Etaamb.openjustice.be
Wet van 22 januari 2002
gepubliceerd op 23 februari 2002

Bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, tot beperking met de helft van de devolutieve kracht van de lijststemmen en tot afschaffing van het onderscheid tussen kandidaat-titularissen en kandidaat-opvolgers voor de verkiezing van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad en de Brusselse Hoofdstedelijke Raad

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000119
pub.
23/02/2002
prom.
22/01/2002
ELI
eli/wet/2002/01/22/2002000119/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JANUARI 2002. - Bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, tot beperking met de helft van de devolutieve kracht van de lijststemmen en tot afschaffing van het onderscheid tussen kandidaat-titularissen en kandidaat-opvolgers voor de verkiezing van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad en de Brusselse Hoofdstedelijke Raad (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Verkiezing van de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad. - Wijzigingen van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen

Art. 2.In artikel 28 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, vervangen bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, worden het eerste tot het derde lid vervangen als volgt : « De akte van voordracht van de kandidaten voor de mandaten van lid van de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad, naar gelang van het geval, vermeldt de volgorde waarin zij voorgedragen worden.

Geen enkele lijst mag een aantal kandidaten bevatten dat groter is dan het aantal te verkiezen leden. »

Art. 3.In artikel 29ter, derde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, worden de woorden « kandidaat-titularissen en -opvolgers » vervangen door het woord « kandidaten ».

Art. 4.In artikel 29septies, negende lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, worden de woorden « kandidaat-titularissen en -opvolgers » vervangen door het woord « kandidaten ».

Art. 5.Artikel 29octies van dezelfde wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 5 april 1995, wordt vervangen als volgt : «

Art. 29octies.Wanneer het aantal kandidaten van een lijst gelijk is aan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, zijn al die kandidaten gekozen.

Is het eerste van die aantallen groter dan het tweede, dan worden de zetels toegekend aan de kandidaten in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij behaald hebben. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend. Alvorens de gekozenen aan te wijzen, kent het kieskringhoofdbureau of het provinciehoofdbureau, naar gelang van het geval, aan de kandidaten individueel de helft van het aantal stembiljetten met een stem voor de lijst waarop die kandidaten staan, toe.

Deze toekenning geschiedt door overdracht. De toe te kennen stembiljetten worden toegevoegd aan de naamstemmen die de eerste kandidaat van de lijst behaald heeft, naar evenredigheid van wat nodig is om het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor elke lijst, te bereiken. Is er een overschot, dan wordt het gelijkerwijs toegekend aan de tweede kandidaat, vervolgens aan de derde en zo verder, totdat de helft van het aantal stembiljetten met een lijststem uitgeput is.

Het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor elke lijst, wordt bereikt door het verkiezingscijfer van de lijst zoals het bepaald is in artikel 29bis, te delen door het aantal zetels dat aan die lijst toegekend is, vermeerderd met een eenheid. »

Art. 6.In dezelfde wet wordt een artikel 29octies1 ingevoegd luidende : «

Art. 29octies1.De eventuele decimalen van het quotiënt dat verkregen wordt enerzijds door het aantal stembiljetten met een lijststem te delen door twee om het aantal van deze door overdracht tussen de kandidaten van de lijst te verdelen stembiljetten vast te stellen, en anderzijds door het kiescijfer van de lijst, bedoeld in artikel 29bis, te delen door het aantal plus één van de zetels die aan die lijst toekomen, om het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor die lijst, te bepalen, worden afgerond tot op de hogere eenheid, ongeacht of ze al dan niet 0,50 bereiken. »

Art. 7.Artikel 29novies van dezelfde wet, ingevoegd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 5 april 1995, wordt vervangen als volgt : «

Art. 29novies.Voor elke lijst waarop een of meer kandidaten gekozen zijn overeenkomstig artikel 29octies, worden de niet gekozen kandidaten die het grootste aantal stemmen behaald hebben, of bij gelijk stemmenaantal, in de volgorde van voordracht, eerste, tweede, derde, enz. opvolger verklaard.

Voorafgaandelijk aan hun aanwijzing gaat het hoofdbureau, nadat het de verkozenen aangewezen heeft, over tot een nieuwe individuele toekenning aan de niet-gekozen kandidaten, van de helft van het aantal door overdracht te verdelen stembiljetten, zoals bepaald is in artikel 29octies, tweede lid, waarbij die toekenning op dezelfde manier gebeurt als voor de aanwijzing van de verkozenen, maar beginnende bij de eerste niet-gekozen kandidaat, in de volgorde van voordracht. »

Art. 8.Onder een nieuwe Onderafdeling 7 die deel uitmaakt van de Afdeling 1bis « Verkiezingen » en met als titel « Andere modaliteiten

van de verkiezing dan die welke geregeld worden door deze wet », wordt in dezelfde wet een artikel 30bis ingevoegd, luidende : «

Art. 30bis.Bijkomstige maatregelen of detailkwesties met het oog op de organisatie van de verkiezing van de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad, worden bepaald door de gewone wet. » HOOFDSTUK III. - Verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad. - Wijzigingen van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen

Art. 9.In artikel 16bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, ingevoegd bij de bijzondere wet van 9 mei 1989, worden het eerste tot het derde lid vervangen als volgt : « De voordrachtsakte van de kandidaten voor de mandaten van lid van de Raad vermeldt de volgorde waarin ze voorgedragen worden.

Geen enkele lijst mag een groter aantal kandidaten bevatten dan het aantal te verkiezen leden. »

Art. 10.In artikel 20, § 2, derde lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de bijzondere wet van 5 april 1995, worden de woorden « in de artikelen 167, 168, 172 en 173 van het Kieswetboek » vervangen door de woorden « in de artikelen 20bis tot 20sexies ».

Art. 11.In dezelfde wet wordt een artikel 20bis ingevoegd luidende : «

Art. 20bis.Het gewestbureau deelt het stemcijfer van elk van de lijsten, dat bedoeld wordt in artikel 20, § 1, achtereenvolgens door 1, 2, 3, 4, 5, enz., en rangschikt de quotiënten in de volgorde van hun grootte, tot ze een totaal aantal quotiënten bereikt wordt dat gelijk is aan het aantal te verkiezen leden.

Het laatste quotiënt dient als kiesdeler.

De verdeling tussen de lijsten gebeurt door aan elk van de lijsten zoveel zetels toe te kennen als het aantal kiesdeler dat zijn stemcijfer die deler bevat, behoudens toepassing van artikel 20ter.

Als een lijst meer zetels krijgt dan zij kandidaten bevat, worden de niet toegekende zetels toegevoegd aan die welke toekomen aan de andere lijsten; de verdeling daartussen gebeurt door de in het eerste lid vermelde verrichting te volgen, waarbij elk nieuw quotiënt, ten voordele van de lijst waartoe het behoort, de toekenning van zetel bepaalt. »

Art. 12.In dezelfde wet wordt een artikel 20ter ingevoegd, luidende : «

Art. 20ter.Wanneer een zetel gelijk toekomt aan verschillende lijsten, wordt hij toegekend aan de lijst met het hoogste stemcijfer en, bij gelijke stemcijfers, aan de lijst waarop, onder de kandidaten wier verkiezing aan de orde is, de kandidaat staat die het grootste aantal stemmen behaald heeft of, in de tweede plaats, die het oudst is. »

Art. 13.In dezelfde wet wordt een artikel 20quater ingevoegd, luidende : «

Art. 20quater.Wanneer het aantal kandidaten van een lijst gelijk is aan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, zijn al die kandidaten gekozen.

Is het eerste van die aantallen groter dan het tweede, dan worden de zetels toegekend aan de kandidaten in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij behaald hebben. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend. Alvorens de gekozenen aan te wijzen, kent het gewestbureau aan de kandidaten individueel de helft van het aantal stembiljetten met een stem voor de lijst waarop die kandidaten staan, toe.

Deze toekenning gebeurt door overdracht. De toe te kennen stembiljetten worden toegevoegd aan de naamstemmen die de eerste kandidaat van de lijst behaald heeft, voor wat nodig is om het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor elke lijst, te bereiken.

Is er een overschot, dan wordt het op gelijkaardige wijze toegekend aan de tweede kandidaat, vervolgens aan de derde en zo verder, totdat de helft van het aantal stembiljetten met een lijststem uitgeput is.

Het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor elke lijst, wordt bereikt door het verkiezingscijfer van de lijst zoals het bepaald is in artikel 20, § 1, te delen door het aantal zetels dat aan die lijst toegekend is, vermeerderd met een eenheid.

Wanneer het aantal kandidaten van een lijst lager is dan dat van de aan de lijst toekomende zetels, zijn die kandidaten allemaal gekozen en worden de overblijvende zetels toegekend overeenkomstig artikel 20bis, vierde lid. »

Art. 14.In dezelfde wet wordt een artikel 20quinquies ingevoegd, luidende : «

Art. 20quinquies.De eventuele decimalen van het quotiënt dat verkregen wordt enerzijds door het aantal stembiljetten met een lijststem te delen door twee om het aantal van deze door overdracht tussen de kandidaten van de lijst te verdelen stembiljetten vast te stellen en anderzijds door het kiescijfer van de lijst, bedoeld in artikel 20, § 1, te delen door het aantal plus één van de zetels die aan die lijst toekomen, om het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor die lijst, te bepalen, worden afgerond naar de hogere eenheid, ongeacht het feit of zij al dan niet 0,50 bereiken. »

Art. 15.In dezelfde wet wordt een artikel 20sexies ingevoegd, luidende : «

Art. 20sexies.Voor elke lijst waarop een of meer kandidaten gekozen zijn overeenkomstig artikel 20quater, worden de niet gekozen kandidaten die het grootste aantal stemmen behaald hebben, of bij gelijk stemmenaantal, in de volgorde van voordracht, eerste, tweede, derde, enz. opvolger verklaard.

Voorafgaandelijk aan hun aanwijzing gaat het gewestbureau, nadat het de verkozenen aangewezen heeft, over tot een nieuwe individuele toekenning aan de niet-gekozen kandidaten, van de helft van het aantal door overdracht te verdelen stembiljetten, zoals bepaald is in artikel 20quater, tweede lid, waarbij die toekenning op dezelfde manier gebeurt als voor de aanwijzing van de verkozenen, maar beginnende bij de eerste niet-gekozen kandidaat, in de volgorde van voordracht. »

Art. 16.In dezelfde wet wordt een artikel 21bis ingevoegd, luidende : «

Art. 21bis.Bijkomstige maatregelen of detailkwesties met het oog op de organisatie van de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad worden bepaald door de gewone wet. » Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 22 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 2000-2001. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Parlementaire bescheiden. - Ontwerp van bijzondere wet, nr. 1050/1. - Amendementen, nr. 1050/2. - Verslag, nr. 1050/3. - Tekst verbeterd door de commissie, nr. 1050/4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 1050/5.

Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 7 en 8 maart 2001.

Senaat.

Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 679/1. - Amendementen, nr. 679/2.

Verslag, nr. 679/3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 679/4.

Handelingen van de Senaat. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 5 juli 2001.

^