gepubliceerd op 11 augustus 2006
Wet tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers
19 JULI 2006. - Wet tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 3 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 3° wordt aangevuld als volgt : « , waarbij onder feitelijke vereniging wordt verstaan elke vereniging zonder rechtspersoonlijkheid van twee of meer personen die in onderling overleg een activiteit organiseren met het oog op de verwezenlijking van een onbaatzuchtige doelstelling, met uitsluiting van enige winstverdeling onder haar leden en bestuurders, en die een rechtstreekse controle uitoefenen op de werking van de vereniging.»; 2° het 4° wordt opgeheven.
Art. 3.Het opschrift van hoofdstuk III van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : « De informatieplicht ».
Art. 4.Artikel 4 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «
Art. 4.Alvorens de activiteit van een vrijwilliger voor een organisatie een aanvang neemt, informeert de organisatie hem minstens over : a) de onbaatzuchtige doelstelling en het juridisch statuut van de organisatie;indien het gaat om een feitelijke vereniging, de identiteit van de verantwoordelijke(n) van de vereniging; b) het in artikel 6, § 1, bedoelde verzekeringscontract dat de organisatie gesloten heeft voor vrijwilligerswerk;indien het gaat om een organisatie die niet burgerlijk aansprakelijk is als bedoeld in artikel 5 voor de schade die een vrijwilliger veroorzaakt, de toepasselijke aansprakelijkheidsregeling voor schade die de vrijwilliger veroorzaakt, en de eventuele dekking van deze aansprakelijkheid door middel van een verzekeringscontract; c) de eventuele dekking, door middel van een verzekeringscontract, van andere aan het vrijwilligerswerk verbonden risico's en, in voorkomend geval, van welke risico's;d) de eventuele betaling van een vergoeding voor vrijwilligerswerk en, in voorkomend geval, de aard van deze vergoeding en de gevallen waarin ze wordt betaald;e) de mogelijkheid dat hij kennis krijgt van geheimen waarop artikel 458 van het Strafwetboek van toepassing is. De in het eerste lid bedoelde informatie kan verstrekt worden op welke wijze ook. De bewijslast berust bij de organisatie. ».
Art. 5.Artikel 5 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 december 2005, wordt vervangen als volgt : «
Art. 5.Behalve in geval van bedrog, zware fout of eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomende lichte fout van de vrijwilliger, is deze, behalve als het om schade gaat die hij zichzelf toebrengt, niet burgerlijk aansprakelijk voor de schade die hij veroorzaakt bij het verrichten van vrijwilligerswerk, ingericht door een in artikel 3, 3° bedoelde feitelijke vereniging die één of meer personen tewerkstelt die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor werklieden of bedienden, door een in artikel 3, 3° bedoelde rechtspersoon, of door een feitelijke vereniging die op grond van haar specifieke verbondenheid hetzij met de voormelde feitelijke vereniging, hetzij met de voormelde rechtspersoon beschouwd kan worden als een afdeling daarvan. Voor deze schade zijn respectievelijk de feitelijke vereniging, de rechtspersoon of de organisatie waarvan de feitelijke vereniging een afdeling vormt, burgerlijk aansprakelijk.
Op straffe van nietigheid mag van de bij het eerste lid bepaalde aansprakelijkheid niet afgewerken worden in het nadeel van de vrijwilliger. ».
Art. 6.In artikel 6 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 27 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.De organisaties die krachtens artikel 5 burgerlijk aansprakelijk zijn voor de schade die een vrijwilliger veroorzaakt, sluiten tot dekking van de risico's met betrekking tot vrijwilligerswerk een verzekeringscontract, dat ten minste de burgerlijke aansprakelijkheid van de organisatie dekt, met uitzondering van de contractuele aansprakelijkheid. »; 2° in de Nederlandse tekst van § 2, 1°, worden de woorden « of op weg naar en van de activiteiten en de ziekten opgelopen als gevolg van de vrijwillige activiteit » vervangen door de woorden « of tijdens de verplaatsingen die in het kader daarvan worden gedaan en tot de ziekten die zijn opgelopen als gevolg van het vrijwilligerswerk.»; 3° in § 3 wordt het woord « verplichte » ingevoegd tussen het woord « de » en het woord « verzekeringsovereenkomsten ».4° er wordt een § 4 toegevoegd, luidende : « § 4.De gemeenten en provincies informeren de organisaties over de verzekeringsplicht.
De Koning kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad nadere regels vaststellen ter uitvoering van deze paragraaf. ». 5° er wordt een § 5 toegevoegd, luidende : « § 5.Aan de organisaties wordt de mogelijkheid geboden zich, tegen betaling van een premie, aan te sluiten bij een collectieve polis die voldoet aan de in § 3 bedoelde voorwaarden.
De Koning bepaalt daartoe de voorwaarden en nadere regels bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. ».
Art. 7.In artikel 8 van dezelfde wet vervallen de woorden « door een vrijwilliger verricht voor een organisatie ».
Art. 8.In dezelfde wet wordt in hoofdstuk V een artikel 8bis ingevoegd, luidende : «
Art. 8bis.In artikel 3, § 1, eerste lid, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen worden de woorden « en van de werkgever van bovengenoemde personen, wanneer dezen van alle aansprakelijkheid zijn ontheven krachtens artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, » vervangen door de woorden «, van de werkgever van bovengenoemde personen, wanneer dezen van alle aansprakelijkheid zijn ontheven krachtens artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en van de organisatie die bovengenoemde personen inzet als vrijwilligers, wanneer dezen van alle aansprakelijkheid zijn ontheven krachtens artikel 5 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers. ».
Art. 9.In artikel 9 van dezelfde wet wordt § 1 opgeheven.
Art. 10.In artikel 10, eerste lid, van dezelfde wet vervallen de woorden «, 600 euro per kwartaal ».
Art. 11.Artikel 24 van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt : « , met uitzondering van de artikelen 5, 6 en 8bis, die in werking treden op 1 januari 2007. ».
Art. 12.De wet treedt in werking op 1 augustus 2006.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met s lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 19 juli 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE Met 's Lands zegel gezegeld Voor de Minister van Justitie, afwezig De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE
Nota's (1) Zitting 2005-2006 Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire stukken.- Wetsontwerp, nr. 51-2496/1. - Amendementen, nr. 51-2496/2 en 3 en 4.- Verslag nr. 51-2496/5. - Tekst verbeterd door de commissie, nr. 51-2496/6. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat nr. 51-2496/7.
Integraal verslag : Bespreking en stemming. - Zitting van 8 juni 2006.
Senaat : Parlementair stuk. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat nr. 3-1744/1.