Etaamb.openjustice.be
Wet van 18 december 2015
gepubliceerd op 30 december 2015

Wet tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU van 26 juni 2013 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2015011510
pub.
30/12/2015
prom.
18/12/2015
ELI
eli/wet/2015/12/18/2015011510/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

18 DECEMBER 2015. - Wet tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU van 26 juni 2013 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Omzetting van de Richtlijn

Art. 2.Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad. De Richtlijn 2014/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen zal in een later stadium worden omgezet. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Wetboek van vennootschappen

Art. 3.Artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen, laatst gewijzigd bij artikel 3 van de wet van 23 december 2005, wordt vervangen als volgt: "

Art. 15.§ 1. Kleine vennootschappen zijn deze vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één der volgende criteria overschrijden: - jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50; - jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: 9 000 000 euro; - balanstotaal: 4 500 000 euro. § 2. Wanneer meer dan één van de in paragraaf 1 bedoelde criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich gedurende twee achtereenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan in dat geval in vanaf het boekjaar dat volgt op het boekjaar gedurende hetwelk meer dan één van de criteria voor de tweede keer werden overschreden of niet meer werden overschreden. § 3. Voor vennootschappen die met hun bedrijf starten, worden voor de toepassing van de in paragraaf 1 vermelde criteria, deze cijfers bij het begin van het boekjaar te goeder trouw geschat. Indien uit deze schatting blijkt dat meer dan één van de criteria zullen overschreden worden gedurende het eerste boekjaar, moet daar voor dat eerste boekjaar meteen rekening mee worden gehouden. § 4. Heeft het boekjaar uitzonderlijk een duur van minder of meer dan twaalf maanden, waarbij deze duur niet langer kan zijn dan vierentwintig maanden min één kalenderdag, dan wordt het bedrag van de omzet exclusief de belasting over de toegevoegde waarde bedoeld in paragraaf 1, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer twaalf is en de teller het aantal maanden van het betrokken boekjaar, waarbij elke begonnen maand voor een volle maand wordt geteld. § 5. Het gemiddeld aantal tewerkgestelde werknemers, bedoeld in paragraaf 1, is het gemiddelde van het aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten dat is geregistreerd in de DIMONA-databank overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, per einde van elke maand van het boekjaar, of indien de tewerkstelling niet behoort tot het toepassingsgebied van dit koninklijk besluit, het gemiddelde aantal tewerkgestelde werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten van de in het algemene personeelsregister of een gelijkwaardig document ingeschreven werknemers per einde van elke maand van het beschouwde boekjaar.

Het aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten is gelijk aan het arbeidsvolume uitgedrukt in voltijds tewerkgestelde equivalenten, te berekenen voor de deeltijdse werknemers op basis van het conventioneel aantal te presteren uren, gerelateerd ten opzichte van de normale arbeidsduur van een vergelijkbare voltijdse werknemer (referentiewerknemer).

Wanneer de opbrengsten die voortspruiten uit het gewoon bedrijf van een vennootschap voor meer dan de helft bestaan uit opbrengsten die niet aan de omschrijving beantwoorden van de post "omzet", dan moet voor de toepassing van paragraaf 1 onder omzet worden verstaan: het totaal van de bedrijfs- en financiële opbrengsten met uitsluiting van de niet-recurrente opbrengsten.

Het in paragraaf 1 bedoelde balanstotaal is de totale boekwaarde van de activa zoals ze blijkt uit het balansschema dat vastgesteld is bij koninklijk besluit genomen ter uitvoering van artikel 92, § 1. De omzet bedoeld in de paragrafen 1, 4 en 5 is het bedrag zoals bepaald door dit koninklijk besluit. § 6. Als de vennootschap met één of meer andere vennootschappen verbonden is in de zin van artikel 11, worden de criteria inzake omzet en balanstotaal bedoeld in paragraaf 1 berekend op geconsolideerde basis. Wat het criterium personeelsbestand betreft, wordt het aantal werknemers, berekend volgens de bepalingen van paragraaf 5, opgeteld dat door elk van de betrokken verbonden vennootschappen jaarlijks gemiddeld wordt tewerkgesteld.

Indien, bij de berekening van de in paragraaf 1 genoemde grensbedragen, de in het koninklijk besluit genomen ter uitvoering van artikel 117, § 1, bedoelde verrekeningen en elke daaruit voortvloeiende weglating niet worden verricht, dan worden deze grensbedragen betreffende het balanstotaal en de netto-omzet vermeerderd met twintig procent. § 7. Paragraaf 6 vindt geen toepassing op andere vennootschappen dan moedervennootschappen in de zin van artikel 6, 1°, behalve indien dergelijke vennootschappen zijn opgericht met als enig doel de verslaggeving van bepaalde informatie te ontwijken.

Voor de toepassing van deze paragraaf en paragraaf 6 worden vennootschappen die een consortium vormen zoals bepaald in artikel 10, gelijkgesteld met een moedervennootschap. § 8. De Koning kan de in paragraaf 1 vermelde cijfers en de wijze waarop ze worden berekend, wijzigen. Deze koninklijke besluiten worden genomen na overleg in de Ministerraad en na advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Voor de wijziging van paragraaf 5, eerste en tweede lid, wordt bovendien het advies van de Nationale Arbeidsraad gevraagd."

Art. 4.In boek I, titel II, hoofdstuk III, afdeling I, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 15/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 15/1.§ 1. Microvennootschappen zijn kleine vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die op datum van de jaarafsluiting geen dochtervennootschap of moedervennootschap zijn en die niet meer dan één der volgende criteria overschrijden: - jaargemiddelde van het personeelsbestand: 10; - jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: 700 000 euro; - balanstotaal: 350 000 euro. § 2. Wanneer meer dan één van de in paragraaf 1 bedoelde criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich gedurende twee achtereenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan in dat geval in vanaf het boekjaar dat volgt op het boekjaar gedurende hetwelk meer dan één van de criteria voor de tweede keer werden overschreden of niet meer werden overschreden. § 3. Voor vennootschappen die met hun bedrijf starten, worden voor de toepassing van de in paragraaf 1 vermelde criteria, deze cijfers bij het begin van het boekjaar te goeder trouw geschat. Indien uit deze schatting blijkt dat meer dan één van de criteria zullen overschreden worden gedurende het eerste boekjaar, moet daar voor dat eerste boekjaar meteen rekening mee worden gehouden. § 4. Heeft het boekjaar uitzonderlijk een duur van minder of meer dan twaalf maanden, waarbij deze duur niet langer kan zijn dan vierentwintig maanden min één kalenderdag, dan wordt het bedrag van de omzet exclusief de belasting over de toegevoegde waarde bedoeld in paragraaf 1, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer twaalf is en de teller het aantal maanden van het beschouwde boekjaar, waarbij elke begonnen maand voor een volle maand wordt geteld. § 5. Het gemiddeld aantal tewerkgestelde werknemers bedoeld in paragraaf 1 is het gemiddelde van het aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten dat is geregistreerd in de DIMONA-databank overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, per einde van elke maand van het boekjaar, of indien de tewerkstelling niet behoort tot het toepassingsgebied van dit koninklijk besluit, het gemiddelde aantal tewerkgestelde werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten van de in het algemeen personeelsregister of een gelijkwaardig document ingeschreven werknemers per einde van elke maand van het beschouwde boekjaar.

Het aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten is gelijk aan het arbeidsvolume teruggebracht tot voltijds tewerkgestelde equivalenten, te berekenen voor de deeltijdse werknemers op basis van het conventioneel aantal te presteren uren, gerelateerd ten opzichte van de normale arbeidsduur van een vergelijkbare voltijdse werknemer (referentiewerknemer).

Wanneer de opbrengsten die voortspruiten uit het gewoon bedrijf van een vennootschap voor meer dan de helft bestaan uit opbrengsten die niet aan de omschrijving beantwoorden van de post "omzet", dan moet voor de toepassing van paragraaf 1 onder omzet worden verstaan: het totaal van de bedrijfs- en financiële opbrengsten met uitsluiting van de niet-recurrente opbrengsten.

Het in paragraaf 1 bedoelde balanstotaal is de totale boekwaarde van de activa zoals ze blijkt uit het balansschema dat vastgesteld is bij koninklijk besluit genomen ter uitvoering van artikel 92, § 1. De omzet bedoeld in de paragrafen 1, 4 en 5 is het bedrag zoals bepaald door dit koninklijk besluit. § 6. De Koning kan de in paragraaf 1 vermelde cijfers en de wijze waarop ze worden berekend, wijzigen. Deze koninklijke besluiten worden genomen na overleg in de Ministerraad en na advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. Voor de wijziging van paragraaf 5, eerste en tweede lid, wordt bovendien het advies van de Nationale Arbeidsraad gevraagd.".

Art. 5.In boek I, titel II, hoofdstuk III van hetzelfde Wetboek wordt het opschrift van afdeling II vervangen als volgt: "Afdeling II. Groepen van beperkte omvang".

Art. 6.Artikel 16 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 25 mei 2005, wordt vervangen als volgt: "

Art. 16.§ 1. Een vennootschap samen met haar dochtervennootschappen, of vennootschappen die samen een consortium uitmaken, worden geacht een groep van beperkte omvang te vormen, indien deze vennootschappen samen, op geconsolideerde basis, niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden: - jaargemiddelde van het personeelsbestand: 250; - jaaromzet, exclusief belasting over de toegevoegde waarde: 34 000 000 euro; - balanstotaal: 17 000 000 euro. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde cijfers worden getoetst op de datum van de afsluiting van de jaarrekening van de consoliderende vennootschap, op basis van de laatste opgemaakte jaarrekeningen van de te consolideren vennootschappen.

Wanneer meer dan één van de in paragraaf 1 bedoelde criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich gedurende twee achtereenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan in dat geval in vanaf het boekjaar dat volgt op het boekjaar gedurende hetwelk meer dan één van de criteria voor de tweede keer werden overschreden of niet meer werden overschreden. § 3. Het gemiddeld aantal tewerkgestelde werknemers bedoeld in paragraaf 1 is het gemiddelde van het aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten dat is geregistreerd in de DIMONA-databank overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, per einde van elke maand van het boekjaar, of indien de tewerkstelling niet behoort tot het toepassingsgebied van dit koninklijk besluit, het gemiddelde aantal tewerkgestelde werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten van de in het algemene personeelsregister of een gelijkwaardig document ingeschreven werknemers per einde van elke maand van het beschouwde boekjaar.

Het aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten is gelijk aan het arbeidsvolume teruggebracht tot voltijds tewerkgestelde equivalenten, te berekenen voor de deeltijdse werknemers op basis van het conventioneel aantal te presteren uren, gerelateerd ten opzichte van de normale arbeidsduur van een vergelijkbare voltijdse werknemer (referentiewerknemer).

Wanneer de opbrengsten die voortspruiten uit het gewoon bedrijf van een vennootschap voor meer dan de helft bestaan uit opbrengsten die niet aan de omschrijving beantwoorden van de post "omzet ", dan moet voor de toepassing van paragraaf 1 onder omzet worden verstaan: het totaal van de bedrijfs- en financiële opbrengsten met uitsluiting van de niet-recurrente opbrengsten.

Het in paragraaf 1 bedoelde balanstotaal is de totale boekwaarde van de activa zoals ze blijkt uit het balansschema dat vastgesteld is bij koninklijk besluit genomen ter uitvoering van artikel 117, § 1.

Indien, bij de berekening van de in paragraaf 1 genoemde grensbedragen, de in het koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 117, § 1 bedoelde verrekeningen en elke daaruit voortvloeiende weglating niet worden verricht, dan worden deze grensbedragen betreffende het balanstotaal en de netto-omzet vermeerderd met twintig procent. § 4. De Koning kan de in paragraaf 1 vermelde cijfers en de wijze waarop ze worden berekend, wijzigen. Deze koninklijke besluiten worden genomen na overleg in de Ministerraad en na advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.".

Art. 7.Artikel 76, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, wordt aangevuld met de volgende zin: "Derden worden geacht kennis te hebben genomen van de betreffende jaarrekening indien en vanaf het ogenblik dat deze jaarrekening is bekendgemaakt op de website van de Nationale Bank van België.".

Art. 8.In artikel 92, § 3, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij artikel 160 van de wet van 25 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt: "4° beleggingsondernemingen bedoeld bij artikel 44 van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, met uitsluiting van de instellingen bedoeld bij artikel 45 van deze wet;"; 2° het artikel wordt aangevuld met een 6°, luidende: "6° vereffeningsinstellingen bedoeld in artikel 23, § 1, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, die geen in België gevestigde kredietinstellingen zijn, en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen die door de Koning zijn aangeduid met toepassing van artikel 23, § 7, van dezelfde wet.".

Art. 9.Artikel 93, derde lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij artikel 3 van de wet van 13 januari 2006, wordt vervangen als volgt: "1° de in artikel 92, § 3, 1°, 2°, 4° en 6° bedoelde vennootschappen;".

Art. 10.In boek IV, titel VI, hoofdstuk I, afdeling I, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 93/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 93/1.De microvennootschappen bedoeld in artikel 15/1 kunnen hun jaarrekening opstellen volgens een door de Koning vastgesteld microschema.

De vennootschappen onder firma en de gewone commanditaire vennootschappen waarvan de omzet over het laatste boekjaar, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde, een door de Koning bepaald bedrag niet overschrijdt, behoeven geen jaarrekening op te stellen volgens de regels die de Koning heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 92, § 1.

Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op: 1° de in artikel 92, § 3, 1°, 2°, 4° en 6° bedoelde vennootschappen; 2° vennootschappen die een onderneming van hypothecair krediet tot voorwerp hebben.".

Art. 11.In artikel 94 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 13 januari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "Deze afdeling is niet van toepassing op:" vervangen door de woorden "Tenzij het gaat om één van de in artikel 92, § 3, 1°, 2°, 4° of 6° bedoelde vennootschappen is deze afdeling niet van toepassing op:";2° in het tweede lid worden de woorden " § 1," toegevoegd tussen de woorden "artikel 96," en de woorden "6°, evenwel".

Art. 12.In artikel 96, § 3, tweede lid, 5°, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij artikel 3 van de wet van 6 april 2010, wordt het woord "onderneming" vervangen door het woord "vennootschap".

Art. 13.In boek IV, titel VI, hoofdstuk I van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling II/1 ingevoegd dat de artikelen 96/1 en 96/2 bevat, luidende: "Afdeling II/1. Het verslag van betalingen aan overheden.

Art. 96/1.Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder: 1° vennootschap actief in de winningsindustrie: een vennootschap met, volledig of gedeeltelijk, activiteiten op het gebied van exploratie, prospectie, opsporing, ontwikkeling en winning van mineralen, aardolie, aardgas en andere stoffen, binnen de economische activiteiten die vallen onder sectie B, afdelingen 05 tot 08, van bijlage I bij Verordening (EG) nr.1983/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2; 2° vennootschap actief in de houtkap van oerbossen: een vennootschap met activiteiten in oerbossen die vallen onder sectie A, afdeling 02, groep 02.2, van dezelfde bijlage.

Art. 96/2.§ 1. Genoteerde vennootschappen zoals bepaald in artikel 4, vennootschappen bedoeld in artikel 92, § 3, 1°, 2°, 4° of 6°, alsook vennootschappen die meer dan één van de in artikel 16, § 1 vermelde criteria overschrijden, met dien verstande dat de criteria berekend worden op enkelvoudige basis tenzij deze vennootschap een moedervennootschap is, en die actief zijn in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen zoals bepaald in artikel 96/1, stellen elk jaar een verslag van betalingen aan overheden op waarvan de vorm en de inhoud bepaald worden door de Koning.

Tenzij het gaat om één van de in artikel 92, § 3, 1°, 2°, 4° of 6° bedoelde vennootschappen is deze afdeling niet van toepassing op: 1° de vennootschappen onder firma, de gewone commanditaire vennootschappen en de coöperatieve vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid waarvan alle onbeperkt aansprakelijke vennoten natuurlijke personen zijn;2° de economische samenwerkingsverbanden;3° de landbouwvennootschappen;4° de onder het recht van een lidstaat van de Europese Unie vallende vennootschappen die een dochtervennootschap of moedervennootschap zijn, indien de onderstaande voorwaarden vervuld zijn: a) de moedervennootschap valt onder het recht van een lidstaat van de Europese Unie;b) de door een dergelijke vennootschap aan overheden verrichte betalingen zijn opgenomen in het geconsolideerde verslag dat overeenkomstig artikel 119/1 door de moedervennootschap wordt opgesteld;5° de vennootschappen die een verslag over de betalingen aan overheden opstellen en dit verslag openbaar maken overeenkomstig de verslaggevingsvereisten van een derde land die overeenkomstig artikel 47 van de omgezette Richtlijn 2013/34/EU als gelijkwaardig aan de vereisten van deze afdeling zijn beoordeeld.Deze vennootschappen zijn verplicht dit verslag openbaar te maken. § 2. Het verslag wordt door toedoen van de bestuurders of zaakvoerders tegelijkertijd met de jaarrekening neergelegd bij de Nationale Bank van België.".

Art. 14.In artikel 97 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "Deze onderafdeling is niet van toepassing op:" vervangen door de woorden "Tenzij het gaat om één van de in artikel 92, § 3, 1°, 2°, 4° of 6° bedoelde vennootschappen is deze onderafdeling niet van toepassing op:".

Art. 15.Artikel 99 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij artikel 6 van de wet van 13 januari 2006, wordt vervangen als volgt: "

Art. 99.De niet-genoteerde kleine vennootschappen of microvennootschappen mogen hun jaarrekening, die respectievelijk krachtens artikel 93, eerste lid, of krachtens artikel 93/1, eerste lid, in een verkorte vorm of microvorm is opgesteld, in deze verkorte vorm of microvorm openbaar maken.".

Art. 16.In artikel 100 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij artikel 7 van de wet van 13 januari 2006, worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bestaande tekst wordt paragraaf 1;2° de woorden "Tegelijk met de jaarrekening worden, overeenkomstig het bepaalde in artikel 98, neergelegd:" worden vervangen door de woorden "Binnen de dertig dagen nadat de jaarrekening is goedgekeurd en ten laatste zeven maanden na de datum van afsluiting van het boekjaar, worden door toedoen van de bestuurders of zaakvoerders neergelegd bij de Nationale Bank van België:"; 3° de bepaling onder 6° wordt aangevuld met de woorden "tenzij het gaat om één van de in artikel 92, § 3, 1°, 2°, 4° of 6° bedoelde vennootschappen;"; 4° een 6° /1 wordt ingevoegd, luidende: "6° /1 een lijst van ondernemingen waarin de vennootschap een deelneming bezit zoals bepaald in artikel 13.Voor elk van deze ondernemingen worden de volgende gegevens vermeld: 1° de naam, de zetel en zo het een onderneming naar Belgisch recht betreft, het ondernemingsnummer dat haar werd toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen;2° het aantal maatschappelijke rechten dat rechtstreeks door de vennootschap wordt gehouden en het percentage vertegenwoordigd door dit bezit, evenals het percentage maatschappelijke rechten gehouden door dochterondernemingen van de vennootschap;3° het bedrag van het eigen vermogen en het nettoresultaat over het laatste boekjaar waarvoor de jaarrekening beschikbaar is. Het aantal gehouden maatschappelijke rechten en het percentage dat ze vertegenwoordigen worden in voorkomend geval vermeld per soort van uitgegeven maatschappelijke rechten. Dezelfde gegevens worden verstrekt over de rechtstreeks of onrechtstreeks gehouden conversie- en intekenrechten.

Het bedrag van het eigen vermogen en het nettoresultaat over het laatste boekjaar waarvoor de jaarrekening beschikbaar is, mogen worden weggelaten indien de betrokken onderneming deze gegevens niet moet openbaar maken; deze uitzondering geldt evenwel niet voor dochterondernemingen.

Het bedrag van het eigen vermogen en van het nettoresultaat van de buitenlandse ondernemingen wordt uitgedrukt in vreemde munt. Deze munt wordt vermeld.

Aan voorvermelde lijst wordt in voorkomend geval toegevoegd: een overzicht van ondernemingen waarvoor de vennootschap onbeperkt aansprakelijk is in haar hoedanigheid van onbeperkt aansprakelijke vennoot of lid.

Voor elk van de ondernemingen waarvoor de vennootschap onbeperkt aansprakelijk is, worden volgende gegevens verstrekt: de naam, de zetel, de rechtsvorm en zo het een onderneming naar Belgisch recht betreft, het ondernemingsnummer dat haar werd toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen.

De jaarrekening van elk van de ondernemingen waarvoor de vennootschap onbeperkt aansprakelijk is wordt bij dit overzicht gevoegd en samen hiermee openbaar gemaakt. Op voorwaarde dat zulks in dit overzicht wordt vermeld, is dit voorschrift echter niet van toepassing wanneer de jaarrekening van deze onderneming zelf wordt openbaar gemaakt op een wijze die strookt met artikel 98 of daadwerkelijk wordt openbaar gemaakt in een andere lidstaat van de EEG, overeenkomstig artikel 3 van Richtlijn 68/151/EEG. Dit voorschrift is evenmin van toepassing op een maatschap, tijdelijke handelsvennootschap of stille handelsvennootschap."; 5° een 6° /2 wordt ingevoegd, luidende: "6° /2 de sociale balans voorgeschreven door de wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot uitvoering van het meerjarenplan voor werkgelegenheid;"; 6° in 7° wordt het woord "andere" ingevoegd tussen de woorden "alle" en "documenten";7° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende: " § 2.Informatie die reeds afzonderlijk in de jaarrekening wordt vermeld hoeft niet te worden herhaald in een document neer te leggen in toepassing van artikel 100."; 8° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3.Indien de stukken bedoeld in dit artikel niet werden neergelegd zoals bepaald in de eerste zin van § 1, wordt de door derden geleden schade, behoudens tegenbewijs, geacht voort te vloeien uit dit verzuim.".

Art. 17.Artikel 101, zevende lid, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij artikel 17 van de programmawet van 27 december 2005, wordt vervangen als volgt: "De in het vorig lid bedoelde bedragen worden teruggebracht tot respectievelijk 120, 180 en 360 euro voor de kleine vennootschappen of microvennootschappen die gebruik maken van de mogelijkheid bedoeld in artikel 99 om hun jaarrekening volgens het verkort schema of microschema openbaar te maken.".

Art. 18.Artikel 102, tweede en derde lid, van hetzelfde Wetboek worden opgeheven.

Art. 19.In artikel 108 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 2° wordt opgeheven; 2° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt: "3° beleggingsondernemingen bedoeld bij artikel 44 van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, met uitsluiting van de instellingen bedoeld bij artikel 45 van deze wet;"; 3° het artikel wordt aangevuld met een 6°, luidende: "6° de vereffeningsinstellingen bedoeld in artikel 23, § 1, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, die geen in België gevestigde kredietinstellingen zijn, en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen die door de Koning zijn aangeduid met toepassing van artikel 23, § 7, van deze wet.".

Art. 20.In artikel 112 van hetzelfde Wetboek worden de woorden "kleine groep" vervangen door de woorden "groep van beperkte omvang".

Art. 21.In artikel 113, § 2, tweede lid, 3°, van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in a) worden de woorden "de richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983" vervangen door de woorden "Richtlijn 2013/34/EU";2° in b) worden de woorden "83/349/EEG" vervangen door de woorden "2013/34/EU" en worden de woorden "of overeenkomstig de internationale standaarden voor jaarrekeningen die op grond van Verordening (EG) 1606/2002 zijn opgesteld of op een wijze die hiermee gelijkwaardig is overeenkomstig de Verordening 1569/2007" ingevoegd tussen de woorden "in overeenstemming met deze richtlijn" en de woorden ";deze geconsolideerde jaarrekening wordt".

Art. 22.In boek IV, titel VI, hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek wordt een afdeling IV/1 ingevoegd dat de artikelen 119/1 en 119/2 omvat, luidende: "Afdeling IV/1. Geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden.

Art. 119/1.De bestuurders of zaakvoerders van een vennootschap die verplicht is om een geconsolideerde jaarrekening op te stellen overeenkomstig artikel 109 tot 115 en die actief is in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen zoals bepaald in artikel 96/1, stellen elk jaar een geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden op in de vorm en met de inhoud bepaald door de Koning. Deze verplichting geldt eveneens voor vennootschappen die op grond van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, of op grond van artikel 18 van het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met deze instellingen gelijkgestelde instellingen, verplicht zijn een geconsolideerde jaarrekening op te stellen.

Art. 119/2.Het verslag bedoeld in artikel 119/1 wordt door toedoen van de bestuurders of zaakvoerders tegelijkertijd met de geconsolideerde jaarrekening neergelegd bij de Nationale Bank van België.".

Art. 23.In artikel 121, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden "artikelen 100, 1° " vervangen door de woorden "artikelen 100, § 1, 1° ".

Art. 24.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 122/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 122/1.§ 1. De Koning kan de regels door hem vastgelegd met betrekking tot de vorm en de inhoud van het verslag van betalingen aan overheden op grond van artikel 96/2 en van het geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden op grond van artikel 119/1, aanpassen en aanvullen naar gelang van de bedrijfstakken of economische sectoren. § 2. De Koning kan voor bepaalde vennootschappen, die een door hem bepaalde omvang niet te boven gaan, de regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van het verslag van betalingen aan overheden op grond van artikel 96/2 en van het geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden op grond van artikel 119/1, aanpassen en aanvullen, alsmede die vennootschappen vrijstellen van de toepassing van alle of bepaalde van die regels. Deze aanpassingen, aanvullingen en vrijstellingen kunnen verschillen naar gelang van het voorwerp van de bedoelde besluiten en de rechtsvorm van de vennootschap.".

Art. 25.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 123/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 123/1.§ 1. De Koning kan de regels door hem vastgelegd met betrekking tot de opmaak en de openbaarmaking van het verslag van betalingen aan overheden op grond van artikel 96/2 en van het geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden op grond van artikel 119/1, aanpassen en aanvullen naar gelang van de bedrijfstakken of economische sectoren. § 2. De Koning kan voor bepaalde vennootschappen, die een door Hem bepaalde omvang niet te boven gaan, de regels met betrekking tot de opmaak en de openbaarmaking van het verslag van betalingen aan overheden op grond van artikel 96/2 en het geconsolideerd verslag van betalingen aan overheden op grond van artikel 119/1, aanpassen en aanvullen, alsmede die vennootschappen vrijstellen van de toepassing van alle of bepaalde van die regels. Deze aanpassingen, aanvullingen en vrijstellingen kunnen verschillen naar gelang van het voorwerp van de bedoelde besluiten en de rechtsvorm van de vennootschap.".

Art. 26.In artikel 125, § 1, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 22 maart 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de Franse tekst van het derde lid wordt het woord "commission" vervangen door het woord "Commission"; 2° de paragraaf wordt aangevuld met een nieuw lid, luidende: "De vennootschap waarvoor de afwijking werd toegestaan vermeldt deze afwijking onder de waarderingsregels in de toelichting bij de jaarrekening.".

Art. 27.In artikel 141 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij artikel 10 van de wet van 13 januari 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "Dit hoofdstuk is niet van toepassing op:" worden vervangen door de woorden "Tenzij het gaat om één van de in artikel 92, § 3, 1°, 2°, of 6°, bedoelde vennootschappen of om een beleggingsonderneming met het statuut van beursvennootschap krachtens artikel 47, § 1, 1°, van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, is dit hoofdstuk niet van toepassing op:";2° in de bepaling onder 2° worden de woorden "niet genoteerde" vervangen door de woorden "niet-genoteerde".

Art. 28.Artikel 144, eerste lid van hetzelfde Wetboek, vervangen bij artikel 11 van de wet van 13 januari 2006, wordt aangevuld met de bepaling onder 9°, luidende: "9° een vermelding die aangeeft of de documenten die overeenkomstig artikel 100 moeten worden neergelegd zowel qua vorm als inhoud de door dit Wetboek verplichte informatie bevatten.".

Art. 29.Artikel 151 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met een tweede lid, luidende: "De bedrijfsrevisoren oefenen dezelfde taken uit met betrekking tot de in artikel 100, § 1, 6° /2, bedoelde sociale balans.".

Art. 30.Artikel 283, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij artikel 195 van de programmawet van 2 augustus 2002, wordt vervangen als volgt: "De jaarrekening, de verslagen vermeld in het eerste lid, 5° en de informatie die overeenkomstig artikel 100 wordt neergelegd, worden verzonden aan de vennoten, zaakvoerders en commissarissen overeenkomstig artikel 269, eerste lid.".

Art. 31.In artikel 410 van hetzelfde Wetboek wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De jaarrekening, de verslagen vermeld in het eerste lid, 4°, en de informatie die overeenkomstig artikel 100 wordt neergelegd, worden verzonden aan de vennoten overeenkomstig artikel 381.".

Art. 32.Artikel 553, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij artikel 202 van de Programmawet van 2 augustus 2002, wordt vervangen als volgt: "De jaarrekening, het jaarverslag, het verslag van de commissarissen en de informatie die overeenkomstig artikel 100 wordt neergelegd, worden ter beschikking gesteld overeenkomstig artikel 535.". HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, van de wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot uitvoering van het meerjarenplan voor werkgelegenheid en van het Wetboek van economisch recht

Art. 33.In artikel 15, b), van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, wordt het derde lid, ingevoegd bij de wet van 7 mei 1999, vervangen als volgt: "Wanneer een onderneming klein is overeenkomstig de criteria van het Wetboek van vennootschappen, en haar jaarrekening volgens het verkort schema of het microschema heeft opgemaakt en openbaar gemaakt, moet zij aan de ondernemingsraad een jaarrekening volgens het volledig schema alsook een sociale balans volgens het meest uitgebreide schema meedelen. Deze aan de ondernemingsraad meegedeelde jaarrekening en sociale balans moeten ook aan de algemene vergadering worden meegedeeld".

Art. 34.In artikel 44 van de wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot uitvoering van het meerjarenplan voor werkgelegenheid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "bij de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen" worden vervangen door de woorden "op basis van de artikelen III.82 tot III.95 van het Wetboek van economisch recht"; 2° in hetzelfde artikel wordt het woord "publikatieverplichting" vervangen door het woord "publicatieverplichting".

Art. 35.In dezelfde wet wordt een artikel 45bis ingevoegd, luidende: "

Art. 45bis.De in onderhavig hoofdstuk bedoelde sociale balans moet door toedoen van de bestuurders of zaakvoerders zoals andere door het Wetboek van Vennootschappen voorgeschreven documenten worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.

Bij elke jaarrekening die aan de ondernemingsraad wordt meegedeeld bij of krachtens de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, moet de sociale balans gevoegd worden.

Bij elke jaarrekening die aan het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk wordt meegedeeld bij of krachtens de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de medewerkers bij de uitvoering van hun werk, moet de sociale balans gevoegd worden.

De regels met betrekking tot de mededeling van de jaarrekening die vastgesteld zijn bij of krachtens de wetten van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk gelden onverkort voor de sociale balans.

Art. 36.In artikel 46 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 26 maart 1999, wordt het vierde streepje vervangen als volgt: "- de modaliteiten en voorwaarden van publicatie en toegang tot de documenten, evenals hun mededeling aan de ondernemingsraden, aan het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk, aan de vakbondsafvaardigingen en aan de werknemers. De ondernemingen volgen voor de neerlegging van de sociale balans een model dat door de Nationale Bank van België wordt opgesteld en op haar website ter beschikking wordt gesteld. Dit model wordt door de Nationale Bank van België aan de geldende wettelijke en reglementaire bepalingen aangepast."

Art. 37.In artikel I.9 van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014 en gewijzigd bij de wet van 26 oktober 2015, wordt de bepaling onder 36° vervangen als volgt: "36° verbonden agent: een kredietbemiddelaar die handelt voor rekening van en onder de volle en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van: a) slechts één kredietgever, of b) meerdere kredietgevers die behoren tot eenzelfde groep."

Art. 38.In artikel III.90, § 2, eerste lid, van het zelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 juli 2013, worden de woorden "en die geen onderneming zijn in de zin van artikel III.85" ingevoegd tussen de woorden "ervan" en "moeten".

Art. 39.In artikel VII. 172 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014 en gewijzigd bij de wet van 26 oktober 2015, wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De door de FSMA bekendgemaakte lijst vermeldt: - desgevallend de groep waartoe de kredietgever behoort; - voor elke kredietgever inzake consumentenkrediet, met verwijzing naar artikel VII.160, § 3, het soort verstrekte kredieten."

Art. 40.In artikel VII. 181 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014 en gewijzigd bij de wet van 26 oktober 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden de woorden "of van een kredietgever inzake hypothecair krediet" vervangen door de woorden "of van een of meerdere kredietgevers inzake hypothecair krediet";b) in het tweede lid worden de woorden "of de kredietgever oefent" vervangen door de woorden "of de kredietgever(s) oefenen";2° in paragraaf 6 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a)in het eerste lid worden de woorden "van de kredietgever inzake hypothecair krediet voor wiens rekening hij handelt" vervangen door de woorden "van de kredietgever of kredietgevers inzake hypothecair krediet voor wiens of wier rekening hij handelt";b) in het tweede lid worden de woorden "De kredietgever oefent" vervangen door de woorden "De kredietgever of kredietgevers oefenen".

Art. 41.In artikel VII. 182, § 5, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014 en gewijzigd bij de wet van 26 oktober 2015, wordt de bepaling onder 5° vervangen als volgt: "5° voor de verbonden agenten: de naam van de kredietgever of kredietgevers inzake hypothecair krediet waarmee zij verbonden zijn en desgevallend de groep waartoe deze kredietgevers behoren."

Art. 42.In artikel VII. 186, § 5, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014 en gewijzigd bij de wet van 26 oktober 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "van een kredietgever inzake consumentenkrediet" vervangen door de woorden "van de kredietgever of kredietgevers inzake consumentenkrediet voor wiens of wier rekening hij handelt";2° in het tweede lid worden de woorden "De kredietgever oefent" vervangen door de woorden "De kredietgever of kredietgevers oefenen".

Art. 43.In artikel VII. 188, § 5, derde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014 en gewijzigd bij de wet van 26 oktober 2015, wordt punt 6 vervangen als volgt: "6° voor de verbonden agenten: de naam van de kredietgever of kredietgevers inzake consumentenkrediet waarmee zij verbonden zijn en desgevallend de groep waartoe deze kredietgevers behoren.".

Art. 44.In artikel XV. 67/2 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 april 2014, wordt paragraaf 4 aangevuld met de volgende zin: "Voor de agenten die aan meerdere kredietgevers verbonden zijn die deel uitmaken van dezelfde groep, schrapt de FSMA de agent uit het register waarin hij was ingeschreven, na hem daarvan vooraf in kennis te hebben gesteld, wanneer zij vaststelt dat de agent met geen enkele van deze kredietgevers meer verbonden is.". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

Art. 45.In artikel 21, 13°, a, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de programmawet van 10 augustus 2015, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 46.In artikel 69, § 1, vijfde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de programmawet van 10 augustus 2015, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 47.In artikel 14526, § 3, van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de programmawet van 10 augustus 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 3°, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen";2° het zesde lid wordt vervangen door het volgende: "Het in het vijfde lid vermelde percentage wordt verhoogd tot 45 pct. voor de in § 1, eerste lid, a, vermelde betalingen voor het verwerven van aandelen van een vennootschap die voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin de kapitaalinbreng wordt gedaan, een microvennootschap is in de zin van artikel 15/1 van het Wetboek van vennootschappen.".

Art. 48.In artikel 184quater, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de programmawet van 19 december 2014, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 49.In artikel 185quater van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 8 juni 2008 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2009, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 50.In artikel 194quater, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 2009, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 51.In artikel 196, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 31 juli 2004 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2009, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 52.In artikel 201 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de programmawet van 10 augustus 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tiende lid worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen";2° in het elfde lid worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 53.In artikel 2052, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 juni 2013, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 54.In artikel 205quater, § 6, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 juni 2005 en gewijzigd bij de wet 22 december 2009, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 55.In artikel 217, eerste lid, 3°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2012, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 56.In artikel 218, § 2, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 2009, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 57.In artikel 219ter, § 7, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2013, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 58.In artikel 269, § 2, eerste lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de programmawet van 28 juni 2013, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 59.In artikel 2753, § 1, derde lid, 2°, a, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 december 2005 en gewijzigd bij de wet van 17 juni 2013, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen zoals het bestond voor te zijn gewijzigd door de wet van 18 december 2015 tot omzetting van Richtlijn 2013/34/EU van 26 juni 2013 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad".

Art. 60.In artikel 2757, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 30 juli 2013, worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen".

Art. 61.In artikel 2758, § 2, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, hersteld bij de wet van 15 mei 2014 en gewijzigd bij de wet van 24 maart 2015, worden de woorden "de bepalingen uit artikel 15, §§ 2 tot 4, van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "de bepalingen uit artikel 15, §§ 3 tot 5, van het Wetboek van vennootschappen" .

Art. 62.In artikel 27510 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door de programmawet van 10 augustus 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid, 2° worden de woorden "artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen" vervangen door de woorden "artikel 15, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen" en worden de woorden "het voormelde artikel 15" vervangen door de woorden "het voormelde artikel 15, §§ 1 tot 6";2° het vierde lid wordt vervangen als volgt: "Het in het eerste lid vermelde percentage wordt verhoogd tot 20 pct. wanneer de werkgever op het einde van het belastbaar tijdperk een microvennootschap is in de zin van artikel 15/1 van het Wetboek van vennootschappen of een natuurlijk persoon is die op overeenkomstige wijze beantwoordt aan de criteria van het voormelde artikel 15/1.". HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 63.De bepalingen van hoofdstuk 3 zijn van toepassing op de boekjaren die een aanvang nemen na 31 december 2015, met uitzondering van de artikelen 15, § 2; 15/1, § 2 en 16, § 2, tweede lid van het Wetboek van Vennootschappen, zoals ingevoerd door deze wet, die voor één keer niet van toepassing zijn op het eerste boekjaar dat een aanvang neemt na 31 december 2015.

Artikel 45 is van toepassing op de leningen die door de kredietnemers worden afgesloten in de loop van een belastbaar tijdperk dat aanvangt vanaf 1 januari 2016.

Artikel 47 is van toepassing op de aandelen die door de vennootschappen worden uitgeven in de loop van een belastbaar tijdperk dat aanvangt vanaf 1 januari 2016.

De artikelen 46 en 48 tot 58 zijn van toepassing voor de belastbare tijdperken die aanvangen vanaf 1 januari 2016.

De artikelen 59, 60 en 62 zijn van toepassing op de werkgevers voor de bezoldigingen die zij betalen of toekennen in de loop van een belastbaar tijdperk dat aanvangt vanaf 1 januari 2016.

Artikel 61 is van toepassing op de werkgevers die een formulier hebben overgelegd in de loop van een belastbaar tijdperk dat aanvangt vanaf 1 januari 2016.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 18 december 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, K. PEETERS De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Minister van Middenstand, Zelfstandigen en KMO's, BORSUS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 54-1444 (2015/2016) Integraal verslag : 10 december 2015.

^