gepubliceerd op 30 juli 1998
Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers
18 MEI 1998. - Wet tot wijziging van de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 3 van de wet van 8 augustus 1981 tot oprichting van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers en van de Hoge Raad voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers wordt volgend lid ingevoegd tussen het 2e en 3e lid : « Het Nationaal Instituut moedigt bovendien, in het kader van zijn morele opdracht, door het informeren van de openbare opinie, de erkentelijkheid aan ten overstaan van de oorlogsslachtoffers en de verenigingen die hen vertegenwoordigen. Het waakt erover dat de herinnering levendig gehouden wordt aan de gebrachte offers en aan de morele waarden die aan de basis ervan lagen. Te dien einde draagt het Instituut zorg voor de herinnering aan de pijnlijke beproevingen die het land heeft moeten doorstaan. ».
Art. 3.In artikel 4 van dezelfde wet, wordt een punt 7.7 en een punt 7.8 ingevoegd, waarvan de tekst als volgt luidt : « 7.7. De militairen die zich in de deelstanden "in hulpverlening" of "in operationele inzet" bevonden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 20 mei 1994 betreffende de aanwending van de krijgsmacht, de paraatstelling, alsook betreffende de periodes en de standen waarin de militair zich kan bevinden en deelnamen aan acties buiten het nationaal grondgebied, of die lid waren van een Belgisch contingent dat deelnam aan operaties waartoe werd beslist door de Veiligheidsraad der Verenigde Naties. 7.8. De militaire invaliden of invalide rijkswachters die recht hebben op een vergoedingspensioen waarvan het bedrag, krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling, bepaald is op basis van de artikelen 11 of 15 van de wetten betreffende de vergoedingspensioenen, samengeordend op 5 oktober 1948 en met uitsluiting van de bepalingen van de wet van 8 juli 1970 tot invoering van nieuwe voordelen ten gunste van de slachtoffers van de militaire plicht of van een gelijkgestelde plicht. ».
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 18 mei 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken A. FLAHAUT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ (1) Gedr.St. van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 1474-97/98 : Nr. 1. Wetsontwerp. - Nr. 2. Verslag. - Nr. 3. Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Handelingen van de Kamer. - 2 april 1998.
Gedr. St. van de Senaat : 1-948-1997/1998 : Nr. 1. Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers.