerder kan zich niet beroepen op enig ander verweermiddel dat hij zou hebben kunnen aanvoeren in een door de eigenaar tegen hem aanhangig gemaakt rechtsgeding. De verweerder heeft steeds het recht de scheepseigenaar tot gedwongen tussenkomst op te roepen.".

Art. 23.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.29 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.29. Rechtspersoonlijkheid van het HNS-Fonds Het HNS-Fonds heeft rechtspersoonlijkheid.

De beheerder van het HNS-fonds is de wettige vertegenwoordiger ervan in België.".

Art. 24.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.30 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.30. Bijdragen Elke persoon die in de loop van het voorgaande kalenderjaar de ontvanger is van schadelijke en gevaarlijke stoffen die aanleiding geven tot een bijdrage, stort de bijdragen aan het HNS-Fonds, overeenkomstig de artikelen 16 tot 20 van het HNS-Verdrag 2010.

De persoon bedoeld in het eerste lid geeft bij de Scheepvaartcontrole de jaarlijks ontvangen hoeveelheden schadelijke en gevaarlijke stoffen aan.".

Art. 25.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.31 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.31. Aangiften, mededeling en inning van bijdragen De Koning regelt de wijze van inning van de bijdragen aan het HNS-Fonds, bedoeld in artikel 2.7.3.30, alsook de aangiften en de mededeling aan het HNS-Fonds overeenkomstig de artikelen 16 tot 21 van het HNS-Verdrag 2010."

Art. 26.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.32 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.32. Beperking van het instellen van rechtvorderingen § 1. Het recht op schadevergoeding krachtens hoofdstuk II van het HNS-Verdrag 2010 vervalt wanneer in toepassing van deze afdeling geen rechtsvordering is ingesteld binnen drie jaar na de datum waarop de persoon die de schade lijdt op de hoogte was of redelijkerwijs op de hoogte had moeten zijn van de schade en de identiteit van de eigenaar. § 2. Het recht op schadevergoeding krachtens hoofdstuk III van het HNS-Verdrag 2010 vervalt wanneer geen rechtsvordering is ingesteld in toepassing van deze afdeling of een kennisgeving is gedaan overeenkomstig artikel 2.7.3.35, tweede lid, binnen een termijn van drie jaar vanaf de datum waarop de persoon die de schade lijdt op de hoogte was of redelijkerwijs op de hoogte had moeten zijn van de schade. § 3. In geen geval kan een rechtsvordering worden ingesteld nadat tien jaar zijn verstreken vanaf de datum van het voorval dat de schade heeft veroorzaakt. § 4. Wanneer het voorval bestaat uit een opeenvolging van feiten, begint de in paragraaf 3 bedoelde termijn van tien jaar te lopen vanaf de datum van het laatste van die feiten.".

Art. 27.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.33 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.33. Rechtsmacht en bevoegdheid van Belgische rechtbanken met betrekking tot rechtsvorderingen tegen de eigenaar § 1. Indien een voorval schade binnen het toepassingsgebied van het HNS-Verdrag 2010 heeft veroorzaakt op het Belgische grondgebied, de Belgische wateren inbegrepen, dan wel preventieve maatregelen zijn genomen ter voorkoming of beperking van schade in die gebieden, kunnen vorderingen tot schadevergoeding uitsluitend worden ingesteld voor de Belgische rechtbanken.

Ingeval ingevolge eenzelfde voorval schade is veroorzaakt gedeeltelijk op het Belgische grondgebied, de Belgische wateren inbegrepen, en gedeeltelijk op het grondgebied van een andere Staat, de territoriale zee van die Staat inbegrepen, of binnen een gebied van die Staat bedoeld in artikel 2.7.3.23, 2°, zijn de Belgische rechtbanken bevoegd om kennis te nemen van vorderingen tot vergoeding van in deze laatste Staat veroorzaakte schade op voorwaarde dat: 1° het beperkingsfonds, dat wordt ingeroepen tegen de schuldvorderingen welke het voorwerp van de rechtsvordering uitmaken, door de verweerder bij een Belgische rechtbank overeenkomstig artikel 2.3.2.62, § 2, is gevormd; en 2° de eiser ervan afziet tegen dezelfde verweerder een rechtsvordering tot vergoeding van door hetzelfde voorval veroorzaakte schade in te stellen voor een andere rechtsmacht van om het even welke andere Staat, of afstand van deze vordering doet. § 2. Wanneer door een voorval uitsluitend schade is veroorzaakt buiten het grondgebied, de territoriale zee daaronder begrepen, van iedere Staat en hetzij de voorwaarden voor de toepassing van het HNS-Verdrag 2010 bedoeld in artikel 3, c), van dit verdrag, zijn vervuld, hetzij preventieve maatregelen ter voorkoming of beperking van zodanige schade zijn genomen, zijn de Belgische rechtbanken bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen tot schadevergoeding tegen de eigenaar of de andere persoon die financiële zekerheid stelt voor de aansprakelijkheid van de eigenaar, maar enkel wanneer aan een van de onderstaande voorwaarden is voldaan: 1° het zeeschip is geregistreerd of ingeschreven in België of, in het geval van een niet-geregistreerd of niet- ingeschreven zeeschip, het zeeschip is gerechtigd de Belgische vlag te voeren;of 2° de eigenaar heeft zijn gebruikelijke verblijfplaats of hoofdzetel op het Belgische grondgebied;of 3° er werd een fonds in België gevormd overeenkomstig artikel 9.3, van het HNS-Verdrag. § 3. Nadat het fonds overeenkomstig artikel 2.3.2.62, paragraaf 3, is gevormd, is de rechtbank waar het fonds gevormd is bij uitsluiting bevoegd te beslissen in alle aangelegenheden betreffende de toewijzing en verdeling van het fonds. § 4. De ondernemingsrechtbank te Luik wanneer de schade ontstaan is in de provincie Waals-Brabant, Henegouwen, Namen, Luxemburg of Luik; de ondernemingsrechtbank te Brussel wanneer de schade ontstaan is in het gebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; of de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, wanneer de schade ontstaan is in de provincie Vlaams-Brabant, Oost- of West-Vlaanderen, Antwerpen of Limburg of in de territoriale zee, in de exclusieve economische zone, in de open zee of in de wateren die onder de soevereiniteit van een andere Staat vallen, zijn bevoegd om kennis te nemen van de in paragrafen 1 en 2 bedoelde vorderingen.".

Art. 28.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.34 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.34. Rechtsmacht en bevoegdheid van Belgische rechtbanken met betrekking tot vorderingen tegen het HNS-Fonds of ingesteld door het HNS-Fonds § 1. Onder voorbehoud van de paragrafen 2 en 4, kan er krachtens artikel 14 van het HNS-Verdrag 2010 slechts een vordering tot betaling van schadevergoeding tegen het HNS-Fonds worden ingesteld bij de Belgische rechtbanken die krachtens artikel 2.7.3.33 bevoegd zijn, voor rechtsvorderingen tegen de eigenaar die aansprakelijk is of zou zijn geweest voor de schade die voortkomt uit het bewuste voorval. § 2. Ingeval de identiteit van het zeeschip dat de gevaarlijke en schadelijke stoffen die de schade hebben veroorzaakt, vervoerde, niet wordt achterhaald, is paragraaf 1 van artikel 2.7.3.33, mutatis mutandis van toepassing op rechtsvorderingen ingesteld tegen het HNS-Fonds. § 3. Indien tegen de eigenaar van een zeeschip of diens garant een rechtsvordering tot vergoeding van schade bij een rechtbank is ingesteld, is deze rechtbank bij uitsluiting bevoegd kennis te nemen van een vordering betreffende dezelfde schade tegen het HNS-Fonds tot vergoeding krachtens artikel 14 van het HNS-Verdrag 2010. § 4. De ondernemingsrechtbank te Luik wanneer de schade ontstaan is in de provincie Waals-Brabant, Henegouwen, Namen, Luxemburg of Luik; de ondernemingsrechtbank te Brussel wanneer de schade ontstaan is in het gebied van het Brusselse Gewest; of de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, wanneer de schade ontstaan is in de provincie Vlaams-Brabant, Oost- of West-Vlaanderen, Antwerpen of Limburg of in de territoriale zee, in de exclusieve economische zone, in de open zee of in de wateren die onder de soevereiniteit van een andere Staat vallen, zijn bevoegd om kennis te nemen van: 1° rechtsvorderingen tot vergoeding van schade tegen het HNS-Fonds op grond van paragraaf 1; 2° rechtsvorderingen van het HNS-Fonds met het oog op de betaling van bijdragen die gestort worden door de personen bedoeld in artikel 2.7.3.30.".

Art. 29.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.35 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.35. Tussenkomst van het HNS-Fonds Het HNS-Fonds kan optreden als tussenkomende partij in elke rechtsvordering tot schadevergoeding die voor de ondernemingsrechtbank te Luik, de ondernemingsrechtbank te Brussel of de ondernemingsrechtbank te Antwerpen tegen een eigenaar of diens garant wordt gevoerd in overeenstemming met artikel 2.7.3.33.

Wanneer overeenkomstig artikel 2.7.3.33 tegen een eigenaar of diens garant voor de ondernemingsrechtbank te Luik, de ondernemingsrechtbank te Brussel of de ondernemingsrechtbank te Antwerpen, een rechtsvordering tot vergoeding wordt ingesteld, kan elke procespartij deze rechtsvordering bij aangetekende zending met ontvangstbewijs ter kennis brengen van het HNS-Fonds.".

Art. 30.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.36 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.36. Erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen Onverminderd artikel 25 van het Wetboek van internationaal privaatrecht worden rechterlijke beslissingen uit Staten die niet door het HNS-Verdrag 2010 zijn gebonden, welke betrekking hebben op de vergoeding van schade op het Belgische grondgebied, de Belgische wateren inbegrepen, in België niet erkend of uitvoerbaar verklaard.

Onverminderd artikel 25 van het Wetboek van internationaal privaatrecht en onder voorbehoud van beslissingen betreffende de verdeling, bedoeld in artikel 14.6, van het HNS-Verdrag 2010 worden uitspraken die tegen het HNS-Fonds zijn gedaan door een uit hoofde van de artikelen 39.1 en 39.3, paragrafen 1 en 3, van het HNS-Verdrag 2010 bevoegde rechtbank, wanneer zij voor tenuitvoerlegging vatbaar zijn in de Staat waar zij zijn gedaan en daartegen in die Staat geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat, erkend en zijn zij vatbaar voor tenuitvoerlegging in België.".

Art. 31.In dezelfde afdeling wordt een artikel 2.7.3.37 ingevoegd, luidende: "Art. 2.7.3.37. Subrogatie en verhaal § 1. Het HNS-Fonds treedt voor elk bedrag aan vergoeding van schade dat het op grond van artikel 14.1, van het HNS-Verdrag 2010 heeft betaald, bij wege van subrogatie in de rechten die de persoon wiens schade is vergoed, zou hebben kunnen doen gelden ten aanzien van de eigenaar of diens garant. § 2. Geen enkele bepaling in het HNS-Verdrag 2010 tast enig recht van verhaal of subrogatie aan dat het HNS-Fonds kan doen gelden ten aanzien van elke persoon, met inbegrip van de in artikel 2.7.3.25, § 2, 4°, bedoelde personen, andere dan de personen die in paragraaf 1, worden genoemd, voor zover deze personen hun aansprakelijkheid kunnen beperken. In elk geval zal het recht dat het HNS-Fonds bij wege van subrogatie ten aanzien van dergelijke personen heeft ten minste gelijkwaardig zijn aan dat van een verzekeraar van de persoon aan wie de schadevergoeding is betaald. § 3. Onverminderd andere eventuele rechten van subrogatie of verhaal tegen het HNS-Fonds, treedt elke overheidsdienst behorend tot de federale regering of de Gemeenschaps- of Gewestregeringen die vergoedingen voor schade heeft betaald, in de rechten die de vergoede persoon zou hebben gehad krachtens het HNS-Verdrag 2010.".

Art. 32.In artikel 4.1.2.10, eerste lid, van het Belgisch Scheepvaartwetboek, gewijzigd bij de wet van 16 juni 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/06/2021 pub. 06/09/2021 numac 2021032575 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot wijziging van het Belgisch Scheepvaartwetboek sluiten, worden de woorden ", het HNS-Verdrag 2010" ingevoegd tussen de woorden "het WRC-Verdrag" en de woorden "of de artikelen 2.3.2.6 tot 2.3.2.17 van dit Wetboek".

Art. 33.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 4.1.2.51/1 ingevoegd, luidende: "Art. 4.1.2.51/1. Inbreuk op het HNS-Verdrag 2010 en op de artikelen 2.7.3.30, 2.7.3.31 en 4.2.4.2/1. § 1. Met een sanctie van niveau 4 wordt gestraft iedere persoon die op het Belgische grondgebied bijdrageplichtige ladingen ontvangt en die de artikelen 18 tot 20 van het HNS-Verdrag 2010 overtreedt, alsook eenieder die de artikelen 2.7.3.30, 2.7.3.31 en 4.2.4.2/1, of de uitvoeringsbesluiten ervan overtreedt. § 2. De personen bedoeld in artikel 2.7.3.30, eerste lid, zijn burgerlijk aansprakelijk voor de betaling van de geldboete en kosten waartoe hun organen, aangestelden, lasthebbers of vertegenwoordigers zijn veroordeeld.

De burgerlijk aansprakelijke personen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van geldboeten en kosten die op grond van paragraaf 1 zijn uitgesproken.".

Art. 34.In artikel 4.2.1.2, § 1, 2°, c), van hetzelfde Wetboek, worden de woorden ", het HNS-Verdrag 2010" ingevoegd tussen de woorden "het het WRC-Verdrag" en de woorden "en de PAL-Verordening".

Art. 35.In artikel 4.2.4.1, § 4, van hetzelfde Wetboek, worden de woorden ", het HNS-Verdrag 2010" ingevoegd tussen de woorden "het WRC-Verdrag" en de woorden "en de PAL-Verordening".

Art. 36.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 4.2.4.2/1 ingevoegd, luidende: "Art. 4.2.4.2/1. Bevoegde overheden betreffende het HNS-Verdrag 2010 De Scheepvaartcontrole kan zich een op een eerste verzoek door elke persoon bedoeld in artikel 2.7.3.30, eerste lid, alle nuttige documenten, stukken of boeken laten voorleggen om aan de beheerder van het HNS-Fonds aanwijzingen te geven over de hoeveelheden bijdrageplichtige ladingen die deze persoon in de loop van het voorgaande kalenderjaar heeft ontvangen.". HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling

Art. 37.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van deze wet.

In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 15, 24 en 25 in werking tien dagen na de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 23 juni 2022.

FILIP Van Koningswege : De minister van Justitie en Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken. - 55 - 2546 Integraal verslag: 16 juni 2022

^